[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda Informele Raad voor Toerisme 23 en 24 juni 2025 (Kamerstuk 21501-30-672)

Raad voor Concurrentievermogen

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2025D28359, datum: 2025-06-17, bijgewerkt: 2025-06-24 16:45, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 30-673 Raad voor Concurrentievermogen.

Onderdeel van zaak 2025Z12434:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 673 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 17 juni 2025

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de minister van Economische Zaken over de brief van 12 juni 2025 inzake de Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 23-24 juni 2025 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 672) en het Fiche: Verordening niet-financiële statistieken over zakelijk onroerend goed van 17 april 2025 (Kamerstuk 22 112, nr. 4030).

De vragen en opmerkingen zijn op 13 juni 2025 aan de minister van Economische Zaken voorgelegd. Bij brief van 17 juni 2025 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie,

Michon-Derkzen

De griffier van de commissie,

Reinders

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat het tijdens de Raad zal gaan over ‘ongebalanceerde toerisme groei binnen Europese bestemmingen’. Kan het kabinet nader toelichten wat hierbij de inzet van Nederland is?

Het Poolse voorzitterschap heeft aangegeven graag voorbeelden en kennis te delen op dit gebied. Nederland heeft hier zowel op nationaal als regionaal ervaring mee. Met Perspectief 2030 is een aantal strategische prioriteiten geformuleerd die centraal staan in de ontwikkeling richting 2030. Het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) zet zich mede namens het kabinet al sinds 2016 in om Nederland overal aantrekkelijk te maken, dit komt terug in de marketingaanpak, maar ook in bestemmings- en bezoekersmanagement. Door proactief aan de bestemming te werken, raakt de sector maatschappelijk meer betrokken en benutten wij optimaal de positieve impact van bezoek op de brede welvaart. Met effectief bezoekersmanagement sturen wij bezoekersstromen op zo’n manier dat leefbaarheid, beleving en veiligheid met elkaar in balans zijn. Wij brengen onder meer kennis samen en delen praktijkvoorbeelden om bestemmingen te inspireren en te ondersteunen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat dit kabinet en ook deze VVD-minister is gebonden aan het Parijs klimaatakkoord om de CO2-vervuiling snel naar beneden te brengen. Op dit moment groeit de CO2-uitstoot van deze sector, terwijl de overige CO2-uitstoot in Nederland daalt. Dat is toch niet eerlijk?

Het demissionair kabinet erkent dat het terugdringen van emissies door vliegreizen noodzakelijk is. De Nederlandse overheid werkt daarom op nationaal, Europees en mondiaal niveau aan de energietransitie van de luchtvaart. Dat doet het kabinet met Europese wetgeving (ReFuelEU Aviation en EU Emission Trading System (ETS)), met toekenning van Klimaatfondsmiddelen voor de productie en opschaling van duurzame luchtvaartbrandstoffen en met de uitvoering van het Nationaal Groeifondsprogramma Luchtvaart in Transitie. Ook wordt aan de Duurzame Luchtvaarttafel met de sector gewerkt aan de uitvoering van het Akkoord Duurzame Luchtvaart (2019). Tot slot werkt het demissionair kabinet een afstandsafhankelijke vliegbelasting uit. Deze maatregel heeft als doel om per 1 januari 2027 de hogere uitstoot van lange afstandsvluchten zwaarder te belasten.

Erkent het kabinet dat het terugdringen van emissies door vlieg- en cruisereizen, in lijn met de Glasgow Declaration on Climate Action in Tourism, noodzakelijk is voor de toekomstbestendigheid van de toerismesector?

Het klopt dat het terugdringen van emissies door vlieg- en cruisereizen een belangrijk onderdeel is van de toekomstbestendigheid van de toerisme sector. Het demissionair kabinet werkt daarom ook aan het verduurzamen van de luchtvaart, zoals aangegeven in de beantwoording van de vorige vraag.

Kan het kabinet reageren op de bevinding van het Envisioning 2030 onderzoek, dat concludeert dat toerisme prima kan groeien mits het aantal gevlogen kilometers afneemt? Gaat het kabinet deze studie en de noodzaak om CO2-emissies te reduceren inbrengen bij de Raad? Zo ja, op welke uitkomst stuurt hij?

Het demissionair kabinet erkent het belang van CO2-reductie, ook binnen de reissector, zoals ook het genoemde onderzoek aangeeft. Het kabinet zal tijdens de komende Raad het belang van CO2-reductie aangeven en hierbij het belang van duurzame alternatieven zoals de trein benadrukken. Ook zal het kabinet aangeven dat het belangrijk is om te focussen op toerisme tussen Europese landen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen op welke manier het kabinet van plan is om reisbedrijven te helpen de klimaatrisico’s af te bouwen. Kan het kabinet bijvoorbeeld toezeggen om in de Raad maatregelen te bespreken en proberen overeen te komen om fossiele afhankelijkheid in de verdienmodellen van reisbedrijven te verminderen, zoals het aanbieden van duurzamere vakanties dichter bij huis?

Bedrijven doen al veel op het gebied van duurzaamheid en er zijn al een flink aantal reisbedrijven die duurzame opties aanbieden. Het demissionair kabinet gaat niet over de keuze van individuele reisbedrijven. Wel zal het kabinet tijdens de Raad aandacht vragen voor onderzoek naar klimaatrisico’s voor de reissector. Onderzoek kan meer inzicht geven in risico’s, maar ook in kansen voor de reissector en over welke maatregelen nodig zijn in de toekomst, ook op Europees niveau.

De minister van KGG heeft in het nieuwe Klimaatplan een aanpak duurzame leefstijl aangekondigd. In deze aanpak zal de komende tijd door middel van gedragsinzichten verder onderzocht worden wat nodig is om, gefaciliteerd door overheid en bedrijven, relevante duurzame keuzes voor de consument haalbaarder, aantrekkelijker en acceptabeler te maken. Een van de beoogde keuzes die veel klimaatwinst oplevert is het stimuleren van minder verre vliegreizen.

Is het kabinet bereid om te bespreken en te proberen overeen te komen dat fossiele reclames worden verboden, zoals nu reeds het geval is in de gemeente Den Haag?

De minister van KGG heeft op 16 december jl. een brief gestuurd aan uw Kamer waarin zij nader ingaat op de haalbaarheid en wenselijkheid van een nationaal verbod op fossiele reclames. Er zijn momenteel nog vele juridische uitdagingen en onzekerheden die invoering van een dergelijk verbod op afzienbare termijn niet opportuun maken. Inhoudelijk gezien kan een verbod een belangrijke bouwsteen zijn in een aanpak gericht op het bevorderen van klimaatvriendelijke keuzes. Om effectief te zijn moet parallel aan een eventueel verbod echter ook aanvullend beleid in gang gezet worden dat ervoor zorgt dat het totale aanbod richting consument mee verandert. Een dergelijk flankerend beleid is echter nog niet voldoende ontwikkeld. Hierin moet de hierboven genoemde aanpak duurzame leefstijl voorzien.

Zo niet, wat wordt de inzet van het kabinet bij de Raad om de Europese toerismesector in lijn met het Parijs klimaatakkoord en in lijn met de Glasgow Declaration te brengen?

Het Europese en Nederlandse vastgelegde wettelijk doel voor klimaatneutraliteit in 2050 zorgt ervoor dat het gebruik van fossiele brandstoffen - ook in de toerismesector - richting 2050 fors afneemt. Daarnaast zal Nederland het belang van duurzame reisopties en het belang van toerisme binnen Europa benadrukken.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen voorts of het kabinet ook zal pleiten voor het stimuleren van duurzamere manieren van reizen zoals met de trein. Hier zijn Europese plannen voor. Liggen die plannen op koers? Zo nee, wat gaat het kabinet inbrengen bij de Raad om deze plannen voor internationale treinen weer op koers te krijgen?

De Europese Commissie heeft een masterplan aangekondigd voor de totstandkoming van een hogesnelheidslijnen netwerk voor treinen. Afgelopen periode heeft hiertoe een brede consultatie onder stakeholders plaats gevonden. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft op deze consultatie gereageerd. Deze reactie zal binnenkort ook met uw Kamer worden gedeeld. De Europese Commissie heeft aangegeven begin juli dit masterplan te publiceren. Vanuit Nederland wordt dit scherp gevolgd en zal uw Kamer worden geĂŻnformeerd via het reguliere BNC-proces.

Op welke andere manier pleit Nederland voor het tegengaan van ongebalanceerde toerismegroei binnen Europa?

Zoals aangegeven zal Nederland allereerst inzetten op het delen van kennis en best practices over bestemmingsmanagement, het inspireren en stimuleren van aanbodontwikkeling - ook regionaal.

