Gewijzigd amendement van het lid Beckerman ter vervanging van nr. 26 over het vastrecht fors te verlagen en op te splitsen in een eigenaarsdeel en een gebruikersdeel
Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2025D28889, datum: 2025-06-19, bijgewerkt: 2025-06-19 11:29, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 36576 -66 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte).
Onderdeel van zaak 2025Z12725:
- Indiener: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 576 | Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte) | |
Nr. 66 | GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID Beckerman TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 26 | |
Ontvangen 19 juni 2025 | ||
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: |
I
Artikel 7.1 wordt als volgt gewijzigd:
Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2a. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een aangewezen warmtebedrijf het tarief dat voor een kleinverbruiker op grond van artikel 7.2, eerste lid, is vastgesteld, in het geval de kleinverbruiker geen gebouweigenaar is, voor daarbij te bepalen goederen en diensten in afwijking van het eerste lid, geheel of gedeeltelijk in rekening brengt bij de gebouweigenaar van het gebouw dat de kleinverbruiker in gebruik heeft.
2. Na het zesde lid, onderdeel a, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
aa. welk deel van de tarieven overeenkomstig lid 2a in rekening wordt gebracht bij de gebouweigenaar, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen de verhuurder van de kleinverbruiker dan wel de vereniging van eigenaars of een daarmee vergelijkbare rechtsvorm waarbij hij is aangesloten.
II
Artikel 7.15 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2a. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een warmtebedrijf het tarief dat voor een kleinverbruiker op grond van artikel 7.16, eerste lid, is vastgesteld, in het geval de kleinverbruiker geen gebouweigenaar is, voor daarbij te bepalen goederen en diensten in afwijking van het eerste lid, geheel of gedeeltelijk in rekening brengt bij de gebouweigenaar van het gebouw dat de kleinverbruiker in gebruik heeft.
2. Na het achtste lid, onderdeel a, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
aa. welk deel van de tarieven overeenkomstig lid 2a in rekening wordt gebracht bij de gebouweigenaar, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen de verhuurder van de kleinverbruiker dan wel de vereniging van eigenaars of een daarmee vergelijkbare rechtsvorm waarbij hij is aangesloten.
III
Artikel 11.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De voordracht voor een krachtens de artikelen 7.1, lid 2a en zesde lid, onderdeel b, en 7.15, lid 2a en achtste lid, onderdeel b, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
III
Artikel 12.24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onderdeel b, wordt “artikel 7.1, eerste lid” vervangen door “artikel 7.1, eerste lid en lid 2a”.
2. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt “artikel 7.15, eerste lid” vervangen door “artikel 7.15, eerste lid en lid 2a”.
3. In het achtste lid, onderdeel c, wordt “ artikel 7.1, eerste lid” vervangen door “artikel 7.1, eerste lid en lid 2a”.
Toelichting
Dit amendement bevat de mogelijkheid om bij of krachtens het algemene maatregel van bestuur te bepalen dat, in het geval de verbruiker niet de eigenaar is van het gebouw waar warmte wordt geleverd, de tarieven van bepaalde goederen of diensten volledig of deels in rekening te brengen bij de gebouweigenaar. Daarbij kan gedacht worden aan verhuurders of VvE’s. Als voorbeeld kunnen worden genoemd eenmalige tarieven zoals het aansluittarief, dat niet alleen ten behoeve van de huidige bewoner maar ook ten behoeve van toekomstige bewoners wordt betaald.
Ook biedt het amendement de mogelijkheid om het vastrecht voor warmteverbruikers – het vaste tarief dat kleinverbruikers betalen ongeacht hun verbruik – te verlagen door het op te splitsen in een eigenaarsdeel en een gebruikersdeel. Als het vastrecht wordt gesplitst, betalen bewoners alleen voor een deel van het vaste tarief. De rest kan in rekening worden gebracht bij de gebouweigenaar. De kosten voor huurders kunnen overigens ook op een andere manier omlaag worden gebracht, bijvoorbeeld met subsidie. Het kabinet onderzoekt op dit moment het bredere vraagstuk van de verdeling van de kosten van verwarming, dus niet alleen bij duurzame warmte, tussen verbruikers en gebouweigenaren. Afhankelijk van de gekozen richting kan het wel of niet wenselijk zijn om een deel van kosten van warmte bij de gebouweigenaar neer te leggen. Het is daarom goed om in de Wcw verschillende opties mogelijk te maken.
Een splitsing van tarieven, indien ingevoerd, vergroot het draagvlak voor warmtenetten onder verbruikers en beschermt kwetsbare groepen tegen overmatige kosten, zonder dat dit ten koste gaat van de exploitatiezekerheid van warmtebedrijven. Als de verhuurder de kosten niet kan doorberekenen in de huur of servicekosten, leidt dit tot extra kosten voor verhuurders, wat het draagvlak voor warmtenetten onder verhuurders kan verminderen. Bij de belangenafweging die hoort bij de beslissing om sommige tarieven geheel of deels bij de gebouweigenaar neer te leggen wordt het parlement betrokken via een voorhangprocedure bij de nadere uitwerking van deze regeling.
Beckerman