Geannoteerde Agenda Eurogroep en Ecofinraad 78 juli 2025
Bijlage
Nummer: 2025D30621, datum: 2025-06-27, bijgewerkt: 2025-06-27 17:32, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad juli 2025 (2025D30620)
Preview document (🔗 origineel)
Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 7-8 juli 2025
Eurogroep
Agendaonderwerp: Macro-economische ontwikkelingen en begrotingsbeleid in de eurozone
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling en (mogelijk) aanname verklaring
Besluitvormingsprocedure: Indien een verklaring wordt aangenomen zal dit met consensus zijn
Toelichting:
De Eurogroep zal spreken over de macro-economische ontwikkelingen en het geaggregeerde begrotingsbeleid, de zogenaamde fiscal stance, in de eurozone. De gedachtewisseling zal naar verwachting o.a. gebaseerd zijn op het jaarlijkse rapport van de European Fiscal Board (EFB) over het geaggregeerde begrotingsbeleid in de eurozone.1 In 2024 voerde veel eurolanden restrictief begrotingsbeleid. Voor 2025 verwacht de EFB dat dit gecompenseerd zal worden door de extra defensie-uitgaven. De EFB verwacht voor de eurozone in 2026 een bescheiden bbp-groei en veerkrachtige arbeidsmarkten. Daarbij benadrukt de EFB het belang van prudent begrotingsbeleid en geeft het aan dat risico’s voor de houdbaarheid van schulden in de gaten moeten worden gehouden, zeker in de context van uitzonderlijke geopolitieke onzekerheid. Daarbij benadrukt de EFB wel het belang van defensie-uitgaven.
Nederland is van mening dat de fiscal stance voor de eurozone een nuttig concept is om zicht te houden op de budgettaire en economische ontwikkelingen in de eurozone als geheel. Nederland is vooralsnog echter niet overtuigd van het nut om dit concept ook te gebruiken om sturing te geven aan het nationale begrotingsbeleid van de eurozonelidstaten. Dit zou kunnen leiden tot procyclisch begrotingsbeleid in landen met lage en middelhoge schulden, waarbij deze hun economie in goede tijden onnodig stimuleren en bijdragen aan oververhitting van hun economie.
Mogelijk zal de Eurogroep, net als vorig jaar, een gezamenlijke verklaring aannemen over de oriëntatie van het begrotingsbeleid voor het komende jaar. Voor Nederland is het van belang dat deze verklaring consistent is met de herziene Europese begrotingsregels en de tijdelijkheid van de nationale ontsnappingsclausules. Daarnaast zal Nederland indien opportuun het belang van prudent begrotingsbeleid en financiële buffers benadrukken om economische schokken te mitigeren.
Agendaonderwerp: Stand van zaken internationale rol van de euro
Document: https://www.ecb.europa.eu/press/other-publications/ire/html/index.en.html
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal de internationale rol van de euro bespreken. In het werkprogramma van de Eurogroep is het versterken van de internationale rol van de euro als een van de prioriteiten aangeduid.2 De ECB publiceert jaarlijks een rapport over de internationale rol van de euro. Het rapport over 2024 is op 11 juni jongsleden gepubliceerd. In het rapport beschrijft de ECB dat de internationale rol in 2024 grotendeels stabiel is in een wereld met toegenomen gepolitieke spanningen.
Vergroting van de internationale rol van de euro kan voordelen opleveren in termen van grotere monetaire autonomie, lagere transactie-, risicomanagement- en financieringskosten en een lagere gevoeligheid voor buitenlandse wisselkoersschokken. Recente volatiliteit op de financiële marketen heeft onderstreept dat een grote afhankelijkheid van buitenlandse valuta gepaard kan gaan met mogelijke risico’s. Een grotere internationale rol van de euro reduceert deze afhankelijkheid.
Het kabinet is van mening dat een grotere internationale rol van de euro het best kan worden bevorderd door middel van langdurig gezond economisch en begrotingsbeleid in de individuele lidstaten. In aanvulling daarop kunnen maatregelen die de institutionele fundamenten van de euro versterken en zo de geloofwaardigheid en duurzaamheid van de munt bestendigen bijdragen aan het vergroten van de internationale rol van de euro. Ook kunnen aanvullende maatregelen bijdragen aan het vergroten van de internationale rol van de euro. Daarbij kan gedacht worden aan het bevorderen van het gebruik van de euro in internationale grondstoffenmarkten en financiële markten en met name het verder versterken van de kapitaalmarkunie. Indien opportuun zal Nederland op basis van bovenstaande deelnemen aan de gedachtewisseling.
Agendaonderwerp: Eurotoetreding Bulgarije
Documenten:
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de aanneming van de euro door Bulgarije op 1 januari 2026; zal voorafgaand aan de vergadering beschikbaar zijn op Delegates Portal.
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 betreffende de invoering van de euro in Bulgarije; zal voorafgaand aan de vergadering beschikbaar zijn op Delegates Portal.
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2866/98 betreffende de omrekenkoers tot de euro voor Bulgarije; wordt beschikbaar na de Ecofinraad van 8 juli.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting
Dit onderwerp staat op de agenda van de Eurogroep, maar besluitvorming vindt plaats in de Ecofinraad. Zie voor verdere toelichting onder hetzelfde agenda-onderwerp bij de Ecofinraad.
Agendaonderwerp: Verkiezing voorzitter van de Eurogroep
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Besluitvorming
Besluitvormingsprocedure: Gewone meerderheid
Toelichting:
Paschal Donohoe (minister van Financiën van Ierland) is op 9 juli 2020 gekozen tot voorzitter van de Eurogroep voor een periode van 2,5 jaar. Tijdens de Eurogroep op 5 december 2022 werd Donohoe opnieuw verkozen voor een tweede termijn van 2,5 jaar, per 13 januari 2023. Deze termijn loopt 12 juli 2025 af. Donohoe heeft aangegeven een derde termijn als voorzitter van de Eurogroep te ambiëren.
Tijdens de Eurogroep zal de verkiezing plaatsvinden voor voorzitter van de Eurogroep. Protocol (Nr. 14) betreffende de Eurogroep van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie schrijft voor dat de ministers van de lidstaten die de euro als munt hebben, met een meerderheid van die lidstaten een voorzitter kiezen. Ministers die zich willen kandideren voor het voorzitterschap van de Eurogroep kunnen hun kandidatuur tot uiterlijk vrijdag 27 juni bekend maken.
