[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang stelselwijziging jacht en faunabeheer

Natuurbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D31808, datum: 2025-07-03, bijgewerkt: 2025-07-03 13:44, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33576 -459 Natuurbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z14012:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Graag informeer ik u over de voortgang op het traject om te komen tot een toekomstbestendig stelsel voor jacht en faunabeheer. Een toekomstbestendig stelsel betekent voor mij een stelsel dat draagvlak heeft en ruimte biedt aan maatschappelijke, economische en ecologische ontwikkelingen. Ik heb op 29 november 2024 aangegeven uw Kamer hierover in 2025 nader te zullen informeren (Kamerstuk 33576, nr. 403). Daarnaast heb ik tijdens het Commissiedebat Natuur op 19 juni 2025 aan uw Kamer toegezegd de stukken te delen over de wijze waarop het stakeholderproces is ingericht, met welke partijen is gesproken en hoe de input van de verschillende partijen is verwerkt (TZ202506-077). Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging, de betreffende stukken zijn bijgevoegd in de bijlagen.

Huidige situatie

In de huidige praktijk maken wij onderscheid tussen enerzijds jacht en anderzijds schadebestrijding en populatiebeheer.

De verantwoordelijkheid voor populatiebeheer en schadebestrijding is in beginsel naar de provincies gedecentraliseerd. In de Omgevingswet en daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur zijn de kaders voor populatiebeheer en schadebestrijding vastgelegd. Voor schadebestrijding en populatiebeheer zijn aparte landelijke of provinciale toestemmingsbesluiten vereist, die zorgvuldig moeten worden onderbouwd: schadebestrijding en populatiebeheer zijn alleen toegestaan ten behoeve van in de wet limitatief opgesomde belangen, waaronder schade aan landbouwgewassen, schade aan flora en fauna en verkeersveiligheid. Ook moet worden aangetoond dat de maatregelen niet leiden tot een verslechtering van de staat van instandhouding en moet zijn aangetoond dat er geen andere bevredigende oplossingen zijn.

Jacht is landelijk geregeld en alleen toegestaan binnen het jachtseizoen op vijf soorten die op de wildlijst staan, indien de staat van instandhouding van deze soorten niet in het geding is. Jacht is hierbij een recht dat is gebonden aan het grondeigendom. Een jager is gehouden in zijn jachtgebied een redelijke wildstand te bewaren en kan door de grondeigenaar en eigenaren van aanpalende percelen worden aangesproken op zijn verantwoordelijkheid om schade door wild afkomstig van zijn jachtgebied te beperken.

In de Omgevingswet zijn internationale verplichtingen, onder andere voortvloeiend uit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn, geïmplementeerd. Ook is in het stelsel van de Omgevingswet vastgelegd wat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn van de verschillende betrokkenen, met name Rijk, provincies, faunabeheereenheden en wildbeheereenheden.

Aanleidingen voor overwegen stelselwijziging

De eerste directe aanleiding voor het overwegen van een stelselwijziging zijn twee rapporten waarin de staat van instandhouding van de vijf wildlijstsoorten: haas, konijn, houtduif, wilde eend en fazant als ongunstig zijn aangemerkt.1

Daarnaast heeft de Raad van State op 19 april 2023 geoordeeld dat de landelijke vrijstellingen voor soorten die ernstige schade toebrengen (in de huidige wetgeving vergunningvrije gevallen genoemd) onvoldoende onderbouwd zijn. Het betreft de vrijstellingen voor de soorten vos, konijn, zwarte kraai, kauw, houtduif en Canadese gans.2 Hiermee is het vooral voor provincies moeilijker geworden invulling te geven aan hun beleidsverantwoordelijkheid voor schadebestrijding en populatiebeheer.

Daarnaast constateer ik problemen die in de praktijk worden ervaren rond jacht, schadebestrijding en populatiebeheer. Zo constateer ik toenemende schade door beschermde diersoorten, aan met name landbouwgewassen. Dit leidt tot oplopende kosten voor provincies in de vorm van tegemoetkomingen voor deze schade. De schade die bijvoorbeeld grauwe ganzen veroorzaken aan landbouw kost provincies elk jaar tientallen miljoenen euro’s aan schadetegemoetkomingen3. Deze financiële middelen kunnen niet aan andere zaken zoals natuurbeheer besteed worden.