Het kabinet is voornemens de belasting op toegevoegde waarde (btw) voor de sector te verhogen waardoor de sector waarschuwt dat toeristen, met name in de grensregio’s, een paar kilometer verderop op vakantie gaan in Duitsland en BelgiĂ« om deze hogere btw te ontlopen. Gaat het kabinet in de Raad bespreken hoe prijsverschillen tussen grensstreken voorkomen kunnen worden?

Zo nee, hoe verwacht het kabinet dat de sector in de grensregio zich staande kan houden?

Conform een toezegging aan de Eerste Kamer wordt een impactanalyse van de btw-verhoging uitgevoerd. Daarbij is er ook bijzondere aandacht voor ondernemers en grensregio’s. Hier wordt nu aan gewerkt. De uitkomsten van de impactanalyse worden voor het zomerreces gedeeld met uw Kamer. Het kabinet wil niet vooruitlopen op de uitkomst van deze impactanalyse.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken tevens op dat terecht wordt gesteld dat toerisme niet los gezien kan worden van andere beleidsterreinen. Welke beleidsterreinen zijn dan met name belangrijk volgens het kabinet? Wat moet dan vooral wel en vooral niet gebeuren?

Toerisme raakt bijvoorbeeld aan (EU-)beleidsterreinen als de interne markt, mkb-beleid, mobiliteit, consumentenbescherming, energie en veiligheid. Afstemming met de verantwoordelijken voor deze beleidsterreinen is daarom essentieel zowel op nationaal als op EU niveau. Deze beleidsterreinen en toerisme kunnen elkaar versterken, maar soms ook in de weg zitten. Op EU-niveau zal Nederland ervoor pleiten dat in de gaten wordt gehouden wat bijvoorbeeld toekomstige regelingen op deze beleidsterreinen voor positieve en negatieve effecten hebben op de toeristische sector.

Gaat de minister van Economische Zaken bijvoorbeeld overleggen met de minister van Infrastructuur en Waterstaat, die met beter openbaar vervoer in de regio nieuwe toeristische trekpleisters kan ontsluiten? Of heeft hij contact met zijn collega van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over natuurgebieden waarin mensen recreëren en over de vraag hoe die natuurgebieden worden beschermd?

Tussen de betrokken ministeries worden onderwerpen zoals mobiliteit en natuurbescherming interdepartementaal besproken.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat andere succesfactoren zijn voor het feit dat de EU de grootste toeristische bestemming ter wereld is, naast het feit dat het belangrijk is om digitaal voorop te lopen. Wat zijn mogelijke bedreigingen? Op basis van die analyse, wat zijn de top drie prioriteiten voor de Nederlandse regering?

Europa is op dit moment de grootste toeristische bestemming in de wereld met als belangrijkste aantrekkingskracht de historie, cultuur, aantrekkelijke steden en regio’s. Deze factoren leveren een flinke bijdrage aan banen en economische groei. Als het gaat om bedreigingen is toerisme een sector die gevoelig is voor externe factoren, zoals geopolitiek, extreem weer, het personele ontwikkeling en het gebrek aan (fysieke) ruimte.

Voor het kabinet is het van belang dat de gastvrijheidssector toekomstbestendig ontwikkelt. Dit realiseert het kabinet door te faciliteren en goede randvoorwaarden te scheppen. Hiermee versterkt het vermogen om te kunnen omgaan met de veranderingen in de toekomst. Het kabinet komt op korte termijn met een actieagenda voor toerisme.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat het kabinet verwacht te leren van de grondigere data-analyse. Welke doelen wil het kabinet bereiken met de betere data-analyse?

Data vormt de basis voor kwalitatief goed, datagedreven beleid op lokaal, regionaal en (inter)nationaal niveau. Het geeft ook richting aan toerismebeleid en maatschappelijke afwegingen. Data helpt bij het beperken van negatieve impact, het vinden van een balans tussen baten en lasten. Daarmee is gerichter te sturen op maatschappelijke opgaven, denk aan bijvoorbeeld duurzaamheid, leefomgeving, arbeidsmarkt en spreiding van toerisme. De standaardisering en een gezamenlijke aanpak hierin leidt tot gedeelde inzichten, efficiency en hogere kwaliteit van onderzoek.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele Raad van Concurrentievermogen/Toerisme die op 23 en 24 juni 2025 in Warschau zal plaatsvinden. Deze leden hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie voornemens is om een nieuwe duurzame toerismestrategie te ontwikkelen en dat hierover in Warschau zal worden gesproken. Wat is volgens de Europese Commissie de toegevoegde waarde van een Europese toerismestrategie? Is het kabinet het met de subsidiariteit van dit voorgenomen strategiestuk eens? Hoe verhoudt zich dit tot artikel 6 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waaruit volgt dat toerisme een nationale competentie is en waarin staat dat de Europese Unie enkel bevoegd is de lidstaten te ‘ondersteunen, te coördineren of aan te vullen’ met betrekking tot toerisme?

