Tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel (CD d.d. 18/6) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D28816, datum: 2025-06-18, bijgewerkt: 2025-06-19 09:37, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-06-18 14:06: Tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel (CD d.d. 18/6) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Zorgverzekeringsstelsel
Zorgverzekeringsstelsel
Aan de orde is het tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel (CD
d.d. 18/06).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel. Ik heet
welkom in vak K de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Ik geef het woord aan de heer Dijk.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik kon helaas niet bij het commissiedebat van
deze ochtend zijn, omdat er ook een debat over de Voorjaarsnota was. Ik
kan nu wel hierbij aanwezig zijn, dus ik vraag toestemming om deel te
nemen aan deze vergadering.
De voorzitter:
Ik kijk even rond om te zien of daar bezwaar tegen is. Ik zie geen
bezwaar, dus dat betekent dat ik u op de lijst zet als spreker.
Dan geef ik graag het woord aan de heer Krul voor zijn inbreng namens
het CDA.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet werkt aan een wetsvoorstel om per 1
januari 2027 het eigen risico te verlagen naar €165;
constaterende dat de Raad van State in zijn advies over het wetsvoorstel
aangeeft dat de maatregel ongericht is, dat de toegang tot zorg niet
verbetert en dat kwetsbare groepen erop achteruit gaan omdat de
zorgpremie stijgt en onduidelijk is waar de compenserende
lastenverlichting neerslaat;
overwegende dat deze maatregel bovendien de zorgvraag verder aanwakkert,
terwijl de houdbaarheid van de zorg onder druk staat gezien de
vergrijzing en personeelstekorten in de zorg;
overwegende dat het kabinet demissionair is;
verzoekt de regering de voorbereiding voor het wetsvoorstel om het eigen
risico per 2027 voor iedereen te verlagen, te staken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Krul.
Zij krijgt nr. 1298 (29689).
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Ik ben benieuwd of de minister mijn vraag kan beantwoorden.
Hij heeft vanochtend aangegeven dat het kabinet voornemens is door te
gaan met het wetsvoorstel. Ik kan daarvoor eigenlijk drie redenen
destilleren. Eén is dat het kabinet een koppeling ziet met de gelden die
nodig zijn voor het zorgakkoord, het AZWA. Twee is, zoals ook de
VVD-fractie zei en zoals de minister herhaalde: afspraak is nou eenmaal
afspraak en we willen ook een mate van consistentie laten zien. Dat zijn
eigenlijk allebei oneigenlijke argumenten. Ik ben benieuwd of de
minister kan uitleggen of er ook een derde argument is, namelijk: is het
een goed voorstel? Het kabinet had twee doelstellingen voor ogen bij dit
wetsvoorstel, namelijk het verbeteren van de toegang tot zorg voor
mensen met een kleine beurs en voor chronisch zieken. Eigenlijk kunnen
we nu al constateren — dat konden we ook al voor het Raad van
Stateadvies — dat met dit voorstel allebei die doelstellingen niet
gehaald worden. En dan zou ik toch willen zeggen: beter ten halve
gekeerd dan ten hele gedwaald.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik graag de heer Thiadens vragen om namens de PVV
een inbreng te leveren.
De heer Thiadens (PVV):
Dank, voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Zorginstituut Nederland (ZIN) gaat pilotten om
nieuwe behandelingen niet op te nemen wanneer deze (te) arbeidsintensief
zijn of omdat ze niet duurzaam (Green Deal) zouden zijn;
van mening dat effectiviteit van een behandeling leidend moet zijn en
niet de CO2-uitstoot;
verzoekt de regering het Zorginstituut Nederland opdracht te geven te
stoppen met dergelijke pilots,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thiadens en Claassen.
Zij krijgt nr. 1299 (29689).
Hartelijk dank. Dan wil ik graag de heer Bushoff vragen, namens GroenLinks-PvdA.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet voornemens is om middels het wetsvoorstel
Afschaffing van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten te korten op
de bijdrage voor mensen met een WAO-, WIA- of Wajong-uitkering;
overwegende dat chronisch zieken er hierdoor zelfs met de voorgenomen
verlaging van het eigen risico financieel op achteruitgaan, zoals ook de
Raad van State constateert;
constaterende dat ook mensen met een laag inkomen die het eigen risico
niet volledig betalen er door de kabinetsplannen op achteruitgaan;
overwegende dat de zorg voor deze groepen hiermee onbetaalbaar dreigt te
worden;
verzoekt de demissionaire regering om geen stappen te zetten die ertoe
kunnen leiden dat chronisch zieken en mensen met een laag inkomen er
financieel op achteruitgaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bushoff.
Zij krijgt nr. 1300 (29689).
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dan de tweede motie, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de MRSA-bacterie wereldwijd ernstige en dodelijke
infecties veroorzaakt en resistent is voor een aantal veelgebruikte
antibiotica;
overwegende dat een deel van de patiënten die het virus bij zich dragen
geen klachten ervaart, maar het virus wel verspreidt;
overwegende dat de kosten voor het behandelen voor het individu hoog
zijn en er daarom soms van af wordt gezien terwijl de behandeling de
samenleving als geheel dient met het beschermen van verdere
infecties;
verzoekt de regering in kaart te brengen hoeveel mensen afzien van
behandeling om financiële redenen en wat de financiële impact is om de
diagnostiek en behandeling van het MRSA-virus uit te sluiten van het
eigen risico,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bushoff.
Zij krijgt nr. 1301 (29689).
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Paulusma namens D66.
