Gewijzigd amendement van de leden Erkens en Bontenbal ter vervanging van nr. 16 over een standaard ingroeiperiode van 10 jaar na de inwerkingtreding
Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2025D28276, datum: 2025-06-17, bijgewerkt: 2025-06-17 13:41, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.P.A. Erkens, Tweede Kamerlid (VVD)
- Mede ondertekenaar: H. Bontenbal, Tweede Kamerlid (CDA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36576 -49 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte).
Onderdeel van zaak 2025Z12398:
- Indiener: S.P.A. Erkens, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. Bontenbal, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 576 | Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte) | |
Nr. 49 | gewijzigd AMENDEMENT VAN De Leden Erkens en Bontenbal ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 16 | |
Ontvangen 17 juni 2025 | ||
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: |
I
Artikel 2.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âzeven jaarâ vervangen door âtien jaarâ.
2. Het derde lid vervalt.
II
In artikel 2.10, derde lid, wordt âzeven jaarâ vervangen door âtien jaarâ, en vervalt de tweede zin.
III
In artikel 2.10a, derde lid, wordt âzeven jaarâ vervangen door âtien jaarâ, en vervalt de tweede zin.
IV
In artikel 3.3, zevende lid, wordt âzeven jaarâ vervangen door âtien jaarâ, en vervalt de tweede zin.
V
In artikel 11.7 vervalt âkoninklijk besluit, bedoeld in artikel 2.6, derde lid, en hetâ en wordt âtreden nietâ vervangen door âtreedt nietâ.
VI
Artikel 12.1, eerste lid, vervalt.
Toelichting
Met dit amendement willen de indieners dat de ingroeiperiode wordt vastgesteld op standaard 10 jaar na inwerkingtreding van het wetsvoorstel. In deze periode kunnen warmtebedrijven met een privaat meerderheidsbelang nog worden aangewezen voor een warmtekavel, indien er geen warmtebedrijf met een publiek meerderheidsbelang of een warmtegemeenschap beschikbaar is.
Het vaststellen van de ingroeiperiode op standaard 10 jaar zorgt er enerzijds voor dat er meer tijd is voor de opbouw van de vereiste publieke realisatiekracht. Er zal tijd nodig zijn om de benodigde publieke financiële middelen beschikbaar te krijgen en om de publieke organisatiekracht op te bouwen. Anderzijds hebben warmtebedrijven met een privaat meerderheidsbelang op deze manier langer de mogelijkheid om aangewezen te worden voor nieuwe warmtekavels. De indieners zijn van mening dat het langer maken van de ingroeiperiode helpt om ervoor te zorgen dat de ontwikkeling van de collectieve warmtevoorziening de komende jaren zoveel als mogelijk door zal gaan.
Erkens
Bontenbal