[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang Strategie Bestrijding Antisemitisme 2024-2030

Racisme en Discriminatie

Brief regering

Nummer: 2025D32632, datum: 2025-07-04, bijgewerkt: 2025-07-07 12:23, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30950 -462 Racisme en Discriminatie.

Onderdeel van zaak 2025Z14324:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Op 22 november 2024 hebben wij uw Kamer de Strategie Bestrijding Antisemitisme 2024-2030 namens het kabinet aangeboden.1 Het kabinet heeft in deze strategie de ambities voor de langere termijn uiteengezet en vertaald naar concrete maatregelen die tevens uitvoering geven aan toezeggingen en moties. De maatregelen worden uitgevoerd door de ministeries van Justitie en Veiligheid, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Met deze brief informeren we uw Kamer over de voortgang van de strategie en de uitvoering van de verschillende maatregelen.

De afgelopen jaren is het antisemitisme in Nederland merkbaar toegenomen. Anti-institutioneel extremisme, religieus fundamentalisme, jihadisme en rechts-extremisme vormen een voedingsbodem. Via online platforms wordt antisemitische content razendsnel verspreid. Bij het oplaaien van het Israëlisch-Palestijns conflict zien we terugkerend een toename van het aantal antisemitische incidenten. De gewelddadigheden in Amsterdam van november vorig jaar zijn hiervan een treurig voorbeeld. Het kabinet signaleert dat mensen met antisemitische standpunten in sommige gevallen internationale spanningen gebruiken als aanleiding voor antisemitische uitingen. Dat veroordelen we ten zeerste. Voor antisemitisme en het gebruik van geweld bestaat geen enkele rechtvaardiging.

Dat er Joden in Nederland zijn die te maken hebben met haat, intimidatie, uitsluiting, en geweld vanwege hun Joods-zijn, is onacceptabel. Sommige Joden voelen zich niet langer veilig om hun identiteit openlijk te uiten. Dat is zorgelijk en onaanvaardbaar. In een samenleving die gebouwd is op vrijheid, gelijkwaardigheid en wederzijds respect, moet iedereen – ongeacht achtergrond of geloof – zich vrij voelen om zichzelf te zijn. Nederland staat voor een open en inclusieve samenleving, waarin Joden hun identiteit en religie in alle vrijheid kunnen beleven, zonder angst of belemmering.

Met de Strategie Bestrijding Antisemitisme 2024-2030 heeft het kabinet een pakket aan concrete maatregelen vastgesteld ter versterking van de bestrijding van antisemitisme. Deze maatregelen geven uitdrukking aan de norm die het kabinet stelt: antisemitisme is ontoelaatbaar en wordt actief bestreden.

Met ingang van dit jaar is hiervoor structureel 4,5 miljoen euro extra beschikbaar gesteld. Diverse maatregelen uit de strategie zijn het afgelopen half jaar opgestart. Eerder ingezette maatregelen zijn voortgezet.

Over de voortgang van de maatregelen in de strategie zal jaarlijks worden gerapporteerd aan uw Kamer. Daarbij zal de aanpak doorlopend geactualiseerd worden en indien nieuwe maatregelen noodzakelijk zullen deze worden toegevoegd. In het najaar van 2025, één jaar na de vaststelling van de Strategie, zullen de betrokken ministeries de huidige maatregelen bezien en wordt bekeken of en - zo ja - welke actualisering en versterking nodig is. Omdat veel maatregelen nog in de implementatiefase zitten is het niet de bedoeling grote wijzingen te doen. Voor uitgebreide evaluatie is het nog te vroeg. Deze actualisering wordt gecoördineerd door de minister van Justitie en Veiligheid. De betrokken bewindspersonen blijven verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen binnen hun eigen beleidsterreinen. De Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) speelt bij de gehele aanpak van antisemitisme als adviseur van het kabinet een belangrijke rol en adviseert over beleid en uitvoering.

Alle vormen van discriminatie zijn onacceptabel. Ieder mens zou vrij en veilig moeten zijn om zonder angst te kunnen leven in Nederland. Het kabinet zet daarom breed in op het voorkomen en tegengaan van discriminatie. Deze strategie richt zich specifiek op antisemitisme maar dient in dit bredere geheel worden bezien.

Leeswijzer

De Strategie bestaat uit 3 pijlers, die gezamenlijk 6 ambities omvatten:

  1. Pijler 1: Beschermen, monitoren en opvolgen

    • Ambitie 1: Beveiligen Joodse instellingen, aanpakken daders en ondersteunen slachtoffers

    • Ambitie 2: Vrij en veilig Joods-zijn in het onderwijs

  2. Pijler 2: Onderwijs en preventie

    • Ambitie 3: Wegnemen voedingsbodem antisemitisme

    • Ambitie 4: Samen een vuist tegen antisemitisme in het voetbal

  3. Pijler 3: Herdenken en vieren

    • Ambitie 5: De herinnering levend houden en erkenning

    • Ambitie 6: Kennismaken en vieren Joods leven in Nederland

De voortgang van de maatregelen wordt in deze brief per pijler toegelicht. Tevens wordt gerapporteerd over de uitvoering van relevante moties, toezeggingen en aanvullende acties.

Pijler 1: Beschermen, monitoren en opvolgen

Antisemitisme ondermijnt niet alleen de veiligheid van individuen, maar tast ook de fundamenten van onze rechtsstaat aan. Daarom zet het kabinet stevig in op het beschermen van Joodse gemeenschap, het verbeteren van de monitoring van antisemitische incidenten en het waarborgen van een zorgvuldige en daadkrachtige opvolging. Door normstelling, handhaving en ondersteuning van slachtoffers wordt antisemitisme niet alleen bestreden, maar ook beter herkend, aangepakt en voorkomen.