Tijdens de Eurogroep van 7 juli zal gestemd worden, eventueel in meerdere rondes. De kandidaat die als eerste een gewone meerderheid behaalt, dat wil zeggen minimaal 11 van de 20 stemmen, wordt verkozen tot voorzitter van de Eurogroep per 13 juli 2025.
Eurogroep in inclusieve samenstelling
Agendaonderwerp: Spaar- en investeringsunie:
opvolging van de Eurogroep-verklaring over de toekomst van de
kapitaalmarktunie
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de opvolging van de
verklaring van de Eurogroep over de toekomst van de kapitaalmarktunie.
In deze verklaring, die is gepubliceerd na afloop van de Eurogroep van
11 maart 2024, verbindt de Eurogroep in inclusieve samenstelling zich
ertoe om regelmatig de prestaties van de Europese kapitaalmarkten te
evalueren en de voortgang op nationaal en EU-niveau regelmatig te
monitoren.3 In het najaar zal de Eurogroep het
eerste jaarlijkse monitoringsrapport publiceren. Het format en de
frequentie hiervoor zijn in november 2024 overeengekomen.4
Het kabinet ziet de urgentie om voortgang te boeken met de kapitaalmarktunie en heeft hiertoe een ambitieuze inzet opgesteld.5 Daarvoor moeten acties op zowel Europees als nationaal niveau worden genomen. De kabinetsinzet bestaat uit drie pijlers: sterker toezicht, een breder en diverser kapitaalaanbod en eenduidigere regels. Het kabinet zet erop in dat op alle deelgebieden voortgang wordt geboekt, vanwege de onderlinge verbondenheid van deze bouwstenen. Het kabinet zal dan ook pleiten voor een grondige monitoring op bovenstaande punten, zowel op nationaal als op EU-niveau.
De Eurogroep heeft eerder opgeroepen tot verdere versterking van de kapitaalmarktunie en ontwikkeling van de spaar- en investeringsunie. Tijdens recente bijeenkomsten van de Eurogroep en Ecofinraad hebben veel lidstaten het belang van snelle voortgang bij de verdieping en integratie van de EU-kapitaalmarkten benadrukt, ook in het licht van de huidige geopolitieke situatie. Ontwikkeling van de kapitaalmarktunie is een cruciale component van versterking van de interne markt. Een sterke interne markt maakt de EU concurrerender, veerkrachtiger en autonomer. Ondanks deze ambities blijft het krachtenveld op deelonderwerpen divers en zal significante voortgang een lange adem vereisen en toenadering van posities van lidstaten onderling en met andere belanghebbenden.
Agendaonderwerp: Digitale euro
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal naar verwachting stilstaan bij de onderhandelingen die worden gevoerd over de wetsvoorstellen voor de digitale euro die de juridische basis moeten vormen voor de mogelijke introductie van de digitale euro. De Eurogroep zal daarnaast mogelijk aandacht besteden aan het voorbereidend werk van het Eurosysteem. Ook in de Ecofinraad een dag later zal gesproken worden over de digitale euro.
Het kabinet is van mening dat de digitale euro bij een mogelijke invoering toegevoegde waarde kan hebben voor Nederlandse burgers en bedrijven. Deze toegevoegde waarde ziet het kabinet met name wanneer de digitale euro een pan-Europees digitaal betaalmiddel wordt, gestoeld op Europese infrastructuur. De digitale euro kan dan bijdragen aan de strategische autonomie van de Europese Unie. Daarnaast ziet het kabinet meerwaarde in de offline variant van de digitale euro. De offline functionaliteit zou een terugvaloptie kunnen zijn voor digitale betalingen in het geval dat andere digitale betaaloplossingen tijdelijk verstoord of onderbroken zijn. Het kabinet zet zich er daarom voor in dat de offline functionaliteiten vanaf de introductie van de digitale euro beschikbaar zijn, als er een digitale euro komt.
Daarnaast zet het kabinet zich bij de mogelijke invoering van de digitale euro in voor waarborgen omtrent privacy, niet-programmeerbaarheid en het kostenmodel. Zo is het kabinet van mening dat de digitale euro aan de hoogste standaarden moet voldoen op het gebied van privacy en daarmee zoveel mogelijk moet aansluiten bij de eigenschappen van contant geld. Ook is het kabinet van mening dat de kosten voor de digitale euro proportioneel verdeeld moeten worden over winkeliers, betaaldienstverleners en burgers.
Het kabinet vindt het goed dat de onderhandelingen over het wetsvoorstel zijn voortgezet onder het Poolse voorzitterschap en kijkt uit naar de verdere voortzetting onder het Deense voorzitterschap. Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de ambitie van het Deense voorzitterschap om voor het einde van dit jaar tot een raadsakkoord te komen op de wetsvoorstellen. Daarbij behoeven verschillende onderwerpen, zoals aanhoudingslimieten en het compensatiemodel, nog aandacht. Het is nog onduidelijk wat de tijdlijn is voor de behandeling van de wetsvoorstellen voor de digitale euro in het Europees Parlement. De huidige rapporteur moet zijn conceptrapport nog publiceren. Gelijktijdig met de gesprekken in de Raad, is het Eurosysteem voorbereidend werk aan het doen voor de mogelijke invoering van de digitale euro. Het kabinet vindt het passend dat het Eurosysteem bezig is met deze voorbereiding. Uiteraard moet het Eurosysteem geen onomkeerbare stappen zetten en moeten partijen die een rol spelen bij de mogelijke invoering van de digitale euro, zoals winkeliers, banken en betaaldienstverleners, goed betrokken worden.
