Tweede voortgangsrapportage Integrale Aanpak Online
Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Brief regering
Nummer: 2025D32519, datum: 2025-07-04, bijgewerkt: 2025-07-22 12:00, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Mede ondertekenaar: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Mede ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Actieplan 2025
- Jaarbericht 2024 Integrale aanpak online fraude
- Beslisnota bij Kamerbrief Tweede voortgangsrapportage Integrale Aanpak Online
Onderdeel van kamerstukdossier 29911 -474 Bestrijding georganiseerde criminaliteit.
Onderdeel van zaak 2025Z14298:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Medeindiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-09-02 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-11 12:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
29911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 474 Brief van de ministers van Justitie en Veiligheid, van Financiën en van Economische Zaken
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2025
Inleiding
Online fraude vormt wereldwijd een groot criminaliteitsfenomeen. Ook in Nederland blijven criminelen veelvuldig het internet gebruiken om strafbare feiten te plegen. Dit heeft een grote impact op onze samenleving en economie en hierdoor neemt het vertrouwen in digitaal werken af. Het CBS meldt in de rapportage “Online Veiligheid en Criminaliteit” dat in 2024 2,4 miljoen mensen van 15 jaar of ouder aangaven in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer te zijn geweest van één of meer vormen van online criminaliteit.1 Naar schatting van de politie waren Nederlanders in 2023 in totaal 109 miljoen euro kwijt als gevolg van online fraudedelicten.2 Dat bedrag betreft alleen schade die op grond van aangiftes bekend is bij de politie. Het werkelijke bedrag zal vele malen hoger zijn. Online fraude kent vele vormen en raakt alle soorten burgers. Enkele voorbeelden zijn bankhelpdeskfraude, aan- en verkoopfraude, datingfraude en beleggingsfraude. Slachtofferschap van online fraude heeft naast financiële schade ook een aanzienlijke invloed op de psychische en emotionele gezondheid van burgers. Maar al te vaak spelen een schuldgevoel en schaamte een grote rol met in sommige gevallen ernstige problemen tot gevolg.
Daarom is het van groot belang dat onze ministeries zich samen met de politie, het Openbaar Ministerie en andere publieke en private partners onverminderd blijven inzetten voor de strijd tegen online fraude. Het kabinet investeert dit jaar alleen al 52,6 miljoen euro in de politie en de strafrechtketen voor de aanpak van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit, waar online fraude een belangrijk onderdeel van uitmaakt. De complexiteit en aard en omvang van online fraude vergt een integrale aanpak met publieke en private partners om te voorkomen dat burgers en bedrijven slachtoffer worden. De overheid kan dit niet alleen. De samenwerking met en de inzet van private partijen is ook het afgelopen jaar onmisbaar gebleken binnen de Integrale Aanpak Online Fraude. Deze inzet van het bedrijfsleven blijft ook de komende jaren noodzakelijk en voorwaardelijk voor een effectieve en succesvolle aanpak bij het voorkomen van online fraude.
Om online fraude effectief te kunnen bestrijden, moeten we daarnaast onze kennis uitbreiden met gedegen onderzoek.
Vanuit onder andere het WODC, de Haagse Hogeschool en de politie zijn er in samenwerking met de partners van de Integrale Aanpak Online Fraude het afgelopen jaar meerdere wetenschappelijke onderzoeken om meer inzicht te verkrijgen in de aard en omvang, de modus operandi en trends en ontwikkelingen binnen het thema online fraude. Zo heeft de politie een fenomeenbeeld online fraude gemaakt en verricht de Haagse Hogeschool meerjarig onderzoek naar de civielrechtelijke afdoening voor slachtoffers.3 Enkele deelonderzoeken zijn al opgeleverd en besproken met de partners van de integrale aanpak.4 Daarnaast laat het WODC wetenschappelijk onderzoek uitvoeren naar schade bij bedrijven en naar daders van online fraude.5 Via www.integraleaanpakonlinefraude.nl worden de uitkomsten van deze en andere onderzoeken verspreid naar onze partners en gebruikt voor het ontwikkelen van interventies, het richting geven aan campagnes en het bewerkstelligen van een effectieve en efficiëntere hulp aan slachtoffers.
In deze brief blikken wij gezamenlijk , terug op de Integrale Aanpak Online Fraude van 2024 met het Jaarbericht 2024 en kijken wij vooruit naar 2025 met het Actieplan 2025 (bijgevoegd als bijlagen bij deze brief). Tot slot volgt een reactie op de uitvoering van moties en toezeggingen aan uw Kamer binnen het beleidsterrein van online fraude.