Ambitie 1: Beveiligen Joodse instellingen, aanpakken daders en ondersteunen slachtoffers

Joodse scholen, synagogen en andere instellingen worden steeds vaker geconfronteerd met antisemitische incidenten. Daders van antisemitische uitingen en geweld moeten hard worden aangepakt, slachtoffers moeten worden ondersteund met passende zorg en duidelijke meldmogelijkheden, en de veiligheid van instellingen moet op orde zijn. Deze ambitie richt zich daarom op drie sporen: het ondersteunen van de gemeenschap bij het zorgen voor de fysieke veiligheid, het versterken van de strafrechtelijke aanpak en het vergroten van het vertrouwen van slachtoffers om incidenten te melden en hulp te zoeken.

Maatregel 1: Instellen Taskforce Antisemitismebestrijding

Op 1 februari jl. is de Taskforce Antisemitismebestrijding ingesteld door het kabinet.2 Op dit moment is de Taskforce aan de slag met het ontwikkelen en bespreken van gerichte voorstellen om de fysieke en sociale veiligheid van Joden te bevorderen, in het bijzonder de veiligheid van Joodse studenten op universiteiten, het weren van antisemitische sprekers op hogescholen en universiteiten en veiligheidsconsequenties van de sit-ins op ov-stations.

De Taskforce, onder voorzitterschap van de heer Jaap Smit, bestaat uit de NCAB, vertegenwoordiging van de lokale overheid, de onderwijssector, de cultuursector, de ov-sector, vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap en andere maatschappelijke partijen. Zij gaan allen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid met de maatregelen aan de slag binnen de bestaande juridische kaders en met oog voor ieders grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting en recht om te demonstreren.

Maatregel 2: Inrichten veiligheidsfonds voor ondersteuning Joodse scholen, instellingen en evenementen

Ten behoeve van het veiligheidsfonds is structureel 1,3 miljoen euro vrijgemaakt. Dit vraagt om een solide beoordelingskader met een zorgvuldige en praktische uitvoering dat met inbreng van belangrijke stakeholders - waaronder Joodse instellingen en gemeenten - tot stand moet komen. Het kader zal ingaan in 2026. Op dit moment voert het ministerie van Justitie en Veiligheid samen met de NCAB gesprekken met belanghebbenden over de verdeling van de beschikbare middelen voor 2025.

Maatregel 3: Slachtoffers van antisemitisme kunnen met vertrouwen hun melding doen bij de voorgenomen centrale organisatie van de gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s)

De minister van BZK heeft in januari van dit jaar de hoofdlijnennotitie voor de versterking van het stelsel van antidiscriminatievoorzieningen (ADV's) naar uw Kamer gestuurd.3 Hierin staan de hoofdlijnen van de nieuwe centrale organisatie die de huidige gemeentelijke ADV’s gaat vervangen. De minister werkt momenteel aan de verdere uitrol van deze stelselherziening. Zo start later dit jaar de internetconsultatie voor het conceptwetsvoorstel voor de transitie naar de nieuwe centrale organisatie.

Discriminatie.nl en het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) werken momenteel aan het vorm geven van een samenwerking.

De samenwerking beoogt toe te zien op het verwijzen van slachtoffers vanuit het CIDI naar de ADV’s, Joden bekend maken met het werk van ADV’s, het verlenen van bijstand bij ervaren antisemitisme, de deskundigheid van klachtconsulenten van ADV’s bevorderen en het geven van voorlichting. De samenwerking tussen Discriminatie.nl en het CIDI wordt later dit jaar geformaliseerd.

Maatregel 4: Nazorg aan slachtoffers

De impact van antisemitisme is groot. Mensen die discriminatie in brede zin ervaren, missen vaak een passende nazorg om met de ervaring om te gaan. De minister van BZK werkt momenteel aan een voorziening waarmee de nazorg binnen het nieuwe stelsel voor de huidige gemeentelijke ADV’s beter wordt geborgd. Voor de invulling hiervan wordt tevens gekeken naar goede voorbeelden in Europa, zoals in Duitsland. Voor nazorg van mensen die antisemitisme ervaren werken het ministerie van Justitie en Veiligheid en het ministerie van BZK samen met Joods Maatschappelijk Werk.

Maatregel 5: Preventie discriminatie (algemeen) op lokaal niveau

Sinds 2024 ontvangen gemeenten een bijdrage om meer aan preventie van discriminatie te kunnen doen. De minister van BZK maakt hiervoor jaarlijks € 2,5 miljoen vrij. Het is aan gemeenten om te bezien op welke wijze zij hier invulling aan geven. De bijdrage voor 2025 is middels de meicirculaire beschikbaar gesteld. Ook in 2026 ontvangen gemeenten deze bijdrage.

Maatregel 6: Bijstaan slachtoffers antisemitisme (Joods Maatschappelijk Werk)

Joods Maatschappelijk Werk heeft naar aanleiding van de motie Jetten4 een driejarig project voorgesteld dat moet leiden tot een sterk netwerk van consulenten en hulpverleners op het thema antisemitisme en meer doorverwijzingen vanuit meldingsinstanties naar het Joods Maatschappelijk Werk. Daarvoor zal onder andere worden gewerkt aan kennisontwikkeling voor meldingsinstanties op het gebied van antisemitisme.

