Aanbieding jaarverslag over het jaar 2024 van de Nationale ombudsman (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D29150, datum: 2025-06-19, bijgewerkt: 2025-06-20 09:16, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-06-19 13:40: Aanbieding jaarverslag over het jaar 2024 van de Nationale ombudsman (Aanbieding), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aanbieding jaarverslag van de Nationale ombudsman over het jaar 2024
Voorzitter: Van der Lee
Aanbieding jaarverslag van de Nationale ombudsman over het jaar
2024
Aan de orde is de aanbieding van het jaarverslag van de
Nationale ombudsman over het jaar 2024.
De voorzitter:
Voordat we beginnen met de aanbieding van het jaarverslag door de
Nationale ombudsman, meld ik even dat er daarna een korte regeling van
werkzaamheden zal plaatsvinden.
Nu is aan de orde de aanbieding van het jaarverslag over het jaar 2024
van de Nationale ombudsman. Ik heet de heer Van Zutphen wederom van
harte welkom in ons midden. Tevens een hartelijk woord van welkom aan de
substituut-Ombudsman mevrouw Molenaar, aan de Kinderombudsman mevrouw
Kalverboer, aan de algemeen directeur mevrouw Van Essen en aan de andere
medewerkers van de Ombudsman die op de tribune zitten.
De Nationale ombudsman zal hier vandaag het jaarverslag aanbieden,
tevens namens de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman, omdat dat
aparte onderdelen van het geheel zijn. Dit is een jaarlijkse traditie,
die sterk tot uitdrukking brengt hoeveel waarde er door de Kamer wordt
gehecht aan al het belangrijke werk dat door hen wordt gedaan. Ik dank
hun daar van harte voor.
Ik wil nu het woord geven aan onze Ombudsman. Gaat uw gang.
De heer Van Zutphen:
Meneer de voorzitter, dank u wel voor de gelegenheid om vandaag een paar
woorden te zeggen als begeleiding bij het aanbieden van drie
jaarverslagen. U zei het al: de Nationale ombudsman, de
Veteranenombudsman en de Kinderombudsman hebben in één document hun
verslagen gelegd. Zo meteen mag ik dat aan u aanbieden. Het is heel mooi
dat dat samen kan, in één keer. Onze collega's, die u al een welkom gaf,
hebben met z'n allen gewerkt, als één bureau, voor deze drie belangrijke
ombudsfuncties. Het is dan ook heel fijn dat we de drie verslagen bij
elkaar konden voegen en in één keer aan uw Kamer mogen aanbieden. Ik
denk dat dat inmiddels voor de vierde of de vijfde keer is.
Ik vind het belangrijk om op dit moment nog eens te benadrukken dat er
in Nederland sprake is van een parlementaire Ombudsman, een
parlementaire Kinderombudsman en een parlementaire Veteranenombudsman.
Dat is niet in alle landen het geval. Soms is het bestuur degene die de
Ombudsman ... Nee, het moet juist het parlement zijn. Wij voelen ons
door die positie, door u gekozen en aangewezen, gesterkt in wat wij aan
u gaan vertellen. Soms klinkt dat een beetje hard en duidelijk, en dat
moet het ook zijn. Maar u hebt er zelf om gevraagd, zal ik maar zeggen,
door het op deze manier in te regelen. Dit is een beetje een intro van
wat nog gaat komen; dat begrijpt u wel. Het is dus parlementair.
Ik vind het dan ook heel belangrijk om hier vandaag door middel van de
jaarverslagen verantwoording af te kunnen leggen over wat wij in 2024
met elkaar hebben gedaan in ons instituut en voor wie wij aan het werk
zijn geweest. Ongeveer 27.000 keer zijn wij het afgelopen jaar benaderd,
door burgers, door kinderen en door veteranen, met vragen en problemen
die om een oplossing vroegen. Soms ging het om informatie, soms om een
echt diepgaande analyse of een onderzoek, soms om grote rapporten en
soms om een vermalend woord in de richting van het bestuur.