Ecofinraad
Agendaonderwerp: Spaar- en investeringsunie: review securitisatie
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal van gedachten wisselen over de voorstellen die de Europese Commissie op 17 juni jl. heeft gepubliceerd voor herziening van de regelgeving voor securitisaties. Een securitisatie is een financieel instrument, waarbij leningen van met name banken aan huishoudens en bedrijven worden gebundeld en worden verkocht aan investeerders als verhandelbare effecten. De voorstellen zijn in lijn met wat de Commissie eerder heeft aangekondigd in haar mededeling over de spaar- en investeringsunie. Met deze herziening wordt beoogd bij te dragen aan de financieringsbehoeften van de reële economie, het bevorderen van de concurrentiekracht van de EU en het versterken van de spaar- en investeringsunie. De voorstellen strekken tot het versimpelen van zorgvuldigheids- en transparantievereisten voor instellingen die securitisaties uitgeven of erin investeren, het verbeteren van toezicht en gerichte aanpassingen aan prudentiële vereisten voor banken.
Tijdens de Eurogroep van 19 juni jl. is ook gesproken over het regelgevend kader over securitisaties. Daarin gaven veel lidstaten aan open te staan voor een herziening van dit raamwerk. Daarmee kunnen volgens verschillende lidstaten belemmeringen voor potentiële investeerders worden weggenomen. Tegelijkertijd werd ook het belang van een gebalanceerd voorstel benadrukt, waarin de financiële stabiliteit wordt geborgd.
Het kabinet ziet ook ruimte voor specifieke hervormingen van het regelgevend raamwerk voor securitisaties, met name op het gebied van transparantie- en zorgvuldigheidsvereisten
Het kabinet verwelkomt de recente voorstellen, zoals gedaan door de Commissie, en ziet uit naar de onderhandelingen in de Raad onder het Deense Voorzitterschap. Een BNC-fiche met een nadere beoordeling van de Commissie voorstellen wordt zo spoedig mogelijk met de Tweede Kamer gedeeld.
Agendaonderwerp Digitale euro
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Graag verwijs ik naar bovenstaande bijdrage over de Digitale Euro.
Agendaonderwerp: Werkprogramma Deens
voorzitterschap
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Presentatie en gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Denemarken is in de tweede helft 2025 de voorzitter van de Raad van de
Europese Unie. In het werkprogramma zet Denemarken de prioriteiten uit
een en die zien onder andere op Europese veiligheid en een concurrerende
en groene EU.6 Op specifiek het economische en
financiële beleidsterrein zal het Deens voorzitterschap zich onder
andere richten op de versterking van het Europese concurrentievermogen,
Europese defensie, gezonde overheidsfinanciën en diverse initiatieven in
relatie tot de Europese Spaar- en Investeringsunie. Het Deense
voorzitterschap zal ook aandacht blijven besteden aan Oekraïne, de
vereenvoudigingsagenda, dossiers op het gebied van directe en indirecte
belastingen, hervorming van de Douane-unie, de EU-begroting voor 2026 en
globale economische samenwerking.
In deze Ecofinraad vergadering zal Denemarken het werkprogramma voor de periode 1 juli t/m 31 december 2025 presenteren. Nederland zal de presentatie aanhoren.
Agendaonderwerp Economische en financiële impact Russische agressie tegen Oekraïne
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal van gedachten wisselen over de economische en
financiële impact van de Russische agressie tegen Oekraïne en over
Europese steunmaatregelen. Dit is een terugkerend punt op de
Ecofinagenda. Oekraïne is afhankelijk van externe steun om de Russische
agressie te blijven weren en tegelijkertijd het land overeind te houden.
Op 29 mei jl. is een Staff Level Agreement bereikt voor de
achtste review van het Extended Fund Facility (EFF) programma. Na
goedkeuring van dit akkoord door de raad van bewind kan het IMF een
volgende uitbetaling doen aan Oekraïne.
De uitbetalingen van het IMF-programma zijn afhankelijk van het behalen van diverse doelstellingen die beoordeeld worden tijdens de review. De Oekraïense autoriteiten slagen er tot nu toe nog steeds in om tegen een complexe achtergrond de nodige hervormingen door te voeren. Tot nu toe komen de totale uitbetalingen neer op USD 10,1 mld. exclusief de betaling van USD 0,5 mld. die plaats zal vinden na goedkeuring door de raad van bewind van het IMF van de 8e review. De resterende omvang van het programma bedraagt USD 5,2 mld. In aanloop naar de negende review van het programma, die rond september /oktober verwacht wordt, zullen de ramingen van het IMF voor o.a. het totale externe financieringstekort worden geactualiseerd. Door het voortduren van de oorlog neemt de financieringsbehoefte van Oekraïne naar verwachting toe voor 2026 en 2027. Naar verwachting zal ook hierover worden gesproken in de Ecofinraad. Het kabinet roept op om vooruit te blijven kijken naar de financiële noden van Oekraïne in 2026 en voorspelbare financiële steun voor Oekraïne te blijven garanderen.
De Europese Commissie zal een update geven over de implementatie van bestaande EU-initiatieven. De Europese Oekraïne-faciliteit van 50 mld. euro voor de periode 2024-2027, de G7 Extraordinary Revenue Acceleration (ERA) leningen van ca. 45 mld. euro en het bovengenoemde IMF-programma zijn belangrijke onderdelen van de internationale inzet om de begrotingstekorten (deels) te dekken en om Oekraïne in staat te stellen de strijd tegen Russische agressie voort te zetten. De Commissie heeft tot nu toe 19,6 mld. euro aan macro-financiële steun onder de EU Oekraïne-faciliteit uitbetaald. Op 13 juni jl. heeft de Commissie de vijfde tranche van het EU-aandeel in de ERA-leningen van 1 mld. euro verstrekt aan Oekraïne. Er is tot op heden 7 mld. euro van het EU-aandeel uitbetaald. De overige 11,1 mld. euro zal voor eind 2025 uitbetaald worden.
Het kabinet roept op tot snelle opvolging van een ambitieus 18e sanctiepakket. Dit pakket zal zich focussen op de Russische energie- en bankensector. In lijn met de motie Boswijk c.s. blijft het kabinet serieus kijken naar de mogelijkheden om aanvullende maatregelen t.a.v. de bevroren Russische Centrale-banktegoeden te nemen. Eventuele aanvullende maatregelen moeten in EU- en G7-verband worden genomen. Gedegen onderzoek naar de juridische, en financieel-economische mogelijkheden en risico’s is hierbij van belang. Kabinetsbeleid is dat Nederland Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel actief en onverminderd blijft steunen in tijd van oorlog, herstel en wederopbouw, zolang als dat nodig is. Dit is onlosmakelijk verbonden met de afschrikking van verdere Russische agressie.