Het versterkte netwerk en de daaruit geleverde bijstand kan bijdragen aan hernieuwd zelfvertrouwen voor slachtoffers van antisemitisme en een veerkrachtige Joodse gemeenschap in Nederland. Tevens wordt gestreefd naar betere registratie en monitoring van ervaringen van antisemitisme.

Maatregel 7: Trainingen antisemitisme voor op te richten ADV-academie

De ADV-academie zal onderdeel worden van de nieuwe centrale organisatie die de huidige gemeentelijke ADV’s gaat vervangen, zoals toegelicht in maatregel 3. De ADV-academie zal binnen het traject voor de transitie naar de nieuwe centrale organisatie worden opgericht. Het ontwikkelen en aanbieden van trainingen over antisemitisme zullen daarin worden meegenomen om medewerkers beter voor te bereiden in het herkennen en omgaan met meldingen van antisemitisme.

Maatregel 8: Expertisecentrum aanpak discriminatie politie (ECAD-P)

In het tweede halfjaarbericht van de politie in december 2024 is uw kamer geïnformeerd over het structureel financieren van het Expertisecentrum Aanpak Discriminatie Politie.5 Hiermee is de capaciteit voor het expertisecentrum bestendigd en uitgebreid. Dit betekent dat er nu meer structurele capaciteit beschikbaar is om antisemitisme binnen de bredere aanpak van discriminatie effectief te signaleren, analyseren en bestrijden.

Maatregel 9: Herkennen antisemitisch aspect bij aangifte bij politie

De politie gaat in juli in gesprek met de NCAB over het beter herkennen van antisemitische aspecten bij aangiftes bij de politie. De nieuwe wetgeving (zie maatregel 13) is ook een hefboom om het herkennen en registeren van discriminatie een stap voorwaarts te brengen. Daarnaast vraagt het ECAD-P continu aandacht voor het herkennen van discriminatoire en antisemitische aspecten bij aangiften.

Maatregel 10: Onderzoek knelpunten onder slachtoffers van discriminatie waaronder antisemitisme bij melding en aangifte

Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft aan het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) het verzoek gedaan een onderzoek uit te voeren naar knelpunten onder slachtoffers van discriminatie waaronder antisemitisme, bij melding en aangifte. Het onderzoek bevindt zich momenteel in de voorbereidende fase en de resultaten worden verwacht in 2026.

Maatregel 11: Snelrecht toepassen wanneer mogelijk bij antisemitisme/ discriminatoire gronden

Wanneer snelrecht mogelijk is, wordt daarvoor gekozen. Randvoorwaarde is dat het moet gaan om 'bewijstechnisch' eenvoudige zaken, bijvoorbeeld waarbij een verdachte op heterdaad is betrapt of het strafbare feit bekent en waar de maximale strafeis niet hoger is dan 1 jaar gevangenisstraf.

Maatregel 12: Gedragsinterventies en bijzondere voorwaarden opgelegd door rechter bij antisemitisme

De minister van Justitie en Veiligheid stuurt uw Kamer na de zomer een brief over de uitkomsten van een verkenning naar de mogelijkheden van gedragsinterventies en bijzondere voorwaarden bij antisemitisme.

Maatregel 13: Initiatiefwetvoorstel strafverzwaringsgrond bij discriminatoir waaronder antisemitisch aspect

Per 1 juli 2025 wordt de strafverzwaringsgrond bij discriminatoir aspect in het Wetboek van Strafrecht opgenomen. Dit betekent dat wanneer een zogeheten commuun strafbaar feit zoals mishandeling of vernieling wordt gepleegd met een discriminatoir oogmerk – bijvoorbeeld uit haat tegen een bepaalde groep – het strafmaximum met een derde kan worden verhoogd. Deze wettelijke strafverzwaring zet de maatschappelijke afkeuring van discriminatoir handelen kracht bij. Deze verhoging van het strafmaximum kan eraan bijdragen dat hate crimes beter zichtbaar worden in het strafproces omdat de rechter zich expliciet over de bewijsbaarheid van het discriminatoire aspect moet uitspreken in het vonnis en maakt dat de slachtoffers daarvan als zodanig worden erkend.

Maatregel 14: Strafbaarstelling Holocaustontkenning

In januari van dit jaar is voor het eerst een persoon veroordeeld wegens het vergoelijken van de Holocaust.6 Als onderdeel van de Wet herimplementatie Europees strafrecht van 17 juli 2024 is de strafbaarstelling7 gepubliceerd8 en op 1 oktober jl. in werking getreden9 als toevoeging aan het algemene verbod op groepsbelediging. Met dit specifieke strafrechtelijke verbod geeft het kabinet uitvoering aan de Europese verplichtingen om bepaalde vormen van het publiekelijk vergoelijken, ontkennen of verregaand bagatelliseren van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden expliciet strafbaar te stellen.

Maatregel 15: Verkenning strafbaarstelling antisemitisme in andere landen

De minister van Justitie en Veiligheid stuurt uw Kamer na de zomer een brief over de uitkomsten van een verkennend onderzoek naar de strafbaarstelling van antisemitisme in de ons omringende landen, België, Duitsland en Frankrijk.

Maatregel 16: Near real time dashboard discriminatoire/antisemitische incidenten

De ministers van BZK en Justitie en Veiligheid hebben een subsidie verstrekt aan Discriminatie.nl om samen met andere officiële meldinstanties een landelijk opererend near real time dashboard te kunnen uitrollen om discriminatoire en antisemitische incidenten beter en sneller te kunnen monitoren. Dit dashboard brengt incidenten op een efficiënte manier in kaart. Zo zal bijvoorbeeld tot op gemeentelijk niveau in te zien zijn hoe het staat met het aantal incidenten dat is gemeld en bij welke meldinstanties melding is gedaan. Dit dashboard wordt ter beschikking gesteld aan gemeenten en een deel van dit dashboard zal op termijn openbare informatie bevatten. Eind 2026 is het dashboard volledig operationeel.