Wij hebben daar het afgelopen jaar toch wel wat stilte gehoord, zou ik
bijna zeggen. Ik heb ooit een keer in deze Kamer verteld dat we last
hadden van "demissionaire stilte". Dat is alweer twee regeringen
geleden. Het was het afgelopen jaar een beetje een oorverdovende stilte,
omdat er heel veel werd gezegd maar we zo weinig hoorden waarmee we wat
konden. Ik hoop dat we na de demissionaire periode die nu is aangebroken
weer zover gaan komen dat we het voor de burgers in dit land — daar gaat
het uiteindelijk om — voor de burgers, de kinderen en de veteranen, weer
op gaan pakken en beter gaan maken en dat we gaan leren van de lessen
die te trekken zijn.
Het jaarverslag heet dan ook niet voor niks "Zet de burger centraal".
Als ik iets aan u zou mogen zeggen, is het dat dat de afgelopen tijd
onvoldoende is gebeurd. Ik wil niet zeggen: helemaal niet. Dat zou veel
te hard zijn. Maar het is onvoldoende, misschien zelfs wel heel erg
onvoldoende, gebeurd. Burgers hebben daar absoluut behoefte aan. Ze
willen graag dat wetten, regels, beleid en de uitvoering er voor hen
kunnen zijn, de problemen kunnen oplossen en, liever nog, de problemen
kunnen voorkomen.
We hebben de idee gekregen — ik zeg het een beetje in slagzinvorm — dat
het hier vaker ging om de bühne dan om de burger. Er werden dingen
verteld en gezegd waarvan ik van tevoren dacht: maar dat kan helemaal
niet. Of ik dacht: er zijn wetten, verdragen en vast beleid die het
onmogelijk maken dat de voorstellen die nu worden gedaan, uit welke hoek
in deze Kamer dan ook, tot uitvoering gebracht worden. Ik heb daarover
een aantal malen gezegd, wat anderen overigens ook gedaan hebben: als u
te veel belooft en u kunt niet presteren wat u belooft, dan is het
vertrouwen nog verder weg dan het al was.
U heeft vandaag misschien gezien dat het Sociaal en Cultureel Planbureau
weer burgerberichten geproduceerd en naar voren gebracht heeft. Het
blijkt dat het toch heel ingewikkeld is, en de komende tijd zal zijn, om
het vertrouwen van de burgers terug te winnen. Ik zou bijna zeggen:
daarmee moet u dus echt aan de slag. Ik doe dat heel graag met u samen.
Wat ik ervan weet, wil ik heel graag met u delen. Ik wil heel graag
leren van datgene wat goed is gegaan. Ook heb ik — maakt u zich geen
zorgen — een paar voorbeelden meegenomen van dingen die wél lukken als
je ze op de goeie manier pakt. Dus niet meer voor de bühne, maar echt
voor de burger.
Dat veel beloven en dan niet waarmaken, mag niet verworden tot een soort
mantra. We moeten het serieus nemen. Er wordt tegenwoordig te makkelijk
gezegd: ik heb te veel beloofd; het is me niet gelukt. Of er wordt
gezegd: ik wist het wel, maar ik moest het toch zeggen. We moeten dit
serieus nemen. Een belangrijk punt is dat het echt een ingewikkeld
probleem is als je beloftes maakt en ze niet nakomt. Denkt u maar aan
het rapport van de Staatscommissie rechtsstaat, De gebroken belofte van
de rechtsstaat. Hoe gaan we wat gebroken is weer heel maken? Daarover
moet u, moeten wij, en moet de uitvoering — vergeet hen vooral niet —
het beste beentje voor zetten.
Zet de burger centraal. Vorig jaar was ons verhaal bij het jaarverslag
"Burgerperspectief: een manier van doen". "Zet de burger centraal" is
een handeling. Het centraal zetten is dus al iets doen. Dat willen
mensen graag merken, weten en ervaren in hun dagelijks leven als zij
problemen hebben rondom schulden, met de jeugdzorg, in de Wmo of met de
Belastingdienst, als zij een politieklacht hebben, of als wet- en
regelgeving gewoon onevenredig zwaar uitpakt voor mensen die toch al
kwetsbaar zijn. Het gaat er dus om dat we de burger centraal
zetten.
Er zijn een aantal zaken waar u volgens mij echt mee aan de slag moet.
