[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid 7-8 juli 2025

Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Brief regering

Nummer: 2025D29531, datum: 2025-06-24, bijgewerkt: 2025-06-30 09:12, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 31-793 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken.

Onderdeel van zaak 2025Z13041:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 793 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2025

Op 7 en 8 juli aanstaande vindt de Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid plaats te Aalborg, Denemarken. Hierbij zend ik u de Geannoteerde Agenda voor deze Raad toe. Conform mijn toezegging in het Commissiedebat over de Formele Raad van 19 juni jl., stuur ik u ook een update over de Nederlandse inzet ten aanzien van het thema eerlijke arbeidsmobiliteit.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Y.J. van Hijum

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSB) 7-8 JULI 2025

In deze Geannoteerde Agenda treft u aan:

  • Informatie over de Informele Raad WSB van 7-8 juli 2025

Informatie over de Informele Raad WSB, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 7-8 juli 2025

In het nu volgende informeer ik u over de Informele Raad WSB, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 7-8 juli 2025. De Informele Raad vindt plaats in Aalborg, Denemarken. Ik ben voornemens deel te nemen aan de Informele Raad. Tijdens het Commissiedebat van 12 juni jl. over de Formele Raad van 19 juni jl. heb ik tevens toegezegd om in de voorliggende Geannoteerde Agenda een toelichting te geven op de stand van zaken rondom de Nederlandse inzet ten aanzien van eerlijke arbeidsmobiliteit. Deze toelichting vindt u onder het eerste agendapunt van de Informele Raad, dat over ditzelfde thema gaat.

Agendapunt: vrije en eerlijke mobiliteit, met een focus op de belangrijkste uitdagingen met betrekking tot de detachering van werknemers, inclusief onderdanen van derde landen

Doel Raadsbehandeling
Het Deens Voorzitterschap beoogt een paneldiscussie met een aantal ministers te houden, waar ook Enrico Letta, auteur van het rapport Much more than a market1, aan deel zal nemen. Daaropvolgend zal een bredere gedachtewisseling worden gehouden over vrije en eerlijke arbeidsmobiliteit, met een focus op de belangrijkste uitdagingen met betrekking tot de detachering van werknemers, inclusief onderdanen van derde landen.

Inhoud/achtergrond
Een discussiedocument ten behoeve van de paneldiscussie en de gedachtewisseling is ten tijde van het opstellen van deze Geannoteerde Agenda nog niet beschikbaar.

Inzet Nederland
EU-arbeidsmigranten leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse en Europese economieën. Tegelijkertijd kent arbeidsmigratie ook schaduwzijden. Arbeidsmigranten ontvangen vaak nog steeds niet de woon- en werkomstandigheden waar zij recht op hebben, wat kan leiden tot een race to the bottom op arbeidsvoorwaarden- en omstandigheden. In mijn gesprekken met de Europese Commissie, andere EU-lidstaten en leden van het Europees Parlement vraag ik dan ook consequent aandacht voor het belang van eerlijke arbeidsmobiliteit. Zo heb ik het onderwerp op verschillende momenten besproken met uitvoerend vicevoorzitter van de Commissie, Roxana Mînzatu, onder meer tijdens haar recente bezoek aan Nederland. Het in goede banen leiden van arbeidsmigratie vraagt immers internationale samenwerking, zowel binnen de EU als daarbuiten. Ik verwelkom dan ook dat het thema steeds prominenter op de Europese agenda komt. De Commissie heeft recentelijk een pakket over eerlijke arbeidsmobiliteit aangekondigd (Fair Labour Mobility Package), dat naar verwachting in de eerste helft van 2026 zal worden gepubliceerd. Eerlijke arbeidsmobiliteit is bovendien één van de prioriteiten op SZW-terrein van het Deense EU-voorzitterschap.

In Europees verband zet ik me onder meer in voor het aanpakken van onrechtmatige detachering van derdelanderwerknemers door het verduidelijken van het juridisch kader. Nederland heeft hiertoe o.a. het initiatief genomen voor een gezamenlijk position paper on the posting of third country nationals, waarover ik uw Kamer eerder heb geïnformeerd.2

Met dit position paper probeert Nederland, samen met gelijkgezinde lidstaten, de Commissie te overtuigen van de noodzaak om met een initiatief te komen om het juridisch kader te verduidelijken.

Er bestaan verschillende opties om het juridisch kader op EU-niveau te verduidelijken, waaronder het introduceren van een nieuwe richtlijn, het wijzigen van bestaande wetgeving, en het ontwikkelen van richtsnoeren. Deze oplossingsrichtingen kennen voor- en nadelen, die nader zullen worden toegelicht in de verkenning die, mede naar aanleiding van de motie-Paternotte c.s.3, binnenkort aan uw Kamer wordt verzonden. Het is uiteindelijk aan de Commissie om al dan niet met een (wetgevend of niet-wetgevend) initiatief te komen. Voor het kabinet is daarin het doel van verduidelijking van het juridisch kader het belangrijkst.