Uitvoeringsbesluiten van de Raad onder de Herstel- en
Veerkrachtfaciliteit (HVF) Document: De Commissievoorstellen
voor aanpassing van uitvoeringsbesluiten van de Raad ter goedkeuring van
de herstel- en veerkrachtplannen zijn te vinden op eur-lex.europa.eu 7.
Aard bespreking: Aanname uitvoeringsbesluiten van de
Raad
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde
meerderheid
Toelichting:
Tijdens de Ecofinraad zal worden stilgestaan bij de stand van zaken ten
aanzien van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF). Nederland kan
deze update aanhoren.
Tijdens de Ecofinraad zullen daarnaast de aanpassingen van de uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring van de herstel- en veerkrachtplannen (HVP) van Duitsland, Oostenrijk, Ierland, België, Denemarken en Tsjechië ter besluitvorming voorliggen. Al deze lidstaten maken gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve omstandigheden, op basis van artikel 21 van de HVF-verordening. Voor een uitgebreide toelichting op deze grondslag voor wijziging verwijs ik u naar het verslag van de Eurogroep- en Ecofinraad van juni 20248. De Europese Commissie oordeelt dat de redenen die de lidstaten aandragen, aanpassingen van de plannen rechtvaardigen en dat de herstelplannen ook na deze aanpassingen voldoen aan de eisen van de HVF-verordening. Nederland kan zich vinden in het oordeel van de Commissie. Nederland is daarom voornemens om in te stemmen met de voorstellen tot aanpassing van de uitvoeringsbesluiten van de Raad. Er wordt geen discussie verwachting in de Ecofinraad.
Duitsland
De aanpassing van Duitsland heeft betrekking op veertien maatregelen.
Duitsland geeft aan dat een deel van deze maatregelen, op het gebied van
de groene transitie, digitalisering en infrastructuur, gedeeltelijk niet
langer haalbaar zijn. De redenen hiervoor zijn o.a. onzekerheid in
ontwikkelingen op de markt, een gebrek aan vraag, verstoringen in
toeleveringsketens, en toegenomen kosten. Daarnaast heeft Duitsland
aangegeven dat twee maatregelen worden aangepast, omdat er betere
alternatieven geïmplementeerd kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke
ambitieniveau van de maatregelen onveranderd blijft. Deze maatregelen
zien o.a. op gezondheidszorg en investeringen in vervoer. Ook heeft
Duitsland aangegeven dat vier maatregelen worden aangepast, omdat er
alternatieven geïmplementeerd kunnen worden waarbij de administratieve
lasten lager liggen. Deze maatregelen zien o.a. op de groene transitie,
digitalisering en het versterken van sociale inclusie. Duitsland heeft
verzocht om de middelen die door deze aanpassingen beschikbaar komen in
te zetten om het vereiste implementatieniveau van één maatregel, op het
gebied van REPowerEU, te verhogen.
Oostenrijk
De aanpassing van Oostenrijk heeft betrekking op achttien maatregelen.
Drie van deze maatregelen worden aangepast omdat er betere alternatieven
geïmplementeerd kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke ambitieniveau
van de maatregelen onveranderd blijft. Deze maatregelen zien o.a. op
duurzaamheid en pensioenen. Oostenrijk heeft aangegeven dat vijftien
maatregelen worden aangepast, omdat er alternatieven geïmplementeerd
kunnen worden waarbij de administratieve lasten lager liggen. Deze
maatregelen zien o.a. op infrastructuur en vervoer, digitalisering,
onderwijs, de groene transitie, en het bedrijfsleven.
Ierland
De aanpassing van Ierland heeft betrekking op vijf maatregelen. Ierland
heeft aangegeven dat voor al deze maatregelen alternatieven
geïmplementeerd kunnen worden waarbij de administratieve lasten lager
liggen. Deze maatregelen zien o.a. op de groene transitie,
watermanagement, digitalisering, en gezondheidszorg.
België
De aanpassing van België heeft betrekking op dertien maatregelen. België
heeft aangegeven dat voor al deze maatregelen alternatieven
geïmplementeerd kunnen worden waarbij de administratieve lasten lager
liggen. Deze maatregelen zien o.a. op de groene transitie,
digitalisering, infrastructuur, arbeidsmarkt, en hernieuwbare
energie.
Denemarken
De aanpassing van Denemarken heeft betrekking op vijftien maatregelen.
Denemarken heeft aangegeven dat dertien van deze maatregelen worden
aangepast, omdat er alternatieven geïmplementeerd kunnen worden waarbij
de administratieve lasten lager liggen. Deze maatregelen zien o.a. op
duurzame landbouw, infrastructuur, energie efficiëntie, en REPowerEU.
Daarnaast heeft Denemarken aangegeven dat één maatregel, die ziet op
duurzame landbouw, gedeeltelijk niet langer haalbaar is door onvoorziene
vertragingen. Denemarken heeft verzocht om de middelen die door deze
aanpassing beschikbaar komen in te zetten om het vereiste
implementatieniveau van één maatregel, op het gebied van duurzaam
vervoer, te verhogen.
Tsjechië
De aanpassing van Tsjechië heeft betrekking op 83 maatregelen. Tsjechië
heeft aangegeven dat een aantal maatregelen (gedeeltelijk) niet langer
haalbaar zijn, o.a. een gebrek aan vraag op de markt, onvoorziene
archeologische vondsten, en onverwachte technologische knelpunten. Deze
maatregelen zien o.a. op strategische technologieën, digitalisering,
circulaire economie, onderwijs, en REPowerEU. Ook heeft Tsjechië
aangegeven dat 16 maatregelen worden aangepast, omdat er betere
alternatieven geïmplementeerd kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke
ambitieniveau van de maatregelen onveranderd blijft. Deze maatregelen
zien op digitalisering, innovatie, duurzaam vervoer, watermanagement,
gezondheidszorg, en REPowerEU. Daarnaast heeft Tsjechië aangegeven dat
45 maatregelen worden aangepast, omdat er alternatieven geïmplementeerd
kunnen worden waarbij de administratieve lasten lager liggen. Deze
maatregelen zien o.a. op gezondheidszorg, digitalisering, cybersecurity,
het bedrijfsleven, innovatie, groene transitie, arbeidsmarkt, en
REPowerEU. Tsjechië heeft verzocht om de middelen die door deze
aanpassingen beschikbaar komen in te zetten om één maatregel, op het
gebied van digitalisering, toe te voegen, en het vereiste
implementatieniveau van een aantal maatregelen, o.a. op het gebied van
digitalisering, openbaar bestuur, en REPowerEU, te verhogen.
