Project ‘Multifunctionele ondersteuningsvaartuigen (MSS)’
Materieelprojecten
Brief regering
Nummer: 2025D28164, datum: 2025-06-17, bijgewerkt: 2025-06-18 18:06, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27830 -466 Materieelprojecten.
Onderdeel van zaak 2025Z12338:
- Indiener: G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2025-06-18 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-18 19:00: Extra procedurevergadering commissie Defensie (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
27 830 Materieelprojecten
Nr. 466 Brief van de staatssecretaris van Defensie
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2025
De internationale veiligheidssituatie verslechtert en de veiligheidsdreigingen nemen toe. Defensie investeert in de versterking van de krijgsmacht om tegenstanders af te schrikken en de slagkracht te vergroten. Dit is nodig om onze veiligheid te beschermen en de uitbreiding van oorlog in Europa te voorkomen. Hiervoor neemt het aantal benodigde militaire capaciteiten toe. Voor operaties in het hoogste deel van geweldsspectrum heeft de krijgsmacht behoefte aan het versterken van de luchtverdediging en de vuurkracht, zo ook in het maritieme domein.
Het project ‘Multifunctionele ondersteuningsvaartuigen’ voorziet in de versterking van de Koninklijke Marine met de aanschaf van twee ondersteuningsvaartuigen. Dit project bestaat uit twee deelprojecten: ‘Ondersteuningsvaartuigen’ en ‘Modulaire bewapening’. Op 24 september 2024 is uw Kamer met een gecombineerde A/B-brief geïnformeerd over de behoeftestelling voor dit project en de uitkomst van de onderzoeksfase van de twee deelprojecten.1
Met deze D-brief informeer ik uw Kamer over de resultaten van de verwervingsvoorbereiding van het deelproject ‘Modulaire bewapening’. Dit deelproject omvat de verwerving van mobiele, modulaire wapensystemen voor op de toekomstige ondersteuningsvaartuigen. Defensie heeft overeenstemming bereikt met het Israëlische Israel Aerospace Industries (IAI) over de contractvoorwaarden voor de modulaire bewapening.
De verwerving van de ondersteuningsvaartuigen loopt vertraging op. De contractonderhandelingen met Damen zijn nog niet afgerond. Defensie verwacht uw Kamer begin 2026 met een D(2)-brief te informeren over de resultaten van de verwervingsvoorbereiding van het tweede deelproject. De modulaire capaciteit is begin 2027 operationeel inzetbaar vanaf verschillende andere schepen van Defensie.
Behoefte
De multifunctionele ondersteuningsvaartuigen krijgen capaciteiten voor drie taken:
de ondersteuning van de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) met luchtdoelraketten voor de lange afstand;
het bestrijden van gronddoelen met langeafstands precisiemunitie ter ondersteuning van amfibische operaties van het Korps Mariniers, maar ook voor andersoortige operaties;
bescherming van de vitale infrastructuur op de Noordzee.
De LC-fregatten hebben onder meer de taak om maritieme taakgroepen van meerdere marineschepen te beschermen tegen luchtdreigingen zoals antischipraketten, vliegtuigen, helikopters en drones. Hiervoor beschikken de LC-fregatten over een uitgebreid wapenarsenaal voor de luchtverdediging op korte, middellange en lange afstand, waaronder langeafstand radargestuurde SM-2 Block IIIA raketten. De huidig in gebruik zijnde SM-2 raket is niet meer in productie. De noodzakelijke aanvulling van de voorraad is daarom niet meer mogelijk. De nieuwste versie van deze raket, de SM-2 Block IIICU, is niet geschikt voor de vuurleiding van de LC-fregatten en is daarmee geen alternatief. Defensie heeft daarom behoefte aan een aanvullende luchtdoelraket van een ander type.
Daarnaast is het bij amfibische operaties, maar ook voor het openhouden van maritieme aanvoerlijnen, nodig de landdreiging tegen de schepen uit te schakelen. Tegenstanders in kustgebieden beschikken tegenwoordig vaker over geavanceerde sensoren en wapens met een groot bereik. Voor het bestrijden van de dreiging vanaf het land heeft Defensie behoefte aan precisiewapens die gronddoelen op grote afstand kunnen uitschakelen. De aan te schaffen wapensystemen hebben een bereik van enkele honderden kilometers en kunnen enige tijd in het doelgebied rondvliegen (loitering) alvorens te worden ingezet.
De luchtdoelraketten en de precisiemunitie moeten uit een container kunnen worden afgevuurd. Deze containers worden op het dek geplaatst van de ondersteuningsvaartuigen, maar kunnen ook op andere schepen met voldoende dekruimte worden gebruikt, zoals de Landing Platform Docks, het Combat Support Ship en het Joint Support Ship. Het LC-fregat geeft de lanceercommando’s voor de raketten en geleidt deze naar het doel. De bewapening moet daarom interoperabel zijn met het radar- en vuurleidingssysteem van de LC-fregatten. Ook moeten de aan te schaffen wapens doelen op een afstand van enkele honderden kilometers kunnen raken.
Zowel voor de versterking van de luchtverdediging als de bestrijding van gronddoelen is bovendien apparatuur nodig voor elektronische oorlogsvoering (EOV). Deze apparatuur kan de radar van een tegenstander storen om te voorkomen dat deze een goed beeld van de schepen kan vormen. Als de tegenstander toch een aanval uitvoert kan de EOV-apparatuur de radar van de vijandelijke antischipraketten of drones zodanig storen dat deze de doelen missen.
Vervulling van de behoefte
Het deelproject ‘Modulaire bewapening’ voorziet in de verwerving van containers met bewapening en EOV-apparatuur. Zoals aan uw Kamer gemeld in de A/B-brief2 is uit de marktverkenning één kandidaat naar voren gekomen die op korte termijn de producten kan leveren op basis van systemen die voldoende ontwikkeld zijn en aan deze eisen voldoen: Israel Aerospace Industries (IAI). IAI levert de volgende systemen:
Het Barak-systeem: lanceer- en bedieningssystemen voor de inzet van Barak-Extended Range (ER) raketten. Voor de inzet in de langeafstandsverdediging wordt deze geïntegreerd met de vuurleiding van het LC-fregat om de afgevuurde raket naar het doel te geleiden;
Het Harop-systeem: communicatie-, lanceer- en bedieningssystemen voor de inzet van precisiewapens, die gronddoelen op grote afstand kunnen uitschakelen. Dit systeem kan worden ingezet zowel vanaf de schepen, als door de grondtroepen;
Apparatuur voor elektronische oorlogvoering om vijandige doelen te verstoren.
Deze modulaire systemen worden geleverd in containers die op het multifunctioneel ondersteuningsvaartuig of een ander schip van Defensie kunnen worden geplaatst. De verwerving van de luchtdoelraketten, de langeafstands precisiemunitie en de EOV-apparatuur bij één fabrikant vereenvoudigt de integratiewerkzaamheden op de ondersteuningsvaartuigen. Ook beoogt Defensie de instandhouding van de systemen de eerste drie jaar uit te besteden bij de leverancier. Dit biedt ruimte om biedt ruimte om de militaire onderhoudscapaciteit te versterken en in te zetten voor andere taken, zoals opleiden, oefenen en inzet.
Alternatieven
Diverse landen, waaronder Duitsland, zijn bezig met de ontwikkeling van nieuwe in container geplaatste wapensystemen. Deze vormen echter geen alternatief vanwege drie aspecten. De ontwikkel- en productietijd van primair de raketten leidt tot late levering, terwijl de behoefte aan de modulaire luchtverdedigingswapens urgent is. De langeafstandsraketten moeten daarnaast kunnen worden geleverd in containers en geschikt zijn om te gebruiken in een maritieme omgeving. Ten slotte moeten de wapens geschikt zijn om te kunnen worden aangestuurd door de vuurleiding van de Nederlandse LC-fregatten, zonder dat er sprake is van een uitgebreid integratietraject. De te ontwikkelen wapensystemen voldoen daarom niet aan de eisen van Defensie en zijn daarmee geen alternatief.
