Nader gewijzigd amendement van de leden Grinwis en Erkens ter vervanging van nr. 65 over het vaststellen van één kostengebaseerd tarief als een warmtebedrijf voor meerdere kavels is aangewezen
Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2025D30309, datum: 2025-06-26, bijgewerkt: 2025-06-26 16:47, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.A. Grinwis, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
- Mede ondertekenaar: S.P.A. Erkens, Tweede Kamerlid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 36576 -113 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte).
Onderdeel van zaak 2025Z13405:
- Indiener: P.A. Grinwis, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.P.A. Erkens, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 576 | Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte) | |
Nr. 113 | nader gewijzigd AMENDEMENT VAN De LEDEN grinwis En ERKENS ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 65 | |
Ontvangen 26 juni 2025 | ||
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: |
I
Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
3a. In het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen, kunnen de methodes, bedoeld in het tweede lid, op voorstel van dat warmtebedrijf en met instemming van de colleges van de gemeente waarin de betreffende kavels waarvoor het warmtebedrijf is aangewezen, zijn gelegen, zodanig worden vastgesteld dat voor meerdere warmtekavels gezamenlijk dezelfde maximale tarieven worden vastgesteld of berekend die het aangewezen warmtebedrijf in rekening kan brengen voor de goederen en diensten, bedoeld in artikel 7.1, tweede lid.
2. In het vijfde lid wordt na “vastgesteld” ingevoegd “, tenzij een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen en overeenkomstig lid 3a maximale tarieven voor deze warmtekavels gezamenlijk worden vastgesteld”.
3. Na het zevende lid, onderdeel c, worden twee onderdelen ingevoegd:
ca. of, in het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen, de methodes, bedoeld in het tweede lid, zodanig worden vastgesteld dat de maximale tarieven worden vastgesteld of berekend per warmtekavel of voor meerdere warmtekavels gezamenlijk, waarvoor het warmtebedrijf is aangewezen, als bedoeld in lid 3a;
cb. De procedure volgens welke de methodes, bedoeld in het tweede lid, overeenkomstig lid 3a worden vastgesteld en de voorwaarden waaronder de instemming van een college kan worden ingetrokken;,
II
Artikel 7.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt “warmtebedrijf of”.
2. Na het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
3a. In het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen, kan de methode, bedoeld in het eerste lid, op voorstel van dat warmtebedrijf met instemming van de colleges van de gemeenten waarin de betreffende kavels waarvoor het warmtebedrijf is aangewezen, zijn gelegen, zodanig worden vastgesteld dat meerdere warmtekavels gezamenlijk dezelfde beoogde of toegestane inkomsten worden vastgesteld van het aangewezen warmtebedrijf ten behoeve van het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 2.12.
3. Na het vijfde lid, onderdeel b, worden twee onderdelen ingevoegd:
ba. of, in het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen, de methode, bedoeld in het eerste lid, zodanig wordt vastgesteld dat de beoogde of toegestane inkomsten worden vastgesteld per warmtekavel of voor meerdere warmtekavels gezamenlijk, waarvoor het warmtebedrijf is aangewezen als bedoeld in lid 3a;
bb. de procedure volgens welke de methode, bedoeld in het eerste lid, overeenkomstig lid 3a worden vastgesteld en de voorwaarden waaronder de instemming van een college kan worden ingetrokken;.
III
Artikel 7.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
2a. In het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen en de beoogde of toegestane inkomsten voor dat warmtebedrijf zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 7.6, lid 3a, is het tariefvoorstel gebaseerd op de op grond van artikel 7.6, lid 3a, vastgestelde beoogde of toegestane inkomsten en stelt het warmtebedrijf tarieven voor, zodanig dat voor meerdere warmtekavels gezamenlijk, waarvoor het warmtebedrijf is aangewezen, dezelfde maximale tarieven worden vastgesteld die het aangewezen warmtebedrijf in rekening kan brengen voor de goederen en diensten, bedoeld in artikel 7.1, tweede lid.