Het verlenen van vergunningen voor het doden van beschermde dieren behoeft een gedegen onderbouwing. Er is hierbij behoefte aan betrouwbare gegevens over populaties, schade en effectiviteit van beheermaatregelen. Een aantal toestemmingsbesluiten is de afgelopen tijd met succes juridisch aangevochten vanwege het ontbreken van een afdoende onderbouwing. Het kunnen voorkomen van schade wordt hierdoor bemoeilijkt.

De problemen hebben vaak verschillende oorzaken. In gesprekken met stakeholders over deze problemen komen onderwerpen naar voren die betrekking hebben op wetgeving, maar ook de uitvoeringspraktijk, financiën en gegevenshuishouding zijn nadrukkelijk aan de orde.

Activiteiten stelselwijziging tot nu toe
Betrokkenheid provincies en stakeholders

Over de mogelijke inrichting van het stelsel en de praktijk voor jacht, schadebestrijding en faunabeheer ben ik in overleg met provincies, faunabeheereenheden, vertegenwoordigers vanuit agrarische organisaties, jagers, natuur- en dierenwelzijnsorganisaties, grondeigenaren- en terreinbeherende organisaties.

De betrokken stakeholders hebben verschillende belangen en uiteenlopende standpunten over hoe het stelsel en de praktijk er in de toekomst uit zouden moeten zien. Uit een eerder vanuit mijn ministerie uitgezet onderzoek naar de houding van Nederlanders ten opzichte van jacht, schadebestrijding en populatiebeheer, komt ook naar voren dat er in de samenleving verschillend over dit onderwerp gedacht wordt. Wanneer het doden van dieren tot doel heeft overlast tegen te gaan of om populaties gezond te houden, heeft een meerderheid van Nederlanders daar volgens dit onderzoek geen bezwaar tegen. Voor de resultaten van dit onderzoek verwijs ik u naar bijlage I.

Onderzoeken mogelijk aanpassen wildlijst

Ik maak me sterk voor een wijziging van het stelsel waardoor de jacht meer zou kunnen worden ingezet voor het bestrijden van dieren van soorten die ernstige schade veroorzaken. Denk hierbij aan soorten die veel landbouwschade veroorzaken, zoals de grauwe gans, of soorten die schade doen aan flora en fauna, zoals predatoren aan weidevogels. Met sommige predatoren, zoals de vos en de kraai gaat het goed, ten koste van de grutto. Ik wil de mogelijkheid kunnen bieden daar actief op te kunnen beheren.

Dit kabinet streeft naar doelsturing en het maken van keuzes zo dicht mogelijk bij de burger neer te leggen. Door de jacht op soorten van de wildlijst te openen zou de verantwoordelijkheid om schade te voorkomen in grotere mate bij de jager en grondeigenaar komen te liggen. Voor het doden van soorten waarop de jacht wordt geopend zouden geen aparte toestemmingsbesluiten meer nodig zijn: het kunnen vangen en doden van deze dieren wordt dan rechtstreeks ontleend aan het wettelijk geregelde jachtrecht van de grondeigenaar. De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn bieden hier in beginsel ruimte voor. Ook in de andere Europese landen wordt jacht op deze manier ingezet. Een belangrijke randvoorwaarde hierbij blijft te allen tijde dat de staat van instandhouding van de betrokken soorten niet in het geding mag komen.

Het toevoegen van soorten aan de wildlijst vergt een wijziging van de Omgevingswet. Het vervolgens openstellen van de jacht op soorten op de wildlijst vergt een apart ministerieel besluit. Ik ben met provincies en andere partijen in gesprek over de mogelijke criteria op basis waarvan, na een eventuele aanpassing van de wildlijst, zo’n besluit genomen kan worden. Ook onderzoek ik de mogelijkheden om dergelijke besluiten periodiek te evalueren.