Dat heeft niks te maken met partijpolitiek. Het heeft wel alles te maken
met politiek, want er moeten dingen gebeuren in dit land. Er moeten
dingen gebeuren voor de burger. Daarbij maakt wat mij betreft, in mijn
optiek, de kleur niet uit. Als het gaat om de beloften die gedaan zijn
en, laat ik het voorzichtiger zeggen, nog niet zijn waargemaakt, dan
denk ik aan bestaanszekerheid, aan goed bestuur, aan medemenselijkheid
en aan leefbaarheid. Dat zijn de onderwerpen waar burgers, als ze met
ons contact maken, om vragen.
Wat moet er nou gebeuren? Neem het energienoodfonds. Er is een derde
ronde nodig geweest. Ook in die derde ronde hebben niet-digitale burgers
niet kunnen meedoen. Er zijn toch weer te veel mensen niet in aanmerking
gekomen voor de toeslagen uit het noodfonds. Dit had anders gekund en
anders gemoeten. Na de tweede ronde werd beloofd dat we dit niet nog een
keer zo zouden doen, en toch is dit gebeurd. Er is nu een derde keer
gezegd dat we dit niet een vierde keer gaan doen. Ik zou u echt willen
vragen: wilt u ervoor zorgen dat die vierde keer inderdaad niet nodig
is, maar dat de mensen die te maken hebben met de energieproblematiek,
met name in hun portemonnee, op een andere manier worden geholpen dan
met een noodfonds waar je alleen digitaal met een DigiD aan mee kunt
doen?
We hebben gezien dat mensen die beschut werk hebben er door bepaalde
maatregelen — denk aan het opheffen van de dubbele kortingen en dat
soort zaken — fiscaal ernstig op achteruit zijn gegaan. Het idee was dat
het een prikkel zou zijn om mensen meer uren te laten maken, zodat er
compensatie kon plaatsvinden. Maar als je dat niet kunt, omdat je een
beperking hebt of om wat voor reden dan ook, ben je dus heel hard
getroffen door die maatregel. Toen ik dat met de staatssecretaris
besprak, zei hij dat dat een onbedoeld neveneffect was. Dat kan wel zo
zijn, maar het effect was er wel. Op de vraag of dit gerepareerd kan
worden, was het antwoord: "eigenlijk niet". Op die manier zou ik u het
volgende willen vragen. Wilt u kijken naar wetsvoorstellen die worden
gedaan, en als u van tevoren al weet wat er gaat gebeuren als u de wet
tóch invoert, door adviezen van de Raad van State, van de Ombudsman, van
de Rekenkamer, van wie dan ook, wilt u dan alsjeblieft rekening houden
met de mensen die daardoor getroffen worden?
Ik hoorde een verhaal van iemand die op die manier moest werken, die
zei: nu moet ik 's ochtends eerst een krantenwijk rijden om de benzine
te kunnen betalen voor de auto om naar mijn werk te kunnen gaan. Dat
zijn de situaties die wij niet willen, waarvan ik in ieder geval denk
dat ze onwenselijk zijn.
Groningen. Moet ik er nog veel over zeggen? Ik zag vanmorgen in de krant
dat uw Kamer vindt dat er in Warffum niet opnieuw gewonnen zou morgen
worden, maar de vergunning al is afgegeven en de Raad van State heeft
gezegd dat dat vooralsnog door mag gaan. Hebt u enig idee wat het
betekent als je in Groningen woont en gisteren hebt gehoord dat het
eigenlijk niet zou moeten gebeuren, maar dat de vergunning al verleend
is? Dat is voor burgers echt heel moeilijk te begrijpen. Dat is geen
perspectief bieden. Ik zeg niet hoe het wel moet, want dat is uw taak,
uw zaak, maar dit is wel het signaal dat wij krijgen uit Groningen over
de onbegrijpelijkheid van wet- en regelgeving en beleid.
