Preview document (🔗 origineel)

---

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL		2
Vergaderjaar 2024-2025
36 576	Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 71	gewijzigd AMENDEMENT VAN HET LID vermeer TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 18
	Ontvangen 19 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 2.29 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende: De tarieven voor volledige en voor tijdelijke afsluiting zijn gelijk.

2. In het vierde lid wordt na “gebouw” ingevoegd “van een gebouweigenaar met een individuele leveringsaansluiting van meer dan 100 kilowatt”.

3. In het vijfde lid, onderdeel a, vervalt “eerste en”.

II

In artikel 7.1, tweede lid, vervalt onderdeel e.

Toelichting

Dit amendement beoogt gebouweigenaars met een kleine aansluiting het recht te geven hun woning tegen een redelijke prijs te laten afsluiten van het warmtenet, zodat (i) consumentenbescherming verbetert, (ii) warmtebedrijven geprikkeld worden hun kosten en warmtetarieven laag te houden en (iii) het aansluiten op een warmtenet aantrekkelijker wordt voor consumenten.

De gebouweigenaar kan op verzoek worden afgesloten van de collectieve warmtevoorziening. Onder de (huidige) Warmtewet bestaat deze mogelijkheid ook. Het recht om op verzoek afgesloten te worden, is van groot belang voor de positie van de consument in zijn verhouding tot het warmtebedrijf.

Zonder de mogelijkheid om op te zeggen en af te laten sluiten zit de consument immers langjarig vast op het warmtenet. Onder de huidige Warmtewet is het maximale tarief dat de ACM voor definitieve afsluiting heeft vastgesteld € 5.250,99 (prijspeil 2025). Het tarief dat de ACM vaststelt voor het afsluiten geschiedt op basis van de gemiddelde kosten van warmtebedrijven. Om te voorkomen dat de consument vanwege de afsluitkosten worden weerhouden hun overeenkomst op te zeggen, wordt het artikel nu aangepast. Door te bepalen dat kosten die voor afsluiting mogen worden doorberekend door het warmtebedrijf gelijk worden gesteld aan de kosten voor tijdelijke afsluiting zoals ACM die heeft opgesteld, wordt beoogd extra bescherming te bieden aan consumenten. De consument heeft daarmee een sterkere positie ten opzichte van het warmtebedrijf met een monopoliepositie. Een recht op afsluiting tegen een redelijke prijs brengt de nodige balans in de verhouding tussen de consument en het warmtebedrijf.

Het recht op afsluiting tegen een redelijke prijs prikkelt het warmtebedrijf om de kosten en tarieven ook in de toekomst zo laag mogelijk te houden en dat zal naar verwachting de bereidheid van consumenten om zich te laten aansluiten op een warmtenet verhogen. Hiermee zijn uiteindelijk ook warmtebedrijven gebaat.

Vermeer