Agendaonderwerp: Europees Semester 2025
Document: De voorliggende Raadsconclusies en
(gewijzigde) landspecifieke aanbevelingen komen voorafgaand aan de
vergadering beschikbaar op Delegates Portal. De voorstellen van
de Europese Commissie voor de landspecifieke aanbevelingen van de Raad
aan de lidstaten, landenrapporten en diepteonderzoeken in het kader van
de macro-economische onevenwichtigheden procedure zijn publiek
beschikbaar: https://commission.europa.eu/publications/2025-european-semester-spring-package_en
Aard bespreking: Goedkeuring Raadsconclusies
macro-economische onevenwichtigheden procedure en aanname landspecifieke
aanbevelingen van de Raad.
Besluitvormingsprocedure: Consensus voor
Raadsconclusies en gekwalificeerde meerderheid voor landspecifieke
aanbevelingen.
Toelichting:
Op 4 juni jl. heeft de Europese Commissie (de Commissie) het lentepakket
in het kader van het Europees Semester gepubliceerd.9
Onderdeel van dit pakket zijn de resultaten van de diepte-onderzoeken in
het kader van de macro-economische onevenwichtigheden procedure (MEOP)
en de landspecifieke aanbevelingen van de Raad aan de lidstaten. U bent
middels de nazending op de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en
Ecofinraad van juni10 geïnformeerd over deze onderdelen
van het lentepakket.
Raadsconclusies macro-economische
onevenwichtighedenprocedure
Tijdens de Ecofinraad liggen er Raadsconclusies ter besluitvorming voor
over de resultaten van de diepteonderzoeken in het kader van de MEOP. In
het Alert Mechanism Report (AMR) 202511
stelde de Commissie vast dat ze voor Nederland, Griekenland, Slowakije,
Hongarije, Zweden, Duitsland, Cyprus, Italië, Roemenië en Estland
diepteonderzoeken zou gaan uitvoeren naar mogelijke macro-economische
onevenwichtigheden. Hierover is uw Kamer op 10 januari jl.
geïnformeerd12.
In het lentepakket heeft de Commissie, op basis van deze diepteonderzoeken, voor zes lidstaten (Nederland, Italië, Griekenland, Slowakije, Hongarije en Zweden) macro-economische onevenwichtigheden vastgesteld. Roemenië ondervindt buitensporige macro-economische onevenwichtigheden, waar de Commissie vorig jaar nog enkel een onevenwichtigheid had vastgesteld. Voor Duitsland, Cyprus en Estland zijn naar aanleiding van de diepteonderzoeken geen macro-economische onevenwichtigheden vastgesteld. Voor Nederland concludeert de Commissie op basis van het diepteonderzoek, net als in voorgaande jaren, dat er macro-economische onevenwichtigheden zijn die verband houden met de hoge private schulden en het overschot op de lopende rekening.
Ten tijde van dit schrijven worden de Raadsconclusies nog behandeld in de voorbereidende comités van de Ecofinraad. In de Raadsconclusies wordt doorgaans bevestigd dat de macro-economische onevenwichtigheidsprocedure een belangrijk onderdeel is van het Europees Semester en de Europese economische beleidscoördinatie om eventuele nieuwe macro-economische risico’s te signaleren, voorkomen en corrigeren. Er wordt naar verwachting in de Raadsconclusies kennisgenomen van het voortbestaan van onevenwichtigheden in voornoemde lidstaten, waaronder Nederland. Daarnaast wordt kennisgenomen van het bestaan van buitensporige onevenwichtigheden in Roemenië. Nederland kan zich naar verwachting vinden in de Raadsconclusies en is in dat geval voornemens ermee in te stemmen in de Ecofinraad.
Landspecifieke aanbevelingen van de Raad aan de
lidstaten
Ook ligt in de Ecofinraad de aanname van de landspecifieke aanbevelingen
van de Raad aan de lidstaten voor. Uw Kamer is middels de nazending van
de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van juni
geïnformeerd over de Commissievoorstellen voor landspecifieke
aanbevelingen van de Raad, inclusief de voorgestelde landspecifieke
aanbevelingen voor Nederland.13 De aanname van de
landspecifieke aanbevelingen van de Raad aan de lidstaten volgt op de
goedkeuring van een horizontale notitie over deze landspecifieke
aanbevelingen tijdens de Ecofinraad van 20 juni en de behandeling van
deze notitie tijdens de Europese Raad van 26 en 27 juni.
Bij het schrijven van deze geannoteerde agenda worden deze voorstellen van de Commissie nog besproken in de voorbereidende comités van de Raad. Op basis hiervan zouden nog wijzigingen kunnen optreden. Doorgaans verandert de kern van de aanbevelingen daarbij niet. Nederland verwacht daarom in te kunnen stemmen met de aanname van de aanbevelingen van de Raad aan de lidstaten. Met de aanname van de landspecifieke aanbevelingen wordt de Semestercyclus van 2025 afgerond.
Agendaonderwerp: Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsaanbevelingen budgettair-structurele plan Litouwen
Document: Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op Delegates Portal geplaatst onder de titel ‘MTFSPs recommendations’.
Aard bespreking: Besluitvorming Raadsaanbeveling
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
In het kader van het herziene Europese begrotingsraamwerk hebben lidstaten budgettair-structurele plannen (hierna: plannen) voor de middellange termijn ingediend. Daarin staan hun voorgenomen begrotingsbeleid, hervormingen en investeringen. Tot op heden hebben 26 lidstaten een plan ingediend. Voor 24 daarvan heeft de Raad van de Europese Unie (Raad) inmiddels aanbevelingen aangenomen. Uw Kamer is op 20 december 2024 geïnformeerd over 22 plannen via een Kamerbrief over de implementatie van het Europees begrotingsraamwerk.14 Daarnaast is in de Geannoteerde Agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 19-20 juni jl. aandacht besteed aan het Bulgaarse en Belgische plan, welke zijn aangenomen tijdens de Ecofinraad van 20 juni. De aanbevelingen zagen toe op i) het vaststellen van het meerjarig uitgavenpad, ii) het goedkeuren van hervormingen en investeringen die ten grondslag liggen aan een verlenging van de budgettaire aanpassingsperiode voor vijf lidstaten en iii) de correctie van buitensporige tekorten voor acht lidstaten.