Zoals toegelicht in hetzelfde position paper is naast duidelijke regels ook effectieve handhaving van belang. Het verduidelijken van het juridisch kader en het versterken van grensoverschrijdende handhaving gaan immers hand in hand. Daarom zet ik in op een sterke Europese Arbeidsautoriteit (hierna: ELA). De ELA bevordert de samenwerking tussen EU-landen, coördineert gezamenlijke inspecties, maakt analyses en risicobeoordelingen, en bemiddelt in geschillen tussen EU-landen op het gebied van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit en handhaving. Op 26 mei jl. heeft de Commissie haar eerste evaluatie van de ELA gepubliceerd. Het kabinet heeft gedurende de totstandkoming van de evaluatie ingezet op vier prioriteiten: 1) blijvende aandacht voor de uitdagingen rond detachering van derdelanders 2) de ELA haar analysemogelijkheden volledig laten benutten, specifiek bij de verwerking van persoonsgegevens, om tot risicoanalyses te komen vanuit Europees perspectief 3) een proactieve rol voor de ELA bij het initiëren van gezamenlijke inspecties, en 4) het verbeteren van de (toegang tot) informatievoorziening om de positie van kwetsbare groepen arbeidsmigranten te verbeteren. Zoals toegelicht in de Geannoteerde Agenda4 van de Formele Raad WSB van 19 juni jl. heeft de evaluatie aandacht voor deze prioriteiten en concludeert de evaluatie dat gerichte wijzingen van het mandaat de ELA zouden kunnen versterken. De Commissie zal naar verwachting in de eerste helft van 2026 een voorstel publiceren als onderdeel van het eerdergenoemde pakket ter bevordering van eerlijke arbeidsmobiliteit.

En ook breder blijf ik kijken naar mogelijkheden om eerlijke arbeidsmobiliteit te bevorderen. De Commissie heeft in de aankondiging van de publicatie van het pakket over eerlijke arbeidsmobiliteit genoemd dat het opvolging wil geven aan de pilot voor een Europese sociale zekerheidspas (ESSPASS).5 Zoals toegelicht in de Geannoteerde Agenda van de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 2 december 2024, heeft ESSPASS de potentie om handhaving van sociale zekerheidsrechten te bevorderen, doordat snel over de grenzen heen kan worden nagegaan of de digitale documenten geldig zijn en of er wijzigingen hebben plaatsgevonden6. Het kabinet vindt het daarbij belangrijk om naast de bijdrage die digitalisering kan leveren aan eerlijke arbeidsmobiliteit, ook in kaart te brengen hoe een ESSPASS kan bijdragen aan verbeterde dienstverlening aan EU-burgers en het vereenvoudigen van de internationale uitvoering en handhaving. Bij de beoordeling van een toekomstig voorstel zal het kabinet ook aandacht geven aan belangrijke randvoorwaarden zoals privacy, dataveiligheid en vrijwillig gebruik. Ten slotte werkt het kabinet ook actief samen met zendende lidstaten om informatievoorziening in landen van herkomst te verbeteren. Het is immers belangrijk dat arbeidsmigranten voorafgaand aan hun vertrek goed voorbereid zijn op werken, wonen en leven in Nederland en op de hoogte zijn van hun rechten en plichten.

Gedurende de Informele Raad neem ik op verzoek van het Deens Voorzitterschap deel aan de paneldiscussie over eerlijke arbeidsmobiliteit. Tijdens deze paneldiscussie zal ik de ambitie van het door de Commissie aangekondigde pakket voor eerlijke arbeidsmobiliteit verwelkomen.

Tevens zal ik de Commissie opnieuw oproepen om het juridisch kader ten aanzien van detachering te verduidelijken. Ook zal ik deze mogelijkheid aangrijpen om de Nederlandse prioriteiten voor een sterkere Europese Arbeidsautoriteit (ELA) onder de aandacht te brengen.

Agendapunt: concurrentievermogen op het gebied van werkgelegenheid

Doel Raadsbehandeling
Het Deens Voorzitterschap beoogt een gedachtewisseling te houden over concurrentievermogen op het gebied van werkgelegenheid.

Inhoud/achtergrond
Een discussiedocument ten behoeve van de gedachtewisseling is ten tijde van het opstellen van deze Geannoteerde Agenda nog niet beschikbaar.

Inzet Nederland
In deze veranderende geopolitieke tijden is een gezonde, weerbare en concurrerende Europese economie essentieel om onze belangen te beschermen en brede welvaart te verzekeren. Om het EU-concurrentievermogen te versterken zet het kabinet onder andere in op het bevorderen van talent en vaardigheden7. Een beroepsbevolking met de juiste kennis en vaardigheden is immers noodzakelijk voor een goed werkende en toekomstbestendige arbeidsmarkt en draagt bij aan de arbeidsproductiviteit. Tijdens de Raad zal ik hier aandacht voor vragen. Lidstaten staan op dit gebied voor gedeelde uitdagingen. Daarom zal ik mij positief uitspreken over een faciliterende rol voor de Commissie met betrekking tot het bevorderen van vaardigheden en leven lang ontwikkelen, in lijn met de kabinetsappreciatie op het voorstel van de Commissie voor een Vaardigheidsunie8. Hiernaast zet het kabinet in op een moderne en toekomstbestendige EU-begroting, die onder meer gericht moet worden op het versterken van het Europees concurrentievermogen. Tijdens de Raad zal ik het belang onderschrijven van het investeren in de vaardigheden en sociale inclusie van mensen.


  1. Kamerstukken II, 2023/24, 21501-30, nr. 603.↩︎

  2. Kamerstukken II, 2024/25, 29 861, nr. 158.↩︎

  3. Kamerstuk 29 861, nr. 126.↩︎

  4. Kamerstukken II, 2024/25, 21501-31, nr. 789.↩︎

  5. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=celex:52015DC0192↩︎

  6. Kamerstukken II, 2024/25, 21501-31, nr. 768↩︎

  7. Kabinetsvisie EU-concurrentievermogen↩︎

  8. BNC-fiche Mededeling Vaardigheidsunie↩︎