Verkennen intentieverklaring met Chemours
Handhaving milieuwetgeving
Brief regering
Nummer: 2025D30592, datum: 2025-06-27, bijgewerkt: 2025-07-02 13:56, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Mede ondertekenaar: A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- Juridische mogelijkheden om Chemours (gedeeltelijk) stil te leggen. Een onderzoek naar de haalbaarheid van de bestuursrechtelijke en de privaatrechtelijke mogelijkheden voor de (bestuursorganen van de) provincie Zuid-Holland
- Beslisnota bij Verkennen intentieverklaring met Chemours
Onderdeel van kamerstukdossier 22343 -428 Handhaving milieuwetgeving.
Onderdeel van zaak 2025Z13515:
- Indiener: R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-07-01 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-07-02 09:30: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-09-30 16:30: Leefomgeving en Externe veiligheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
22 343 Handhaving milieuwetgeving
28 089 Gezondheid en milieu
Nr. 428 Brief van de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2025
Er zijn grote zorgen over de milieu- en gezondheidsrisico’s van PFAS. PFAS wordt overal in Nederland in het milieu aangetroffen waar het vrijwel niet afbreekt. Langdurige blootstelling aan PFAS kan (op termijn) leiden tot nadelige effecten op de gezondheid of het milieu. Het bedrijf Chemours is een van bekendste Nederlandse bronnen van emissies van PFAS in het milieu. Naast Chemours zijn er echter nog vele andere (ook buitenlandse) bronnen waardoor PFAS in het milieu terecht komt. Vanwege de aanwezigheid van een directe bron waar al sinds de jaren zestig bepaalde typen PFAS zijn geëmitteerd, zijn er zeker in de regio Dordrecht zorgen over de risico’s. Met deze brief wordt de Kamer geïnformeerd dat naast een verkenning naar juridische mogelijkheden naar het reduceren van PFAS emissies, ook verkend wordt of met Chemours een intentieverklaring kan worden gesloten over een snellere reductie van PFAS.
Sinds 2015 zijn er door het Rijk, de provincie Zuid-Holland en de gemeenten in de regio Dordrecht belangrijke stappen gezet om de problematiek van PFAS in het algemeen en voor de regio rondom Chemours in kaart te brengen. Daarmee heeft de kennisontwikkeling over de risico’s van PFAS een grote vlucht genomen zowel op regionaal, nationaal als op internationaal niveau. Voor de regio Dordrecht heeft dit er onder andere toe geleid dat er een beter beeld is van de verontreinigingen als gevolg van de emissies uit het verleden. De regio heeft ook het initiatief genomen een specifieke website te ontwikkelen om informatie over PFAS makkelijk te ontsluiten voor de bewoners. Ook zijn door de bevoegde gezagen de eisen in de vergunningen van Chemours aangescherpt en is toezicht en handhaving verstevigd.
Maar de PFAS-problematiek is complex en blijft grote (beleids)inspanningen vereisen. Een voorbeeld hiervan is het nationaal onderzoeksprogramma PFAS van het RIVM dat gericht is op het onderzoeken hoe de blootstelling van de inwoners van Nederland verminderd kan worden. Ander belangrijk speerpunt in de aanpak van het Rijk is de inzet op een Europese PFAS restrictie, een traject dat zorgvuldige besluitvorming vereist en daardoor tijd kost. Uw Kamer heeft daarom via diverse moties 1 opgeroepen te onderzoeken of er nationale juridische maatregelen mogelijk zijn om PFAS-emissies in Nederland sneller te beëindigen via een lozingsverbod. Ook is toegezegd een nationaal PFAS verbod te verkennen. Hierover wordt uw Kamer in een separate brief geïnformeerd.