De Europese Commissie is inderdaad voornemens om een nieuwe duurzame toerismestrategie te ontwikkelen. Het gaat hierbij om een strategie en niet om een wetgevend voorstel. De lidstaten zullen hierover in Warschau spreken. Het kabinet vindt Europese samenwerking met betrekking tot toerisme belangrijk.

Uitgangspunt voor Nederland is echter wel dat toerisme een nationale competentie blijft en dat er aandacht is voor regionale diversiteit. Aandacht op EU-niveau voor dit soort toerisme en de ontwikkeling van een toerismestrategie zorgt ook in Nederland voor agendering, betere kennis en mogelijkheden voor gezamenlijk projecten waar ook de toerismesector in Nederland van kan profiteren.

Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit van elk voorstel van de Europese Commissie als onderdeel van de kabinetsappreciatie in de vorm van een BNC-fiche. Wanneer deze strategie is gepubliceerd, zal het kabinet dan ook op de subsidiariteit van de voorgestelde maatregelen ingaan.

De leden van de VVD-fractie lezen daarnaast dat de Europese Commissie het bereiken van “gebalanceerd toerisme” prioriteit wil maken in de te ontwikkelen strategie. Deze leden ondersteunen het streven naar gebalanceerd toerisme, maar vragen hoe de Europese Commissie dit wil bereiken. Deze leden ontvangen graag het kabinetsstandpunt hieromtrent.

Zie antwoord op de eerste vraag van de fractie van PvdA/Groenlinks.

De leden van de VVD-fractie hebben daarnaast kennisgenomen van het kabinetsstandpunt over de Verordening niet-financiële statistieken over zakelijk onroerend goed, welke eveneens staat geagendeerd voor dit schriftelijk overleg. In het voorstel moet Nederland niet-financiële statistieken over zakelijk onroerend goed aanleveren aan statistiekbureau Eurostat, zoals de vloeroppervlakte, prijsindexcijfers, huurindexcijfers en de waarde van transacties. Het voornemen is om deze informatie zoveel mogelijk te halen uit bestaande nationale bronnen (zoals de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), Basisregistratie WOZ, etc.), maar niet uitgesloten kan worden dat aanvullende informatie moet worden uitgewonnen bij bedrijven en instellingen. Deze leden vinden het voorstel van de Europese Commissie daarom zorgelijk. Immers, de rapportageverplichtingen voor bedrijven en instellingen zijn al zeer fors, zo menen deze leden. Zij lezen eveneens dat de Europese Commissie geen impact assessment heeft opgesteld. Hoeveel bedrijven en instellingen zouden onder het huidige voorstel te maken krijgen met additionele rapportageverplichtingen, en hoeveel zou deze extra regeldruk naar schatting kosten?

Het huidige voorstel leidt als zodanig niet tot additionele rapportageverplichtingen en extra regeldruk voor bedrijven en instellingen, omdat de brongegevens voor de productie van de statistieken kunnen worden ingewonnen uit bestaande basisregistraties van overheden zoals de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), de Basisregistratie WOZ, de Basisregistratie Kadaster (BRK) en de bestaande enquĂȘte verleende omgevingsvergunningen.

Het kabinet wil ‘waarborgen’ inbouwen dat het voorstel niet leidt tot extra regeldruk voor bedrijven en instellingen. Aan welke waarborgen denkt het kabinet?

Belangrijke voorwaarde van het demissionaire kabinet voor steun van het voorstel is dat er voldoende waarborgen komen om te verzekeren dat voor de productie van de statistieken slechts gebruik hoeft te worden gemaakt van bestaande gegevensbronnen, en daarmee extra regeldruk bij bedrijven en instellingen wordt voorkomen. Het demissionaire kabinet zal zich dan ook verzetten tegen toekomstige gedelegeerde- en uitvoeringshandelingen die leiden tot nieuwe enquĂȘte-uitvragen c.q. regeldruk bij het bedrijfsleven.