Verslag JBZ-Raad van 12 en 13 juni 2025
JBZ-Raad
Brief regering
Nummer: 2025D29328, datum: 2025-06-23, bijgewerkt: 2025-06-26 10:53, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Mede ondertekenaar: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Mede ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie
- Mede ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, minister voor Asiel en Migratie (Ooit BBB kamerlid)
- Mede ondertekenaar: Y.J. van Hijum, minister voor Asiel en Migratie (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Verslag JBZ-Raad van 12 en 13 juni 2025
- Beslisnota bij Kamerbrief Verslag JBZ-Raad van 12 en 13 juni 2025
Onderdeel van kamerstukdossier 32317 -964 JBZ-Raad.
Onderdeel van zaak 2025Z12932:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie
- Medeindiener: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: Y.J. van Hijum, minister voor Asiel en Migratie
- Medeindiener: M.C.G. Keijzer, minister voor Asiel en Migratie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Asiel en Migratie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-06-25 14:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-07-03 12:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-07-16 12:00: Informele JBZ Raad (Denemarken) 22-23 Juli 2025 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Asiel en Migratie
Preview document (🔗 origineel)
32 317 JBZ-Raad
Nr. 964 Brief van de ministers van Justitie en Veiligheid en van Asiel en Migratie, de ministers voor Asiel en Migratie en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juni 2025
Hierbij bieden wij uw Kamer het verslag aan van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-Raad) op 12 en 13 juni 2025 in Luxemburg.
Ook informeren wij uw Kamer hierbij over een aantal toezeggingen en de kabinetsappreciatie van een Commissiemededeling over de voortgangsrapportage van het Asiel- en migratiepact.
Toezeggingen
Maatregelen tegen instrumentalisering van Pakistaanse arbeidsmigranten door Belarus
Conform de toezegging gedaan door de Minister van Asiel en Migratie in het commissiedebat vreemdelingen- en asielbeleid van 24 april jl. heeft Nederland in Raadsverband benadrukt dat er maatregelen nodig zijn om instrumentalisering van migranten als politiek drukmiddel tegen te gaan, in het bijzonder aan de Belarussische grens. Ook heeft Nederland steun uitgesproken voor de gezamenlijke boodschappen richting derde landen om instrumentalisering vanuit derde landen te voorkomen en tegen te gaan. Wat betreft de specifieke situatie van de uitnodiging van Belarus aan 150.000 Pakistaanse arbeidsmigranten, houden de Europese Commissie (hierna: de Commissie) en de lidstaten de situatie nauwgezet in de gaten.
Registratie van vluchtelingen door UNHCR in Tunesië
In navolging van de toezegging van de Minister van Asiel en Migratie in het Tweeminutendebat over de informele JBZ-Raad van 6-7 maart 2025, informeert het kabinet uw Kamer over de Nederlandse inzet met betrekking tot de registratie van vluchtelingen door UNHCR in Tunesië. Op moment van schrijven heeft UNHCR nog altijd geen toestemming van de Tunesische autoriteiten om asielzoekers te registeren. De Tunesische autoriteiten hebben aangegeven het registreren zelf ter hand te zullen nemen, maar er zijn voor zover bekend nog geen concrete stappen hiertoe ondernomen of kenbaar gemaakt. Dat maakt dat er in Tunesië nog altijd geen nationaal asielsysteem actief is waar vluchtelingen en asielzoekers worden geregistreerd.
Alhoewel Nederland ten principale voorstander is van (meer) eigenaarschap door nationale autoriteiten op het gebied van asiel en opvang, vindt het kabinet het zorgelijk dat hier nog altijd geen vooruitgang op is geboekt. Nederland dringt daarom voortdurend aan op het hervatten van registraties en samenwerking met UNHCR voor een nationaal asielplan, op politiek en (hoog-)ambtelijk niveau. Eveneens werken Nederland, UNHCR en de Europese Commissie samen aan een programma voor bescherming en assistentie aan asielzoekers en vluchtelingen die al geregistreerd waren tot de zomer van 2024.
Grenscontroles luchthaven Brussel Zaventem
Conform de toezegging aan uw Kamer in het Commissiedebat over de JBZ-Raad van 12-13 juni (vreemdelingen- en asielbeleid) van 11 juni jl. heeft Nederland geïnformeerd naar de situatie van de grenscontroles op luchthaven Brussel Zaventem. Hieruit bleek dat België van plan is om op zeer korte termijn de grenscontroles weer op gebruikelijke wijze uit te zullen voeren. De Belgische minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken gaf bovendien in een zitting van het federaal parlement van België aan oplossingen te zullen zoeken in het vrijmaken van extra middelen, het aanwenden van e-gates en het versterken van de federale politie zodat er voldoende capaciteit is om alle grenscontroleposten te bemannen. Hierbij is een strikte en volledige grenscontrole het uitgangspunt. Op basis van deze informatie heeft het kabinet er vertrouwen in dat de Belgische autoriteiten de grenscontroles op luchthaven Brussel Zaventem op gedegen wijze zullen uitvoeren.
Motie
Motie Rajkowski over met andere lidstaten afspraken maken over het begrip ‘internationale bescherming’ inzake klimaatvluchtelingen (Kamerstuk 32 317, nr. 943)
Nederland heeft contact gezocht met de Portugese autoriteiten over de berichten dat Portugal verzoeken van personen voor internationale bescherming vanwege de gevolgen van klimaatverandering in het land van herkomst zou gaan inwilligen. Uit het contact met Portugal blijkt dat het beleidsvoornemen niet langer zal worden uitgevoerd door de recent beëdigde Portugese regering.
In de kwalificatierichtlijn 2011/95 zijn de voorwaarden neergelegd waaraan een asielzoeker moet voldoen om in aanmerking te komen voor internationale bescherming. Deze voorwaarden zijn in de kwalificatieverordening – onderdeel van het EU asiel- en migratiepact – onveranderd. Lidstaten toetsen bij de beoordeling van een verzoek voor internationale bescherming aan deze voorwaarden. Het Hof van Justitie van de EU is uiteindelijk bevoegd uitspraak te doen over interpretatie van deze voorwaarden. Het kabinet ziet deze motie daarmee als afgedaan.
Appreciaties
Voortgangsrapportage Asiel- en Migratiepact
Samenvatting
Op 11 juni jl. publiceerde de Commissie een Mededeling over de stand van zaken op de implementatie van het Asiel- en Migratiepact. Uit de Commissierapportage blijkt dat halverwege de overgangsperiode al aanzienlijke vooruitgang is geboekt, zowel op EU-niveau als door de lidstaten. Tegelijkertijd licht de Commissie, per in het gemeenschappelijk implementatieplan vastgestelde bouwsteen, toe op welke onderdelen verdere inspanningen nodig zijn om ervoor te zorgen dat het Pact in juni 2026 volledig operationeel is. De Commissie benoemt daarbij ook concrete uitdagingen voor specifieke lidstaten. De volgende voortgangsrapportage zal in oktober 2025 worden gepubliceerd als onderdeel van het eerste jaarverslag over migratie en asiel.