Mevrouw Paulusma (D66):
Voorzitter, dank u wel. We hadden vanochtend een heel goed debat met
deze minister-van-één-dag van VWS. Ik heb nog drie moties. Twee ervan
zijn om de minister aan te moedigen. De eerste luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat:
gordelroos een ernstige, pijnlijke aandoening is die vooral ouderen en mensen met een verminderde afweer treft, maar waarvoor een effectief vaccin beschikbaar is;
dit vaccin momenteel niet standaard wordt vergoed of opgenomen is in het Rijksvaccinatieprogramma;
overwegende dat opname in een structureel vaccinatieprogramma de
volksgezondheid bevordert en toekomstige zorgkosten kan beperken;
verzoekt de regering om:
het vaccin op te nemen in een structureel vaccinatieprogramma, bijvoorbeeld via het Rijksvaccinatieprogramma of een aanvullend publiek vaccinatieprogramma, en dit door te zetten ongeacht sluiting van het AZWA;
daarbij gebruik te maken van de beschikbare middelen binnen het AZWA voor dekking van de kosten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paulusma en Bushoff.
Zij krijgt nr. 1302 (29689).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vrouwen met dicht borstweefsel een verhoogd risico
hebben op borstkanker en dat mammografie bij hen minder effectief is in
het opsporen van tumoren;
constaterende dat MRI bij dicht borstweefsel momenteel niet standaard
wordt vergoed en/of doorverwezen;
overwegende dat aanvullende screening met MRI bij deze groep de kans op
vroege detectie van borstkanker aanzienlijk vergroot en dus levens kan
redden;
verzoekt de regering om:
te zorgen voor vergoeding van MRI-scans voor vrouwen met dicht borstweefsel, als aanvulling op de bestaande borstscreening, en dit door te zetten ongeacht sluiting van het AZWA;
gebruik te maken van de middelen binnen het AZWA voor de dekking van de kosten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paulusma en Bushoff.
Zij krijgt nr. 1303 (29689).
Mevrouw Paulusma (D66):
Dan heb ik nog één motie, omdat we ook een heel interessant debat hadden
over het halveren van het eigen risico. Ik hoorde de minister daarover
een aantal uitspraken doen, namelijk dat we kritisch naar het plan en de
uitvoering moeten kijken; ook naar het advies van de Raad van State. Ik
hoorde dat we misschien ook wel moeten kijken naar "maatwerkgericht voor
doelgroepen". Daarvoor heb ik de volgende helpende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat door de plannen van het kabinet om het eigen risico te
halveren voor alle verzekerden, de zorgpremie explosief stijgt;
constaterende dat het halveren van het eigen risico leidt tot langere
wachtlijsten;
overwegende dat het gericht helpen van de groep chronisch zieken en
mensen met een beperking met een lager inkomen, de toegankelijkheid van
zorg voor alle Nederlanders ten goede komt en de premie niet doet
stijgen;
verzoekt de regering om:
het eigen risico alleen voor chronisch zieken en mensen met een beperking en een lager inkomen met €220 te verlagen door voor deze groep een regeling treffen;
de opbrengsten van het niet halveren van het eigen risico voor alle Nederlanders te investeren in onze defensie en zo een volgende stap te zetten richting een NAVO-norm van ten minste 3,5%,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Paulusma.
Zij krijgt nr. 1304 (29689).
Dank u wel. Mevrouw De Korte namens Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel, voorzitter. We hadden vanmorgen een goed commissiedebat. We
hebben een paar goede toezeggingen gekregen, onder andere over de
kraamzorg. De minister, of in ieder geval zijn opvolger, zal in gesprek
gaan, ook ten aanzien van het waarborgen van fysiotherapie. We hebben
nog één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de onderhandelingen over een Aanvullend Zorg- en
Welzijnsakkoord (AZWA) zich in de afrondende fase bevonden toen het
kabinet viel;
constaterende dat afspraken in het AZWA zich richten op het verbeteren
van de toegankelijkheid van zorg en ondersteuning en het afwenden van
het onbeheersbare arbeidsmarkttekort;
overwegende dat het van groot belang is dat betrokken partijen een
akkoord sluiten zodat de uitdagingen in zorg en ondersteuning aangepakt
kunnen worden,
overwegende dat onderdelen van het beoogde AZWA investeringen vragen
zodat de noodzakelijke transitie in de zorg en welzijn in de volle
breedte plaats kan vinden;
verzoekt de regering, in samenwerking met de betrokken zorg- en
welzijnspartijen, op korte termijn tot een afronding van het AZWA te
komen en de benodigde financiële randvoorwaarden hiertoe veilig te
stellen, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid De Korte.
Zij krijgt nr. 1305 (29689).
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft een interruptie van de heer Krul.
De heer Krul (CDA):
Over de laatste zin heb ik een vraag. We hebben de minister vandaag
gehoord. Hij zegt: wat de Kamer ook beslist, ik zou in overweging willen
geven ervoor te zorgen dat het geld, dat gewoon nodig is voor het AZWA,
veiliggesteld wordt. Begrijp ik nou goed dat de NSC-fractie hiermee
eigenlijk zegt: ga hoe dan ook door met het verlagen van het eigen
risico en feitelijk omarmen we de koppeling tussen die twee aspecten
zoals die er nu is? Of zegt NSC: het gaat er gewoon om dat het geld
beschikbaar is, ook als dat niet per se via het eigen risico gaat, als
het maar beschikbaar is?
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel voor deze vraag. Wij willen in ieder geval dat het AZWA
doorgaat en dat het geld beschikbaar blijft. Dat hebben we in deze motie
willen aangeven. De minister heeft er inderdaad het een en ander over
gezegd. Er is een soort afhankelijkheid van het een of ander. Maar we
willen dit onderdeel, dat al geregeld was, behouden.
De voorzitter:
Een kort vervolg.
De heer Krul (CDA):
Tot slot. Ik had in het commissiedebat al even gerefereerd aan het
interruptiedebat van gisterenavond tussen de heer Dijk en mevrouw
Yeșilgöz. Het is helemaal niet zeker dat de halvering van het eigen
risico ook in de volgende periode nog staat. We willen wel dat geld voor
het AZWA. Ik zou dus nog één keer willen vragen: is de uitspraak "het
geld er moet zijn" of is de uitspraak "we moeten hoe dan ook door het
met verlagen van het eigen risico"?
