Investeringen Defensie Voorjaarsnota 2025
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Brief regering
Nummer: 2025D28801, datum: 2025-06-19, bijgewerkt: 2025-06-19 13:45, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.P. Brekelmans, minister van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36725 X-4 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2025Z12668:
- Indiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Medeindiener: G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2025-07-03 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag | |
---|---|
de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag |
|
Datum | 19 juni 2025 |
Betreft | Investeringen Defensie Voorjaarsnota 2025 |
Ministerie van Defensie
Plein 4
MPC 58 B
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
www.defensie.nl
Onze referentie
D2025-002966
mindef20250022370
Bij beantwoording, datum, onze referentie en onderwerp vermelden.
Geachte voorzitter,
Nederland en Europa worden geconfronteerd met een verslechterende veiligheidssituatie, waarin de dreiging vanuit Rusland en onrust in de wereld structureel zijn toegenomen. De NAVO waarschuwt nadrukkelijk voor een mogelijk militair conflict binnen enkele jaren. De noodzaak om onze collectieve verdediging en afschrikking op orde te brengen is urgent. Het kabinet heeft daarom met de Voorjaarsnota 2025 gekozen om 1,1 miljard euro extra te investeren in Defensie. Met deze investeringen wordt niet alleen voldaan aan de NAVO-norm van 2% van het bbp, maar dragen we vooral concreet bij aan de veiligheid van Nederland en de geloofwaardigheid van de NAVO als afschrikkings- en verdedigingsalliantie.
Meer Europese verantwoordelijkheid in NAVO-verband
De Verenigde Staten blijven onmisbaar voor de veiligheid van Europa, maar te lang hebben we voor lief genomen dat zij het leeuwendeel van de defensie-inspanningen leveren. Europese bondgenoten moeten meer militaire verantwoordelijkheid nemen. Vanwege de verhoogde dreiging heeft de NAVO haar operationele plannen en capaciteitsdoelstellingen vernieuwd. Nederland moet net als andere bondgenoten meer militaire capaciteiten kunnen leveren, deze snel in kunnen zetten en de inzet langer vol kunnen houden. We moeten zorgen dat onze collectieve verdediging zo goed op orde is dat het afschrikt en we voorkomen dat het NAVO-verdragsgebied militair wordt aangevallen.
Nationale verantwoordelijkheden
Naast NAVO-verplichtingen is Nederland zelf ook verantwoordelijk voor de bescherming van het nationale grondgebied (homeland defence) en de veiligheid van de Nederlandse samenleving. Dit betreft bijvoorbeeld de bescherming van kritieke infrastructuur. Nederland moet ook zelf in staat zijn om (voor de NAVO) ingezette militaire eenheden langdurig te ondersteunen en hun inzetbaarheid te waarborgen (home base support of sustainment). Daarnaast is Nederland als belangrijk doorvoerland binnen de NAVO essentieel voor geallieerde versterking van overzee. Dit vereist dat Nederland als gastland militaire transporten van bondgenoten op Nederlands grondgebied kan faciliteren en beveiligen (host nation support).
Deze nationale taken worden steeds belangrijker in een wereld waarin dreigingen dichterbij komen en vragen ook om doelgerichte investeringen.
Belangrijkste investeringsgebieden
Met de investeringen uit de Voorjaarsnota 2025 zetten we een volgende stap in de versterking van Defensie en de veiligheid van Nederland. Dit gebeurt op een doelmatige en doeltreffende wijze, in lijn met de Defensienota 2024. Door te investeren in een sterke en slimme krijgsmacht, zorgen we samen met bondgenoten en industriële en maatschappelijke partners voor een weerbaarder Koninkrijk dat veilig en welvarend kan blijven. Om de juiste investeringen zo snel mogelijk te kunnen doen, trekt Defensie lessen uit de oorlogsvoering in en militaire steun aan Oekraïne. Bij de aanschaf van nieuwe middelen gaan we uit van de eisen die NAVO stelt en daarnaast kiezen we voor innovatieve oplossingen om ook in de toekomst Nederland en het bondgenootschap te kunnen verdedigen.
Defensie investeert nu structureel extra in gevechtskracht, mensen, innovatie en randvoorwaarden.
Daarbinnen wordt ook extra geïnvesteerd in digitalisering en vastgoed, de budgetruimte
daarvoor zit integraal in de onderstaande investeringen.