Allereerst staat de Commissie in de Mededeling stil bij de mijlpalen die op EU-niveau zijn behaald: de planning voor de EU-uitvoeringswetten ligt op schema, alle lidstaten - met uitzondering van Hongarije en Polen - hebben een nationaal implementatieplan ingediend en de meeste lidstaten hebben inmiddels, conform de daarvoor gestelde deadlines, hun nationale noodplannen en nationale strategieën opgeleverd. De Commissie benoemt ook de monitoringspilot van het Europees Asielagentschap die momenteel in Estland en Nederland wordt uitgevoerd in voorbereiding op de structurele monitoringstaak die vanaf 2026 aan het Agentschap is toebedeeld.
Voor de implementatie van Eurodac staat de Commissie stil bij de verschillende mitigerende maatregelen die in overleg met de lidstaten zijn getroffen om vertragingen tegen te gaan, waaronder een duale en gefaseerde oplossing waarbij lidstaten zowel via een gedecentraliseerde aansluiting als via een gecentraliseerde aansluiting (web user interface) op het Eurodac-systeem kunnen. De Commissie benoemt dat de komende tijd vooral in het teken moet staan van het testen van de systemen en het tijdig starten van de benodigde aanbestedingsprocedures.
De adequate capaciteit die lidstaten beschikbaar moeten hebben voor de buitengrensprocedures is inmiddels via een uitvoeringshandeling van de Commissie vastgesteld. De Commissie benoemt als risico dat verschillende lidstaten, waaronder Duitsland, Estland, Griekenland en Italië, niet tijdig voldoende capaciteit beschikbaar zullen hebben vanwege onvoldoendere lange duur van de benodigde aanbestedingsprocedures. Voor onder andere Nederland stelt de Commissie juist vast dat de inrichting van beschikbare capaciteit op schema ligt.
Voor de bouwsteen opvang merkt de Commissie op dat de belangrijkste uitdaging zal liggen in het omzetten van de herziene Opvangrichtlijn in nationale wetgeving en het tijdig beschikbaar hebben van voldoende opvangcapaciteit om als lidstaat te voldoen aan de vereiste van een goed toegerust asiel- en opvangsysteem. Nederland wordt aangemerkt als een lidstaat met uitdagingen op het gebied van voldoende opvangplekken, in het bijzonder opvangplekken voor kwetsbaren.
Met betrekking tot de bouwsteen asielprocedure constateert de Commissie dat verschillende lidstaten te maken hebben met grote achterstanden in het aantal af te handelen asielzaken en dat dit mogelijk tot knelpunten kan leiden wanneer vanaf juni 2026 oude en nieuwe asielverzoeken in twee parallelle systemen moeten worden afgehandeld. De Commissie benoemt dat verschillende lidstaten werken aan capaciteitsuitbreiding om de achterstanden weg te werken en roept lidstaten op dit voort te zetten. Ook beveelt de Commissie aan het capaciteitsvraagstuk met de rechterlijke macht te bespreken, om langdurige wachttijden voor beroepsprocedures te voorkomen.
Onder de bouwsteen terugkeer verwijst de Commissie naar de lopende onderhandelingen op de terugkeerverordening, de implementatie van de resultaten van de thematische Schengenevaluatie van de terugkeersystemen in de lidstaten en de EU-externe instrumenten die ter beschikking staan om terugkeer te verbeteren, zoals de inzet van artikel 25bis van de Visumcode.
Over de Dublinregels merkt de Commissie op dat goede implementatie essentieel is voor het functioneren van het gehele Pact en dat de gebrekkige naleving de effectiviteit van het systeem ondermijnt. De Commissie benadrukt dat volledige implementatie nodig is voor zowel een soepele overgang naar de nieuwe Dublin-regels onder het Pact, als ook voor een goed functioneren van het solidariteitsmechanisme, en benadrukt, conform de eerdere Mededeling hierover, dat de voorwaarden ook zodanig zijn dat alle lidstaten Dublinoverdrachten zouden moeten kunnen uitvoeren en ontvangen.
De Commissie blikt vooruit op de eerste solidariteitscyclus die dit najaar van start gaat. De Commissie wijst lidstaten er op dat zij alleen in aanmerking kunnen komen voor solidariteit als de asiel- en opvangsystemen voldoende toegerust zijn op asielaanvragen en als er geen sprake is van systemische tekortkomingen in het naleven van de verantwoordelijkheidsregels, in het bijzonder Dublin.
Tot slot staat de Commissie stil bij de noodplannen, de waarborgen voor (kwetsbare) asielzoekers in de procedure en de integratie van statushouders. Zo roept de Commissie de lidstaten op te blijven werken aan up-to-date noodplannen, en constateert de Commissie uitdagingen van verschillende lidstaten als het gaat om de opvang van kwetsbare groepen. De Commissie benoemt tot slot de druk op de huizenmarkt in verschillende lidstaten als een uitdaging voor de integratie van statushouders.
Appreciatie van het kabinet
De implementatie van het Pact is een grootschalige en uitdagende operatie en het succes van het Pact hangt af van goede implementatie door alle lidstaten. Het is daarom van belang dat de lidstaten onderling goed zicht hebben op, en in gesprek blijven over, de voortgang en waar er nog uitdagingen liggen. Nederland heeft hier steeds op ingezet. Het kabinet vindt het daarom positief dat de Europese Commissie hierover rapporteert. Daarbij waardeert het kabinet het in het bijzonder dat ook op concrete uitdagingen in verschillende lidstaten wordt ingegaan. Wat het kabinet betreft wordt deze voortgangsrapportage de leidraad aan de hand waarvan concrete acties worden uitgezet om deze uitdagingen te adresseren. De uitdagingen op het gebied van de implementatie van Eurodac, de implementatie van de Dublinregels en het tijdig gereed hebben van voldoende adequate capaciteit voor de buitengrensprocedures hebben daarbij in het bijzonder de aandacht van het kabinet. Deze onderdelen zijn immers essentieel om het doel van het kabinet te bereiken om irreguliere migratie naar Nederland terug te dringen.