De Commissie heeft recent het plan van Litouwen beoordeeld en een aanbeveling gedaan aan de Raad voor het vaststellen van het meerjarig uitgavenpad. De Ecofinraad op 8 juli 2025 zal over deze Raadsaanbeveling voor Litouwen besluiten. Nederland kan zich vinden in de beoordeling van de Commissie en is voornemens in te stemmen met de Raadsaanbeveling.
Oostenrijk heeft zijn plan al ingediend en een aanbeveling van de Commissie wordt op korte termijn verwacht. Alleen Duitsland moet zijn plan nog indienen.
Litouwen
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Litouwen voldoet aan de vereisten van verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2041 | |
---|---|---|---|---|---|
Uitgavengroei Commissie (%) | 6.1% | 5.2% | 4.8% | 4.5% | N.v.t. |
Uitgavengroei in plan (%) | 6,1% | 5,2% | 4,8% | 4,5% | N.v.t. |
Begrotingstekort in plan (in % bbp) | -1,3% | -1,3% | -1,3% | -1,2% | -3% |
Schuldratio in plan (in % bbp) | 41% | 42,5% | 43,5% | 43,7% | 48,5% |
* Voor lidstaten met een tekort en schuld onder de referentiewaarden is technische informatie verstrekt. Deze technische informatie bevat geen jaarlijkse verandering van het structureel primair saldo. Deze is dan ook niet weergegeven in de tabellen van deze lidstaten.
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Litouwen in het plan afwijkt van een aantal economische aannames onder het referentiepad van de Commissie, met name voor het structureel primair saldo bij aanvang, de potentiële groei, de economische groei, de inflatie en de rente. Hierbij stelt de Commissie dat het hoger dan verwachte structureel primair saldo wordt gecompenseerd door andere prudentere aannames. De Commissie concludeert dat de afwijkingen in de aannames leiden tot een uitgavengroei die grotendeels in lijn is met het referentiepad van de Commissie.
Agendaonderwerp: Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsaanbeveling over de nationale ontsnappingsclausule
Document: Commissies aanbevelingen Raadsbesluiten activatie nationale ontsnappingsclausule15
Aard bespreking: Besluitvorming Raadsaanbevelingen
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Zoals toegelicht in de nazending van de Geannoteerde Agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van juni jl.16 heeft de Europese Commissie (de Commissie) op 19 maart 2025 voorgesteld om de nationale ontsnappingsclausule binnen de Europese begrotingsregels tijdelijk en gericht te activeren, met als doel om nationale defensie-uitgaven op korte termijn te verhogen. De clausule kan op verzoek van een lidstaat worden ingezet onder drie voorwaarden: (i) uitzonderlijke omstandigheden buiten de controle van de lidstaat, (ii) substantiële impact op overheidsfinanciën, en (iii) behoud van schuldhoudbaarheid op de middellange termijn. De Commissie stelt voor de clausule voor vier jaar te activeren. Lidstaten mogen in die periode afwijken van het door de Raad (correctieve) vastgestelde uitgavenpad wanneer dit het gevolg is van een toename van defensie-uitgaven tot een maximum van 1,5% bbp. t.o.v. 2021. Zie voor een nadere toelichting de Kamerbrief van 28 maart 2025.17
Zestien lidstaten (België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Griekenland, Kroatië, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije en Tsjechië) hebben een aanvraag ingediend. De Commissie heeft de aanvragen beoordeeld op basis van de bovengenoemde voorwaarden en geconcludeerd dat alle 16 lidstaten voldoen aan bovengenoemde criteria. De oorlog in Oekraïne wordt aangemerkt als uitzonderlijke omstandigheid buiten de controle van lidstaten, met een grote impact op de overheidsfinanciën. Daarnaast stelt de Commissie dat een tijdelijke en gerichte activatie van de ontsnappingsclausule waarborgen biedt voor de schuldhoudbaarheid. De Commissie doet voor deze lidstaten aanbevelingen aan de Raad. Deze aanbevelingen stellen dat lidstaten mogen afwijken van het door de Raad aanbevolen uitgavenpad, onder de voorwaarde dat de afwijking niet groter is dan de toename in defensie-uitgaven ten opzichte van 2021 tot een maximum van 1,5% bbp.
Met de activatie van de nationale ontsnappingsclausule wordt de bestaande flexibiliteit binnen de Europese begrotingsregels tijdelijk en gericht benut en blijven de Europese begrotingsregels ongewijzigd en van toepassing. Dit past binnen de voorwaarden van de Nederlandse inzet dat activatie van de nationale ontsnappingsclausule alleen kan op voorwaarden van tijdelijkheid, gerichtheid, schuldhoudbaarheid en financiële stabiliteit, zoals ook beschreven in de Kamerbrief in reactie op motie Eerdmans.18 Nederland ondersteunt de oproep van de Commissie dat lidstaten, met oog op het aflopen van de ontsnappingsclausule, hun nationale begrotingen moeten herprioriteren om een structurele toename van defensie-uitgaven te dekken. Schulden bieden daarvoor geen structurele oplossing, dit vergt keuzes op nationale begrotingen
Defensie-uitgaven blijven meegerekend in het nationale begrotingstekort en de overheidsschuld van lidstaten. Dit tekort en deze schuld vormen het vertrekpunt van de budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn die lidstaten over vier jaar opnieuw moeten opstellen. Die plannen moeten, op grond van de Europese begrotingsregels, dan opnieuw voorzien in een uitgavenpad dat leidt tot een geloofwaardige schuldafbouw.
Nederland volgt de beoordeling van de Commissie en is voornemens om in te stemmen met de Raadsaanbevelingen over de nationale ontsnappingsclausule die voorliggen in de Ecofinraad van 8 juli. Bij de jaarlijkse monitoring van de toepassing van de clausule zal Nederland aandacht blijven vragen voor schuldhoudbaarheid en financiële stabiliteit, inclusief het belang van herprioritering van uitgaven ten behoeve van structureel hogere defensie-uitgaven.