Voor een overzicht van de actieplannen en resultaten in de eerdere jaren van het programma verwijzen wij u naar de brieven daarover van vorig jaar en het jaar daarvoor.6
Terugblik 2024
Inrichting samenwerking
Medio 2022 is er een begin gemaakt met de inrichting van de Integrale Aanpak Online Fraude. Uit de interne evaluaties van 2023 en 2024 is gebleken dat er veel is gerealiseerd. De informatiepositie is versterkt en gezamenlijk is er tot effectieve maatregelen gekomen voor de aanpak van bankhelpdeskfraude en aan- en verkoopfraude. Aan de hand van duidelijke folders en vuistregels wordt geprobeerd slachtoffers goed te informeren over hun rechtspositie en de juiste hulp te bieden. De partners weten elkaar goed te vinden, nemen gezamenlijk deel aan campagnes en staan met een opvallende stand op relevante beurzen om burgers en bedrijven te informeren over, onder andere, modus operandi van online fraudeurs. De afgelopen twee jaren hebben zich steeds meer private en publieke partners aangesloten bij de Integrale Aanpak Online Fraude. Inmiddels zijn ook de Fraudehelpdesk en De Nederlandsche Bank (DNB) toegetreden tot de Kerngroep.
Acties actieplan 2024
In 2024 zijn er gezamenlijk door de partners verschillende acties ingezet om de zichtbaarheid van de Integrale Aanpak Online Fraude te vergroten. Zo zijn diverse partners van de Integrale Aanpak, zoals politie, de Fraudehelpdesk, het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude, de Nederlandsche Vereniging van Banken (NVB) en Slachtofferhulp Nederland zichtbaar aanwezig geweest op diverse beurzen zoals de ‘Be!eef! Beurs’ en de ‘Seniorenexpo’. Meer dan de helft van de slachtoffers van bankhelpdeskfraude is 70 jaar of ouder.7 Daarom investeren de partners gezamenlijk in preventie voor deze doelgroep.
In samenwerking met het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid zijn vuistregels ontwikkeld die de verschillende meldpunten voor slachtoffers op een duidelijke manier informatie laten verstrekken over stappen die burgers kunnen nemen als zij slachtoffer zijn geworden van online fraude, en om slachtofferschap juist te voorkomen.8 Er zijn inmiddels ook vuistregels voor slachtoffers opgesteld. De effectiviteit van deze vuistregels wordt in 2025 geëvalueerd. Op 13 november 2024 heeft een webinar plaatsgevonden waar professionals en wetenschappers expertise hebben gedeeld over de aanpak van geldezels. Tot slot is de website www.integraleaanpakonlinefraude.nl verder uitgebouwd om het kennisplatform te worden over de volle breedte van de integrale aanpak.
Niet alle acties van het actieplan 2024 konden vorig jaar worden gerealiseerd. Sommige actielijnen, zoals bijvoorbeeld gegevensdeling, hebben te maken met ingewikkelde materie en samenwerkingsrelaties en de uitwerking van acties vraagt om langer lopende onderzoeken en samenwerkingsprocessen. Deze acties lopen daarom ook door in 2025. Ook de ontwikkeling en implementatie van interventies om slachtofferschap te voorkomen en criminele processen te verstoren heeft in 2024 minder concrete resultaten opgeleverd dan verwacht. De partners van de integrale aanpak willen hier in 2025 verandering in brengen.
Evaluatie samenwerking en noodzaak tot inzet bedrijfsleven
Door de Kerngroep is in december 2024 nogmaals uitvoerig stilgestaan bij de samenwerking, structuur en de verdeling van werkzaamheden binnen de Integrale Aanpak Online Fraude. Zowel de publieke als private partners hebben wederom uitgesproken de nauwe samenwerking binnen de aanpak als positief te ervaren en bepleiten een structurele borging van de samenwerking. Ik wil hier nogmaals benadrukken dat de publiek-private samenwerking binnen de Integrale Aanpak Online Fraude een belangrijk instrument is voor een effectieve aanpak en het voorkomen van online fraude. Het is nodig om op de terreinen van gegevensdeling en ontwikkeling van interventies meer en sneller resultaten te boeken. Daar zijn alle partners het over eens. Hier ligt dan ook onze prioriteit voor 2025. Meer en snellere resultaten vragen naast inzet van de overheid om meer inzet van het bedrijfsleven met mensen en geld. Dit heb ik ook op 4 november 2024 benadrukt in de bijeenkomst van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing toen de voortgang van de Integrale Aanpak Online Fraude is besproken.