De voortgangsrapportage van de Commissie geeft weer dat Nederland op meerdere elementen van de implementatie van het Pact op schema ligt. Nederland wordt genoemd als een van de drie landen die op schema ligt met het wetgevingstraject. Tegelijkertijd wordt de Nederlandse opvangcapaciteit als aandachtspunt benoemd. Al een aantal jaren zijn er in Nederland uitdagingen op het gebied van opvang. Om dit aan te pakken zet het kabinet in op meerdere sporen, waaronder een vermindering van irreguliere migratie naar Nederland. Een goede implementatie van het Pact biedt daarvoor handvatten.
Triloogakkoord
Herziening visumopschortingsmechanisme
Op 17 juni jl. bereikten de Raad, het Europees Parlement en de
Commissie een voorlopig politiek akkoord in triloog over het voorstel
inzake de herziening van het visumopschortingsmechanisme voor visumvrije
derde landen. De Raad en het Europees Parlement zullen het akkoord nu
moeten bekrachtigen, waarna de wijziging van de Verordening 20 dagen na
publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie in werking treedt.
Het is de verwachting dat het Voorzitterschap voor het einde van deze
maand het akkoord zal voorleggen aan Coreper en vervolgens ter aanname
in een willekeurige vakraad. Het kabinet is voornemens hiermee in te
stemmen en stelt uw Kamer daarover door middel van deze brief op de
hoogte.
Op 18 oktober 2023 publiceerde de Commissie een voorstel tot wijziging
van Verordening (EU) 2018/18061 inzake de herziening van het
opschortingsmechanisme voor visumvrije derde landen. Het
opschortingsmechanisme is een waarborg tegen het misbruik van visumvrij
reizen. Het huidige mechanisme voorziet in tijdelijke opschorting van
visumvrijstelling van een derde land in het geval van een substantiële
toename in irreguliere migratie en veiligheidsrisico’s. Het voorstel
beoogde de toenemende uitdagingen op het gebied van irreguliere migratie
en veiligheidsdreigingen naar de EU beter het hoofd te kunnen
bieden.
Het kabinet is positief over het voorlopige akkoord dat is bereikt. Het
sluit goed aan bij de Nederlandse inzet zoals uiteengezet in het
BNC-fiche om het visumopschortingsmechanisme beter inzetbaar te maken om
misbruik van visumvrij reizen tegen te gaan en zo tot een effectiever
instrument te komen.1 Zo is het aantal gronden op basis
waarvan kan worden besloten om visumvrij reizen naar de EU op te
schorten uitgebreid van vier naar acht. Het gaat dan bijvoorbeeld om het
gebrek aan visumharmonisatie door een derde land hetgeen leidt tot
irreguliere migratie van burgers met een visumplichtige nationaliteit,
goudenpaspoortregelingen voor investeerders in een derde land waar het
burgerschap in ruil voor vooraf betaalde betalingen of investeringen
wordt toegekend zonder sprake is van een band met het land in kwestie én
dreiging voor de openbare orde of interne veiligheid zoals hybride
dreigingen of systematische tekortkomingen in documentveiligheid. De
Commissie kan een aanzienlijke en abrupte verslechtering in de externe
betrekkingen van de EU met een derde land ook als opschortingsgrond
inroepen. Opschorting op basis van deze grond zal zich primair richten
op vertegenwoordigers van dat derde land. Ook zijn de drempelwaarden
voor activering van het mechanisme gunstiger en hebben deze een
stevigere rechtsbasis gekregen door ze te verplaatsen van de preambule
van de Verordening naar een bepaling. Voor het kabinet is het van belang
dat het percentage ten aanzien van activering van het mechanisme zo laag
mogelijk blijft om bij de eerste signalen van misbruik van visumvrij
reizen in te kunnen grijpen. Na drie jaren zal de effectiviteit van de
aangepaste drempelwaarden worden geëvalueerd.
De verwachting is dat een gekwalificeerde meerderheid in de Raad zal instemmen met het voorlopige akkoord.
De minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
De minister van Asiel en Migratie,
D.M. van Weel
De minister voor Asiel en Migratie,
M.C.G. Keijzer
De minister voor Asiel en Migratie,
Y. J. van Hijum
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
T.H.D. Struycken
Verslag van de bijeenkomst
van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken,
12 en 13 juni 2025
Justitie
Belangrijkste resultaten
De JBZ-Raad nam een gedeeltelijke algemene oriëntatie aan over de verordening bescherming volwassenen, waarmee een eerste stap is gezet om te komen tot een stelsel om de rechten van volwassenen die bescherming behoeven te verbeteren in grensoverschrijdende situaties (p. 1).
De JBZ-Raad nam een algemene oriëntatie aan over de richtlijn harmonisatie bepaalde aspecten van het insolventierecht. Doel van deze richtlijn is het stimuleren van grensoverschrijdende investeringen en versterking van de kapitaalmarktunie. Met het bereiken van deze positie kunnen de onderhandelingen met het Europees Parlement van start (p. 1).
Verordening over de bescherming van volwassenen
De JBZ-Raad heeft een gedeeltelijke algemene oriëntatie bereikt over de belangrijkste aspecten van het voorstel voor een verordening die de rechten moet waarborgen van volwassenen die in grensoverschrijdende situaties bescherming of ondersteuning nodig hebben. Momenteel bestaat in de EU nog geen juridisch kader om kwetsbare volwassenen te beschermen. Het voorstel voor de verordening is bedoeld om de bescherming te verbeteren van volwassenen die, vanwege bijvoorbeeld een beperking, niet in staat zijn hun eigen belangen te behartigen. Het gaat om een akkoord op de eerste vijf hoofdstukken van het voorstel: i.) het toepassingsgebied en de definities; ii.) de rechterlijke bevoegdheid; iii.) het toepasselijke recht; iv.) de erkenning en tenuitvoerlegging van maatregelen; en v.) authentieke akten. Over de overige hoofdstukken van het voorstel wordt verder onderhandeld.
Net als Nederland kon de meerderheid van de lidstaten de gedeeltelijke algemene oriëntatie steunen. Een aantal lidstaten nam hierbij het woord om het belang van het voorstel te benadrukken, maar ook om de gevoeligheid en complexiteit van het onderwerp te onderstrepen. Een aantal lidstaten heeft bij het uitspreken van hun steun bedenkingen geuit over het opzetten van een interoperabel systeem van registers, gelet op de kosten, administratieve lasten en de complexiteit in de uitwerking die dit element met zich meebrengt. Zij hebben verzocht dit mee te nemen in de onderhandelingen die volgen. Sommige lidstaten hadden graag een ambitieuzere tekst gezien om de meest kwetsbaren te beschermen en het voorstel beter in lijn te brengen met het VN-Handicapverdrag (2006). Ierland heeft aangegeven voor wat betreft de verordening gebruik te maken van hun mogelijkheid voor een opt-in op JBZ-regelgeving.