Gesprek CEO Chemours
Chemours heeft in de afgelopen jaren al belangrijke stappen gezet om de emissies en lozingen van een aantal PFAS-verbindingen te reduceren2. Er is echter nog geen sprake van “nul uit de pijp” en er worden daarnaast ook weer nieuwe PFAS-verbindingen ontdekt die vrijkomen bij het productieproces. Dit is mede een gevolg van het feit dat meet- en analysemethoden voor PFAS in de laatste jaren verbeterd zijn. Bijvoorbeeld door de inzet door Chemours van non-targeted screenings technieken3 kunnen meer PFAS-verbindingen in lagere concentraties worden gemeten, terwijl de procesinstallatie en de hulpstoffen die het bedrijf gebruikt niet substantieel zijn gewijzigd. Deze nieuw aangetoonde verbindingen zijn met name kort-keten PFAS-verbindingen. De bestaande reductietechnieken (bijvoorbeeld actief koolfilters) zijn voor deze verbindingen niet zondermeer effectief. Het reduceren van deze emissies door Chemours vraagt verdere investeringen maar ook tijd om te onderzoeken welke (aanvullende) technieken het beste werken. Dit vraagt ook om een reëel tijdspad in het vergunningsproces met inachtneming van de juridische verplichting tot het vermijden en reduceren van de emissies van PFAS.
Dit alles maakt dat de complexe milieuopgave voor het bedrijf om de emissies en lozingen van PFAS-verbindingen te vermijden of te reduceren, voortduurt en substantiële inspanningen blijft vragen. Daarnaast heeft het bedrijf ook haar verantwoordelijkheid te nemen voor het aanpakken van de nadelige gevolgen van de emissies uit het verleden. Het kunnen doen van al deze investeringen vraagt om een stabiele omgeving en zicht op een gezonde bedrijfsvoering in de toekomst.
Met de CEO van The Chemours Company, het Amerikaans moederbedrijf, is samen met de Nederlandse directie een open gesprek gevoerd, met de vorige minister van IenW en de minister van KGG, over de toekomst van de Chemours vestiging in Dordrecht. Chemours heeft in dit gesprek uitgedragen in principe een toekomst te zien voor de vestiging in Dordrecht en investeringen te willen doen, maar ervaart ook onzekerheid over de toekomst vanwege het fragiele maatschappelijke en politieke draagvlak. Overigens vraagt Chemours niet om een financiële ondersteuning van het Rijk.
Kamermoties betreffende Chemours
Waar het een toekomst betreft voor Chemours zijn twee
Kamermoties die zich specifiek richten op het bedrijf Chemours relevant.
De motie van Esch4 roept op om te onderzoeken hoe
Chemours zo snel mogelijk als mogelijk naar nul uit de pijp kan komen.
Op deze motie wordt verderop in de brief ingegaan.
De motie Hagen5 roept op om alle juridische en wetgevende mogelijkheden in kaart te brengen om de PFAS-productie in Dordrecht uiterlijk in 2025 te stoppen en de Kamer te informeren over de uitkomsten daarvan.
In opdracht van de provincie Zuid-Holland en Rijkswaterstaat hebben de Rijksuniversiteit Groningen en de TU Delft een juridisch onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om Chemours stil te leggen.
De bevindingen zijn vastgelegd in het bijgevoegde rapport van 10 januari 2025 en is eerder gedeeld met de Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland. De onderzoekers hebben drie scenario’s onderzocht en concluderen dat er momenteel weinig tot geen juridische aanknopingspunten zijn om op rechtmatige wijze een bedrijf geheel of gedeeltelijk (tijdelijk) stil te leggen en er dus geen mogelijkheden zijn om uitvoering te geven aan de motie Hagen om de productie in 2025 te laten stoppen.
Onderstaand een samenvatting van de onderzochte scenario’s.
Ambtshalve intrekking van de omgevingsvergunning
Hoewel de Omgevingswet voorziet in bevoegdheden om een omgevingsvergunning ambtshalve in te trekken, gelden hiervoor zeer strikte voorwaarden. De onderzoekers oordelen dat deze voorwaarden zo streng zijn dat de haalbaarheid van intrekking in de praktijk zeer gering is. Bovendien moet altijd eerst worden onderzocht of een aanpassing van de vergunningvoorschriften niet ook het gewenste resultaat zou kunnen bereiken.
Bestuursrechtelijke handhaving bij overtredingen
Bestuursorganen hebben de bevoegdheid om handhavend op te treden bij overtredingen van de geldende milieuregels. Een sanctie moet passen bij de ernst van de overtreding. Het intrekken van een vergunning is een uiterst ingrijpende maatregel en zal slechts in uitzonderlijke gevallen gerechtvaardigd zijn. De haalbaarheid van bestuursrechtelijke maatregelen om een bedrijf stil te leggen wordt dan ook als zeer gering beoordeeld.
