Uitvoering van de motie van de leden Paternotte en Boswijk over schaduwvlootschepen of anderszins verdacht opererende schepen tot 393 kilometer uit de kust stoppen en onderzoeken (Kamerstuk 21501-02-3021)
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2025D30343, datum: 2025-06-26, bijgewerkt: 2025-06-27 10:45, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-3181 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2025Z13413:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-07-01 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-07-02 12:15: Procedurevergadering (verplaatst i.v.m. NAVO-top) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Conform mijn toezegging in reactie op de motie van de leden Paternotte (D66) en Boswijk (CDA) over schaduwvlootschepen of anderszins verdacht opererende schepen tot 393 kilometer uit de kust stoppen en onderzoeken1 wij uw Kamer over de kabinetsinzet tegen veiligheidsdreiging die uitgaat van de Russische schaduwvloot op de Noordzee en de mogelijkheden tot het uitvoeren van controle van verzekeringspapieren binnen de Exclusieve Economische Zone (EEZ).
Nederlandse sanctie-inzet schaduwvloot
De aanpak van de schaduwvloot is één van de prioritaire thema’s binnen de kabinetsinzet om via sanctiemaatregelen de economische druk op Rusland te verhogen. Mede op Nederlands initiatief is als onderdeel van het veertiende sanctiepakket tegen de Russische Federatie in juli 2024 een instrument geïntroduceerd waarmee individuele schepen uit de schaduwvloot de toegang tot Europese havens en dienstverlenging ontzegd kan worden. In opeenvolgende sanctiepakketten zijn met dit instrument sancties opgelegd aan 345 schepen. Nederland blijft zich inspannen voor het verder aanvullen van de EU-lijst en synchronisatie met de lijsten van partnerlanden zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Canada, conform de motie Dassen & Boswijk.2
In dit kader is Nederland actief binnen de Shadow Fleet Expert Group, waar ook Denemarken, België, Estland, Frankrijk, Finland, Duitsland, IJsland, Letland, Litouwen, Noorwegen, Polen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk lid van zijn. Nederland verleent binnen deze groep als voortrekker op het vlak van sanctie-ontwikkeling technische bijstand aan andere lidstaten.
Controle verzekeringspapieren in zeestraten
De motie verzoekt de regering aan te sluiten bij landen in de Joint Expeditionary Force (JEF) die zelf verzekeringen van passerende schepen in de EEZ zouden controleren. Het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Zweden, Finland deden op 16 december jl. de aankondiging met deze controles te beginnen. Eind april gaven het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Zweden en Finland tijdens een Shadow Fleet Expert Group Meeting een update van de stand van zaken. Het gaat hierbij om controles in bepaalde smalle zeestraten, te weten het Nauw van Calais tussen het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, het Kattegat tussen Denemarken en Zweden of de Finse Golf tussen Finland en Estland. De nationaal bevoegde maritieme autoriteiten van deze landen roepen (daartoe geselecteerde) olietankers op om verzekeringscertificaten te delen. Sommige landen (bijv. Finland) doen dit bij alle olietankers die door hun EEZ varen, waar andere landen (bijv. VK) alleen de verzekeringspapieren opvragen van olietankers die op een lijst van verdachte olietankers staan. De gebieden waar deze landen schepen oproepen zijn door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) aangewezen als MRS-gebieden (Mandatory Ship Reporting Systems). Binnen deze gebieden beschikken de lokale autoriteiten over meer rechten om gegevens van schepen op te vragen om zo milieu- en veiligheidsrisico’s te beperken. Ook zijn dit gebieden waar gezien de breedte van de zeestraat schepen vanaf land bereikt kunnen worden per marifoon.
Deze Europese landen vragen niet over hun hele EEZ verzekeringspapieren op van Russische olietankers. Controle in de gehele Nederlandse EEZ - die strekt tot 393 kilometer uit de kust - zou voor de genoemde landen en voor Nederland technisch moeilijk implementeerbaar zijn vanwege o.a. het beperkte bereik van de marifoon. Om de gehele 57.000 vierkante kilometer van de Nederlandse EEZ te dekken zal zeer vergaande inzet nodig zijn, zo mogelijk met inzet van vliegtuigen. Ook zijn de juridische mogelijkheden buiten de aangewezen MRS-gebieden beperkt. Daarom is door een coalitie van Europese kuststaten, georganiseerd in onder andere de Shadow Fleet Expert Group, bewust gekozen voor een gezamenlijke aanpak die zich richt op enkele zogeheten “choke points”. In deze coalitie zitten ook kuststaten, waaronder Nederland, die niet beschikken over dergelijke smalle zeestraten of MRS-gebieden die zich lenen als “choke point” voor de controle van verzekeringspapieren. Het Kabinet spreekt nadrukkelijk haar steun uit aan de landen in deze coalitie die gezien hun ligging uitvoering geven aan het opvragen van verzekeringscertificaten.