Richtlijn tot harmonisatie van bepaalde aspecten van het insolventierecht
De JBZ-Raad heeft een algemene oriëntatie bereikt op de Richtlijn insolventierecht, waarmee de EU een belangrijke stap zet in het versterken van de Europese Kapitaalmarktunie en zo in het aantrekkelijker maken van de EU voor buitenlandse en grensoverschrijdende investeerders. De Richtlijn harmoniseert bepaalde aspecten van het insolventierecht waardoor de rechtszekerheid van investeerders wordt verbeterd en de kosten voor buitenlandse investeerders worden verlaagd.
Tijdens de JBZ-Raad van december 2024 werd reeds een gedeeltelijke algemene oriëntatie bereikt. De afgelopen periode hebben onderhandelingen plaatsgevonden over de resterende onderdelen van het voorstel, waarmee de Raad nu heeft ingestemd: i.) pre-pack procedures, waarmee het mogelijk wordt om de verkoop van een bedrijf te regelen vóórdat de insolventie start; ii.) schuldeiserscommissie, die de betrokkenheid van individuele schuldeisers waarborgt die anders mogelijk niet zouden deelnemen aan de procedure; en iii.) slotbepalingen.
De lidstaten wezen erop dat de compromistekst een evenwichtige vorm van minimumharmonisatie is die tegelijkertijd recht doet aan het doel van het voorstel: het versterken van de Kapitaalmarktunie. Daarnaast was er veel aandacht voor de impact van deze harmonisatie op de nationale systemen die in de compromistekst een goede balans heeft gevonden; lidstaten uitten tevredenheid met de flexibiliteit dat het compromis biedt. Lidstaten benadrukten hierbij dat dit precaire evenwicht in de triloogfase niet mag worden verstoord.
Nederland verwelkomde het compromis en gaf aan dat dit een belangrijke stap is, maar dat we er daarmee nog niet zijn. Nieuwe initiatieven blijven nodig, waaronder de harmonisatie van aspecten van het zekerhedenrecht. Een aantal lidstaten en de Europese Commissie (hierna: Commissie) hebben hun teleurstelling geuit over het ontbreken van een regeling die ziet op de vereenvoudiging van procedures met betrekking tot micro-ondernemingen. De meerderheid van de lidstaten sprak daar juist hun tevredenheid over uit. Ook Nederland is hier tevreden mee, vanwege de misbruikgevoeligheid van deze regeling en de vrees dat kleine faillissementen inefficiënt moeten worden afgewikkeld. Een handvol lidstaten heeft zich onthouden van stemming met als reden een tekort aan ambitie of vanwege de impact op het nationale systeem.
Toetreding van de EU tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
Het Voorzitterschap heeft de JBZ-Raad geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). De toetreding van de EU tot het EVRM is een verplichting op grond van het EU-verdrag. In 2023 is na meer dan twee jaar onderhandelen een voorlopig akkoord bereikt op onderhandelaarsniveau over de toetreding van de EU tot het EVRM. De Commissie gaf aan dat EU-toetreding tot het EVRM een belangrijke mijlpaal is voor het beschermen van de fundamentele rechten in de EU, en dat het voornemens is voor het zomerreces een adviesverzoek bij het EU-Hof in te dienen met de vraag of het nieuwe concept-toetredingsakkoord verenigbaar is met de EU-Verdragen. Voor toetreding is unanieme instemming nodig, evenals ratificatie door zowel alle EU-lidstaten, als de overige lidstaten van de Raad van Europa. Een aantal lidstaten sprak zich uit voor snelle indiening van het adviesverzoek door de Commissie, nu ook het laatste bezwaar betreffende de eventuele discrepantie tussen de bevoegdheid van het EU-Hof en de bevoegdheid van het EHRM ten aanzien van GBVB-handelingen is opgeheven door een recent arrest van het EU-Hof.
Europees Openbaar Ministerie (EOM)
De JBZ-Raad werd geïnformeerd over de activiteiten van het Europees Openbaar Ministerie (EOM). De Europese Hoofdaanklager, Laura Kövesi, lichtte de laatste ontwikkelingen bij het EOM toe. In 2024 zijn Polen en Zweden toegetreden tot het EOM, waarmee het aantal deelnemende lidstaten op 24 kwam.
De Commissie en het EOM stonden kort stil bij het lopende proces voor de aanstaande benoeming van nieuwe Europese aanklagers uit zeven lidstaten en bij de benoeming van een nieuwe EOM-Hoofdaanklager. Het mandaat van de huidige Hoofdaanklager loopt af op 30 oktober 2026. Daarnaast benadrukte het EOM dat btw-fraude tot de meest lucratieve vormen van criminaliteit binnen de EU behoort. Het EOM riep op tot een intensievere gezamenlijke aanpak van deze problematiek, in nauwe samenwerking met andere EU-agentschappen en de lidstaten. Nederland heeft de stand van zaken aangehoord.
Werklunch – Toegang tot communicatiegegevens in real-time
Tijdens de besloten lunchdiscussie lag de focus op de noodzaak om veiligheidsdreigingen in het digitale domein aan te pakken en op de bescherming van fundamentele rechten, waaronder privacy. In een brede tafelronde benadrukten de lidstaten het belang van beide aspecten en werd de gezamenlijke uitdaging benoemd om hier een evenwichtige balans in te vinden. Een zeer kleine minderheid uitte terughoudendheid ten aanzien van nieuwe wetgevingsinitiatieven op het gebied van dataretentie. De Commissie heeft lidstaten opgeroepen om experts aan te dragen om te kijken naar encryptie.
Russische agressie tegen Oekraïne: strijd tegen straffeloosheid
De JBZ-Raad ontving een update over verschillende initiatieven waarmee de lidstaten en de EU Oekraïne bijstaan in de strijd tegen straffeloosheid voor misdrijven die verband houden met de agressieoorlog van Rusland, waaronder de oprichting van de Core International Crimes Evidence Database (CICED) opgezet door Eurojust, een Agressietribunaal en een Claimscommissie en Schadefonds. Tijdens de brede tafelronde werd de Russische agressie unaniem veroordeeld en werd steun uitgesproken aan Oekraïne en aan de inspanningen om straffeloosheid van de Russische agressie tegen te gaan.
Nederland sloot zich hierbij aan, waarbij het de Nederlandse voortrekkersrol, onder meer als gastland van het Schaderegister, benadrukte, en dat er geen rechtvaardigheid kan zijn zonder een krachtige aanpak in de strijd tegen straffeloosheid.
