Preview document (🔗 origineel)

---

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL		2
Vergaderjaar 2024-2025
36 703	Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de vereisten bij nareis (Wet invoering tweestatusstelsel)
Nr. 36	AMENDEMENT VAN HET LID Boomsma
	Ontvangen 26 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel I, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Aan artikel 11 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Het COA, bedoeld in artikel 2 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers, is bevoegd de vreemdeling, bedoeld in het eerste lid, de verplichting op te leggen:

a. te solliciteren gericht op het verrichten van arbeid voor een werkgever, voor zover dat de vreemdeling ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen is toegestaan;

b. deel te nemen aan cursussen gericht op het verwerven van mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse maatschappij als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet inburgering 2021.

Toelichting

Met dit amendement krijgt het COA in de persoon van de directeuren van AZC-locaties de mogelijkheid om een verplichting op te leggen aan asielzoekers en statushouders die daar woonachtig zijn om te solliciteren naar werk dan wel deel te nemen aan andere activiteiten gericht op integratie en het leren van de taal. Het is goed dat mensen aan de slag gaan. In sommige gevallen kan het helpen dat daarbij enige druk kan worden uitgeoefend. Vreemdelingen die werken zijn verplicht een deel van de inkomsten af te staan als vergoeding voor hun verblijf. Dat helpt om de kosten van de opvang te dragen. Daarnaast is het goed als vreemdelingen alvast werkervaring opdoen. Vanuit meerdere gesprekken met opvanglocaties is gebleken dat de mogelijkheid om een dergelijke verplichting op te leggen wenselijk is en sterk kan bijdragen aan een goede tijdsbesteding op de opvanglocaties en het voorkomen van overlast.

Boomsma