2. In het derde lid wordt “artikel 7.6, tweede lid, vervangen door “artikel 7.6, tweede lid en lid 2a”.
Toelichting
Dit amendement maakt het mogelijk dat er één kostengebaseerd tarief wordt vastgesteld voor meerdere kavels waarvoor een warmtebedrijf is aangewezen, als de gemeenten waarin deze kavels zijn gelegen, daarmee instemmen. Het kan gaan om alle kavels van het warmtebedrijf of een subset van kavels. Dat maximale tarief kan het aangewezen warmtebedrijf dan voor desbetreffende kavels in rekening brengen. Na nader onderzoek naar de effecten van deze socialisering, zal, mits verantwoord, in een algemene maatregel van bestuur de voorgestelde maatregel mogelijk worden gemaakt. Door alle gebruikers die zijn aangesloten op collectieve warmtevoorzieningen bij hetzelfde warmtebedrijf hetzelfde tarief te laten betalen, is de verwachting van de indieners dat er minder verschillen tussen de tarieven zullen ontstaan en daardoor de tarieven voor een deel van de verbruikers lager zullen zijn, omdat er sprake zal zijn van betere risicospreiding. Tevens kan dit de uitlegbaarheid en het draagvlak ten goede komen. De tarieven worden conform het voorliggende wetsvoorstel door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) per kavel bepaald. Dit volgt uit de kavelsystematiek die in het wetsvoorstel is opgenomen. De maximale tarieven zijn namelijk van toepassing op een aangewezen warmtebedrijf en de aanwijzing van een warmtebedrijf geldt voor een specifieke kavel. De ACM stelt vanaf fase 2 of maximale tarieven vast, of tariefformules, waarmee het warmtebedrijf zijn maximale tarieven berekent. Deze tarieven of tariefformules kunnen verschillend per type collectieve warmtevoorziening worden vastgesteld.
De indieners achten het onwenselijk dat op wetsniveau vastligt dat de tarieven straks in alle gevallen op kavelniveau worden bepaald als een warmtebedrijf voor meerdere kavels is aangewezen. De verwachting is namelijk dat de tarieven per kavel sterk uiteen kunnen gaan lopen. Dit zal, zo verwachten de indieners, begrijpelijkerwijs door veel burgers niet als rechtvaardig worden gezien, met verder afnemend draagvlak tot gevolg. Om deze reden stellen indieners met dit amendement voor om het mogelijk te maken één kostengebaseerd tarief vast te stellen of te berekenen voor meerdere kavels waarvoor een warmtebedrijf is aangewezen. Alle gebruikers die klant zijn bij dat warmtebedrijf op de desbetreffende kavels betalen dan hetzelfde tarief. Omdat de kosten dan op bedrijfsniveau worden gesocialiseerd, zal dit zorgen voor minder tariefverschillen voor deze warmteverbruikers. Het geeft warmtebedrijven met meerdere kavels ook de mogelijkheid om de risico’s van de verschillende kavels beter te spreiden. Dit zal zowel in de tweede als de derde fase van de tariefregulering gelden. Om deze reden worden ook de artikelen 7.6 en 7.7 gewijzigd. Als een warmtebedrijf voor meerdere kavels is aangewezen kan de methode voor het berekenen van de beoogde of toegestane inkomsten en de maximale tarieven voor een aantal kavels gezamenlijk worden vastgesteld. Kleine collectieve warmtesystemen vallen buiten de reikwijdte van dit amendement.
Voor het socialiseren van tarieven tussen kavels is de instemming van de gemeenten waarin die kavels zijn gelegen, vereist. Het socialiseren van tarieven tussen kavels die in verschillende gemeenten zijn gelegen beperkt namelijk de regierol van de gemeenten. Zo zijn tarieven voor verbruikers mede afhankelijk van de keuzes ten aanzien van collectieve warmte die in andere gemeenten worden gemaakt. Daarnaast wordt het proces van het vaststellen en wijzigen van uitgewerkte kavelplannen, complexer. In uitgewerkte kavelplannen die gemeenten moeten goedkeuren, wordt namelijk ook een indicatie van tarieven opgenomen. Doordat tarieven op een kavel ook beïnvloed worden door ontwikkelingen op andere kavels, kan het moeilijker zijn om deze indicatie te geven. Daarnaast kunnen gemeenten, door wijzigingen van uitgewerkte kavelplannen niet goed te keuren, investeringen in andere gemeenten mogelijk blokkeren. Daarom bepaalt het amendement dat de keuze voor socialiseren van tarieven tussen kavels alleen kan worden gemaakt als de gemeenten waarin de desbetreffende kavels zijn gelegen, daarmee instemmen. Op deze manier kunnen gemeenten een afweging maken of de voordelen van socialisering opwegen tegen het beperken van hun eigen regierol. Bij of krachtens algemeen maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over deze socialisering.
Daarnaast kunnen ook nadere voorwaarden worden gesteld aan de mogelijkheid voor een gemeente zijn instemming aan deze socialisering in te trekken. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een termijn van een aantal jaar, waarin socialisering na intrekking van de instemming nog van toepassing is. Het zou namelijk tot veel tariefonzekerheid leiden voor verbruikers in een bepaalde gemeente als andere gemeenten plotseling niet meer mee willen doen aan socialisering.
Grinwis
Erkens