Bestrijding van drugshandel en georganiseerde misdaad: versterking van de justitiële samenwerking met derde landen
Het Voorzitterschap informeerde de JBZ-Raad over de geboekte vooruitgang bij het versterken van de justitiële samenwerking met derde landen, als opvolging van de Raadsconclusies van juni 2024 betreffende de bijdrage van de EU aan de strafrechtelijke samenwerking tussen lidstaten en derde landen.2 De Raad beschouwt deze samenwerking als essentieel in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit, het mogelijk te maken van vervolging en de ontmanteling van georganiseerde criminele netwerken. Een klein aantal lidstaten sprak steun uit voor de voorgestelde maatregelen. Deze maatregelen omvatten onder meer de uitwisseling van best practices tussen deskundigen van lidstaten over justitiële samenwerking met derde landen, gesprekken met andere EU-lidstaten die in hetzelfde derde land actief zijn, plaatsing van Eurojust-verbindingsmagistraten, intensivering van informatie-uitwisseling, bezoeken van 'Team Europe'-missies aan derde landen en versterking van de samenwerking tussen EU-agentschappen en de autoriteiten van derde landen. Nederland heeft de stand van zaken aangehoord.
Overige onderwerpen
Ministeriële bijeenkomst tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie over justitie en binnenlandse zaken (Warschau, 2-3 juni 2025)
Het Voorzitterschap gaf een debriefing van de ministeriële JBZ-bijeenkomst tussen de Verenigde Staten (VS) en de EU die plaatsvond in Warschau van 2-3 juni jl. Attorney General Pam Bondi leidde de delegatie van de VS. Het was een positieve bijeenkomst, waarbij de noodzaak van samenwerking in de strijd tegen o.a. terrorisme en georganiseerde misdaad werd benadrukt. Er is constructief gesproken over uiteenlopende onderwerpen waaronder slachtofferhulp, de strijd tegen synthetische drugs en het oprollen van kartels en de samenwerking met derde landen, waaronder China, de Verenigde Arabische Emiraten en India. Ook is gesproken over irreguliere migratie, met name de problematiek rond mensenhandel. Een ander gemeenschappelijk doel is het tegengaan van seksueel misbruik van kinderen op het internet en aanpalende problemen, zoals sextortion (chantage met beeldmateriaal). Ten slotte is gesproken over een eventueel partnerschap met Europol en Eurojust.
Onderhandelingen tussen de EU en de VS over grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijs voor justitiële samenwerking in strafzaken (e-evidence)
De laatste formele onderhandelingsronde tussen de EU en de VS over een overeenkomst inzake grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijs voor justitiële samenwerking in strafzaken (e-evidence) vond plaats in november 2024. De nieuwe Amerikaanse regering evalueert momenteel alle internationale overeenkomsten. De Commissie heeft bij de VS benadrukt graag de onderhandelingen weer te willen oppakken.
Toegang tot gegevens: data retentie
Het Voorzitterschap en de Commissie schetsten de noodzaak om te komen tot regelgeving over dataretentie door communicatie-aanbieders. De Commissie gaf aan dit onderwerp als topprioriteit te beschouwen en kondigde opnieuw de roadmap over toegang tot data aan.
Presentatie non-paper Litouwen
Litouwen kondigde aan dat versterking van de democratische weerbaarheid van de EU en het belang van het bevorderen van een gedeeld Europees Geheugen en het weerstaan van geschiedvervalsing een prioriteit wordt van het Litouwse Voorzitterschap (eerste semester 2027). Een paar lidstaten en de Commissie steunden dit voornemen.
Sancties VS tegen rechters ICC – punt van Slovenië
Slovenië bracht de recente Amerikaanse sancties tegen rechters van het Internationaal Strafhof (ICC) onder de aandacht. Slovenië riep op vanuit de EU krachtig en principieel te reageren, met een duidelijke steunbetuiging aan het ICC en stelde daarnaast het activeren van de EU antiboycotverordening voor. De Commissie bevestigde volledige steun voor het ICC, veroordeelde de sancties en gaf aan de impact ervan grondig te zullen bestuderen. Nederland gaf aan de sancties af te keuren en onderstreepte in lijn met motie Piri c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3032) dat alles in het werk moet worden gesteld om de gevolgen van de sancties te mitigeren. Als gastland speelt Nederland hierin momenteel al een actieve rol. Er was brede steun onder de lidstaten voor een gecoördineerde reactie op EU-niveau waarbij inzet van de EU antiboycotverordening op dit moment nog niet opportuun werd geacht.
Binnenlandse Zaken
Belangrijkste resultaten
De JBZ-Raad heeft unaniem de verlenging van tijdelijke bescherming voor ontheemden uit Oekraïne gesteund dat met zich meebrengt dat de Richtlijn Tijdelijke Bescherming met één jaar wordt verlengd tot en met 4 maart 2027 (p. 5).
De JBZ-Raad nam raadconclusies aan over de EMPACT-cyclus 2026-2029, waarmee dit samenwerkingsverband prioriteiten heeft vastgesteld voor de bestrijding van ernstige criminaliteit de komende jaren (p. 6).
Tijdens de JBZ-Raad heeft Nederland zich gereed gemeld om de stapsgewijze implementatie van het Entry/Exit-systeem conform de eerder overeengekomen tijdlijn in oktober 2025 te kunnen starten (p. 8).
In het kader van het 40-jarig Schengenjubileum heeft de JBZ-Raad de Schengenverklaring bekrachtigd, waarmee de lidstaten de overtuiging en bereidheid bevestigen om in de toekomst te blijven investeren in een goed functionerend Schengengebied (p. 9).
De JBZ-Raad nam zonder discussie de Verordening over de versterking van beveiliging van identiteitskaarten aan (p. 9).
Werkontbijt - Impact van de huidige geopolitieke situatie in Oekraïne en Moldavië op de interne veiligheid van de EU
In aanwezigheid van de Oekraïense Vicepresident en de Moldavische minister van Binnenlandse Zaken bespraken de ministers de impact van de huidige geopolitieke situatie in Oekraïne en Moldavië op de interne veiligheid van de EU. De hybride dreigingen, waaronder de ongewenste beïnvloeding van verkiezingen, van de zijde van Rusland, vormen een bron van zorg. Lidstaten spraken eensgezind steun uit aan Oekraïne en Moldavië en gaven aan in te zetten op voorzetting van internationale samenwerking.