Privaatrechtelijke mogelijkheden via de civiele rechter
De provincie heeft de mogelijkheid om bij de civiele rechter een verbod te eisen of een collectieve actie te starten tegen een bedrijf. De onderzoekers concluderen echter dat de kans van slagen van een dergelijke procedure zeer gering is. Vanwege het primaat van het publiekrecht zal een privaatrechtelijke aanpak snel als een ontoelaatbare doorkruising daarvan wordt gezien.
Toekomst Chemours
Een bedrijf heeft alleen bestaansrecht als er voldoende maatschappelijk draagvlak is. Zeker in de regio Dordrecht vormt het herstel van vertrouwen bij de inwoners voor Chemours een uitdaging. Het bedrijf heeft eerste stappen gezet bijvoorbeeld door een plan van aanpak voor de moestuinen. Omwonenden ervaren echter onzekerheid over hun gezondheid, hebben vragen of men veilig kan recreëren en in het algemeen zorgen over de mogelijke risico’s van de historische emissies. Ook ervaren bewoners onduidelijkheid over de precieze omvang van de emissies. Er ligt dan ook een belangrijke opgave voor het bedrijf voor het verbeteren en versterken van het draagvlak bij de omwonenden. De omwonenden moeten ervaren dat Chemours transparant is, hun zorgen serieus neemt en stappen zet in het verder verminderen van de milieubelasting. Dit kan door goed te luisteren naar de zorgen, behoeften en de oplossingen die bewoners voorstaan. Hun inbreng moet herkenbaar doorklinken in te nemen maatregelen.
Met betrekking tot een toekomst voor Chemours is het daarnaast
relevant dat Nederland een van de initiatiefnemers is van een Europees
PFAS restrictievoorstel. In het restrictievoorstel is door de betrokken
kennisinstituten (waaronder het RIVM) voor een groot aantal
productgroepen in kaart gebracht of er alternatieven voor PFAS zijn.
Voor een aantal productgroepen of voor specifieke toepassingen binnen
één productgroep, is er vooralsnog op korte termijn geen alternatief. In
het restrictievoorstel wordt dan ook aanbevolen om voor deze
productgroepen met overgangstermijnen te werken. Het is daarom
aannemelijk dat PFAS-toepassing en -productie nog enige tijd in een
bepaalde mate zal voortduren, ook bij een restrictie.
Ook indien Nederland vooruit zou kunnen lopen op een Europees verbod en
zou overgaan tot een nationaal verbod is het logisch dat in eerste
instantie te richten op toepassingen waar alternatieven voor zijn.
Chemours heeft aangegeven dat de fluorpolymeren die in Dordrecht worden
geproduceerd voornamelijk gebruikt worden in industriële en
professionele toepassingen waar op korte termijn geen alternatieven voor
zijn. Chemours geeft aan dat hun producten onder andere worden toegepast
in de auto-industrie, lucht- en ruimtevaart, halfgeleiders en
elektronica, chemische industrie, industriële machines, energie,
medische- en farmaceutische industrie.
Overigens heeft de toenmalig staatssecretaris van IenW in het Commissiedebat Leefomgeving van 24 april (Kamerstuk 30015, nr. 133) aangegeven dat door het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) naast verboden (met overgangstermijnen) ook wordt gekeken naar alternatieve opties om emissies van PFAS naar het milieu te voorkomen anders dan via een verbod.
Vervolgtraject
Het gesprek met de CEO van Chemours biedt een momentum om te komen tot nadere afspraken met Chemours over verdere (bovenwettelijke) aanpak van de problematiek rondom PFAS en om stappen zetten in het (sneller) verminderen van emissies en lozingen (“nul uit de pijp”) en daardoor de druk op de leefomgeving te verminderen. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie van Esch. Met deze aanpak kan een meer stabiele en constructieve samenwerking tussen alle betrokken partijen worden gecreëerd. Hiermee wordt een door alle betrokken partijen gedragen en voortvarende aanpak van deze problematiek gerealiseerd. Het maken van dergelijke afspraken wordt gezien als een no-regret optie die parallel kan lopen aan eventuele toekomstige aanpassingen in de (nationale of Europese) wet- en regelgeving.