Ik heb gezien dat Wajongers door regelgeving die veranderd is plotseling
niet meer in aanmerking kwamen voor automatische kwijtschelding van
lokale belastingen. Moet u zich voorstellen dat je die dus heel lang
automatisch kreeg kwijtgescholden. Je hoefde niet te betalen, je kreeg
de rekening ook niet op de mat, en ineens ligt die er wel. Ik weet niet
of u weet wat de waterschappen tegenwoordig aan bijdrage per jaar
vragen. Ik kreeg er gisteren eentje van mijn eigen waterschap. Dat is
niet weinig. Als je al niks hebt en je krijgt een rekening van een paar
honderd euro op de mat, dan is dat ineens heel erg veel en is dat heel
erg schrikken. Eigenlijk is er nog steeds geen reparatie voor die
verandering, voor dat onbedoelde neveneffect op de meest kwetsbaren in
onze samenleving. Ik kan zo nog wel een tijdje doorgaan, maar dat doe ik
niet.
Wel noem ik nog één groep die ik de afgelopen tijd erg van nabij heb
gesproken en meegemaakt, en dat zijn de boeren. Als je bij de boeren
thuis komt, merk je wat er bij hen aan de hand is, in hun bedrijf, in
hun gezin, in de onoplosbaarheid van de problemen waarin ze nu verkeren,
in de onzekerheid van hun bedrijf, de bedrijfsopvolging, de
financiering, alles wat daarmee samenhangt. Dat grijpt heel erg diep in
de levens van die gezinnen in. Ik vind echt dat er een einde moet worden
gemaakt aan die onzekerheid. We weten precies waar het over gaat. U kent
de regels, u weet wat er aan de hand is, u weet wat Europa heeft
voorgeschreven, u wilt goede waterkwaliteit, maar u wilt ook boeren die
hun werk kunnen doen. Het is aan u wat mij betreft om stappen te zetten.
Het is echt heel hard nodig, voor de natuur maar zeker ook voor de
boeren.
Hoe gaat u dat nou doen wat mij betreft? Ik zou zeggen door eerst maar
eens te doen wat de Ombudsman ook altijd doet: heel goed luisteren.
Luisteren is iets anders dan aanhoren. Luisteren is ook iets anders dan
doen wat een ander zegt. Luisteren is je verplaatsen in de ander die
ergens mee zit, een probleem heeft of een heel goed idee of een
oplossing weet. We leren van fouten die er gemaakt zijn om op die manier
met elkaar te spreken en vervolgens de stappen te zetten naar de
volgende richting, of niet alleen maar de richting maar echt de stap
naar de oplossing. Want ik zei het al: het is een manier van doen. Als u
niet tot doen over kunt gaan of anderen daartoe niet in staat stelt, dan
gaan we het niet op korte termijn redden; laat ik me voorzichtig
uitdrukken.
U moet dus ook vooral luisteren naar de mensen in de uitvoering. Dat
doet u steeds beter, met de stand van de uitvoering en met de discussies
daarover. Maar de goede adviezen, de werkbaarheid van wetgeving, de
werkbaarheid van beleid, het mogen combineren van data, de adviezen die
u daarover krijgt van de uitvoering, zijn voor het werk van de Ombudsman
van heel groot belang. Als wij de verbinding tussen burger en overheid
weer op die manier aan de gang willen krijgen zoals dat goed zou zijn,
dan is de uitvoering daarbij onontbeerlijk. Ikzelf ben steeds meer en
steeds vaker met de uitvoering in gesprek over wat voor burgers het
belangrijkste is en hoe we dat gaan bereiken met wet- en
regelgeving.
Nog even over de gebroken belofte van de rechtsstaat. Als u straks door
onze stukken heen gaat, dan vindt u daarin onder andere dat wij
schrijven: "De rechtsstaat beschermt zichzelf niet." Dat lukt de
rechtsstaat niet. De rechtsstaat heeft ú nodig, de rechtsstaat heeft een
Ombudsman nodig, de rechtsstaat heeft gemeentebesturen nodig om te
beschermen. Als we de rechtsstaat overeind willen houden, dan zullen we
ons ultiem moeten inspannen om die gebroken belofte weer te helen.
Overigens, ik heb nog niet gezien dat de regering heeft gereageerd, een
kabinetsreactie heeft gegeven op dat rapport. Het is toch wel weer, nou,
meer dan een jaar geleden, zeg ik maar heel voorzichtig. Het lijkt een
beetje op de kabinetsreactie op het jaarverslag van de Ombudsman. Dus
heel die breuk, heel die breuk. Ik zeg daarbij: in het algemeen belang,
dus in het belang van iedereen, een beetje à la artikel 1 van de
Grondwet, voor allen die zich in Nederland bevinden. Daar gaat het om,
heel die breuk.