Impact van de huidige geopolitieke situatie in Syrië op de interne veiligheid van de EU
De Commissie, EDEO en de Europese Contraterrorisme coördinator (EU CTC) praatten de JBZ-Raad bij over de situatie in Syrië. Er werden breed zorgen geuit over het ontstane machtsvacuüm in Syrië, met name in het noordoosten en de kampen, waar Da’esh van kan profiteren. De Commissie en de EU CTC stonden stil bij het wegvallen van de VS financiering voor beveiliging van de kampen en riepen de lidstaten op om te blijven bijdragen. Ook uitte de Commissie zorgen over mogelijke toename in georganiseerde criminaliteit en over de productie en handel in synthetische drugs. Informatiesystemen zoals Schengeninformatiesysteem (SIS) en het gebruik van biometrische gegevens bij buitengrenscontroles zijn de eerste verdedigingslinie, aldus de Commissie.
Toekomst van ontheemden uit Oekraïne
a) Verlenging van de tijdelijke bescherming aan Oekraïners
b) Gecoördineerde aanpak voor de overgang uit tijdelijke bescherming
In de tafelronde over de toekomst van ontheemden uit Oekraïne benadrukte de Commissie het belang van steun aan Oekraïne en ging in op het voorstel om de Richtlijn Tijdelijke Bescherming met één jaar te verlengen tot en met 4 maart 2027. Tegelijk verwees de Commissie naar de recent gepubliceerde Raadsaanbeveling en onderstreepte het belang van een meer structurele oplossing in de vorm van een gecoördineerde exit-strategie. De Commissie ziet daarin een rol weggelegd voor de recent aangestelde Speciaal Gezant. De onderhandelingen over de exit-strategie zullen de komende periode in Raadsverband verder gevoerd worden.
Lidstaten spraken onverminderd steun uit voor Oekraïne met oog op de voortdurende Russische agressieoorlog. Zij steunden unaniem de verlenging van tijdelijke bescherming voor ontheemden uit Oekraïne. Nederland benadrukte het belang van een Europees gecoördineerde aanpak voor de periode na tijdelijke bescherming, ook met het oog op het voorkomen van secundaire migratiestromen. Daarbij verwees Nederland naar het belang van terugkeer van Oekraïners voor de wederopbouw van het land, indien de situatie dit toelaat, en onderstreepte dat dit een integraal onderdeel moet zijn van de gecoördineerde exit-strategie.
Wat betreft de verlenging van de tijdelijke bescherming wezen verscheidene lidstaten wezen op het tijdelijke karakter van de richtlijn, waarbij enkele lidstaten, inclusief Nederland, benadrukten dat indien de situatie tussentijds drastisch verbetert, de reikwijdte en looptijd van tijdelijke bescherming opnieuw beoordeeld zouden moeten worden. Wat betreft de transitie uit tijdelijke bescherming onderschreef het merendeel van de lidstaten het belang van een EU-gecoördineerde aanpak in samenspraak met Oekraïne. Verscheidene lidstaten benoemden het belang van een transitie naar verblijfsstatussen, terwijl andere lidstaten de nadruk legden op terugkeer.
Externe dimensie migratie: Libië
Op verzoek van lidstaten werd de situatie in Libië kort van tevoren toegevoegd aan de agenda van de JBZ-raad. Het Voorzitterschap opende de discussie door de huidige situatie in Libië en de effecten daarvan op de migratiebewegingen naar de EU toe te lichten, gezien de rol van Libië als land van herkomst- en doorreis. De Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) uitten hun zorgen over de situatie in Libië en zegden toe de situatie nauw te blijven monitoren.
Verscheidene lidstaten waaronder Nederland benadrukten het feit dat instabiliteit in Libië serieuze consequenties kan hebben voor de EU op het terrein van veiligheid en migratie en riepen op tot bilaterale en EU-inzet in dit verband.
Raadsconclusies over de EMPACT-cyclus 2026-2029
De JBZ-Raad nam na een korte toelichting door het Voorzitterschap zonder verdere discussie Raadsconclusies over de EMPACT cyclus 2026-2029 aan.3
Toegang tot gegevens voor effectieve rechtshandhaving
De Commissie leidde de discussie in door aan te geven dat snel werk moet worden gemaakt van de eerdere aanbevelingen van de High Level Group on access to data (hierna: HLG).4 Daarbij kondigde de Commissie aan dat op zeer korte termijn de routekaart over toegang tot data voor opsporing, met uitwerking van de aanbevelingen van deze HLG, zal verschijnen. Daarnaast werd benoemd dat een impact assessment is gestart voor dataretentiewetgeving en dat binnenkort een expertgroep van start gaat voor een te verschijnen technologieroutekaart over encryptie.5 De Commissie benadrukte het belang van goede communicatie over dit thema en dat het doel van deze initiatieven niet is om de rechtshandhaving zomaar allerlei nieuwe instrumenten te geven, maar dat het gaat om broodnodige stappen om de samenleving en de economie te beschermen.
In een brede rondetafelgesprek spraken de lidstaten steun uit voor de aanbevelingen van de HLG en riepen zij de Commissie op om de aangekondigde routekaarten op korte termijn te presenteren. Veel lidstaten gaven aan dat de juiste balans moet worden gevonden tussen veiligheidsbelangen en fundamentele rechten van EU burgers. Een aantal lidstaten benadrukte dat deze balans nu uitvalt in het voordeel van criminelen, en dat het recht op privacy ook in het online domein niet absoluut is. Een grote aantal lidstaten, alsmede Eurojust en de EU CTC, gaven aan dat wetgeving voor dataretentie op EU-niveau nodig is.
In de interventie gaf Nederland aan uit te kijken naar de routekaart voor het omzetten van de gedane HLG-aanbevelingen. Nederland benadrukte dat opsporing hun bevoegdheden zowel online als offline moet kunnen uitoefenen. Daarbij werd aangegeven dat de EU en haar lidstaten met de kortetermijnacties van start kunnen. Voor wat betreft wetgevende voorstellen is het belangrijk dat de opvolging zorgvuldig en op een transparante manier gebeurt en grondrechten hierin goed worden afgewogen, aldus Nederland.
Europese Interne Veiligheidsstrategie (ProtectEU)
Na een korte introductie door het Voorzitterschap nam de Commissie het woord om de ProtectEU strategie toe te lichten. De Commissie schetste dat de EU wordt geconfronteerd met een nieuw veiligheidslandschap en nieuwe dreigingen. Criminele netwerken zijn steeds meer internationaal en meedogenloos geworden. Ook vervaagt technologie de grens tussen fysieke en digitale criminaliteit. Daarnaast constateert de Commissie dat vijandige staten steeds vaker actief optreden en dat de externe en interne dimensie van veiligheid in elkaar overlopen en dat de inzet op beide vlakken onlosmakelijk verbonden moet zijn. Om deze nieuwe bedreigingen het hoofd te bieden heeft de Commissie op 1 april jl. de interne veiligheidsstrategie ProtectEU gepresenteerd.
In een uitgebreide rondetafelsessie spraken de lidstaten brede steun uit voor de strategie en legde daarbij ieder hun eigen accenten. Een groot aantal lidstaten benadrukte de noodzaak voor versterking van EU-agentschappen, voor meer inzet op de samenwerking met derde landen, en aandacht voor de online dimensie en cyberveiligheid. Bijna alle lidstaten en de Commissie benoemde verbeterde toegang tot data voor opsporing als zeer belangrijk instrument waaraan met prioriteit gewerkt moet worden.
Nederland stelde het belang van het verbeteren van situationeel bewustzijn en samenwerking op basis van gedeelde informatie nadrukkelijk te steunen, maar tegelijk te hechten aan de nationale bevoegdheden op het gebied van inlichtingen. Verder gaf Nederland aan constructief te willen werken aan de verdere optimalisatie Europol. Ook meldde Nederland positief te zijn over de initiatieven tegen georganiseerde criminaliteit, zoals het aanpakken van criminele geldstromen, samenwerking in havens, de bestuurlijke aanpak en mogelijke strafbaarstelling van handel in zwaar vuurwerk. Een aantal andere grote lidstaten pleitte tevens voor de aanpak van zwaar vuurwerk en riep hierbij de Commissie op om actie te ondernemen.
Het tegengaan van veiligheidsuitdagingen: beoordeling door de Europese Binnenlandse Inlichtingendiensten
In besloten setting gaf het hoofd van de veiligheidsdienst van het Voorzitterschap, namens de Europese veiligheidsdiensten, de periodieke briefing over de huidige veiligheidssituatie in de EU. Er werd opgeroepen tot verdere samenwerking van inlichtingendiensten en versterking van het Single Intelligence Analysis Capacity (SIAC) als single point of entry voor inlichtingen richting de EU-instellingen, zoals ook wordt onderstreept in de ProtectEU en Preparedness Union strategieën. De EU CTC uitte daarnaast nog zorgen over de online radicalisering van jongeren, die veel tijd online besteden. De EU CTC constateerde daarbij dat de bereidheid van big tech om samen te werken en op te treden fors is afgenomen.
Werklunch – Terugkeer
Tijdens een informele besloten lunchbespreking stonden lidstaten stil bij het onderwerp terugkeer. Onderwerpen van gesprek waren het voorstel voor een terugkeerverordening en het in te zetten instrumentarium om de samenwerking met derde landen op het gebied van terugkeer te verbeteren. De Commissie sprak haar zorgen uit over het feit dat terugkeerpercentages in lidstaten nog te laag zijn en erkende dat lidstaten meer instrumenten nodig hebben om invloed uit te oefenen op derde landen in het kader van terugkeer. De Commissie verwees in dat kader naar de mogelijkheden onder het recent voorgestelde Pact voor de Mediterrannee en conditionaliteit van financiering ten aanzien van derde landen zoals opgenomen in het Meerjarig Financieel Kader (MFK). EDEO benadrukte het belang van betere communicatie met landen van herkomst en dat verbeterde samenwerking tussen EU-delegaties en nationale ambassades hierbij kan helpen.
Over het voorstel voor een terugkeerverordening gaven verscheidene lidstaten, waaronder Nederland, aan dat snelle afronding van de Raadsonderhandelingen van belang is. Vrijwel alle lidstaten waren het eens dat alle beschikbare instrumenten ingezet moeten worden. Verder pleitte verscheidende lidstaten, waaronder Nederland, voor het versterken van artikel 25bis van de Visumcode en maatregelen onder het Algemeen Preferentieel Stelsel. Conform de eerdere toezegging aan uw Kamer in het Commissiedebat over de JBZ-Raad van 12 en 13 juni (vreemdelingen- en asielbeleid) van 11 juni jl., heeft Nederland tijdens de JBZ-Raad van 13 juni jl. aangegeven de geest van de brief van Denemarken en Italië en andere lidstaten over het EVRM te steunen en open te staan voor dialoog. Nederland heeft daarbij aangegeven niet op de stoel van de rechter te willen zitten.
Asiel- en migratiepact: implementatie
De Commissie presenteerde de voortgangsrapportage voor de implementatie van het asiel- en migratiepact en spoorde lidstaten aan vaart te blijven maken. De Commissie vroeg met name aandacht voor de implementatie van Dublin, de inrichting van adequate capaciteit voor de verplichte grensprocedures, het verbeteren van de opvang en de voorbereiding van het hernieuwde Eurodac-systeem. De Commissie benoemde ook de voorbereidingen voor de eerste jaarlijkse asiel- en migratiecyclus dit najaar, waar het solidariteitsmechanisme onderdeel van is. Nederland hecht ten zeerste aan goede implementatie van het asiel- en migratiepact door alle lidstaten. Het kabinet verwelkomt daarom dat de Commissie vanaf nu regelmatig voortgangsrapportages publiceert en daarin ook uitdagingen in specifieke lidstaten benoemt. Doel daarvan moet zijn om uitdagingen ook op politiek niveau met elkaar te bespreken en waar nodig extra acties te identificeren. In de Raad heeft Nederland dan ook het voortgangsrapport verwelkomd, rekenschap gegeven van de uitdagingen die voor Nederland geconstateerd zijn en benadrukt dat wat Nederland betreft betere implementatie van Dublin essentieel is voor het behoud van de balans tussen solidariteit en verantwoordelijkheid.
Staat van het Schengengebied
a) Commissie rapport over de Staat van het Schengengebied 2025
b) Prioriteiten voor de Schengenraadscyclus 2025-2026
Tijdens dit agendapunt bespraken de Commissie en lidstaten de Staat van het Schengengebied en de prioriteiten voor de Schengencyclus voor het komende jaar. De prioriteiten zijn: 1) het verbeteren en versnellen van de implementatie van grootschalige IT-systemen; 2) het versterken van de buitengrenzen en terugkeer; en 3) het verbeteren van interne veiligheid, terwijl we streven naar het waarborgen van vrijheid van beweging in een gebied zonder binnengrenscontroles. De Commissie riep lidstaten op tot het implementeren van de aanbevelingen op basis van de Schengenevaluaties om tekortkomingen tegen te gaan. Verder ging de Commissie in op effectieve implementatie en gebruik van de IT-systemen (EES, ETIAS, VIS) en de nood voor goede informatie-uitwisseling tussen lidstaten. Ook promootte de Commissie versterkte politiesamenwerking als alternatief voor de binnengrenscontroles. EDEO focuste op de externe dimensie van Schengen en gaf aan een communicatiecampagne te willen starten, zodat de regels en verplichtingen voor het binnenkomen van Schengen duidelijk zijn voor derde landen. Verder riep EDEO op het visum acquis volledig te implementeren.