Samenwerking en gegevensdeling
In deze coalitie van Europese kuststaten zet het kabinet primair in op intensivering van samenwerking met partnerlanden om meer grip te krijgen op Russische olietankers in de Noordzee. In JEF-verband en binnen de Shadow Fleet Expert Group wordt op lopende basis informatie gedeeld die genoemde partnerlanden verzamelen rondom de drie “choke points” in de Noord- en Oostzee. Deze gegevens staan ter beschikking van de Nederlandse maritieme autoriteiten en de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Buitenlandse Zaken. Nederland gebruikt deze informatie onder andere voor de ontwikkeling van nieuwe sanctiemaatregelen.
Daarnaast worden ook in EU-verband gegevens gedeeld die verzameld worden in de MRS-gebieden. Op 19 april jl. is op voorstel van de Europese Commissie besloten om MRS-gebieden in Europa te gebruiken voor het opvragen van verzekeringscertificaten van olietankers. Waar landen nu slechts schepen verzoeken op vrijwillige basis verzekeringscertificaten te delen, worden deze certificaten vanaf implementatie een deel van een groter pakket documenten dat olietankers nu al verplicht moeten aanleveren wanneer door een MRS-gebied gevaren wordt. Dit betekent dat zodra het voorstel van de Europese Commissie geïmplementeerd is, de verzekeringscertificaten van de meeste olietankers in de Nederlandse EEZ beschikbaar zullen zijn voor de Nederlandse maritieme autoriteiten. Dit gebeurt naar verwachting in het vierde kwartaal van 2025 of het eerste kwartaal van 2026. Het gebruik maken van de informatie over schepen in MRS-gebieden biedt een efficiënte aanpak om beter zicht te krijgen op de naleving van regelgeving door passerende zeeschepen. Wanneer verplichte documenten niet aangeleverd worden volgt een aantekening die de kans op controle bij binnenkomst in een Europese haven vergroot. Handhaving op zee is niet mogelijk vanwege het recht op vrije doorvaart. Er zijn zestien MRS-gebieden in Europese wateren en de meeste schepen die door de Nederlandse EEZ varen komen langs minimaal één van deze MRS-gebieden. Vooruitlopend op de implementatie deelt een aantal lidstaten al verzekeringsinformatie die opgevraagd is vanuit MRS-gebieden.
Daarnaast wordt al het scheepvaartverkeer gemonitord door de Kustwacht en de Marine in het Nederlandse deel van de Noordzee. Dit geldt ook voor Russische schepen, schepen gelieerd aan Russische personen of entiteiten, schepen met een RMRS registratie en tankers afkomstig uit Russische havens. Hierover wordt dagelijks gecommuniceerd door de Kustwacht aan mede-uitvoeringsorganisaties en betrokken ministeries.
Intensivering sanctiehandhaving en monitoring
Het kabinet heeft structureel EUR 1.2 mln. per jaar vrijgemaakt voor uitvoering van de sanctiewerkzaamheden en beter toezicht op de schaduwvloot. Het kabinet beziet op dit moment hoe de capaciteit van de Kustwacht kan worden uitgebreid om volledig uitvoering te kunnen geven aan de EU sanctiepakketten en mogelijke uitbreiding daarvan. Hierbij zal de motie Paternotte en Boswijk worden betrokken, naast dat door middel van samenwerking in EU-verband gegevens over verzekeringspapieren van olietankers in de Noordzee al voor een groot deel ter beschikking van de Nederlandse maritieme autoriteiten worden gesteld. IenW is daartoe in overleg met de Kustwacht of, naast de Europese regelgeving op MRS-gebied, het opvragen van verzekeringspapieren doelmatig kan worden ingevuld binnen de taakuitoefening van de Kustwacht. Verdere besluitvorming over de invulling van de taken voor de Kustwacht zal tijdens de eerstvolgende Raad voor de Kustwacht plaatsvinden. Voor toezicht en handhaving op de door Nederland zelf te ontvangen certificaten is mogelijk een rol voor ILT voorzien. Uw Kamer zal hier t.z.t. over worden geïnformeerd.
De minister van Buitenlandse Zaken, De minister van Infrastructuur
en Waterstaat,
Caspar Veldkamp Robert Tieman