Evaluatie CO-stelsel - nadere informatie opvolging aanbevelingen
Brief regering
Nummer: 2025D32122, datum: 2025-07-03, bijgewerkt: 2025-07-04 15:25, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32757 -191 Bouwbesluit.
Onderdeel van zaak 2025Z14149:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2025-09-02 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-02 16:30: Procedurevergadering commissie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Preview document (š origineel)
Met mijn brief van 19 november 2024 heb ik u de evaluatie van het wettelijk stelsel ācertificering werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallatiesā (CO-stelsel) toegestuurd. Geconcludeerd is dat het stelsel te kort in werking is om goed onderbouwde uitspraken te doen over de effectiviteit, maar ook dat sinds de invoering van het stelsel de kwaliteit van werkzaamheden en daarmee de veiligheid is verbeterd. In mijn brief heb ik een eerste reactie gegeven op de aanbevelingen uit de evaluatie. Ik heb aangegeven u voor de zomer van 2025 nader te zullen informeren. Met deze brief geef ik hier invulling aan. Hierbij betrek ik ook de aanbevelingen van de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) in haar jaarlijks verslag over het CO-stelsel1.
Regeldruk en tarieven
Uit de evaluatie blijkt dat zzpāers en kleine bedrijven de meeste regeldruk ervaren. Om deze regeldruk te verminderen ondersteunt de sector installateurs al met apps, bijvoorbeeld voor het melden van werkzaamheden en bijna-ongevallen. Ook kunnen zzpāers zich laten inhuren door een gecertificeerd bedrijf, onder wiens verantwoordelijkheid zij de werkzaamheden dan uitvoeren. Op die manier kunnen zzp-ers makkelijker aan het stelsel deelnemen. Voorwaarde daarvoor is wel dat zij beschikken over het vereiste Vakmanschap-CO. Op dit moment kijkt de sector ook naar vereenvoudigingen in certificatieschemaās, voor met name voor zzpāers en kleine bedrijven. De sector kijkt ook naar de mogelijkheid om het Vakmanschap-CO, dat vijf jaar geldig is, eenvoudiger te verlengen. Wanneer er meer duidelijkheid is over deze vereenvoudigingen, zal ik u daarover informeren.
Gestegen lonen en materiaal- en grondstoffenprijzen hebben, samen met kosten vanwege het CO-stelsel, gezorgd voor hogere tarieven die installateurs voor onderhoud berekenen. De verhoging van dit tarief als gevolg van het CO-stelsel, blijkt bij zzp-ers circa 15% te zijn. Bij kleine-, middelgrote- en grote installatieĀbedrijven gaat het om circa 5%. Dat zzp-ers meer regeldruk ervaren komt vooral doordat zij vaak nog moeten wennen aan de verplichtingen die certificering met zich meebrengt (zoals kwaliteitsmanagement en audits). De verwachting is dat naarmate zij hier meer ervaring mee krijgen, de regeldruk zal afnemen.
Collectieve rookgasafvoeren
Een rookgasafvoer heeft een gegarandeerde levensduur van 15 jaar (fabrieksĀgarantie). VvEās hebben echter vaak niet of te weinig gespaard voor tijdige renovatie of vervanging daarvan. Ook blijkt dat installateurs vaak terughoudend zijn om onderhoud aan toestellen van individuele appartementsĀeigenaren uit te voeren, wanneer onvoldoende duidelijkheid bestaat over de staat van de collectieve rookgasafvoer. Om VvEās meer tijd te geven om de collectieve rookgasafvoer te laten renoveren of vervangen, is daarom afgelopen periode door NEN gewerkt aan een nieuwe praktijkrichtlijn, de NPR3378 deel 48. Deze praktijkĀrichtlijn, die binnenkort wordt gepubliceerd, maakt het mogelijk om de rookgasĀafvoer onder voorwaarden maximaal 5 jaar langer te gebruiken. Daarvoor moeten door de VvE wel beheersmaatregelen worden getroffen en binnen de genoemde periode van 5 jaar moet door de VvE een vervangings-/renovatieplan plan worden opgesteld en uitgevoerd. Deze nieuwe praktijkrichtlijn geeft installateurs ook meer handvatten om, gedurende deze periode van tijdelijk doorgebruik, (reguliere) werkzaamheden aan toestellen van individuele appartementseigenaren uit te blijven voeren. Ook het door Techniek Nederland opgestelde handelingskader voor werkzaamheden aan toestellen die zijn aangesloten op een collectieve rookgasĀafvoer, biedt installateurs in deze situatie de mogelijkheid om -met in acht name van een aantal beheersmaatregelen- onderhoudswerkzaamheden aan individuele toestellen in VvEās te blijven uitvoeren. De beschikbaarheid van deze praktijkĀrichtlijn en handelingskader laat overigens onverlet dat binnen de installatiesector verdere verkenning plaatsvindt naar vereenvoudiging van de werkwijze bij collectieve rookgasafvoeren. Uiteraard geldt daarbij dat de veiligheid goed moet zijn geborgd.
Voor VvEās die onvoldoende geld gereserveerd hebben voor de renovatie of vervanging van de collectieve rookgasafvoer, geldt dat die in veel gevallen hiervoor via hun gemeente een lening kunnen afsluiten bij SVn. Ook kunnen zij rechtstreeks terecht bij het Toekomstbestendig Onderhoudsfonds VvEās en het Nationaal Warmtefonds. Voorwaarde daarbij is dat ook verduurzamingsĀwerkzaamheden worden uitgevoerd.