Lidstaten uitten brede steun voor de voorgestelde prioriteiten. Veel lidstaten benadrukten dat de focus moet liggen op het versterken van de buitengrenzen en het verbeteren van terugkeer. Lidstaten stonden ook stil bij de uitdagingen voor de Schengenzone, zoals de oorlog in Oekraïne, instrumentalisering, secundaire migratie, gebrekkige (effectuering van) terugkeer en georganiseerde criminaliteit. Een aantal lidstaten was kritisch over de herinvoering van de binnengrenscontroles door verscheidene lidstaten en riepen de Commissie op hier tegen te acteren. Enkele lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan dat de volledige implementatie van Dublin, het asiel- en migratiepact en het Schengen acquis hierin ook van belang zijn. Sommige lidstaten verwezen verder naar de noodzaak voor meer flexibiliteit en financiering onder het nieuwe MFK. Cyprus sprak bovendien de ambitie uit om aan het einde van het jaar technisch gereed te zijn en daarmee toe te willen treden tot de Schengenzone. Nederland benadrukte het belang van het tegengaan van secundaire migratie en goede Schengengovernance om kwetsbaarheden in de Schengenzone aan te pakken en te waarborgen dat het acquis volledig wordt geïmplementeerd.
Implementatie van interoperabiliteit en Verordening betreffende een gefaseerde ingebruikneming van het Entry/Exit-systeem (EES)
De Commissie en eu-Lisa gaven een update over de
interoperabiliteitstijdlijn en stelden vast dat na
de gereedmeldingen van de overgebleven lidstaten, waaronder Nederland,
de stapsgewijze implementatie van het EES conform de eerder
overeengekomen tijdlijn in oktober kan starten. In mei is een politiek
akkoord bereikt in de triloog over deze aanvullende verordening om de
stapsgewijze implementatie mogelijk te maken. De stapsgewijze
implementatie zal gepaard gaan met een informatiecampagne voor
derdelanders. Het European Travel
Information and Authorisation System (ETIAS) zal zes maanden na
de volledige inwerkingtreding van EES van start gaan (Q4 2026). De
Commissie stelde voor de financiële bijdrage die reizigers aan ETIAS
moeten doen op te hogen om kostendekkend te zijn. Dit zal op technisch
niveau met de lidstaten verder worden besproken. Wanneer opportuun
informeert het kabinet uw Kamer hierover. Eurodac (European
Dactyloscopy, de EU vingerprintdatabase) staat gepland voor het tweede
kwartaal van 2026.
Werkprogramma van het inkomend Deense Voorzitterschap
Op beide dagen van de JBZ-Raad lichtte het aankomende Deense Voorzitterschap de prioriteiten van het komende semester toe. Denemarken benoemde de aanpak van grensoverschrijdende misdaad als eerste prioriteit, met aandacht voor steun aan de EU-agentschappen en de samenwerking hierop met derde landen. Ook zal Denemarken aan de slag gaan met het aankomende richtlijnvoorstel over vuurwapens. Technologie en misdaad zal de tweede prioriteit van het Deense Voorzitterschap worden, met aandacht voor de aanpak van kindermisbruik online. Migratie is daarnaast een van de prioriteiten. Denemarken wil de nadruk leggen op versterken van buitengrenzen, terugkeer naar derde landen met het overkoepelende doel om terugkeer makkelijker te maken. Innovatieve oplossingen en creatieve oplossingen acht Denemarken nodig. Tijdige implementatie van het asiel- en migratiepact is verder als zeer belangrijk genoemd. Denemarken gaf verder aan de bestrijden van straffeloosheid, de versterking van de kapitaalmarktunie, EU-EVRM toetreding en de bescherming van kwetsbare volwassenen voort te zetten. Hiermee sluiten de Deense prioriteiten goed aan bij de inzet van het kabinet.
Overige onderwerpen
a. De strijd tegen drugshandel en georganiseerde misdaad
Het Voorzitterschap gaf aan dat de hele maatschappij nodig is voor de strijd tegen georganiseerde criminaliteit - bijvoorbeeld douane, maar ook zorgdiensten. Dit is ook belangrijk met het oog op de bescherming van private sector en burgermaatschappij. Er zijn meer publiek-private partnerschappen (PPP’s) nodig om infiltratie tegen te gaan. Het Voorzitterschap benoemde het belang van de EU-havenalliantie, waarvoor op 21 juli a.s. een ministeriele bijeenkomst plaatsvindt.
High-Level bijeenkomst van EU-CELAC (coördinatie- en samenwerkingsmechanisme inzake drugs) (Warschau, 8 mei 2025)
Het Voorzitterschap benadrukte het belang van samenwerking met partners in CELAC-regio (Latijns-Amerika en de Cariben). Ook uitte het Voorzitterschap tevreden te zijn met de resultaten tot nu toe. Er zijn nieuwe plannen vastgesteld voor de komende twaalf maanden en met EL PAcCTO hebben de EU en haar lidstaten een nuttig instrument om dit verder te brengen. Zoals uw Kamer bekend, neemt Nederland hier actief aan deel. Ook is informatie uitgewisseld over drugsnetwerken - cocaïne, synthetisch, en over preventie.
c. Schengenverklaring 40 jaar viering
De Schengenverklaring werd zonder discussie aangenomen. Het Voorzitterschap stond kort stil bij het belang van de Schengenzone voor de Europese vrijheid en veiligheid en riep lidstaten op de instrumenten uit de Schengenverklaring te gebruiken om de Schengenzone te waarborgen. Nederland waardeert dat de Schengenraad met deze verklaring het belang van een robuust beheer van de buitengrenzen, een hoog niveau van interne veiligheid en het consolideren van Schengengovernance onderstreept.
d. Herziene verordening van de Raad betreffende de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten en verblijfsdocumenten van burgers van de Unie
De JBZ-Raad heeft zonder discussie ingestemd met het voorstel voor de Verordening betreffende identiteitskaarten, dat als zogeheten A-punt op de agenda stond, waarmee de veiligheidsnormen voor identiteitskaarten en verblijfsdocumenten worden verhoogd.
Kamerstuk 22 112, nr. 3840.↩︎
Council conclusions strengthening judicial cooperation third countries↩︎
Council defines the EU’s crime-fighting priorities for the next years - Consilium↩︎
Zie High-Level Group (HLG) on access to data for effective law enforcement - European Commission. Zie ook verslag van de JBZ-Raad van 12 en 13 december 2024, Kamerstuk 32 317, nr. 925.↩︎
Deze twee voorstellen zijn ook aangekondigd in de ProtectEU strategie: EUR-Lex - 52025DC0148 - EN - EUR-Lex↩︎