Maatregel 17: Inzicht ontwikkelingen online antisemitisme in de Nederlandse taal

Inzicht in ontwikkelingen rond online antisemitisme is essentieel om deze vorm van antisemitisme effectief te kunnen bestrijden. De NCAB voert structureel onderzoek uit naar de ontwikkeling van online antisemitisme in de Nederlandse taal. In het najaar wordt het resultaat verwacht van een onderzoek over de jaren 2021 tot en met 2024. De Universiteit Antwerpen voert dit onderzoek uit. De resultaten geven inzicht in trends op online platforms als het gaat om antisemitische content.

Maatregel 18: Internationale inzet op tegengaan antisemitisme

Nederland is ook internationaal betrokken bij de bestrijding van antisemitisme. De NCAB vervult structureel een rol bij internationale initiatieven en kennisuitwisselingen. Ook vanuit bewindspersonen is sprake van actieve deelname aan multilaterale initiatieven, bilaterale contacten en zichtbare betrokkenheid bij internationale herdenkingen en evenementen.

  • In september jl. nam de minister van Buitenlandse Zaken deel aan een door UNESCO en de Franse minister van Buitenlandse Zaken georganiseerd evenement over het bestrijden van antisemitisme via onderwijs in de marges van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

  • Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) op 18 november jl. heeft de minister van Buitenlandse Zaken antisemitisme als AOB-punt geagendeerd.

  • Op 19 november jl. was Nederland, samen met de Franse onderminister voor Europa en Buitenlandse Zaken, gastheer van een informeel EU-werkontbijt over de bestrijding van antisemitisme. Opvolging van dit werkontbijt wordt momenteel verkend met Frankrijk.

  • Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft vertalingen van de Strategie Bestrijding Antisemitisme 2024-2030 in het Arabisch, Engels, Frans, Duits, Hebreeuws, Jiddisch en Spaans verspreid onder de posten wereldwijd.

  • Nederland was prominent vertegenwoordigd tijdens de internationale herdenking van de bevrijding van Auschwitz 80 jaar geleden op 27 januari jl., met de aanwezigheid van Zijne Majesteit de Koning, Hare Majesteit de Koningin, de Prinses van Oranje, de minister-president, de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport en de NCAB.

  • Het ministerie van Buitenlandse Zaken nam op ambtelijk niveau deel aan een conferentie in Helsinki (10-11 februari jl.) over de aanpak van antisemitisme in de OVSE-regio, met speciale aandacht voor het toenemende antisemitisme online.

  • Tussen de minister van Buitenlandse Zaken en de Amerikaanse speciaal gezant voor antisemitismebestrijding, het American Jewish Committee, het World Jewish Congress en het European Jewish Congress hebben gesprekken plaatsgevonden.

  • Het ministerie van Buitenlandse Zaken en de NCAB verkennen samen of het internationaal partnerschap met UNESCO kan worden verbreed.

Maatregel 19: European Conference of Public Prosecution Services on Antisemitism

In juni 2024 organiseerde de NCAB de eerste internationale conferentie over de strafrechtelijke aanpak van antisemitisme in Den Haag. Openbaar aanklagers, beleidsmakers en juridische experts uit vijftien Europese landen kwamen bijeen in Den Haag.

In november 2025 zal de NCAB de tweede editie van deze conferentie organiseren. De conferentie heeft als doel om openbaar aanklagers die belast zijn met de opsporing en vervolging van haatdelicten en discriminatie, in het bijzonder feiten waarbij antisemitisme een rol speelt, bij elkaar te brengen en een informeel netwerk te onderhouden. Tijdens de conferentie worden best practices, kennis en ervaringen uitgewisseld.

Ambitie 2: Vrij en veilig Joods-zijn in het onderwijs

Scholen en universiteiten moeten veilige en inclusieve plekken zijn, óók voor Joodse leerlingen, studenten en medewerkers. Te vaak voelen zij zich gedwongen hun identiteit te verbergen. Het kabinet zet in op fysieke en sociale veiligheid, toegankelijke meldstructuren en gerichte voorlichting. Daarbij is het onderwijs niet alleen verantwoordelijk voor veiligheid, maar ook voor het actief uitdragen van ruimte voor diversiteit, inclusief het zichtbaar Joods-zijn.

Maatregel 20 en 21:Versterkende maatregelen sociale veiligheid (Wetsvoorstel vrij en veilig onderwijs)

Binnen het funderend onderwijs is continu aandacht voor vrij en veilig onderwijs voor alle leerlingen. Het Wetsvoorstel vrij en veilig onderwijs, dat naar verwachting op 1 augustus 2026 in werking treedt, heeft tot doel dat scholen en de inspectie beter zicht krijgen op veiligheid, dat slachtoffers beter worden ondersteund als er wat is gebeurd, en dat het gesprek over veiligheid op school regelmatig wordt gevoerd. Zo bevat het wetsvoorstel een verplichte incidentenregistratie en en een verplichte jaarlijkse evaluatie van het veiligheidsbeleid. Daarnaast heeft het ministerie van OCW ook de afgelopen periode in nauw contact gestaan met de Inspectie van het Onderwijs, de Expertise-unit Sociale Stabiliteit van het ministerie van SZW, sectorraden, maatschappelijke organisaties, zoals Stichting School en Veiligheid en het CIDI. Het ministerie van OCW beziet samen met de NCAB en het CIDI of de handreiking ‘omgaan met antisemitische incidenten’ nog steeds up-to-date is.10