Bevorderen periodiek onderhoud
Periodiek onderhoud bevorder ik, in goede samenwerking met de Nederlandse Brandwondenstichting en Brandweer Nederland, via de jaarlijkse publieksĀvoorlichting. Komend stookseizoen (2025-2026) intensiveer ik dit met de publiekscampagne Verbeterjehuis ā duurzaam wonen. Tegelijkertijd zal de Nederlandse Brandwondenstichting in samenwerking met Brandweer Nederland voorlichting blijven geven via de jaarlijkse campagne āStop CO-vergiftigingā. Hiervoor zal ik net als afgelopen jaren subsidie verstrekken.
De aanbeveling van de TloKB, zoals opgenomen in haar jaarlijks verslag, om periodiek onderhoud wettelijk te verplichten neem ik niet over. Hoewel het belangrijk is dat installaties veilig zijn, geeft de evaluatie mij geen dringende aanleiding om periodiek onderhoud generiek te verplichten. Een verplichting tot onderhoud zal ik pas overwegen als blijkt dat de mate van onderhoud fors terugloopt en/of er andere dringende aanleiding toe is.
Melding van bijna-ongevallen
De melding bijna-ongevallen betreft een verplichting voor de installateur om een hogere concentratie koolmonoxide dan 20ppm te melden bij de certificerende instelling, de eigenaar-bewoner en de gemeente. Hierbij is nog niet direct sprake van een ongeval, maar wel van een risicovolle situatie. Om de administratieve lasten van deze melding te verminderen, zal ik deze melding aanpassen. Door de installateur geconstateerde waarden hoger dan 20ppm, hoeven dan alleen nog aan de gemeente te worden gemeld, wanneer die door de installateur niet direct ter plaatse worden opgelost. Hierbij sluit ik aan bij de door de Nederlandse Vereniging voor Bouw- en Woningtoezicht voor gemeenten opgestelde handreiking voor het melden van bijna-ongevallen2. Daarnaast heb ik met betrokken partijen in het Bestuursakkoord Digitale Gebouwde Omgeving3, de afspraak gemaakt deze melding via het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgevingswet (DSGO) aan de gemeente door te gaan geven. Hiermee wordt het voor installateurs eenvoudiger om deze melding te doen en kunnen gemeenten daar ook sneller op reageren. Ook zal ik de meldplicht uitbreiden met informatie over de (achterliggende) oorzaak van het bijna-ongeval. Deze informatie wordt nu niet gemeld, maar is wel van belang voor de jaarlijkse monitoring. Met deze aanpassing geef ik ook invulling aan de aanbeveling van de TloKB in haar jaarlijks verslag.
Data incidenten met koolmonoxide
Kiwa Technology doet in opdracht van Netbeheer Nederland jaarlijks onderzoek naar incidenten met koolmonoxide (slachtoffers en gewonden). Uit de jaaroverzichten van Kiwa Technology blijkt dat het aantal incidenten met koolmonoxide een dalende tendens vertoont, maar ook dat er jaarlijks nog steeds dodelijke slachtoffers zijn te betreuren. In 2023 ging het om 4 dodelijke slachtoffers, 11 ernstig gewonden en 36 lichtgewonden4. De helft van het aantal onderzochte dodelijke ongevallen blijkt veroorzaakt door bouwkundige werkzaamĀheden waarbij de rookgasafvoer āin de weg zatā en daarom tijdelijk is gedemonteerd. Kiwa Technology geeft daarom aan dat het belangrijk is dat er binnen de bouw- en aannemerssector meer bekendheid komt over de wettelijke verplichting dat alleen daarvoor gecertificeerde bedrijven werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties (waaronder ook de rookgasafvoer) mogen uitvoeren. Ook de TloKB wijst hierop in haar jaarlijks verslag. Ik ga in gesprek met de bouw- en aannemerssector om de bekendheid met het stelsel te verbeteren.
Handhaving door gemeenten
Uit de evaluatie is de vraag naar voren gekomen in welke mate gemeenten in staat zijn adequaat toezicht te houden op naleving van de in het stelsel opgenomen verplichting dat alleen gecertificeerde installatiebedrijven deze werkzaamĀheden mogen uitvoeren. Op dit moment ben ik met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) nog in gesprek over de wijze waarop dit op een goede manier kan worden onderzocht. Over de uitkomsten daarvan verwacht ik u op een later moment te kunnen informeren. Om niet gecertificeerde bedrijven (en personen) te ontmoedigen deze werkzaamheden uit te voeren, blijf ik tegelijkertijd via de jaarlijkse publieksvoorlichting wijzen op de wettelijke verplichting dat alleen gecertificeerde Ābedrijven aan gasverbrandingsĀinstallaties mogen werken.
Afsluitend merk ik op dat op dit moment ongeveer 3.700 bedrijven zijn gecertificeerd. De verwachting is dat dit aantal nog verder zal groeien. Verder hebben op dit moment circa 25.000 monteurs hun vakbekwaamheidsbewijs op het gebied van CO behaald. Dat zijn er beduidend meer dan bij aanvang van het stelsel verwacht. Deze cijfers, alsmede de ontwikkelingen waarover ik u in deze brief heb geĆÆnformeerd, geven mij het vertrouwen dat met dit nu nog ājonge stelselā de veiligheid van gasverbrandingsinstallaties steeds verder verbetert.
DeĀ Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,Ā
Mona Keijzer