Het kan. We hebben gezien dat na het debacle bij de controles van DUO op
in- en uitwonende studenten er heel voortvarend is gesproken met
studenten, met uitvoerders en met allerlei anderen om te kijken: op
welke manier gaan we het nou beter doen en gaan we kijken hoe we de
toegebrachte schade — die was er — kunnen repareren? U heeft de brief
van minister Bruins gezien op instigatie van DUO over het ontwerp dat ze
hebben gemaakt om de hersteloperatie vorm te geven. Dat is volgens mij
een van de beste voorbeelden van het afgelopen jaar.
Er zijn meer goede voorbeelden. In de gemeente Rotterdam is gekeken, op
basis van data die er zijn, naar Wajongers die ook in de
wanbetalersregeling zaten maar geen gebruik maakten van de zorgtoeslag.
Als je weet wie het zijn, als je weet waar ze wonen, dan ga je erheen.
Dat brengt mij bij die proactieve overheid. Die proactieve overheid
kunnen we met elkaar veel beter organiseren, als we ook met
zorgvuldigheid data gaan combineren op een manier die natuurlijk de AP
goedvindt, maar vooral op een manier die de Ombudsman aanbeveelt,
namelijk zo combineren dat mensen er beter van worden en dat
onderbenutting, niet-gebruik wordt voorkomen omdat de overheid laat
zien: ik weet wie je bent, ik weet wat je nodig hebt en ik kom het je
brengen; je mag misschien dan nog nee zeggen, maar ik kom het in ieder
geval brengen. Dat proactieve zou, als ik hier volgend jaar nog een keer
zou mogen staan, echt iets zijn waarvan ik hoop dat het goed gaat. Het
kán dus wel, als er maar persoonlijk contact is, als er maar wordt
geluisterd naar de burger, als er maar wordt gevraagd "wat heb je
nodig?" en als er dan maar een eerlijk antwoord komt van de overheid,
welke overheid dan ook: dit is wat ik je kan bieden, dit mag je
verwachten en dit kan ik realiseren; dit ga ik dóén. Zet u volgend jaar
alstublieft de burger centraal?
Dank u wel.
(Applaus)
De voorzitter:
Hartelijk dank.
De heer Van Zutphen:
Meneer de voorzitter, graag zou ik u in deze envelop de drie
jaarverslagen overhandigen.
De voorzitter:
Ik dank onze Nationale ombudsman hartelijk voor het jaarverslag, ook
namens de gehele Tweede Kamer. U komt met een heldere boodschap. De
titel "Zet de burger centraal" zegt alles. U stelt de vraag wat een
burger wel mag verwachten, ook juist als het misgaat tussen burger en
overheid. De belangrijke boodschap die u uitspreekt, komt in veel
opzichten niet alleen tot uitdrukking bij deze aanbieding, maar ook in
al die andere onderzoeken die u gedurende het jaar met de Kamer deelt en
op al die momenten dat u zelf bij de vaste Kamercommissies te gast
bent.
Zowel uit het jaarverslag als uit uw verhaal van zojuist blijkt een
enorme inzet voor en toewijding aan alle burgers die bij u aankloppen.
Dat geldt niet alleen voor u en niet alleen voor de substituut-Ombudsman
en de Kinderombudsman, die ik eerder al even noemde, maar ook voor alle
medewerkers die het dagelijks allemaal mogelijk maken. Zij zijn voor een
deel ook aanwezig op de tribune. Wij zijn u allen zeer
erkentelijk.
Het jaarverslag van de Nationale ombudsman zal ik nu in handen stellen
van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken. Het werk van de
Kinderombudsman zal worden besproken binnen de vaste commissie voor
Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het werk van de Veteranenombudsman
zal ik doorgeleiden naar de commissie voor Defensie. Die commissies
zullen vervolgens bepalen op welke manier de behandeling van het
jaarverslag verder vorm krijgt. Ik dank nogmaals iedereen die hier een
bijdrage aan heeft geleverd, en sluit de aanbieding van het jaarverslag
over het jaar 2024 van de Nationale ombudsman. We gaan even een paar
minuten schorsen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.