Mevrouw De Korte (NSC):
Wij hebben inderdaad het debat gehad over het eigen risico. We houden
ons aan het hoofdlijnenakkoord, maar we zien ook wel dat er het een en
ander gebeurt, dus daarom willen we in ieder geval het gereserveerde
geld voor het AZWA veiligstellen.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat iedereen wil dat het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord
snel gesloten wordt. Daar bestaat volgens mij geen enkele twijfel over.
Mijn vraag is dan ook niet of de motie voor dat deel eigenlijk niet
totaal overbodig is, ook gelet op de beantwoording van de minister. Het
tweede deel van de motie verzoekt het geld dat daarvoor is gereserveerd
veilig te stellen. Dan zou mijn vraag zijn: is er enige aanleiding om nu
te denken dat dat geld is verdwenen?
Mevrouw De Korte (NSC):
We hebben de discussie gehoord. Het geld is niet meteen verdwenen. We
willen het gewoon veiligstellen. Dat is hetgeen we voorstaan.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ja, tot slot. Maar als we de komende tijd allemaal moties gaan indienen
met "als, dan", "stel dat we dit gaan doen", is daar toch geen beginnen
aan? Dit is toch een totaal onzinnige motie in die zin dat iedereen wil
dat het zorgakkoord gesloten wordt en dat er geen enkele aanleiding is
om te zeggen dat het geld dat beschikbaar is voor dat zorgakkoord
verdwenen is? Deze motie slaat dus nergens op. Het is gewoon een "als,
als, als, dan"-motie. Daar kunnen we er nog wel tienduizend van indienen
de komende tijd.
De voorzitter:
U mag daar nog op reageren, mevrouw De Korte.
Mevrouw De Korte (NSC):
Wij zien het gewoon als een steuntje in de rug voor onze minister dat
dit in ieder geval doorgaat. We gaan echt niet allerlei "als,
als"-moties indienen; die heeft u ook nooit zo van ons gezien. Maar
gezien het grote belang van dit akkoord willen we dat het op deze manier
ook doorgaat.
De voorzitter:
Dank u wel. O, u heeft nog een interruptie. Excuses, mevrouw De
Korte.
Mevrouw Paulusma (D66):
De beantwoording op de vraag van de heer Krul verwonderde mij toch wel
een beetje. We hebben namelijk vanochtend het debat gehad over het eigen
risico. De minister heeft aangegeven: ik kom met een reactie, ook op de
Raad van State; er komen misschien wel andere scenario's; misschien moet
het helemaal niet. Gehoord hebbende wat de minister vanochtend gezegd
heeft, wil ik graag de vraag van de heer Krul herhalen. Vindt NSC dan
dat het AZWA door moet gaan, ook als de halvering van het eigen risico
niet doorgaat?
Mevrouw De Korte (NSC):
Ik heb net aangegeven dat we nog steeds uitgaan van het
hoofdlijnenakkoord. We weten niet wat er de komende weken gebeurt.
Daarom willen we toch — dat heb ik net ook al gezegd — het bedrag
veiligstellen dat nu al gereserveerd is voor het AZWA.
Mevrouw Paulusma (D66):
Maar dit is typisch des NSC's. Ik stel een vraag. Het is eigenlijk
kiezen: a of b, een of twee, zwart of wit. Kiest u voor de middelen van
het AZWA of kiest u voor het doorgaan van het eigen risico? Het is een
van die twee.
Mevrouw De Korte (NSC):
Er wordt nu meteen of-of gezegd, maar het is voorlopig nog en-en.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik nu graag vragen of de heer Dijk namens de SP naar
voren kan snellen om zijn inbreng te leveren.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Een paar moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vorig jaar bijna tien fysiotherapeuten per dag stopten
met hun vak en nog eens 70% overweegt het vak te verlaten;
verzoekt het kabinet nog dit jaar met een noodplan fysiotherapie te
komen om het aantal stoppende fysiotherapeuten terug te dringen en
hierin in ieder geval het invoeren van een minimumtarief mee te
nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 1306 (29689).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Zorginstituut heeft geadviseerd om de eerste
twintig behandelingen voor fysiotherapie die op de zogenaamde chronische
lijst staan vanaf 2026 te vergoeden;
verzoekt het kabinet dit advies op te volgen en deze behandelingen te
vergoeden vanuit het basispakket vanaf 2026,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 1307 (29689).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat kinderbrillen niet standaard vergoed worden vanuit het
basispakket waardoor 28.000 kinderen geen bril hebben, terwijl ze deze
wel nodig hebben;
overwegende dat de uitkomsten van het onderzoek naar deze problemen pas
rond de jaarwisseling komen en dit te laat is om een oplossing te bieden
voor kinderen die op dit moment het schoolbord niet kunnen lezen;
verzoekt het kabinet met een oplossing te komen om kinderbrillen vanuit
het basispakket tijdelijk te vergoeden totdat er een structurele
oplossing is gevonden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 1308 (29689).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de kraamzorg in toenemende mate onder druk staat, veel
kraamverzorgenden het vak dreigen te verlaten en het aantal gezinnen dat
geen kraamzorg ontvangt enorm toeneemt;
verzoekt de regering om maatregelen te treffen om de kraamzorg in
Nederland te behouden, en hiervoor voor het debat over de VWS-begroting
voorstellen naar de Kamer te sturen en daarbij in ieder geval zorg te
dragen voor toereikende tarieven voor de kraamzorg,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk en Dobbe.
Zij krijgt nr. 1309 (29689).
De heer Dijk (SP):
Voorzitter. Ik heb nog 30 seconden. Ik moet toch iets kwijt over het
eigen risico. Ik heb de discussie van vanochtend teruggehoord,
teruggeluisterd. Het grote probleem is dat er een halfbakken voorstel
was, dat dit inderdaad mensen met een chronische ziekte of een
arbeidsongeschiktheid hard kon treffen. Ik heb het voorstel van de heer
Bushoff net gezien. Ik heb eigenlijk een vergelijkbaar voorstel
klaarliggen voor het debat over de Voorjaarsnota. Volgens mij is dFat de
manier om in ieder geval voor de korte termijn te regelen dat het goed
is. Verder ben ik van mening dat het eigen risico helemaal afgeschaft
kan worden met een inkomensafhankelijke premie. Dan gaat 80% van de
mensen erop vooruit en de 20% rijkste mensen iets meer betalen. Dat is
solidariteit, en doorberekend door het CPB op verzoek van de SP.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer El Abassi heeft ook aangegeven nog gebruik te willen
maken van de twee minuten die hij heeft. Dus hij komt namens DENK zijn
moties indienen.
De heer El Abassi (DENK):
Ik ga meteen aan de slag, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het eigen risico mensen ontmoedigt om zorg te zoeken,
vooral mensen met een laag inkomen of met beperkte
gezondheidsvaardigheden;
overwegende dat het eigen risico in de praktijk fungeert als een boete
op ziek zijn;
verzoekt de regering het eigen risico in de zorg volledig af te
schaffen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1310 (29689).
De heer El Abassi (DENK):
Dan de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de zorgpremie sinds 2006 met bijna 80% is gestegen en
dit voor veel mensen onbetaalbaar wordt;
overwegende dat de stijgende premie mensen dwingt te wisselen van
verzekering om puur financiële redenen;
verzoekt de regering om de zorgpremie niet te verhogen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1311 (29689).
De heer El Abassi (DENK):
De volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de verlaging van het eigen risico gepaard gaat met een
premiestijging van €200;
overwegende dat de Raad van State deze maatregel ongericht en schadelijk
voor kwetsbare groepen noemt;
verzoekt de regering te komen met gerichte maatregelen die mensen met
lage inkomens daadwerkelijk helpen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1312 (29689).
De heer El Abassi (DENK):
Dan mijn laatste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de zorgpremie de afgelopen jaren fors is gestegen en
de toegankelijkheid van zorg onder druk staat;
overwegende dat iedereen in Nederland recht heeft op toegankelijke en
betaalbare zorg, ongeacht inkomen of achtergrond;
verzoekt de regering om alles op alles te zetten om de zorgverzekering
voor iedereen betaalbaar te houden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1313 (29689).
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan wil ik tien minuten schorsen, zodat de moties kunnen
worden rondgedeeld en de minister terug kan komen met zijn
beantwoording. Dan gaan we verder om 14.35 uur.
De vergadering wordt van 14.27 uur tot 14.39 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de appreciatie van de moties
van het tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel. Er zijn ook nog enkele
vragen gesteld. Het woord is aan de minister.
Minister Van Hijum:
Dank u wel, voorzitter. Het is een genoegen om die ene dag als minister
van VWS ook nog plenair te mogen afsluiten; het is toch goed om dat mee
te maken. Het was een plezierige en goede discussie, moet ik ook van
mijn kant zeggen. Dank daarvoor. Er zijn een aantal moties naar
aanleiding van het debat van vanmorgen.
De heer Krul stelde mij om te beginnen een vraag en diende een motie in
om de regering te verzoeken het wetvoorstel Halvering eigen risico te
staken. Die motie moet ik ontraden. Ik heb in het debat aangegeven
waarom. Hij stelde me ook de vraag om welke reden dat nou eigenlijk is.
Eigenlijk zijn alle drie de redenen die hij noemde goed. Het is namelijk
inderdaad: een afspraak in het hoofdlijnenakkoord is een afspraak. Er is
een relatie met het aanvullende zorg- en welzijnsakkoord dat het kabinet
nog hoopt af te sluiten met de zorgpartijen. Daar kom ik zo dadelijk nog
even op terug. Maar hij vroeg ook of het een goed voorstel is. Ik kan me
voorstellen dat je een discussie kunt voeren over hoe je de
toegankelijkheid tot de zorg verbetert voor mensen met een laag inkomen
of mensen met een chronische ziekte die nu mede door het eigen risico
een drempel ervaren om toegang te krijgen tot de zorg. Dat hebben we
vanmorgen ook gewisseld. Het kabinet is van mening dat het wetsvoorstel
Halvering eigen risico bijdraagt aan de toegankelijkheid, maar ziet ook
de kritische opmerkingen van de Raad van State. Die opmerkingen gaan we
zorgvuldig van een reactie voorzien. We zullen daar in het nader rapport
— dat is de reactie van het kabinet op het advies van de Raad van State
— op terugkomen in de richting van de Kamer op het moment dat het
wetsvoorstel naar de Kamer wordt gestuurd.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1298 van de heer Krul is ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1299 van de heer Thiadens moet ik ook ontraden. Ik
denk dat we daar in de commissie uitgebreid over hebben gesproken.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1299 is ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1300 van de heer Bushoff zou ik "ontijdig" willen
noemen, omdat wij in dat nader rapport bij de kritiek van de Raad van
State op het wetsvoorstel ook uitgebreid nader zullen onderbouwen wat de
consequenties precies zijn voor lage-inkomensgroepen en chronisch
zieken. Dan kunt u wegen of u vindt of dat wel of niet evenwichtig
is.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1300 van de heer Bushoff is ontijdig. Ik kijk even
naar de heer Bushoff of hij deze motie wenst aan te houden. Hij gaat
erover nadenken.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1301 moet ik ontraden. Ik heb aangegeven dat ik
naar aanleiding van het verzoek van de heer Bushoff bereid ben om het
verzoek nogmaals bij het RIVM neer te leggen en er met het RIVM over te
spreken. Maar de motie gaat er eigenlijk al van uit dat er met het oog
op de volksgezondheid noodzaak is tot behandeling. Dat is nou juist het
basispunt waar wij nog niet van overtuigd zijn. Ik zou hem willen vragen
om dat gesprek af te wachten en dan te bekijken of deze aanvullende
zaken ook in kaart moeten worden gebracht.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1301 van de heer Bushoff is ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1302 van mevrouw Paulusma en de heer Bushoff moet
ik ook "ontijdig" verklaren. Ik begrijp heel goed wat zij wil. Ze
verwijst naar het AZWA, maar zegt ook: als het AZWA er niet komt, regel
het dan alsnog. In dat laatste geval heb ik die middelen op dit moment
niet. Voor het eerste geval moeten we even wachten of dat akkoord
gesloten kan worden. Dus ik zou zeggen: ontijdig. Op het moment dat het
niet via de weg van het AZWA, het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord,
geregeld kan worden, dan hebben we weer een discussie met elkaar.
Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 1303, want die heeft dezelfde
opzet en redenering.
De voorzitter:
Even samenvattend: de motie op stuk nr. 1303 geeft u ook het advies
ontijdig.
Dan geef ik het woord aan mevrouw Paulusma.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik heb er net als de minister alle vertrouwen in dat dat AZWA gesloten
wordt. Ik neem aan dat de Kamer daar ook heel spoedig over geïnformeerd
wordt en dat dan in de eerste alinea staat: en de financiering voor het
gordelroosvaccin en de MRI is bij dezen ook geregeld.
Minister Van Hijum:
Ik weet niet in welke regel dat precies staat, maar als dat akkoord
gesloten wordt, dan is dat daar een onderdeel van en dan denk ik
inderdaad dat deze moties geen gevolg hoeven te hebben.
De voorzitter:
Dan kijk ik nog even naar mevrouw Paulusma om te zien of zij de moties
op stukken nrs. 1302 en 1303 wenst aan te houden. Ik zie haar
knikken.
Op verzoek van mevrouw Paulusma stel ik voor haar moties (29689, nrs.
1302 en 1303) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1304 is ook van mevrouw Paulusma. Die zegt
eigenlijk: ik heb een alternatief voor dat halveren van het eigen
risico, namelijk door het gerichter te maken. Maar ze doet nog iets. Ze
zegt: de besparingen die je daar vervolgens mee binnenhaalt wil ik graag
investeren in defensie. Dat is een politieke afweging die mevrouw
Paulusma mag maken, maar ik wil wel aangeven dat dit precies de reden is
waarom ik vanochtend ben begonnen over die koppeling tussen het AZWA en
het voorstel voor het eigen risico. Het zou mooi zijn als hier dan ook
nog een derde streepje bij zou staan, namelijk de middelen voor het
AZWA. Dit is exact de discussie. Op het moment dat wij, de politiek, de
Kamer, het kabinet, de hele discussie loslaten over het eigen risico —
nogmaals, ik zou er niet op vooruit willen lopen, maar het mag — dan is
het verstandig om duidelijkheid en zekerheid te bieden aan de
ondertekenaars van het zorgakkoord, dat onze handtekening hier in Den
Haag iets waard is en dat de dekking die erbij hoort ook geleverd
wordt.
De voorzitter:
Ik heb nog geen appreciatie gehoord, dus voordat ik mevrouw Paulusma het
woord geef …
Minister Van Hijum:
Die moet ik dus om die reden ontraden.
De voorzitter:
Dank u wel. De motie op stuk nr. 1304 van mevrouw Paulusma is
ontraden.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik heb even goed geluisterd naar de minister. Als ik er dus een derde
punt aan toevoeg, de garantie voor de middelen van het IZA … AZWA … — de
minister had het zelf ook al over die afkortingen — gaat de minister
deze motie dan positief appreciëren?
Minister Van Hijum:
Nee, want dan ben ik het nog steeds niet eens met de afweging die hier
staat. Dan is de motie voor mij nog steeds ontijdig, omdat je dan ook
nog de hele discussie over het wel of niet doorgaan van het eigen risico
hebt. Dan is mevrouw Paulusma, dan is de Kamer wel consistent. Dan
zeggen we: wat er ook gebeurt, het AZWA wordt getekend en het geld wordt
geleverd. Als wij aan dat eigen risico komen, dan zorgen we er ook voor
dat we een potje reserveren om de afspraken uit het AZWA na te komen.
Dat is wat ik voorstel. Dan neemt zij daarmee het wantrouwen weg bij
zorgpartijen dat het … Nou, toch maar even … Nee, laat ik het anders
zeggen. Zij schept daarmee een politieke basis om het akkoord te kunnen
tekenen.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Paulusma (D66):
Dit is wel een hele grappige bocht die de minister nu maakt. Ik geloof
niet dat de Kamer het wantrouwen voedt als het gaat om het AZWA. Dat
verwijt ik deze minister ook niet. Dat was de voorganger van deze
minister, want die koos voor aanrommelen en zorgde ervoor dat er geen
akkoord werd gesloten. Ik ben wel bereid om de motie aan te houden, want
ik snap de druk die op het AZWA ligt. Maar dan hoop ik eigenlijk wel dat
de minister kan toezeggen dat hij dit alternatieve scenario uitwerkt. Er
gaat een brief komen met een beoordeling van het advies van de Raad van
State. De minister heeft vanochtend ook gezegd: we gaan kijken naar
allerlei scenario's. Dan wil ik aan de minister vragen of dit ook een
van de uit te werken scenario's kan zijn.
Minister Van Hijum:
Nee, dat kan ik op dit moment niet doen. Ik heb al aangegeven dat het in
de praktijk heel lastig zal zijn om die groep af te bakenen en dit
uitvoerbaar te maken. Dat weet ik ook vanuit de sociale zekerheid.