Agendaonderwerp: Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsbesluit en aanbeveling voor een buitensporigtekortprocedure
Document: het 126.3-rapport van de Commissie19 en het voorstel voor het Raadsbesluit om vast te stellen dat Roemenië geen effectief gevolg heeft gegeven aan de Raadsaanbeveling om een buitensporig tekort te corrigeren20 zijn publiekelijk beschikbaar.
Aard bespreking: Presentatie (126.3-rapport) en besluitvorming (Raadsbesluit geen effectief gevolg)
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Zoals toegelicht in de nazending van de Geannoteerde Agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 19-20 juni jl. beoordeelt de Commissie jaarlijks de aanwezigheid van buitensporige tekorten in lidstaten in het kader van artikel 126, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Zij doet dit wanneer het begrotingstekort de referentiewaarde van 3% overschrijdt of wanneer de schuld de referentiewaarde van 60% overschrijdt én onvoldoende snel daalt. In het herziene raamwerk betekent dit laatste concreet dat de Commissie een onderzoek start wanneer de lidstaat drempelwaarden overschrijdt voor de afwijking van het uitgavenpad dat de Raad aan de lidstaat heeft aanbevolen. Omdat dit uitgavenpad pas in januari 2025 is aanbevolen, is 2025 een transitiejaar. De Commissie beoordeelt dit voorjaar daarom alleen overschrijdingen van de tekortnorm, maar nog niet een overschrijding van het uitgavenpad. De Commissie baseert zich daarbij op de gerealiseerde cijfers voor het begrotingstekort in 2024 en de verwachte cijfers voor het begrotingstekort in 2025.
Deze cijfers waren voor de Commissie aanleiding om onderzoek te doen naar het bestaan van een buitensporig tekort in Finland, Letland, Oostenrijk en Spanje. Daarbij gaat het om een overschrijding in 2024 voor Spanje, een verwachte overschrijding in 2025 voor Letland, en een overschrijding in beide jaren voor Finland en Oostenrijk. De Commissie zet uiteen dat Spanje en Letland voldoen aan de voorwaarden om (verzachtende) relevante factoren mee te wegen bij de beoordeling. Bij Spanje gaat het daarbij om een overstroming in 2024, waardoor extra kosten moesten worden gemaakt. Bij Letland is het verwachte hogere overheidstekort te wijten aan hogere defensie-uitgaven. De Commissie concludeert dat er na meewegen van deze factoren geen reden is om een buitensporig tekort vast te stellen voor Spanje en Letland. Ook voor Finland concludeert de Commissie dat er geen sprake is van een buitensporig tekort. Finland kan weliswaar geen beroep doen op relevante factoren, maar het tekort is wel het gevolg van een stijging van de defensie-uitgaven. Die was ook aanleiding voor een verzoek tot activatie van de nationale ontsnappingsclausule (voor aanvullende toelichting: zie de separate bijdrage over de nationale ontsnappingsclausule in deze geannoteerde agenda). De Commissie stelt dat er wel aanleiding is voor het vaststellen van een buitensporig tekort in Oostenrijk. Het land voldoet niet aan de voorwaarden om een beroep te doen op relevante factoren, er is geen activatie van de nationale ontsnappingsclausule aangevraagd en de defensie-uitgaven zijn stabiel. De Commissie heeft in de Ecofinraad van 20 juni jl. het onderzoek naar het bestaan van buitensporige tekorten toegelicht. Daarna wordt eerst nog advies ingewonnen bij het Economisch en Financieel Comité. Vervolgens zal de Commissie een aanbeveling aan de Raad doen om buitensporig tekort vast te stellen voor Oostenrijk. Besluitvorming hierover volgt in de Ecofinraad van 8 juli.
Daarnaast heeft de Commissie onderzocht of lidstaten voor wie eerder al door de Raad een buitensporig tekort was vastgesteld effectief gevolg hebben gegeven aan de aanbevelingen om aan deze tekorten een einde te maken. Dit betreft België, Frankrijk, Italië, Hongarije, Malta, Polen, Roemenië en Slowakije. Deze aanbevelingen werden in januari 2025 door de Raad vastgesteld en bevatten een correctief uitgavenpad. De Commissie concludeert dat dit niet het geval is voor Roemenië aangezien de gecumuleerde groei van de netto-overheidsuitgaven in 2024 en 2025 (26,4%) ruim boven het door de Raad aanbevolen maximum van 20,2% ligt. Daarnaast is de daling van het overheidstekort in 2025 voornamelijk toe te schrijven aan tijdelijke maatregelen, terwijl structurele hervormingen, zoals de herziening van het belastingstelsel, niet tijdig zijn ingevoerd. Daarom stelt de Commissie aan de Raad voor om een gebrek aan effectieve opvolging vast te stellen. Nederland kan zich vinden het oordeel over het ontbreken van effectieve opvolging door Roemenië en is voornemens in te stemmen met het Raadsbesluit hierover in de Ecofinraad.
Aangezien Roemenië de euro niet als munt heeft zijn binnen de buitensporigtekortprocedure geen verdere stappen voorzien. Wel kan de Commissie voorstellen om middelen uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit en andere Europese fondsen op te schorten.
Agendaonderwerp: Eurotoetreding Bulgarije
Document:
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de aanneming van de euro door Bulgarije op 1 januari 2026; zal voorafgaand aan de vergadering beschikbaar zijn op Delegates Portal.
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 betreffende de invoering van de euro in Bulgarije; zal voorafgaand aan de vergadering beschikbaar zijn op Delegates Portal.
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2866/98 betreffende de omrekenkoers tot de euro voor Bulgarije; wordt beschikbaar na de Ecofinraad van 8 juli.
Aard bespreking: Aanname van een besluit en twee verordeningen van de Raad ten aanzien van de eurotoetreding van Bulgaarse per 1 januari 2026 en de omrekenkoers van de Bulgaarse lev naar de euro.