Maatregel 22: Blijvend onder de aandacht brengen van leermiddelen en trainingen gericht op het herkennen van en ingrijpen bij antisemitisme en andere vormen van discriminatie

Funderend Onderwijs

Bij het tegengaan van antisemitisme in het onderwijs is de rol van docenten van onschatbare waarde. Doordat docenten een veilige omgeving creëren waarin leerlingen zich gehoord en gerespecteerd worden, leren leerlingen samen om te gaan met complexe vraagstukken en gevoelige thema’s. Voor docenten is het niet altijd makkelijk om zo’n klassensetting met een open en veilige dialoog te realiseren. Het is daarom essentieel dat deze docenten hierbij de beste ondersteuning krijgen, op een manier zodat (toekomstige) docenten structureel beter toegerust raken bij het bespreekbaar maken van antisemitisme.

Via onder andere het Expertisepunt Burgerschap is veel lesmateriaal beschikbaar gesteld aan onderwijsinstellingen over omgaan met antisemitisme in de klas, bespreekbaar maken van gevoelige maatschappelijke thema’s en het geven van Holocausteducatie. Dit lesmateriaal is geschikt voor zowel po, vo als mbo. Daarnaast is vanuit amendement Ceder, Paternotte en Krul 2024 € 250.0000 vrijgemaakt voor het ontwikkelen van een training aan docenten in het kader van antisemitisme en bredere vormen van discriminatie. Dit heeft geleid tot het programma ‘Voorbij Vooroordelen: Scholing rondom antisemitisme in samenhang met andere vormen van racisme en discriminatie’, dat momenteel uitgevoerd wordt in de onderwijspraktijk. Ook vanuit amendement Ceder, Kisteman en Van Zanten 2025 zal opnieuw € 500.000 ingezet worden voor het bespreekbaar maken van antisemitisme in de klas.11

Middelbaar Beroeps Onderwijs

Via Stichting School en Veiligheid en het Expertisepunt Burgerschap zijn er lesmaterialen, leermiddelen en trainingen beschikbaar die gericht zijn op het herkennen van en ingrijpen bij antisemitisme en andere vormen van discriminatie.

Maatregel 23: Vergroten sociale veiligheid in het mbo, hbo en wo

Middelbaar Beroeps Onderwijs

Ook vanuit een doelstelling in de Werkagenda mbo worden mbo-instellingen gestimuleerd om het mbo inclusiever te maken. In de Werkagenda zet het ministerie van OCW zich samen met partners daarnaast in op een verbetering van het studentenwelzijn en het versterken van de integrale veiligheid op scholen en leerbedrijven. De minister introduceert daarnaast een wettelijke zorgplicht voor veiligheid in het vervolgonderwijs en onderzoek. Daarmee wordt de verantwoordelijkheid die instellingen dragen voor veiligheid van studenten, docenten, onderzoekers en andere medewerkers wettelijk vastgelegd.

Hoger Beroeps Onderwijs en Wetenschappelijk Onderwijs

Om een sociaal veilige leer- en werkomgeving te bevorderen voor studenten en werknemers in het hoger onderwijs en de wetenschap, heeft het ministerie van OCW in 2023 een integrale aanpak sociale veiligheid gepresenteerd. Deze aanpak bestaat uit verschillende actielijnen, waaronder de toevoeging van een zorgplicht voor de sociale veiligheid in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Dit wetsvoorstel gaat naar verwachting eind 2025 in internetconsultatie. Een andere actielijn betreft het verbeteren van de voorzieningen voor klachten en meldingen van studenten en medewerkers. Verder is afgelopen februari een subsidieregeling gepubliceerd, waarmee universiteiten, hogescholen en studentenverenigingen gestimuleerd worden om samen te werken bij het vergroten van een sociaal veilige leer- en werkomgeving voor hun studenten en medewerkers. Hieronder vallen ook activiteiten die religieuze minderheden beschermen, zoals Joodse studenten en medewerkers. De aanvraagperiode voor de subsidie loopt in 2025 van begin juni tot en met begin augustus. In 2026 en 2027 kan ook een subsidie worden aangevraagd. Voor het subsidieprogramma is in totaal € 16 miljoen beschikbaar.

Binnenkort zullen de hogescholen en universiteiten monitoringsresultaten van sociale veiligheid geaggregeerd op sectorniveau beschikbaar stellen aan de minister van OCW. In de gesprekken die de minister van OCW met de Vereniging Hogescholen en Universiteiten in Nederland heeft gevoerd, hebben de koepels aangegeven geen mogelijkheden te zien om hierin de ervaren veiligheid van Joodse studenten en medewerkers specifiek mee te nemen. De koepels gaven aan dergelijke registratie zeer onwenselijk en onwerkbaar te vinden, vanwege begrenzingen vanuit onder meer vertrouwelijkheid en privacywetgeving aan de informatie die instellingen over specifieke groepen studenten en medewerkers mogen verzamelen. Het is verboden om de afkomst van studenten en medewerkers te registreren. Het uitvragen van iemands afkomst of religie in een enquête of na indiening van een klacht heeft volgens de koepels een afschrikwekkende, polariserende werking.

Maatregel 24: Meldingsbereidheid verhogen en voorzieningen verbeteren

Er wordt momenteel in opdracht van het ministerie van OCW een onderzoek uitgevoerd naar de verbetering van klacht- en meldvoorzieningen binnen het hoger onderwijs. Daarbij wordt ook gekeken naar een handelingsperspectief in de omgang met klachten en meldingen over antisemitisme. De resultaten van dit onderzoek en een inhoudelijke beleidsreactie daarop zullen binnenkort met uw Kamer worden gedeeld.