Nogmaals, wij gaan graag de discussie aan over wat de uitwerking van de
halvering van het eigen risico moet zijn en of er alternatieven zijn.
Die open discussie gaat gevoerd worden. Mij gaat het even heel specifiek
om het punt dat als u aan dat voorstel komt ... Nogmaals, ik zeg niet
dat dat niet mag. In de politiek mag dat. U kunt daar redenen voor
hebben. U kunt het een slecht voorstel vinden. U kunt vinden dat het
geld ergens anders naartoe moet. Maar dat AZWA is nu eenmaal gekoppeld
aan de afspraken rond dat eigen risico. Dus als we dat doen, zorg er dan
voor dat je dat potje apart zet, zodat we die afspraken kunnen
nakomen.
De voorzitter:
Een hele korte vraag over de appreciatie van deze motie.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik kom in die zin de minister tegemoet, want ik zeg dat ik 'm aanhoud om
ervoor te zorgen dat er vertrouwen is in de afronding van dat ASMA ...
het AZWA. Die afkortingen, echt! Maar dan vraag ik de minister om een
beetje beweging. Hij geeft aan dat hij een discussie wil over scenario's
en alternatieven. Dit zou een hele goede kunnen zijn. Ik weet dat het
ingewikkeld is, maar ook wij hebben het uitgezocht, want ik doe niet
zomaar een voorstel. Het kan. Dan zou ik wel wat beweging van de
minister willen, zo van: "Oké, mevrouw Paulusma houdt 'm aan en zorgt
voor rust en ook vertrouwen. Dan ga ik ervoor zorgen dat in de brief een
van de scenario's de uitwerking van dit voorstel is." En dan alleen op
doelgroepen. Dat NAVO-verhaal kunt u dan parkeren, zeg ik via de
voorzitter.
Minister Van Hijum:
Ik heb aangegeven wat mijn kaders zijn om vanuit het kabinet een
beweging te maken. In antwoord op de vragen van de heer Krul heb ik
gezegd dat voor ons het hoofdlijnenakkoord telt. Is afspraak ook
afspraak? We hebben daar in het kabinet nog niet eens naar kunnen
kijken. Dus dat is echt even het vertrekpunt. Moties zoals deze —
nogmaals, ik betwist niet dat de Kamer die mag indienen; integendeel, je
mag de discussie voeren — waren voor de zorgpartijen de aanleiding om na
de val van het kabinet een stap terug te doen. Men vreest immers dat op
het moment dat er discussie ontstaat over dat eigen risico, ook de
dekking voor dat AZWA afvalt. Al zet u er alleen maar in zet "als we dat
ooit ter discussie stellen, houden we er rekening mee dat we dat geld
voor dat AZWA wel afzonderen", zou dat al helpen. Daarom doe ik dat
verzoek.
De voorzitter:
Dit is al de vierde reactie op één motie. Ik wil er eigenlijk maar één
toestaan per motie. Ik heb u zojuist al een kleine extra interruptie
gegund. Ik hoorde u zeggen dat u de motie op stuk nr. 1304 eigenlijk ook
wil aanhouden. Dat wil ik even verifiëren: klopt dat? Dus alleen ja of
nee.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ja, alleen heb ik een verzoek gedaan dat bij mijn reactie hoorde.
Minister Van Hijum:
Ja. Ik ga nog één poging doen. Laat ik dan toezeggen dat wij in het
nader rapport ook zullen uitwerken waarom het wel of niet een optie is
om een gerichte regeling voor chronisch zieken en mensen met een
beperking te treffen. Dan zijn we er, zie ik.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Paulusma stel ik voor haar motie (29689, nr.
1304) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik zie de heer El Abassi staan, maar we praten nu over moties van
mevrouw Paulusma. Hartstikke goed, dan zie ik u straks terug bij de
interruptiemicrofoon.
Dan kunnen we verder met de motie op stuk nr. 1305.
Minister Van Hijum:
Dank u wel. Dat is de motie van mevrouw De Korte. Die zegt eigenlijk:
als je het akkoord afsluit, zorg er dan in elk geval voor dat je de
middelen veiligstelt. Ik lees dat als: linksom of rechtsom. Ik denk ook
dat dat helpt in de richting van de partijen die straks hun handtekening
moeten zetten. Wat mij betreft krijgt de motie op stuk nr. 1305 dus
oordeel Kamer.
Wat de motie op stuk nr. 1306 betreft zou ik zeggen: ontijdig. Dat is
het verzoek van de heer Dijk over een noodplan fysiotherapie. We hebben
daar vanochtend wel een goede discussie over gehad. Ik heb ook
aangegeven dat er na de zomer een brief komt, maar nu al een noodplan
toezeggen vind ik ontijdig, omdat er ook een aantal stappen worden
gezet. Daarna kunnen we uiteraard kijken hoe het verder moet.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1305 krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr.
1306 van de heer Dijk is ontijdig.
Minister Van Hijum:
Ja, de motie op stuk nr. 1307 moet ik …
De voorzitter:
Ik moet even kijken. De heer Dijk gaat nadenken of hij de motie wel of
niet aanhoudt. Dat betekent dat de motie op stuk nr. 1306 vooralsnog
gewoon in stemming wordt gebracht.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1307 moet ik, hoe spijtig dat ook is, ontraden,
omdat we daar op dit moment geen dekking voor hebben. Dat heb ik ook in
het debat gezegd.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1307 van de heer Dijk is ontraden.
Minister Van Hijum:
Voor de motie op stuk nr. 1308 geldt hetzelfde. Ook daarover hebben we
gezegd: toegang tot die brillen is belangrijk. We zijn op dit moment
bezig om de benodigde data, informatie, in kaart te brengen en te
verkennen wat er kan. Maar ook hiervoor is op dit moment nog geen
tijdelijke dekking. Er is wel een tijdelijke subsidieregeling.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1308 van de heer Dijk: ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1308 gaat over de kraamzorg.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1309.