Het voornemen is om op korte termijn te verkennen of met Chemours overeenstemming bereikt kan worden over een intentieverklaring. Randvoorwaarde daarbij is dat het ministerie van IenW (en KGG) inzicht krijgt in de afzetmarkt van Chemours. In deze intentieverklaring spreken Chemours en de betrokken partijen af om over een aantal specifieke onderwerpen later te willen komen tot concrete (doel) afspraken. Bij de verkenning en uitwerking van de intentieverklaring zal worden samengewerkt met het ministerie van KGG vanuit de beleidsverantwoordelijk voor de chemische industrie en verantwoordelijk voor het beleid rond gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen), RWS als bevoegd gezag voor directe lozingen op de Beneden Merwede, de provincie Zuid-Holland als bevoegd gezag voor het verlenen van de Omgevingsvergunning milieu en met de gemeente Dordrecht (ook namens gemeente Sliedrecht, Papendrecht en Molenlanden) als bevoegd gezag voor de bodem.
Punten waar de betrokken partijen in ieder geval afspraken over willen maken zijn:
het concreet invullen van de verantwoordelijkheid van het bedrijf voor de gevolgen van emissies uit het verleden;
het opstellen van een ambitieus (bovenwettelijk) reductieplan voor de resterende emissies van PFAS, andere ZZS en gefluoreerde organische stoffen (o.a. F-gassen) om te komen tot nul uit de pijp;
een zo compleet mogelijk beeld verkrijgen van de emissies en lozingen (met name de recente inzichten in het voorkomen van korte-keten PFAS-verbindingen);
investeren in een duurzame relatie met bevoegde gezagen en bewoners met het oog op het uiteindelijk realiseren van ‘rust op het dossier’;
over inspanningen van Chemours met betrekking tot onderzoek naar alternatieven voor PFAS-verbindingen gebruikt in het productieproces en inspanningen naar nul-emissie in de keten (hoe om te gaan met PFAS afval).
Een belangrijk aandachtspunt is dat het Rijk niet kan en wil treden in de bevoegdheden van de vergunningverleners6 en de toezichthouders die hun eigen verantwoordelijkheid hebben en er nooit sprake kan zijn van afspraken die in strijd zijn met de geldende regelgeving. Dit initiatief laat dan ook onverlet dat Chemours te allen tijde binnen de huidige wettelijke grenzen moet opereren en geconstateerde overtredingen moet verhelpen. Het bevoegd gezag beoordeelt uiteindelijk ook of het vermijdings- en reductieplan voor ZZS voldoet en of een aanvraag vergund kan worden. Ook kan het Rijk niet treden in bestuursrechtelijke trajecten of het civielrechtelijk traject dat de gemeenten in de regio Dordrecht voeren over schade en de afspraken die Chemours en die gemeenten daarover maken.
Tot slot loopt er een strafrechtelijk onderzoek tegen Chemours. Dit is een afzonderlijk en gescheiden traject dat losstaat van een eventuele toekomst voor Chemours. De uitkomst van dit onderzoek kan bepalend zijn voor de verantwoordelijkheid die Chemours moeten nemen voor het verleden. Afspraken in het toekomstige traject kunnen Chemours hier niet van vrijpleiten.
Uw Kamer wordt op de hoogte gehouden van het vervolg.
De minister van Infrastructuur en Waterstaat,
R. Tieman
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
A.A. Aartsen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2024-2025, Kamerstuk 36 600 XII, nr. 29↩︎
https://www.dcmr.nl/actueel/dossiers/dossier-chemours-delrin-dupont-en-dow: zie kopje Reductie van emissies en lozingen sinds 2013↩︎
Met non-targeted screening technieken kan worden aangetoond dat een fluorhoudend bijproduct is gevormd maar is nog niet bekend wat de specifieke PFAS-verbinding of de hoeveelheid ervan is.↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, Kamerstuk 27 625, nr. 652↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, Kamerstuk 22 343, nr. 374↩︎
Bij het dossier Chemours zijn, afhankelijk van het onderwerp, verschillende overheidspartijen betrokken. Zo is de provincie Zuid-Holland primair bevoegd gezag. Ook de ILT en andere rijksinspecties, Rijkswaterstaat, waterschappen, gemeenten en de veiligheidsregio spelen een rol.↩︎