Het gesprek met vertrouwenspersonen en andere functionarissen rondom sociale veiligheid in het hbo en wo over wat zij nodig hebben in het herkennen van en omgaan met antisemitisme heeft plaatsgevonden. Hierbij waren ook de NCAB en Joodse studenten en medewerkers betrokken. Het ministerie van OCW en de NCAB werken, in samenwerking met verschillende partners, aan een handreiking voor vertrouwenspersonen. De inhoud van het gesprek wordt gebruikt om deze handreiking te maken. Deze is binnenkort gereed.

Maatregel 25: Wijzen op het belang van aangiften en maatregelen bij demonstraties met antisemitische component op de onderwijsinstellingen

De minister van OCW heeft de onderwijsinstellingen tijdens verschillende gesprekken gewezen op het belang van het doen van aangifte op het moment dat iemand zich schuldig maakt aan antisemitisme en het treffen van maatregelen binnen de instelling als iemand zich in strijd met de huisregels gedraagt. De minister zal dit ook blijven doen.

Maatregel 26: Waarborgen en bevorderen van inclusie

Middelbaar Beroeps Onderwijs

In het mbo ondersteunt het ministerie van OCW leraren en docenten bij het verzorgen van burgerschapsonderwijs. Dit doet het ministerie met diverse informatievoorzieningen, zoals de overzichtspagina beschikbare leermiddelen, het scholingsaanbod Schurende Gesprekken en het aanbod van TerInfo. Deze voorzieningen maken deel uit van het lopende beleid en worden actief ingezet.

Hoger Beroepsonderwijs en Wetenschappelijk Onderwijs

De minister van OCW ondersteunt onderwijsinstellingen in het hbo en wo bij de implementatie van het landelijk kader studentenwelzijn 2023-2030. Het kabinet spoort onderwijsinstellingen daarmee aan meer inclusieve voorzieningen en inclusief beleid te hanteren, waarbij ook rekening wordt gehouden met leerlingen en studenten die uiting willen geven aan hun religie en identiteit, en aan hen ruimte wordt gegeven om hun godsdienst te belijden (zoals gebedsruimten).

Momenteel loopt de tussenevaluatie van het landelijk kader studentenwelzijn. De resultaten daarvan worden begin 2026 verwacht.

Maatregel 27: Periodiek overleg over welzijn Joodse Studenten en voortgang maatregelen

De minister van OCW en de NCAB plannen periodiek overleg in waar wordt gesproken over de ontwikkelingen van de sociale veiligheid van Joodse studenten en de voortgang van en bevindingen uit het beleid van de minister. Daarnaast heeft het ministerie van OCW regelmatig contact met medewerkers van het bureau van de NCAB. De NCAB voert regelmatig gesprekken met Joodse studenten over hun ervaringen omtrent de (sociale) veiligheid op universiteiten. In 2025 zijn tot dusver gesprekken gevoerd met studenten (en medewerkers) van de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Radboud Universiteit Nijmegen, de Rijksuniversiteit Groningen, de Technische Universiteit Delft, de Vrije Universiteit Amsterdam en Joodse studentenverenigingen. In juni 2025 spreekt de NCAB met studenten en medewerkers van de Universiteit Maastricht.

Pijler 2: Onderwijs en preventie

Preventie begint bij bewustwording: het doorbreken van onwetendheid, het tegengaan van complottheorieën en het versterken van weerbaarheid tegen desinformatie. Onderwijs is een belangrijk instrument om stereotypen te ontkrachten en jongeren te leren wat antisemitisme is en waarom het zo schadelijk is. Deze pijler richt zich op het wegnemen van de voedingsbodem van antisemitisme, met name via educatie, normstelling en maatschappelijke dialoog.

Ambitie 3: Wegnemen voedingsbodem

Het kabinet richt zich bij de aanpak van de voedingsbodem van antisemitisme (waaronder complotdenken, online haat en antisemitische mythes) op instrumenten om jongeren en volwassenen weerbaarder te maken hiertegen. Daarnaast richt het zich op instrumenten die kunnen leiden tot verandering in houding en gedrag van Nederlandse burgers die antisemitische uitingen doen. Ook worden initiatieven gesteund die de impact van antisemitisme tastbaar maken. Daarvoor worden de volgende maatregelen uitgevoerd.

Maatregel 28: Kennis over Joods leven en de Joodse geschiedenis

Er is budget beschikbaar gesteld voor projecten in het kader van het kennismaken met Joods leven en het bevorderen van interreligieuze dialoog. Dit heeft als doel om leerlingen en studenten kennis te doen vergaren en met elkaar in gesprek te gaan over Joods leven en gebruiken. Het ministerie van OCW heeft contact met organisaties die hiervoor in aanmerking komen en betrekt de NCAB hierbij.

Maatregel 29: Nationaal Plan Versterking Holocausteducatie, waaronder: Versterken Herinneringscentra, Nationaal Museum en Anne Frank Stichting en Vierjarige subsidieregeling Holocausteducatie en vergeten verhalen WOII

Het Nationaal Plan Versterking Holocausteducatie van de ministeries van OCW, SZW en VWS, dat samen met de NCAB is opgesteld, is op 24 juni 2024 naar uw Kamer gestuurd.12 De uitvoering van het plan is in volle gang. Het plan levert met verschillende acties een bijdrage aan het vergroten van de kennis over de Holocaust, het bewustmaken van de gevolgen van vooroordelen en antisemitisme en het verminderen van onwetendheid. In de voorliggende brief wordt beknopt een update van een aantal acties gegeven die in de Strategie Bestrijding Antisemitisme 2024-2030 worden vermeld. Uw Kamer ontvangt in het najaar van dit jaar een voortgangsrapportage over het gehele Nationaal Plan Versterking Holocausteducatie.

