Preview document (🔗 origineel)

---

29754 Terrorismebestrijding

Nr. 752 Brief van de minister van Justitie en Veiligheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juni 2025

Bijgaand bied ik u het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) juni 2025 aan, opgesteld door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Het DTN geeft inzicht in het actuele dreigingsbeeld in Nederland en de ontwikkelingen en factoren die het meest bepalend zijn voor dit beeld. Het dreigingsniveau blijft, gelijk aan het vorige DTN van december 2024, op niveau 4. In Nederland is sprake van een substantiële terroristische dreiging. Dit houdt in dat er een reële kans is op een terroristische aanslag in Nederland.

In een wereld die steeds turbulenter wordt, horen we dagelijks over oorlogen en conflicten. Geopolitieke ontwikkelingen, de voortdurende oorlog in Oekraïne, de Gaza-oorlog, instabiliteit in het Midden-Oosten en bredere spanningen in de wereld kunnen invloed hebben op de terroristische dreiging in Nederland. Deze ontwikkelingen kunnen extremistische sentimenten aanwakkeren en kunnen leiden tot polarisatie en radicalisering.

Er blijft sprake van een hoge jihadistische dreiging. In de afgelopen maanden vonden er opnieuw aanslagen en verstoorde aanslagplannen met een jihadistische achtergrond plaats in Europa. Een groot gedeelte van de jihadisten is online actief, met het bekijken, maken, bewerken en verspreiden van jihadistische content. Met name tieners en jongvolwassenen weten elkaar via online netwerken te vinden, ook over landsgrenzen heen. Het tijdig onderkennen van een mogelijke geweldsdaad van personen die bijvoorbeeld door online propaganda geïnspireerd worden, blijft een uitdaging.

Sinds 2025 komen terrorismeveroordeelden vrij uit detentie die een hoger dreigingsprofiel hebben dan eerder vrijgelaten veroordeelden voor terrorisme. Alle inzet van de partners is er op gericht om de risico’s hiervan te mitigeren en inlichtingen- en veiligheidsdiensten zijn alert.

Daarnaast zijn er internationale ontwikkelingen die invloed hebben op de jihadistische dreiging in Nederland. De dreiging vanuit Islamitische Staat in de Khorasan Provincie (ISKP) richting het Westen houdt aan, waarbij ISKP via (online) netwerken jihadisten in westerse landen probeert te stimuleren tot het plegen van aanslagen. De dreiging vanuit ISIS-Syrië en ISIS-Somalië lijkt wel te zijn afgenomen.

De afgelopen maanden in Europa zijn er diverse aanhoudingen geweest van minderjarigen die, vanuit verschillende ideologieën, in verband zijn gebracht met terrorisme. Hierin zien we een stijgende, zorgelijke trend. Via sociale media komen zij in aanraking met gewelddadige en terroristische content.¹ Doordat deze minderjarigen middenin de ontwikkeling van hun identiteit zitten zijn zij extra kwetsbaar voor invloeden van buitenaf. Dit zien we ook in Nederland. In april van dit jaar zijn er veertien aanhoudingen verricht op verdenking van opruiing tot terrorisme via online platformen, waarvan de meerderheid minderjarig is.

Ook binnen rechts-terroristische online netwerken bestaan onverminderd hoge zorgen over de snelle online radicalisering van jongeren. Er is een reële kans dat individuen of kleine groepen die actief zijn binnen dit milieu overgaan tot terroristisch geweld.

Van een klein deel van de anti-institutioneel extremistische beweging gaat een (terroristische) geweldsdreiging uit. Vorig jaar zijn enkele soevereinen aangehouden op verdenking van, onder andere, het aanzetten tot en het voorbereiden van een terroristisch misdrijf, en deelname aan een terroristische organisatie. Deze aanhoudingen hebben de dreiging vanuit de geweldsbereide anti-institutioneel extremistische beweging niet geheel weggenomen.

Het themahoofdstuk van dit DTN gaat in op de interacties tussen Russische actoren en westerse anti-institutioneel- en rechts-extremisten. Juist dit deel van de Russische dreiging kan gevolgen hebben voor de extremistische en terroristische dreiging in verschillende westerse landen, waaronder Nederland. Vooralsnog is de impact van die interacties op de dreiging in Nederland beperkt.

Tot slot

Dit DTN schetst een beeld van de onverminderd hoge dreiging die vraagt om alertheid en waakzaamheid. Er wordt dan ook voortdurend bekeken of de aanpak die Nederland hanteert volstaat en aansluit bij de dreiging.

Het blijft de hoogste prioriteit van het kabinet om terroristische misdrijven te voorkomen en om tijdig signalen te herkennen die kunnen wijzen op terrorisme of extremisme, om zo onze vrijheid en veiligheid actief te blijven beschermen.

De minister van Justitie en Veiligheid,

D.M. van Weel

---

1. Kamerstuk 29 754, nr. 751.↩︎