Resultaat verwervingsvoorbereiding
Het is in het belang van de veiligheid van Nederland, het NAVO-bondgenootschap en ons personeel dat de krijgsmacht het best mogelijke materieel inkoopt met de daarvoor beschikbare middelen. De tijdige beschikbaarheid van het materieel wordt steeds belangrijker vanwege het zich ontwikkelende dreigingsbeeld. Zoals gecommuniceerd in de A/B-brief3 kiest Defensie voor de verwerving ‘van de plank’ (Military-off-the-Shelf, MOTS) van uitontwikkelde producten waarvoor, zo is uit de marktverkenningen gebleken, maar één fabrikant beschikbaar is. Er zijn geen Nederlandse of Europese leveranciers bekend die binnen afzienbare termijn een vergelijkbare capaciteit kunnen leveren.
Om tijdige beschikking over deze capaciteit te garanderen heeft Defensie de verwervingsstrategie in de verwervingsvoorbereidingsfase aangepast en de verwerving opgedeeld in twee fasen.4 De modulaire wapensystemen en de EOV-apparatuur worden op basis van artikel 2.23 lid 1.b. van de Aanbestedingswet op Defensie- en Veiligheidsgebied (ADV),5 single source verworven bij IAI. Dit is de enige leverancier die binnen de vereiste tijd raketten kan leveren die voldoen aan de specifieke eisen van Defensie en tevens de enige fabrikant die lanceersystemen en raketten als modulaire systemen voor op schepen kan leveren. Defensie beoogt één contract te sluiten voor de levering van deze systemen.
Uitwerking
Internationale samenwerking en interoperabiliteit
Diverse Europese landen hebben interesse getoond in de wijze waarop Defensie modulaire wapensystemen wil inzetten vanaf voor civiel gebruik ontworpen vaartuigen (Commercial-off-the-Shelf, COTS), het zogenoemde genetwerkt of gedistribueerd optreden. Nederland loopt internationaal voorop met deze ontwikkeling, naast landen als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Vooralsnog hebben andere landen geen concrete behoefte kenbaar gemaakt om op korte termijn deze modulaire wapensystemen te verwerven.
Met de verwerving van de modulaire wapensystemen is Nederland onder meer in staat om sneller en langer invulling te geven aan de versterking van de maritieme luchtverdediging, zodat de bescherming van NAVO-vlootverbanden beter kan worden ingevuld. Met geringe aanpassingen kunnen partnerlanden die beschikken over dezelfde vuurleiding als de Nederlandse LC-fregatten in de toekomst ook gebruik maken van de modulaire luchtverdedigingscapaciteit.
Industriële participatie
Industriële participatie (IP) is van toepassing op deze verwerving. Het ministerie van Economische Zaken en de leverancier verkennen gezamenlijk hoe IP een bijdrage kan leveren aan de versterking van kennis, capaciteiten en ervaring van de Nederlandse industrie bij de prioritaire technologiegebieden van Defensie. De leverancier zal een plan opstellen om op verschillende gebieden samen te werken met de Nederlandse industrie en kennisinstellingen. Over de resultaten van het IP-beleid wordt uw Kamer tweejaarlijks geïnformeerd.6
Gerelateerde projecten
Het deelproject ‘Modulaire bewapening’ heeft een relatie met een aantal lopende projecten:
Het project ‘ESSM Block 2: Verwerving en integratie’ betreft het geschikt maken (integreren) van twee van de vier LC-fregatten voor de nieuwe ESSM Block 2 luchtdoelraket voor de middellange afstand. De andere twee LC-fregatten behouden de huidige ESSM Block 1 luchtdoelraket. Voor alle vier fregatten geldt dat zij de Barak-ER luchtdoelraketten voor de lange afstand kunnen afvuren.
Het project ‘Langer doorvaren LCF: Elektronische oorlogvoering’ voorziet alle vier LC-fregatten van passieve apparatuur voor het waarnemen van elektromagnetische signalen. De LC-fregatten met de ESSM Block 2 luchtdoelraket krijgen bovendien actieve storingsapparatuur. Met de EOV-apparatuur van de ondersteuningsvaartuigen krijgen ook de andere fregatten alsnog de beschikking over een actieve storingscapaciteit. Voor de fregatten met actieve apparatuur wordt de EOV-capaciteit aangevuld en versterkt.