Onderzoeken mogelijke wetenschappelijke adviesraad
Ik onderzoek de mogelijkheden om een wetenschappelijke adviesraad in te stellen die mij onder andere periodiek zou kunnen adviseren over het al dan niet openen van de jacht op soorten op de wildlijst. Ik laat me daarbij inspireren door de manier waarop hiermee in Denemarken wordt omgegaan, waar de overheid zich laat adviseren door een adviesraad die is samengesteld uit experts op het gebied van onder andere jacht, landbouw en natuurbeheer. Over de verdere invulling van de taken en rol van een mogelijke adviesraad ben ik in gesprek met provincies en stakeholders.

Rol faunabeheereenheden

Het verantwoord uitvoeren van faunabeheer vraagt om specialistische kennis van het gebied, de lokale stand van populaties, het gedrag van dieren en de interactie tussen soorten. De uitvoering berust voor een groot deel bij vrijwillige jagers. Vaak zijn dit mensen uit de omgeving met een sterke binding met het gebied. Ik heb veel waardering voor de manier waarop zij zich onbezoldigd inzetten, niet alleen voor het beheer van soorten in de natuur, maar ook voor het verzamelen van infomatie en het signaleren van ontwikkelingen in het veld.

Faunabeheereenheden coördineren de uitvoering van het faunabeheer in elke provincie. Iedere faunabeheereenheid moet volgens de Omgevingswet voor haar werkgebied een faunabeheerplan opstellen. De rol van faunabeheereenheden is cruciaal. Uit gesprekken met provincies en faunabeheereenheden blijkt dat hun verwachtingen over de uitvoering van de in de Omgevingswet vastgelegde rol in de praktijk uiteenlopen. Waar sommigen verwachten dat faunabeheereenheden maatschappelijke afwegingen maken met betrekking tot faunabeheer, worden faunabeheereenheden door anderen enkel als uitvoeringsorganisaties gezien. Ik ben daarom met de provincies, faunabeheereenheden en andere stakeholders in gesprek over de verantwoordelijkheden en de rol van de faunabeheereenheden.

Verbeteren van data en informatiebeheer

Om te komen tot een toekomstbestendig stelsel is het van belang om beschikbare data en informatie over populaties, schade en effectiviteit van beheermaatregelen te verbeteren. In overleg en samenwerking met onder andere de provincies onderzoek ik hoe de verbetering van beschikbare data en informatie over populaties, schade en effectiviteit van beheermaatregelen kan worden gerealiseerd. Met betere en gevalideerde data kunnen we op langere termijn zorgen voor een betere onderbouwing van landelijke of provinciale (toestemmings)besluiten.

Vervolgproces

Provincies zijn, als medeverantwoordelijke bestuurslaag voor het natuurbeleid, een belangrijke partner bij het vormgeven van het aangepaste stelsel voor jacht en faunabeheer. Ik werk dan ook in nauwe samenspraak met provincies verder in dit traject. In het vervolgproces wordt tevens in kaart gebracht of, en zo ja welke, onderdelen van de wet- en regelgeving wijziging zouden kunnen behoeven.4 Ook vind ik het belangrijk dat de mogelijke stelselwijziging in nauwe samenspraak met de verschillende bij jacht en faunabeheer betrokken stakeholders tot stand komt. Ik zal hen dan ook steeds actief bij het vervolgproces blijven betrekken.

Ik zal uw Kamer begin 2026 opnieuw informeren over de voortgang van het proces van rond de stelselwijziging jacht en faunabeheer.

Jean Rummenie

Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur


  1. Aanbiedingsbrief bij rapporten staat van instandhouding soorten wildlijst | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  2. Uitspraak 201905176/1/A3 - Raad van State↩︎

  3. Schadecijfers - BIJ12↩︎

  4. In dit proces neem ik mee de toezegging van de voormalige minister voor Natuur en Stikstof over de landelijke vrijstellingen mee (vergunningvrije gevallen) (Kamerstuk 36410-XIV, nr. 96) en ook de moties van uw Kamer over de vrijstellingslijst (Kamerstuk 36410 XIV, nr. 9, 11 oktober 2023 en Kamerstuk 33576, nr. 380, 20 juni 2024) 8).↩︎