Vooruitblik 2025
Ook dit jaar zetten de betrokken ministeries zich met de partners in om online fraude te bestrijden. Op 19 februari is uw Kamer geïnformeerd over de stappen die vanuit het ministerie van Economische Zaken worden gezet in het kader van de strijd tegen online fraude. Zo heeft de minister van Economische Zaken een wetsvoorstel in voorbereiding dat gericht is op het voorkomen van het misbruik van telefoonnummers voor het plegen van online fraude. Daarnaast is er recentelijk een traject gestart om een passende grondslag in de Telecommunicatiewet op te nemen voor aanbieders van telecommunicatienetwerken om verkeersgegevens te verwerken voor fraudebestrijding, waaronder ook het uitwisselen van deze gegevens met bijvoorbeeld banken.9
Actieplan 2025
Het bijgevoegde Actieplan voor het jaar 2025 is opgesteld met de partners uit de Integrale Aanpak Online Fraude en vastgesteld door de Kerngroep. Het Actieplan 2025 toont de acties waarin de partners in de Integrale Aanpak Online Fraude samenwerken op de inmiddels bekende zes thema’s. De conclusie uit de interne evaluatie van de Kerngroep en de oproep van de minister van Justitie en Veiligheid om tot meer inzet vanuit het bedrijfsleven te komen, vertaalt zich in het Actieplan 2025. Hierin ligt een verkenning naar de vraag hoe afspraken met bedrijven kunnen worden gemaakt over hun inzet bij de ontwikkeling en implementatie van maatregelen om het fraudeurs onmogelijk te maken om slachtoffers te maken. Voor de verschillende acties verwijzen wij kortheidshalve naar het Actieplan 2025 zelf. Deze wetsvoorstellen worden met een grote mate van urgentie opgepakt, zoals recent ook verzocht in de desbetreffende motie Michon-Derkzen.10
Moties en toezeggingen
Uitvoering motie Michon-Derkzen c.s. doorontwikkeling Integrale aanpak
Op 26 november 2024 heeft de Tweede Kamer de motie Michon-Derkzen c.s. aangenomen waarin de minister van Justitie en Veiligheid wordt verzocht om voor de zomer van 2025 te komen met een plan van aanpak voor de doorontwikkeling van de Integrale Aanpak Online Fraude en de doorontwikkeling van de Fraudehelpdesk daarin mee te nemen.11 Deze motie was ongedekt. De financiering van het programma van de Integrale Aanpak had initieel een looptijd tot en met 2025. Aangezien gedigitaliseerde criminaliteit een groeiend criminaliteitsfenomeen is en voor de bestrijding ervan een lange adem en continue inspanning van het bedrijfsleven en aandacht van de opsporing nodig heeft, onderschrijf ik het belang van voortzetting na 2025. Recentelijk is er binnen mijn ministerie de benodigde dekking voor één jaar voor de integrale aanpak online fraude gevonden, waardoor deze aanpak ook in 2026 voortgezet kan worden. Om doorontwikkeling mogelijk te maken na 2026 bezie ik de mogelijkheid van aanvullende Europese financiering. Ik verwacht u in het najaar uitsluitsel te kunnen geven of de dekking daaruit mogelijk is.
Met de bestuurders is op 10 juni jl. gesproken over de lijnen voor de doorontwikkeling in/vanaf 2026. De ambitie is erop gericht om gezamenlijk toe te werken naar meer concrete resultaten met een focus op gegevensdeling ten behoeve van online fraudebestrijding en op het implementeren en herijken van interventies, zodat online fraude zo goed mogelijk kan worden voorkomen en gedetecteerd. Dit krijgt de komende tijd een uitwerking zodat dit plan van aanpak naar verwachting in het najaar aan de Tweede Kamer zal worden toegezonden.
In het tweede deel van de motie heeft uw Kamer mij verzocht om de doorontwikkeling van de Fraudehelpdesk mee te nemen.
Ook dit deel van de motie is ongedekt. Hierover is nog overleg gaande met de Fraudehelpdesk en met stakeholders. Vanwege het kabinetsbeleid voor taakstelling en het opleggen van structurele subsidiekorting zullen nadrukkelijk ook mogelijkheden voor cofinanciering en samenwerking met andere meldpunten en stakeholders worden verkend.
Ik heb daarom meer tijd nodig om tot een zorgvuldig besluit te komen over de toekomst van de Fraudehelpdesk. Omdat er eerder door mijn voorganger een meer inhoudelijke beleidsreactie op het WODC-evaluatieonderzoek was toegezegd, zal ik ervoor zorgdragen dat de uitvoering van deze motie daarin wordt opgenomen.