Gevechtskracht
Gevechtskracht op land (425 miljoen euro)
De versterking van de gevechtskracht op land blijft één van de prioritaire NAVO-doelstellingen voor Nederland.1 We geven hier verder invulling aan door de middelzware infanteriebrigade niet alleen uit te breiden, maar ook te versterken met moderne gevechtsmiddelen op diverse terreinen. Dit omvat de oprichting en invulling van een Pantserinfanteriebataljon. Hier wordt invulling gegeven aan het door de NAVO gevraagde derde bataljon. Ook wordt geïnvesteerd in versterking op het gebied van cyber- en elektromagnetische capaciteiten, inzet van onbemenste systemen, korteafstandluchtverdediging, alsmede uitgebreide geneeskundige en logistieke ondersteuning. Dit vergt ook een investering in vastgoed en digitalisering om onze eenheden te kunnen huisvesten, laten oefenen, trainen en aan te laten sluiten op de digitaliseringsslag die de brigade maakt. Hiermee realiseren we een gebalanceerde groei van de gevechtskracht in het landdomein, waarbij zowel gevechtscapaciteiten als operationele ondersteuning effectief worden versterkt.Gevechtsondersteuning met drones en dronebestrijding (125 miljoen euro)
Het belang van drones voor het behalen van militaire doelen is inmiddels evident. Er worden daarom verdere stappen gezet in de ontwikkeling en inbedding van drones. De operationele beschikbaarheid van aanvalsdrones, verkenningssystemen en middelen voor bescherming tegen drone-aanvallen wordt versneld uitgebreid.Operationele ondersteuning: geneeskundige keten en strategisch transport (83 miljoen euro)
De krijgsmacht moet inzet langer kunnen volhouden, zowel voor de NAVO als nationaal. Met de Defensienota 2024 is al flink geïnvesteerd in operationele ondersteuning, zoals transport en de geneeskundige keten. Met deze extra investering wordt het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht verder versterkt.Operationele aansturing (10 miljoen euro)
Om zowel nationale als internationale inzet goed aan te sturen, wordt verder extra geïnvesteerd in het nieuwe operationeel hoofdkwartier van de Nederlandse krijgsmacht zoals aangekondigd in de Defensienota 2024.
Mensen
Opschaling van de krijgsmacht (80 miljoen euro)
Nederland heeft een grotere en schaalbare krijgsmacht nodig om bij oplopende spanning meer bij te dragen aan de NAVO én gelijktijdig verantwoordelijkheid te nemen voor nationale taken. Daarom wordt geïnvesteerd in opschaling van de krijgsmacht. Hiermee wordt werk gemaakt van de nieuwe strategische personeelsagenda.2
Koers voor versterking
Innovatie (14 miljoen euro)
Er wordt geïnvesteerd in technologische vooruitgang door lang-cyclische innovatie, waarbij we meer dan voorheen intensief samenwerken met technologiebedrijven. Dit zorgt ervoor dat de Nederlandse krijgsmacht niet alleen slimmer, digitaler en slagvaardiger wordt op de korte termijn, maar ook op de langere termijn voorbereid blijft op nieuwe dreigingen en vernieuwend optreden. Defensie blijft zo minimaal 1,3% van de begroting besteden aan research & technology.
Financiële bijstellingen
Valutabijstellingen, loonbijstelling en in stand houden van plannen (420 miljoen euro)
Conform de afspraken in de Voorjaarsnota 2025 wordt de defensiebegroting op orde gehouden door budget toe te wijzen voor het opvangen van valutaschommelingen en loon- en prijsontwikkelingen die niet volledig gedekt zijn door de prijsbijstelling. Verschillende wapensystemen (zoals Maritime Strike, AMRAAM en Boxer), vastgoedprojecten (zoals het logistiek depot in Woensdrecht) en IT-projecten (zoals de ontwikkeling van een geïntegreerd netwerk van sensoren en effectenbrengers) die op dit moment worden gerealiseerd, worden geconfronteerd met prijsstijgingen in de markt. Daarom wordt het Defensie Lifecycle Plan (DLP) aangevuld om de toegenomen projectkosten op te vangen, zodat er geen concessies hoeven te worden gedaan aan de kwaliteit of kwantiteit van het materieel. Met de reservering voor loonbijstelling wordt rekening gehouden met de verwachte marktontwikkelingen, waarmee de loonontwikkelingen voor militair en burgerpersoneel worden gecompenseerd.
De extra middelen die het kabinet aan Defensie beschikbaar heeft gesteld, worden verspreid over de komende jaren uitgegeven. De onderliggende bestedingsplannen worden nader uitgewerkt en uw Kamer wordt hier middels het Defensiematerieelproces nader over geïnformeerd. Budgettaire verwerking van de bestedingsplannen volgt dan met het eerstvolgende begrotingsmoment.
Slot
Rusland continueert niet alleen de brute agressie-oorlog in Oekraïne, maar bouwt tegelijk strategische reserves op om binnen enkele jaren ook in staat te zijn een conflict tegen NAVO-bondgenoten te kunnen beginnen. Veiligheidsdiensten in binnen- en buitenland waarschuwen steeds indringender en dat mogen we niet negeren. Samen met onze NAVO-bondgenoten versterken we de krijgsmacht om onze veiligheid te kunnen blijven garanderen. Een sterke, toekomstbestendige krijgsmacht zal een opponent er immers van weerhouden ons aan te vallen.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN DEFENSIE Ruben Brekelmans |
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE Gijs Tuinman |
---|
Kamerbrief ‘Financiële en personele doorrekening van de NAVO-capaciteitsdoelstellingen 2025’, Kamerstuk 28 676 nr. 504, 20 mei 2025; Kamerbrief ‘NAVO-rapport Defence Planning Capability Review over 2023 en 2024’, Kamerstuk 28 676 nr. 464, 5 augustus 2024↩︎
Kamerbrief ‘Onze mensen, onze toekomst; meer, beter en sneller’, Kamerstuk 33 763 nr. 161, 24 maart 2025↩︎