[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Ontwikkelingen in het Midden-Oosten en consulaire ondersteuning aan gestrande reizigers

De situatie in het Midden-Oosten

Brief regering

Nummer: 2025D29313, datum: 2025-06-22, bijgewerkt: 2025-07-01 10:50, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 23432 -565 De situatie in het Midden-Oosten.

Onderdeel van zaak 2025Z12928:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 565 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2025

Vandaag is de Nationale Veiligheidsraad (NVR) bijeengekomen om de situatie in het Midden-Oosten te bespreken. Met deze brief licht ik u daarover in, mede namens de minister van Defensie en de minister van Justitie en Veiligheid.

Ontwikkelingen

Sinds de aanval van Israƫl op Iran op 13 juni vinden er dagelijks wederzijdse luchtaanvallen plaats tussen beide landen. In de nacht van 22 juni heeft de Verenigde Staten drie nucleaire installaties in Iran aangevallen: Fordow, Natanz en een locatie in Isfahan. Het is op dit moment nog niet duidelijk welke schade deze aanvallen aan de installaties hebben berokkend.

Nederland heeft al lange tijd grote zorgen over het Iraanse nucleaire programma. Dat is een zorg die breed in de internationale gemeenschap wordt gedeeld. Nederland en de EU hebben, net als de Verenigde Staten, altijd helder gemaakt dat Iran nooit de beschikking mag krijgen over een nucleair wapen. Dat zou ook in strijd zijn met het Non-proliferatieverdrag waarbij Iran verdragspartij is. Het voorkomen van een nucleair bewapend Iran is niet alleen een regionaal en mondiaal belang, maar ook in het directe belang van de Nederlandse veiligheid en die van onze bondgenoten. Naast de zorgen over het Iraanse nucleaire programma heeft Nederland ook bredere zorgen over Iran. Die betreffen onder meer de voortdurende bedreiging van Israël en zijn bestaansrecht. Het afgelopen jaar heeft Iran voor het eerst directe aanvallen op Israël uitgevoerd. De zorgen betreffen verder ook de steun aan terroristische organisaties in de regio, ongewenste inmenging - ook binnen Europa en in Nederland -, arbitraire detentie van burgers, waaronder Europese onderdanen en de wapenleveranties van Iran aan Rusland voor de agressieoorlog tegen Oekraïne.

De aanvallen van afgelopen nacht zijn een verdere escalatie van een buitengewoon zorgwekkende situatie in het Midden-Oosten. We stellen vast dat Israƫl en de VS de nucleaire dreiging die uitgaat van Iran niet accepteren. Het kabinet heeft contact over de ontwikkelingen met bondgenoten en ook landen in de regio. Het kabinet doet een klemmend beroep om verdere escalatie te voorkomen en terughoudendheid te betrachten. De stabiliteit in de regio verdient de hoogste prioriteit. In dit verband dringt Nederland er bij Iran op aan de onderhandelingen weer aan te gaan. Alleen door middel van diplomatie en samenwerking kan een duurzame oplossing worden bereikt. De ontwikkelingen in regio zullen in EU-verband worden besproken, zowel tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 23 juni als tijdens de Europese Raad op 26 juni.

Consulair

Reeds vanaf het moment van de aanval van IsraĆ«l op Iran (13 juni) heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken zich voorbereid op diverse scenario’s van consulaire bijstand aan Nederlanders, inclusief repatriĆ«ring. Daarmee werd dus reeds uitvoering gegeven aan de op 18 juni jl. door de Leden Ceder en Paternotte ingediende motie (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2253) die de regering verzoekt voorbereidingen te nemen voor repatriĆ«ring uit IsraĆ«l en Iran zodra de situatie verder verslechtert.

Vandaag is aansluitend op de Nationale Veiligheidsraad in de Ministeriƫle Commissie Crisisbeheersing (MCCb) het besluit genomen om gestrande Nederlandse reizigers in de regio actief te blijven ondersteunen bij zelfstandig vertrek en ook om tot georganiseerd vertrek over te gaan.