Uitvoering motie Mutluer PNBF-regeling
Op 10 december 2024 werd een motie van het lid Mutluer (PVDA/GL) aangenomen waarin de minister van Justitie en Veiligheid wordt verzocht om voor de Procedure NAW-gegevens Begunstigde Bij niet-bancaire Fraude (hierna: ‘PNBF’) te onderzoeken op welke manier deze regeling bij online fraude bekender en effectiever kan worden en te onderzoeken of deze regeling kan worden uitgebreid naar paymentserviceproviders.12 Ter uitvoering van deze motie heb ik een toezegging gedaan om in gesprek te gaan met Betaalvereniging Nederland (hierna: ‘BVN’) en heeft hij waardering uitgesproken voor de getoonde inspanning van BVN en de betaaldienstverleners. BVN heeft desgevraagd bevestigd dat er met de aangesloten leden, banken en Nederlandse paymentserviceproviders een werkwijze is afgesproken hoe zij onderling samen kunnen werken om een slachtoffer van online fraude te ondersteunen in een poging het overgeboekte bedrag terug te halen. De bank van het slachtoffer informeert de eigen rekeninghouder over de mogelijkheid van het indienen van een terugbetalingsverzoek en in een latere fase onder voorwaarden een verzoek tot verstrekking van NAW-gegevens. De uitwerking is een interbancaire voorziening die de leden op vrijwillige basis aanbieden. Aangezien een bank - van ogenschijnlijk betrouwbare transacties – niet kan zien dat een betaalopdracht werd gegeven onder invloed van een strafbaar feit, is van belang te vermelden dat de gedupeerde rekeninghouder wel zelf contact met de bank zoekt alvorens de bank de rekeninghouder over deze optie kan informeren. De mogelijkheid dat slachtoffers hulp kunnen vragen van hun eigen bank is standaard opgenomen in de werkwijze van de meldpunten en in de informatie die de politie na aangifte van aan- en verkoopfraude aan slachtoffers verstrekt. BVN bevestigt dat ook banken hun rekeninghouders actief informeren over de mogelijkheid als zij hun bank aangeven online te zijn opgelicht. De PNBF is naar de aard van de afspraak en naar de inhoud geen algemene regeling, waarop gedupeerden aanspraak maken of waarvan de toepassing afdwingbaar is door BVN. Zoals eerder gemeld, bevestigt BVN dat de toepassing niet centraal wordt geregistreerd en dat dit een aangelegenheid is van individuele banken in hun hulp aan slachtoffers en de wederkerige bereidheid van twee banken om primair buitengerechtelijke bemiddeling mogelijk te maken tussen hun beider rekeninghouders.13 Hierbij is sprake van een precair evenwicht dat betaaldienstverleners dit willen faciliteren maar elke vorm van eigenrichting naar mogelijke daders, geldezels en slachtoffers afwijzen. Aanleiding of reden om als overheid nog meer van de betaaldienstverleners af te dwingen dan wat zij op dit punt al kunnen doen, zie ik op dit moment niet. Deze regeling is uniek en bestaat alleen in Nederland.
Wel zal in samenspraak met politie en BVN worden besproken hoe het bereik van de PNBF verder is te vergroten, zoals het uitnodigen van meer betaaldiensten om zich aan te sluiten bij de toepassing van de PNBF.
De minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
De minister van Financiën,
E. Heinen
De minister van Economische Zaken,
V.P.G. Karremans
Centraal Bureau voor de Statistiek (2025), Online veiligheid en criminaliteit 2024.↩︎
Online fraude in beeld, fenomeenbeeld Nationale Politie 2024.↩︎
Online fraude in beeld, fenomeenbeeld 2024 (2024), Nationale Politie.↩︎
Civielrechtelijke afdoening van online fraude | De Haagse Hogeschool.↩︎
Onderzoek naar daderschap online fraude | Welk onderzoek doen we? | WODC - Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum.↩︎
Kamerstukken II, 29 911, nr. 393; Kamerstukken II, 29 911, nr. 441.↩︎
Nationale Politie, Online fraude in beeld, fenomeenbeeld 2024 (2024).↩︎
Het CCV, Vuistregels ‘hulp bij online fraude’.↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, 29 911, nr. 456.↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, 26 643, nr. 1340.↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, 36 600 VI, nr. 82.↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, 26 643, nr. 1248.↩︎
Aanhangsel Handelingen II, 2024/25, nr. 370.↩︎