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid (toetreding tot de euro), unanimiteit van alle Eurolanden en de betreffende lidstaat (vaststellen omrekenkoers)
Toelichting:
De Ecofinraad zal met gekwalificeerde meerderheid besluiten over eurotoetreding van Bulgarije per 1 januari 2026. De Ecofinraad van 20 juni jl. heeft hierover een positieve aanbeveling aan de Raad aangenomen. Een uitgebreide toelichting over de eurotoetreding van Bulgarije is opgenomen in de nazending van de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van 19 en 20 juni.21
Voorafgaand aan de Ecofinraad van 8 juli zal de Europese Raad van 26 juni naar verwachting de eurotoetreding van Bulgarije per 1 januari 2026 steunen. Ook zullen de ECB (begin juli) en het Europees Parlement (plenaire vergadering van 8 juli) nog opinies aannemen over de eurotoetreding van Bulgarije.
Naast het besluit over eurotoetreding zullen de eurolanden in de Ecofinraad samen met Bulgarije ook een beslissing nemen over de wisselkoers waartegen de Bulgaarse lev wordt omgerekend in de euro. Hierover zal ook in de Eurogroep van 7 juli worden gesproken. Omdat de precieze wisselkoers waartegen de Bulgaarse lev wordt omgezet koersgevoelige informatie is, zal dit pas na afloop van de Ecofinraad openbaar worden gemaakt.
Nederland is voornemens om in te stemmen met het besluit en de verordening voor de eurotoetreding van Bulgarije per 1 januari 2026, en met de omrekenkoers van de Bulgaarse lev naar de euro op voorwaarde dat deze goed past bij de financieel-economische fundamenten van het land bij de intrede in het eurogebied.
Agendaonderwerp: Voorbereiding van de bijeenkomst
van de ministers van Financiën en gouverneurs van de centrale banken van
de G20 op 17-18 juli 2025: EU-mandaat
Document: EU terms of reference
Aard bespreking: Aanname ‘EU terms of reference’
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Op 17 en 18 juli vindt in Durban, Zuid-Afrika, de derde G20-bijeenkomst voor ministers van Financiën en centrale bankgouverneurs (FMCBG) plaats onder het Zuid-Afrikaans voorzitterschap. De Raad zal de EU-inzet voor deze bijeenkomst bespreken, die wordt vastgesteld in de ‘EU terms of reference’. Nederland is aanwezig bij de G20-bijeenkomsten op uitnodiging van voorzitter Zuid-Afrika.
Naar verwachting zal de G20 tijdens de FMCBG-bijeenkomst de actuele mondiale economische situatie bespreken en daarbij o.a. stilstaan bij handelsspanningen, afnemende economische groei en hoge publieke schuldenlasten. Daarnaast zal de G20 naar verwachting spreken over uitdagingen m.b.t. de mondiale economie, zoals schuldhoudbaarheidsrisico’s in lage-inkomenslanden, het stimuleren van duurzame economische ontwikkeling en het bevorderen van financiële stabiliteit.
Nederland steunt de prioriteiten van het Zuid-Afrikaans voorzitterschap. Zo benadrukt Nederland het belang van het wegnemen van handelsbarrières en houdbare overheidsfinanciën voor de mondiale economie. Verder maakt Nederland zich zorgen over de schuldhoudbaarheidsrisico’s voor lage inkomenslanden. Om deze risico’s te mitigeren zet Nederland zich in voor het bevorderen van schuldentransparantie en het verbeteren van het G20-raamwerk voor schuldherstructureringen. Om duurzame economische ontwikkeling te bevorderen, zet Nederland zich o.a. in voor het aantrekken van privaat kapitaal voor de financiering van ontwikkelingsdoelen.
https://commission.europa.eu/publications/european-fiscal-board-assesses-appropriate-fiscal-stance-euro-area-2026_en↩︎
https://www.consilium.europa.eu/media/g4jhjx1l/eurogroup-work-programme-until-july-2025.pdf↩︎
Eurogroep, Statement of the Eurogroup in inclusive format on the future of the Capital Markets Union (11 maart 2024), https://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2024/03/11/statement-of-the-eurogroup-in-inclusive-format-on-the-future-of-capital-markets-union/.↩︎
Eurogroep, Common understanding on the format and frequency of the structured monitoring process on CMU (4 november 2024), https://www.consilium.europa.eu/media/kljp0mvi/cmu_monitoring-framework.pdf.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 21 501-07, nr. 2099.↩︎
https://danish-presidency.consilium.europa.eu/en/programme-for-the-danish-eu-presidency/priorities/↩︎
Duitsland: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52025SC0165&qid=1750254855541
Oostenrijk: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=COM%3A2025%3A0323%3AFIN
Ierland: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52025PC0326&qid=1750254855541
België: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52025PC0327&qid=1750254855541
Denemarken: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52025PC0329&qid=1750254855541↩︎https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2024D27551&did=2024D27551↩︎
https://commission.europa.eu/publications/2025-european-semester-spring-package_en↩︎
Kamerstukken II, 2024/2025, 21501-07, nr. 2119↩︎
https://commission.europa.eu/publications/2025-european-semester-alert-mechanism-report_en↩︎
Zie de Nazending Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 20 en 21 januari 2025, Kamerstukken II 2024/2025 21501 nr. 07-2087.↩︎
Kamerstukken II, 2024/2025, 21501-07, nr. 2119↩︎
Kamerstuk 21.507-07 nr. 2085↩︎
https://economy-finance.ec.europa.eu/economic-and-fiscal-governance/stability-and-growth-pact/preventive-arm/national-medium-term-fiscal-structural-plans_en↩︎
Zie de Nazending Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 20 en 21 januari 2025, Kamerstukken II 2024/2025 21501 nr. 07-2087.↩︎
Kamerstuk 21501-20 nr. 2207↩︎
Kamerstuk 21501-20 nr. 2207↩︎
https://economy-finance.ec.europa.eu/document/download/902a2505-edb3-4c0a-8200-e0b1ec567c04_en?filename=COM_2025_615_1_EN_ACT_part1_v3.pdf↩︎
https://economy-finance.ec.europa.eu/document/download/aa932d47-8ad3-44be-9ba5-eca7bbf8f538_en?filename=RO_EDP_COM_2025_619_1_EN_ACT_part1_v1.pdf↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid/documenten/vergaderstukken/2025/06/10/nazending-geannoteerde-agenda-eurogroep-ecofinraad-juni-2025-lentepakket↩︎