Minister Van Hijum:
Excuus, de motie op stuk nr. 1309. Die is ook ontijdig wat mij betreft.
Ik heb vanochtend toegezegd dat ik mijn opvolger, mijn collega, straks
kan vragen om een gesprek te voeren met de kraamzorg. De Kamer heeft mij
verzocht ervoor te zorgen dat dat een breed gesprek is over het
toekomstperspectief voor die sector en haar te informeren over wat er
uit die gesprekken is gekomen. Dat ga ik doen. Daarmee is deze motie wat
mij betreft ontijdig.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1309 van de heer Dijk is ontijdig. Ik kijk even
naar de heer Dijk.
De heer Dijk (SP):
Als de motie op stuk nr. 1309 ontijdig is, ga ik er even over nadenken.
Ik laat het weten.
Mijn vraag gaat even over de motie op stuk nr. 1308 over de
kinderbrillen. Dit is een steeds terugkerende discussie. Vorige keer heb
ik volgens mij met de heer Bushoff — dat weet ik eigenlijk niet eens
zeker — voor een dekking gezorgd, in ieder geval voor afgelopen jaar,
door dat via fondsen als het Jeugdeducatiefonds te regelen. We hadden nu
eigenlijk een beetje gehoopt dat het kabinet zelf ook ergens mee zou
komen. Nou snap ik dat de minister na een dag nog niet per se met een
kant-en-klaar voorstel hier binnen komt lopen. Maar dat is wel de
achtergrond van waarom deze motie nu door mij wordt ingediend.
Minister Van Hijum:
Dat begrijp ik. Ik geloof dat die dekking twee keer een ton was. Ik vind
het te gevaarlijk om daar nu heel veel concreter over te worden. Ik weet
dat het de aandacht heeft. We hebben een afspraak gemaakt — de datum
staat hier even niet bij — om de Kamer over het vervolg te informeren,
zodat we de vervolgdiscussie op tijd kunnen voeren.
De voorzitter:
Meneer Bushoff, ik laat de interruptie even bij de heer Dijk. Het was
zijn motie. Ik weet dat u eronder stond, maar ik wil graag even door met
de volgende moties.
De motie op stuk nr. 1310.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1310 moet ik ontraden. Die gaat over het geheel
afschaffen van het eigen risico.
Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 1311 over het niet verhogen van
de zorgpremie. Het kabinet gaat ook niet over de premies, zeg ik ook
even. Die worden door zorgverzekeraars vastgesteld.
De voorzitter:
Excuses, wij zijn even aan het kijken wat de appreciatie van de motie op
stuk nr. 1310 is.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1310 is ontraden.
De voorzitter:
Ontraden. Excuses. De motie op stuk nr. 1310 van de heer El Abassi is
ontraden. Dan de motie op stuk nr. 1311. De heer El Abassi heeft een
vraag over de motie op stuk nr. 1310.
De heer El Abassi (DENK):
De motie om het eigen risico volledig af te schaffen wordt ontraden. Ik
zou de minister willen vragen of hij in ieder geval kan garanderen dat
die halvering plaatsvindt en dat het geld daarvoor, zeker gezien de
motie die door mevrouw Paulusma is ingediend, niet naar defensie gaat.
Dit wou ik even inbrengen. Ik wou er bijna een punt van orde van maken.
Een uur geleden is er een artikel in de krant gekomen over ex-minister
Agema waarin staat dat ze bang was dat geld dat weggehaald werd bij het
eigen risico besteed zou worden aan defensie. Toevallig kom ik dat een
uur later hier tegen. Ze maakte wel een gekke wandeling in het park. Ik
dacht: ze heeft dat nodig. En nu komt het toch hier aan de orde. Ik zou
de minister dus toch willen vragen om dit te voorkomen. Ik hoor dat
vanuit de zaal "complot" wordt geroepen, maar het gaat mij er even niet
om of dit vooraf is afgesproken. Daar gaat het mij totaal niet om. Het
gaat mij erom dat het nu toevallig naar boven komt en het nu lijkt alsof
de minister openstaat voor een verschuiving van het geld voor het eigen
risico richting defensie. Ik zou de minister willen vragen om te
bevestigen dat het niet de bedoeling is dat dat gaat gebeuren. Ik vraag
hem of hij dat kan garanderen.
Minister Van Hijum:
Ik sta hier vanuit deze rol als minister echt even om een ordentelijk
proces te bewaken. Ik vind van alles van het eigen risico. Ik vind van
alles van defensie. Dat doet er even niet toe. We hebben een aantal
afspraken gemaakt over hoe we met het eigen risico omgaan. Daarover heb
ik gezegd: er zijn goede redenen om daar vooralsnog aan vast te houden.
Als je die maatregel ter discussie stelt — dat mag, om allerlei redenen
— dan valt er geld vrij. Het is een heel ingewikkeld verhaal. Daar kun
je om allerlei redenen je oog op laten vallen. Ik vind het belangrijk om
te constateren dat als dat gebeurt, er in elk geval één consequentie is:
als wij een zorgakkoord sluiten, dan ontvalt ook een deel van de
middelen daarvan. Stel dat dus alsjeblieft veilig. Wat je met de rest
doet, is dan weer aan de politiek. Daar kunnen we nu eindeloos over
discussiëren, maar als dit voorstel wordt gedaan, zullen daar de komende
tijd nog veel debatten over gaan. Het kabinet houdt vooralsnog gewoon
vast aan het halveren van het eigen risico.
De voorzitter:
Dan zijn we nog steeds bij de motie op stuk nr. 1311.