Bovendien is de bewapening uit dit deelproject complementair aan de verwerving van andere typen munitie, bijvoorbeeld voor het project ‘Precision Guided Rockets’.7 Binnen dit project verwerft Defensie precisiegeleide raketten voor de korte afstand, onder andere voor het Korps Mariniers. Op de lange termijn voorziet Defensie met het project ‘Bewapening maritieme lucht- en raketverdediging’8 in de aanschaf van verschillende wapens voor de kortere en langere afstand voor de toekomstige vervangers van de LC-fregatten.
Risico’s
Onder meer als gevolg van de toegenomen vraag op de internationale defensiemarkt bestaat het risico op een latere levering of een latere integratie van de bestelde producten uit de verschillende deelprojecten. Dit risico resulteert in een latere beschikbaarheid van de benodigde operationele capaciteiten. Dit risico wordt gemitigeerd doordat de in containers geleverde wapensystemen niet alleen vanaf een ondersteuningsvaartuig zijn in te zetten maar ook inzetbaar zijn vanaf de LC-fregatten en andere marineschepen met voldoende ruimte op het dek, waaronder de nieuwe amfibische transportschepen.
Ook bestaat het risico dat de kosten van de systemen en de integratie hoger uitvallen dan voorzien. Defensie beheerst dit risico door tijdig het contract met de leverancier te sluiten. Mogelijke kostenstijgingen worden op reguliere wijze ingepast in de begroting.
Financiën
Het budget van het project ‘Multifunctionele ondersteuningsvaartuigen’ ligt in de bandbreedte van € 250 miljoen tot € 1 miljard. Dit bedrag is inclusief delta-exploitatie en risicoreservering en komt ten laste van het investeringsbudget van Defensie. De exploitatiekosten betreffen ook de kosten van het extra benodigde personeel. De commercieel vertrouwelijke bijlage (BS2025006076) bevat nadere financiële informatie9.
Planning
Defensie verwacht de eerste levering circa achttien maanden na contracttekening te ontvangen. Naar verwachting wordt de eerste modulaire bewapening begin 2027 geleverd en door de operationele eenheden in gebruik genomen. Eind 2027 neemt Defensie de laatste wapensystemen in ontvangst. Door het modulaire karakter kunnen deze systemen ook worden ingezet op andere schepen van Defensie. Zo draagt de bewapening direct bij aan het vergroten van het voortzettingsvermogen en de gereedheid van de krijgsmacht.
Vooruitblik
Verwerving van deze modulaire capaciteit is urgent, mede gezien de snel verslechterende veiligheidssituatie in Europa. Na parlementaire behandeling beoogt Defensie de overeenkomst met de leverancier zo snel mogelijk te bekrachtigen. Defensie heeft een optie om uiterlijk 31 juli 2025 het contract af te sluiten. Ik verzoek uw Kamer hiermee rekening te houden met de behandeling van deze brief. Uw Kamer wordt via de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF), het jaarverslag en het Defensie Projectenoverzicht (DPO) over de voortgang van dit project geïnformeerd.
De staatssecretaris van Defensie,
G.P. Tuinman
Kamerstuk 27 830, nr. 446 van 4 september 2024.↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 446 van 4 september 2024.↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 446 van 4 september 2024.↩︎
De ondersteuningsvaartuigen worden eind 2025/2026 verworven via een nog uit te werken verwervingsstrategie, rekening houdend met de Nederlandse Maritieme Maakindustrie (MMI) (Kamerstuk 27 830, nr. 423 van 24 januari 2024).↩︎
Artikel 2.23 lid 1.b. is een artikel binnen de Aanbestedingswet op Defensie- en Veiligheidsgebied (ADV) waarvan de uitvoering leidt tot een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking. om technische redenen.↩︎
Rapportage Industrieel Participatiebeleid, Kamerstuk 26 231, nr. 36 van 18 december 2023.↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 436 van 16 mei 2025.↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 426 van 1 maart 2024.↩︎
Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer↩︎