Voor gestrande Nederlanders in Israƫl die woonachtig zijn in Nederland, zal de komende dagen busvervoer worden ingezet om via Egypte te kunnen doorreizen naar Nederland met een commerciƫle vlucht. Vanuit Iran en Irak is het handelingsperspectief beperkter vanwege de niet gegarandeerde medewerking van de autoriteiten in die landen en de lokale veiligheidssituatie. Om die reden is het reisadvies voor die landen al tijdenlang rood, en sinds 13 juni jl. geldt dat ook voor de Koerdische regio. Voor deze landen blijft het advies aan gestrande Nederlandse reizigers gelden zich zelfstandig naar veiliger buurlanden te begeven en vandaar uit naar Nederland te reizen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken staat hen bij met advies (via de BZ Informatieservice of rechtstreeks persoonlijk contact) en biedt consulaire bijstand waar nodig om de grensoversteek te maken en op eigen gelegenheid door te reizen naar Nederland of elders. Bij alle acties in alle landen in de regio wordt intensief samengewerkt met gelijkgezinde partners.

Het kabinet heeft hiertoe besloten omdat de veiligheidssituatie de afgelopen periode snel is verslechterd. Het wordt daardoor steeds lastiger voor gestrande Nederlanders om snel en veilig de regio te verlaten. Bij een repatriƫring, zoals nu uit Israƫl, worden Nederlanders bijgestaan die in Nederland woonachtig zijn, en tijdens hun reis zijn gestrand. Die hulp wordt ook geboden aan kerngezinsleden van de Nederlander (partner en afhankelijke kinderen) indien ook zij in Nederland woonachtig zijn. Uitgangspunt bij dit besluit tot repatriƫring is eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Er wordt geen opvang in Nederland geregeld. Immers, allen hebben een vaste woon of verblijfsplaats in Nederland.

Gestrande Nederlanders kunnen zich bij het ministerie van Buitenlandse Zaken aanmelden voor hulp. Daartoe is op 21 juni jl. het Crisis Contactformulier (CCF) opengesteld. Op het moment van schrijven hebben een paar honderd personen uit de regio zich aangemeld, en dit aantal zal naar verwachting stijgen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken beoordeelt elke aanmelding om vast te stellen of, en zo ja, voor welke bijstand de aanmelder in aanmerking komt.

Uitgezonden militairen Irak

De huidige veiligheidssituatie in het Midden-Oosten heeft ook consequenties voor uitgezonden Nederlandse militairen in de regio. Op 22 november 2024 is uw Kamer geĆÆnformeerd over de verlenging van het nationaal kader voor de Nederlandse force protection-bijdrage aan de NAVO Missie Irak (NMI) tot en met 30 juni 2025 (Kamerstuk 27 925, nr. 980). Inmiddels is het Nederlandse commando van de NAVO-missie in Irak overgedragen aan de nieuwe Franse commandant. Volgens planning zouden de Nederlandse force protection-eenheden in de laatste weken van juni hun werkzaamheden overdragen aan Franse eenheden, om vervolgens Irak te verlaten. Vanwege de sluiting van het Iraakse luchtruim als gevolg van de verslechterde veiligheidssituatie in de regio is er beperkte mogelijkheid tot in- en uitrotatie. Zeventig militairen van de Nederlandse force protection eenheid hebben inmiddels Irak verlaten en arriveren naar verwachting morgen in Nederland. Dit betreft nadrukkelijk geen evacuatie maar een reguliere aflossing van militairen. Het overige gedeelte van de force protection eenheid bevindt zich nog in Irak en zal hier blijven voor de periode die nodig is om te komen tot een goede overdracht en veilige uitrotatie. Het is mogelijk dat dit ook na de eerder voorgenomen einddatum van 30 juni 2025 zal zijn. De militairen blijven tot die tijd functioneren onder het mandaat van de missie. De missie neemt passende veiligheidsmaatregelen. Het ministerie van Defensie blijft zich inspannen om te zorgen dat de overige betrokken Nederlandse militairen veilig en zo spoedig mogelijk het missiegebied in Irak kunnen verlaten.

De minister van Buitenlandse Zaken,

C.C.J. Veldkamp