Nota van wijziging
Wijziging van de Wet veiligheidsonderzoeken in verband met de invoering van een locatiegebonden verklaring van geen bezwaar en enkele andere wijzigingen ter verbetering van de uitvoerbaarheid van deze wet (Wet verbetering uitvoering Wet veiligheidsonderzoeken)
Nota van wijziging
Nummer: 2025D30128, datum: 2025-06-26, bijgewerkt: 2025-07-01 15:40, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Aanbiedingsbrief
- Beslisnota bij 36676 Nota van wijziging inzake Wet verbetering uitvoering Wet veiligheidsonderzoeken
Onderdeel van kamerstukdossier 36676 -7 Wijziging van de Wet veiligheidsonderzoeken in verband met de invoering van een locatiegebonden verklaring van geen bezwaar en enkele andere wijzigingen ter verbetering van de uitvoerbaarheid van deze wet (Wet verbetering uitvoering Wet veiligheidsonderzoeken).
Onderdeel van zaak 2025Z00249:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Medeindiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Onderdeel van zaak 2025Z13329:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-01-14 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-01-23 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-02-06 14:00: Wijziging van de Wet veiligheidsonderzoeken in verband met de invoering van een locatiegebonden verklaring van geen bezwaar en enkele andere wijzigingen ter verbetering van de uitvoerbaarheid van deze wet (Wet verbetering uitvoering Wet veiligheidsonderzoeken) (TK 36676) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-06-17 20:00: Extra procedurevergadering commissie BiZa (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-07-03 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Wijziging van de Wet veiligheidsonderzoeken in verband met de invoering van een locatiegebonden verklaring van geen bezwaar en enkele andere wijzigingen ter verbetering van de uitvoerbaarheid van deze wet (Wet verbetering uitvoering Wet veiligheidsonderzoeken).
36 676
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel wordt als volgt gewijzigd:
A
Onderdeel J wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 10a wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De werkgever gebruikt voor het aanmelden en afmelden van personen
in het register, alsmede voor het vaststellen of de persoon die hij met
een vertrouwensfunctie beoogt te belasten reeds beschikt over een
geldige verklaring, het burgerservicenummer van de betrokken
persoon.
Toelichting
Met deze nota van wijziging wordt in het wetsvoorstel Wet verbetering uitvoering Wet veiligheidsonderzoeken expliciet voorgeschreven dat werkgevers voor het aanmelden en afmelden van personen in het register, alsook voor het raadplegen van het register, gebruik maken van het burgerservicenummer (BSN).
Artikel I, onderdeel J van het wetsvoorstel (het nieuwe artikel 10a) voorziet erin dat in het register onder andere het BSN van vertrouwensfunctionarissen wordt opgenomen. Dit betekent dat de werkgever het BSN gebruikt bij het aanmelden van personen, nu bij die aanmelding vanzelfsprekend de in het register op te nemen gegevens moeten worden verstrekt. In het wetsvoorstel is niet voorzien in het gebruik van BSN voor het raadplegen van het register door werkgevers of voor het afmelden van personen. Deze keuze is gebaseerd op de wens het gebruik van het BSN door werkgevers te beperken tot die gevallen waarin dit gebruik noodzakelijk is.
Bij de totstandkoming van het wetsvoorstel is het gebruik van het BSN bij het raadplegen van het register en het afmelden van personen in eerste instantie niet noodzakelijk geacht. Het register bevat immers andere gegevens waarmee een persoon geïdentificeerd kan worden. Zodoende werd voor het raadplegen van het register voorzien dat gebruik zou worden gemaakt van de combinatie van naam, achternaam en geboortedatum om de betrokkene te identificeren. Voor het afmelden van personen zouden deze gegevens kunnen worden aangevuld met het kenmerk van de verklaring, de aanduiding van de werkgever en de datum waarop de betrokkene is belast met de vertrouwensfunctie.
Sindsdien is het bewustzijn gegroeid dat deze gegevens, hoewel zeer onwaarschijnlijk, bij verschillende personen overeen kunnen komen. Twee personen kunnen immers op dezelfde dag geboren zijn en exact dezelfde naam en achternaam hebben. Indien één van deze personen is opgenomen in het register en het register vervolgens wordt geraadpleegd ten aanzien van de ander, dan zal uit deze raadpleging ten onrechte een ‘hit’ volgen. Naar de betrokkene wordt in dat geval ten onrechte géén veiligheidsonderzoek ingesteld, en bovendien wordt onbedoeld informatie naar buiten gebracht over de persoon die toevallig dezelfde naam, achternaam en geboortedatum heeft als de persoon waarop het register wordt geraadpleegd. Dit wordt voorkomen door het gebruik van het BSN voor te schrijven.
Een nog minder waarschijnlijke – maar desalniettemin niet uit te sluiten – mogelijkheid bestaat bij het afmelden van een persoon in het register. Het is in theorie mogelijk dat twee personen met dezelfde naam, achternaam en geboortedatum bij dezelfde werkgever in dienst zijn en vertrouwensfuncties vervullen. Zodoende is ook hiervoor het gebruik van het BSN door de werkgever gewenst zodat een afmelding altijd de juiste persoon betreft. Hiertoe wordt middels deze nota van wijziging een nieuw lid toegevoegd aan het voorgestelde artikel 10a.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
De minister van Defensie,
R.P. Brekelmans