Minister Van Hijum:
Ja. Deze motie over het niet verhogen van de zorgpremies ontraad ik.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1311 van de heer El Abassi is ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1312 verzoekt de regering om te komen met gerichte
maatregelen die mensen met lage inkomens daadwerkelijk helpen. Dat is
een heel ruim geformuleerde motie. Op zichzelf genomen wil ik die wel
oordeel Kamer geven. Ik zeg dan toe dat ik die betrek bij de reactie op
het advies van de Raad van State. Ik wijs er even op dat wij vanochtend
ook discussies hebben gevoerd over bijvoorbeeld gemeentepolissen, over
wat gemeenten doen om mensen bijvoorbeeld toegang tot mondzorg te geven.
Ik doel dan op de 640.000 mensen die de mondzorg te duur vinden en geen
tandarts kunnen betalen. Daar hebben gemeenten soms regelingen voor. Je
kunt ook nog bedenken hoe je samen met die gemeenten het niet-gebruik
van die regelingen kunt terugdringen. Daar zijn allerlei mogelijkheden
voor. Als u met die uitleg kunt instemmen, dan geef ik deze motie graag
oordeel Kamer.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer El Abassi. Ik zie dat hij akkoord gaat met de
uitleg. Dan krijgt deze motie dus oordeel Kamer.
De motie-El Abassi op stuk nr. 1313.
Minister Van Hijum:
Dat is de laatste motie. Deze motie verzoekt de regering om alles op
alles te zetten om de zorgverzekering voor iedereen betaalbaar te
houden. Nou, dat klinkt buitengewoon sympathiek, en dat is het ook.
Alleen, in de discussie over zorg gaat het nooit alleen over
betaalbaarheid. Daarin gaat het ook over toegankelijkheid. Het gaat over
kwaliteit en over een goed basispakket. Het gaat ook over de vraag wat
je dan precies wil verzekeren. Betaalbaarheid is dus niet het enige
criterium, hoe belangrijk dat op zichzelf ook is. Om die reden ontraad
ik de motie.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1313 van de heer El Abassi is ontraden. Ik kijk
even of er nog vragen zijn die beantwoord moeten worden. Inmiddels zijn
we hier al een uur mee bezig, en we hebben nog een hele plenaire
vergadering te gaan. We hebben al een debat gehad. U mag nog één vraag
stellen. Daarna wil ik afronden. De heer Krul.
De heer Krul (CDA):
Eén vraag en een mededeling, voorzitter. Ik denk dat ik mijn motie ga
aanhouden, maar daarover heb ik nog een vraag. In de huidige systematiek
vindt de indexatie plaats op basis van zorgkosten. De Raad van State
zegt dat de zorgkosten door het verlagen van het eigen risico gaan
stijgen. Dat betekent dus dat het vanaf 2030 extra duur wordt. Zou de
minister dat in zijn reactie op het advies van de Raad van State willen
meenemen? Als de minister zegt dat hij dat expliciet gaat meenemen in de
reactie op het advies van de Raad van State, dan kan ik mijn motie
namelijk aanhouden.
Minister Van Hijum:
Het lijkt mij geen probleem om dat toe te zeggen. Het lijkt mij dat de
toelichting op het wetsvoorstel, ook naar aanleiding van kritiek van de
Raad van State, ook op het terrein van "wat doet dat met de zorgvraag en
de kosten?", gewoon moet kloppen, ook op de lange termijn. Dus die
toezegging kan ik doen.
De voorzitter:
Dank u wel.
Op verzoek van de heer Krul stel ik voor zijn motie (29689, nr. 1298)
aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Tot slot geef ik het woord aan de heer Thiadens, die nog een vraag heeft
over zijn motie.
De heer Thiadens (PVV):
Het gaat inderdaad over de motie op stuk nr. 1299. De appreciatie van de
minister heeft mij in verwarring gebracht. Vanmorgen is het daar in het
debat over gegaan. Als ik het goed heb gehoord — en volgens mij heb ik
het goed gehoord — heeft de minister daarin toegezegd dat duurzaamheid
nooit belangrijker kan zijn dan de effectiviteit van een behandeling.
Dat is precies wat in deze motie staat. Daarom verbaast het mij dat de
minister deze motie apprecieert met "ontraden". Misschien kan hij daar
iets meer toelichting op geven.
Minister Van Hijum:
De motie vraagt de regering aan het Zorginstituut Nederland de opdracht
te geven om alle pilots die hierover gaan en die beogen invulling te
geven aan de criteria, te stoppen. Bij die pilots gaat het ook over de
vraag of het iets doet met arbeidsinzet, arbeidsbesparing, of
duurzaamheid, CO2, of circulaire economie, materiaalgebruik,
en om dat inzichtelijk en praktisch hanteerbaar te maken. Dat is bedoeld
om kennis te verwerven daarover, om dat ook praktisch hanteerbaar te
maken. Die vervullen daar een belangrijke rol in. Ik heb ook gezegd dat
ik niet van plan ben om deze criteria los te laten. Het is alleen zo dat
het nooit zo mag zijn — en dat was het punt van de heer Thiadens — dat
als er een effectieve behandeling is, die om die reden van de lijst
valt, dus om andere redenen dan effectiviteit, namelijk duurzaamheid en
arbeidseffecten.
De voorzitter:
Een hele, hele korte vervolgvraag.
De heer Thiadens (PVV):
Ten slotte. Dan begrijp ik dat de minister de mogelijkheid openhoudt om
nieuwe behandelingen en behandelmethoden eventueel af te wijzen, dus
niet te adopteren, omdat ze niet duurzaam zouden zijn, hoewel ze toch
effectief en bewezen zijn.
Minister Van Hijum:
Bij gelijke geschiktheid — dat heb ik aangegeven — kan dat het geval
zijn. Maar de effectiviteit van de behandeling is uiteindelijk
doorslaggevend.
De voorzitter:
Helder, dank u wel. Dan is hierbij deze termijn ten einde. Hierbij sluit
ik dit tweeminutendebat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de moties zal op dinsdag 24 juni worden gestemd.