Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte Voorzitter,

Op 18 juni jl. ontving ik van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur een brief (Kamerstuk 33118, nr. 295) met het verzoek om geen onomkeerbare stappen te zetten ten aanzien van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en van het Besluit kwaliteit leefomgeving (bescherming wolf en goudjakhals) voordat de behandeling van het ontwerpbesluit in de Kamer is afgerond. Ik heb hierover ook met u gesproken tijdens het Commissiedebat Natuur op 19 juni.

Met deze brief maak ik kenbaar dat ik uitvoering zal geven aan uw verzoek om geen onomkeerbare stappen te zetten voordat de Kamerbehandeling van het ontwerpbesluit is afgerond. Wel wil ik uw Kamer met klem verzoeken de (procedurele of inhoudelijke) behandeling van het ontwerpbesluit af te ronden vóór de afloop van de voorhangperiode op 8 juli a.s., zodat het ontwerpbesluit voor spoedadvies aan de Raad van State kan worden voorgelegd.

Het ontwerpbesluit moet ertoe leiden dat zo spoedig mogelijk na de verplaatsing van de wolf van bijlage IV (strikt beschermd) naar bijlage V (beschermd) van de Habitatrichtlijn, weer specifieke bescherming voor de wolf in de nationale wetgeving is geregeld. De lidstaten wordt in het Europese besluit tot wijziging van de Habitatrichtlijn 18 maanden geboden om de nationale wetgeving aan te passen. Het is echter wenselijk om op zo kort mogelijke termijn te voorzien in een nationaal wettelijk kader dat bescherming biedt èn aangrijpingspunten bevat voor een adequate aanpak van incidenten met wolven. In de periode vanaf de datum waarop de wijziging van de Habitatrichtlijn in werking treedt tot de datum waarop het voorgehangen wijzigingsbesluit van kracht wordt, is de wolf alleen beschermd onder de specifieke zorgplicht voor soorten, zoals neergelegd in artikel 11.27 van het Besluit activiteiten leefomgeving, en is het beperkt mogelijk snel te acteren bij incidenten met probleemwolven.

Om het handelingsperspectief te vergroten en een dringend probleem te kunnen adresseren, is het van belang dat het wijzigingsbesluit zo spoedig mogelijk van kracht kan worden. Vele bestuurders uit gemeenten en provincies hebben het afgelopen jaar kenbaar gemaakt dat zij meer handelingsperspectief verlangen vanuit het Rijk. Dit besluit kan daar eindelijk invulling aan geven. Wanneer de voorlegging aan de Raad van State niet aansluitend op de op 8 juli a.s. eindigende voorhangperiode kan plaatsvinden, resulteert dit in een aanzienlijke vertraging van het proces.

Jean Rummenie

Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur