Reactie op verzoek commissie over de notitie 'Waar zijn onze vlinders'
Natuurbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D28122, datum: 2025-06-16, bijgewerkt: 2025-06-20 16:05, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van kamerstukdossier 33576 -450 Natuurbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z12316:
- Indiener: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-06-18 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-07-02 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
33 576 Natuurbeleid
27 858 Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 450 Brief van de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juni 2025
Op 28 april 2025 ontving uw Kamer de brief ‘Waar zijn onze vlinders’. Tijdens de procedurevergadering van 21 mei 2025 heeft de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur mij verzocht te reageren op deze notitie. Door middel van deze brief geef ik, mede namens de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur invulling aan dit verzoek.
Ik heb kennis genomen van de aangereikte notitie en bijbehorend nieuwsbericht van de Vlinderstichting van 23 april 20251. In dit bericht wordt gewag gemaakt van een afname van de algehele vlinderstand in Nederland met 56% sinds 1992. Speciale aandacht wordt gegeven aan de afname van algemene vlindersoorten.
De schrijver van de notitie spoort mij aan mijn beleid niet te richten op het wegjagen van boeren maar op het inzetten op lagere emissies. De schrijver van de brief pleit dan ook voor technische oplossingen om emissies vanuit de landbouw verder terug te dringen en het verbeteren van natuurmonitoring om oorzaken van achteruitgang beter in beeld te krijgen. Het beleid van dit kabinet is er juist op gericht boeren te koesteren omdat ze belangrijk zijn voor onze voedselvoorziening en het Nederlandse cultuurlandschap. Sterker nog, dit kabinet zet zich in hoogwaardige landbouwgrond en landbouwinclusieve natuur te beschermen.
De afname van (algemene) vlindersoorten specifiek, en bestuivers in het geheel baart mij zorgen. Vlinderpopulaties vormen niet alleen een indicator voor de kwaliteit van de natuur2, maar dragen ook bij aan de natuurbeleving van heel veel inwoners in Nederland. De achteruitgang van bestuivers in ons land en de wereld baart mij zorgen aangezien biodiversiteitsbehoud belangrijk is voor voedselzekerheid, de economie en de natuur. De productie van veel fruit- en groentegewassen is bijvoorbeeld afhankelijk van bestuiving. Ik zet me daarom middels mijn natuurbeleid in om bestuivende insecten, waaronder vlinders, in Nederland te ondersteunen.
Het huidige natuurbeleid is er onder andere op gericht om drukfactoren op bestuivers, en hiermee de vlinderstand in Nederland, te verminderen. Verschillende rapportages duiden al op de effecten van drukfactoren die van invloed zijn op de vlinderstand van Nederland. Versnippering3, vermesting4 en verzuring5 zijn belangrijke oorzaken voor de achteruitgang van vlinders in Nederland4. Ook zijn er aanwijzingen dat gewasbeschermingsmiddelen van invloed zijn op de reproductie van bestuivers zoals vlinders6. Met betrekking tot de drukfactor ‘verdroging’7 geeft het CLO8 aan dat juist de afname van de graslandvlindertrend de laatste jaren veroorzaakt kan zijn door een aantal droge jaren.
Gelukkig zijn er ook positieve punten te melden. In de recent gepubliceerde Rode Lijst Indicator stelt het CLO dat de mate van bedreiging voor Rode Lijstsoorten tussen 1995 en 2024 is afgenomen. Het CLO stelt dat ‘na vele jaren waarin achteruitgang van de biodiversiteit is gemeld - of op zijn gunstigst een afvlakking van de achteruitgang – is er in Nederland de laatste jaren voorzichtige verbetering in de gemiddelde bedreiging van soorten te zien9’.
Mijn beleid krijgt vorm via verschillende trajecten zoals de uitbreiding en versterking van het agrarisch natuurbeheer, het startpakket MCEN, het Programma Natuur en het Natuurplan dat ik op ga stellen in het kader van de Europese Natuurherstelverordening. Daarnaast zet ik in op het verbeteren en uitbreiden van natuurmonitoring. Op deze manier zet ik in op het efficiënt aanpakken van verschillende drukfactoren die behalve voor vlinders ook voor andere soorten en habitats relevant zijn.
Middels de Programmatische Aanpak Basiskwaliteit Natuur werk ik aan natuurherstel buiten beschermde natuurgebieden. Aan de hand van deze aanpak breng ik de relevante condities in beeld waarmee medeoverheden zelf kunnen inzetten op het creëren van een robuuste natuur ten behoeve van algemene plant- en diersoorten zoals verschillende dagvlindersoorten. Hierdoor draag ik middels die aanpak ook weer bij aan het realiseren van onze doelen ten behoeve van de Natuurherstelverordening door het realiseren van de juiste condities voor bestuivers.
Het verheugt mij daarnaast dat diverse maatschappelijke partijen middels de Nationale Bijenstrategie zich met veel enthousiasme, doorzettingsvermogen en creativiteit inzetten voor het voortbestaan van bijen, hommels, vlinders en zweefvliegen in Nederland. Ik zie de Nationale Bijenstrategie als een belangrijke aanpak om maatschappelijke initiatieven voor bestuivers te creëren en te ondersteunen, alsmede kennis te ontwikkelen en te verspreiden.
Zo wordt via meerdere sporen gewerkt aan het keren van de achteruitgang van bestuivers.
De staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
J.F. Rummenie
De Vlinderstichting | Vlinderstand verder gedaald – ook afname algemene soorten↩︎
The relationship between butterflies and environmental indicator values: a tool for conservation in a changing landscape - ScienceDirect↩︎
The decline of butterflies in Europe: Problems, significance, and possible solutions | PNAS↩︎
Wan et al 2025. Pesticides have negative effects on non-target organisms. Nature Communications https://doi.org/10.1038/s41467-025-56732-x↩︎
https://assets.vlinderstichting.nl/docs/ea504174-725d-4b69-9401-ba364f4ed3de.pdf↩︎
Trend van graslandvlinders, 1992-2024 | Compendium voor de Leefomgeving↩︎
Rode Lijst Indicator, 1995-2024 | Compendium voor de Leefomgeving↩︎