In januari 2025 heeft de NCAB samen met de ministeries van OCW, VWS en SZW voor de tweede keer de landelijke campagne ‘Leer over de Holocaust’ georganiseerd en uitgevoerd, waarbij door de inzet van 18 partners uit het veld een breed publiek is bereikt. Op 9 april van dit jaar vond de tweede, goed bezochte werkconferentie over Holocausteducatie plaats. De werkconferentie, georganiseerd door de NCAB, brengt professionals uit de onderwijssector, herinneringssector, onderzoekers en betrokken overheidsinstanties samen. De uitwisseling van kennis en ervaring, alsook het bespreken van actuele ontwikkelingen, nieuwe methodes en wetenschappelijke inzichten staat centraal. In 2026 zal de NCAB de derde werkconferentie Holocausteducatie organiseren.

Verder is er vanuit het Nationaal Plan Versterking Holocausteducatie aandacht voor de wijze waarop in de onderwijspraktijk invulling gegeven wordt aan Holocausteducatie en verkennen de betrokken ministeries en de NCAB hoe het bezoek van leerlingen aan een authentieke Holocaustlocatie verder gestimuleerd kan worden. In de voortgangsrapportage van dit najaar volgt een uitgebreide toelichting.

Daarnaast wordt de educatiefunctie van de herinneringscentra versterkt. Het gaat dan om de herinneringscentra Herinneringscentrum Kamp Westerbork (inclusief het Landelijk Steunpunt Gastsprekers), het Nationaal Monument Kamp Amersfoort, het Nationaal Monument Kamp Vught, het Nationaal Monument Oranjehotel, het Nationaal Holocaustmuseum en de Anne Frank Stichting.

De staatssecretaris van VWS heeft uw Kamer met een brief op 13 mei jl. geïnformeerd over de ambities en (financiële) inzet voor de versterking van WOII-sector en de herinneringscentra in het bijzonder.13 In deze brief kondigt de staatssecretaris aan dat het ministerie van VWS meer middelen beschikbaar stelt voor de subsidieregeling ‘Versterking Tweede Wereldoorlog Herinneringssector’ die dit jaar in werking zal treden.

Maatregel 30: Lokale steunpunten voor scholen

De gemeente Amsterdam heeft in de zomer van 2024, met advies van de NCAB, het steunpunt Holocausteducatie opgericht. Bij dit steunpunt kunnen docenten terecht met vragen over Holocausteducatie. Het steunpunt kan bijvoorbeeld verwijzen naar verschillende lesmethodes en hulpmiddelen aanbieden om het gesprek over de Holocaust eenvoudiger te maken. Evaluatie van het eerste jaar vindt in de zomer plaats. De gemeente Den Haag zal als tweede gemeente in Nederland een steunpunt inrichten. Het streven is om het steunpunt bij de gemeente Den Haag voor de start van het schooljaar 2025-2026 te lanceren.

Maatregel 31: Historisch onderzoek naar de Holocaust

Na erkenning door de Europese Commissie is op 26 januari jl. het European Holocaust Research Infrastructure (EHRI) geïnaugureerd met hoofdzetel in Nederland bij het NIOD, het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. De onderzoeksfaciliteit heeft als doel openbare onderzoeksinformatie over de Holocaust uit een groot aantal landen te verzamelen en toegankelijk te maken ten behoeve van Holocaustonderzoek en voor het creëren van onderzoekstandaarden.

Maatregel 32: Inburgering

Om de kennis over de Holocaust bij inburgeraars te versterken zijn de eindtermen van het inburgeringsexamen ‘Kennis Nederlandse Maatschappij’ gewijzigd. Het begrip Holocaust is opgenomen in de eindtermen en wordt daarmee onderdeel van wat inburgeraars moeten kennen en weten als zij examen doen. De nieuwe eindtermen treden op 1 juli 2025 in werking. Zoals aangekondigd in de Strategie Bestrijding Antisemitisme wordt de financiering en uitvoering van de motie van Van Dijk c.s.14 over een bezoek aan een authentieke of herinneringslocatie in het kader van inburgering bezien. Ter uitvoering van het Nationaal Plan Versterking Holocausteducatie worden de financiële en inhoudelijke consequenties van een toename van het bezoek door scholieren aan een authentieke of herinneringslocatie in kaart gebracht. In deze verkenning wordt ook gekeken naar de consequenties van een bezoek door inburgeraars. Uw Kamer wordt in het najaar van 2025 geïnformeerd over het vervolg.

Maatregel 33: Tegengaan misinformatie, waaronder complottheorieën

Het ministerie van BZK heeft voor het tegengaan van misinformatie subsidie verstrekt aan BENEDMO, een Vlaams-Nederlandse samenwerking tegen desinformatie, voor en door factcheckers, mediaprofessionals, wetenschappers en andere experts.

Daarnaast is in 2024 de handleiding ‘Omgaan met desinformatie’ voor medeoverheden herzien en deze wordt blijvend onder de aandacht van gemeenten gebracht.

Maatregel 34: Symbolenbank

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de politie hebben een Symbolenbank ontwikkeld waar professionals informatie kunnen opzoeken bij rechts-extremistische symbolen die worden aangetroffen. In deze symbolendatabank staan ook antisemitische symbolen en uitingen in. Doelgroepen zijn onder andere medewerkers van de politie, gemeenteambtenaren, jongerenwerkers of andere professionals die in hun werk geconfronteerd kunnen worden met extremistische symboliek. De NCTV en de politie dragen zorg voor actualisatie en kwaliteitsbewaking.

Maatregel 35: Project based collaboration Antisemitism

De Project based collaboration (PBC) is een uitwisselingsplatform dat de Europese Commissie biedt voor geïnteresseerde lidstaten op een thema. Nederland participeert actief in de PBC rondom antisemitisme. Tijdens de bijeenkomsten wordt kennis en ervaringen uitgewisseld over de aanwezigheid van antisemitisme in verschillende vormen van extremisme, best practices over de registratie van antisemitische incidenten en andere initiatieven en obstakels met betrekking tot het bestrijden en voorkomen van antisemitisme in de context van extremisme.

Maatregel 36: Plan van aanpak online discriminatie

Het Plan van aanpak tegen online discriminatie geeft invulling aan de bredere inzet van het kabinet om discriminatie, haat en racisme in de digitale ruimte terug te dringen. Het plan richt zich op het verbeteren van bescherming voor slachtoffers, het versterken van meld- en registratiestructuren, het vergroten van bewustwording en het verbeteren van toezicht en handhaving op digitale platforms. Binnen deze aanpak zal expliciet aandacht besteed worden aan antisemitisme. Het plan komt tot stand in nauwe samenwerking tussen de ministeries van BZK (als coördinerend departement), Justitie en Veiligheid, SZW en OCW. De NCAB heeft input bij de planvorming geleverd.

De inzet sluit aan bij de Strategie Bestrijding Antisemitisme, onder andere door het beter benutten van de Digital Services Act, het versterken van meldstructuren, het vergroten van verwijdercapaciteit van antisemitische uitingen en het waarborgen van passende ondersteuning voor slachtoffers.

Het plan van aanpak zal dit najaar met uw Kamer worden gedeeld. Hierna zullen de gesprekken van de minister van Justitie en Veiligheid en NCAB met sociale media platforms plaatsvinden. Het streven is om deze gesprekken na de zomer te voeren.

Maatregel 37: Digital Services Act

Het kabinet zet in op het verhogen van het aantal verwijderingen van strafbare antisemitische uitingen online. De Digital Services Act verplicht platforms om meldingen van illegale content, waaronder antisemitisme, tijdig te beoordelen en te verwijderen. Om deze verplichting effectiever te benutten, werkt het kabinet samen met politie, het Openbaar Ministerie , ADV’s, meldpunten en toezichthouders aan de inzet van betrouwbare flaggers, die gericht antisemitische content kunnen melden. Ook wordt voor signalering en toezicht gebruikgemaakt van de online monitor haatspraak (hate speech). Deze monitor is een initiatief van het European Observatory of Online Hate die sinds 2025 systematisch online haatuitingen monitort binnen Europa. De inzet maakt onderdeel uit van de bredere versterking van de meldstructuren en de steun aan slachtoffers, waarbij de vrijheid van meningsuiting en gegevensbescherming worden gewaarborgd.

Maatregel 38: Contact Commissariaat voor de Media

Naar aanleiding van de motie Van der Plas c.s. 15 heeft de minister van OCW de werking van het Commissariaat voor de Media waar het gaat over toezicht op grotere sociale media-accounts aan uw Kamer toegelicht in de Strategie Bestrijding Antisemitisme van 22 november jl.

Hierin is benadrukt dat het Commissariaat een onafhankelijk toezichthouder is en zelf beslist over een toezicht- en handhavingsbeleid. Het kabinet kan geen verzoek doen om op specifieke aspecten te handhaven. Wel is het kabinet op alle niveaus met het Commissariaat in contact, ook over het online toezicht.

Het Commissariaat is in 2022 begonnen met het houden van toezicht op de naleving van de Mediawet voor video-uploaders, aangezien zij nu ook vallen onder de reikwijdte van de wet. De Mediawet biedt niet de mogelijkheid om een video-uploader te verbieden. Het Commissariaat kan, als de aanbieder van de mediadienst onder (actief) toezicht staat, handhaven als er geen passende maatregelen getroffen zijn tegen bijvoorbeeld haat zaaien. Als mensen van mening zijn dat er sprake is van strafbare uitingen, kan men aangifte doen en is het aan de officier van justitie en uiteindelijk aan de rechter om hierover te oordelen.

Maatregel 39: Meldpunt online discriminatie

Meld.Online Discriminatie is in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid in 2013 opgericht. Burgers kunnen bij het meldpunt meldingen doen over online groepsdiscriminatie op grond van antisemitisme, maar ook bijvoorbeeld herkomst, geloofsovertuiging, seksuele gerichtheid en handicap. Het meldpunt toetst aan de hand van het Wetboek van Strafrecht en relevante jurisprudentie of sprake is van strafbare discriminatie. Is dat het geval, dan stuurt het meldpunt een verwijderingsverzoek in bij het platform waar de uiting is geplaatst. Dit leidt jaarlijks tot de verwijdering van vele uitingen. Het Meldpunt Online Discriminatie kan aangifte doen bij groepsbelediging- en/of discriminatie. Bij persoonlijke belediging dient het slachtoffer zelf aangifte te doen. Het meldpunt kan de melder hierbij wel adviseren of doorverwijzen. Uit de jaarcijfers over 2024 van het meldpunt blijkt dat de meeste meldingen op discriminatie zijn gedaan op grond van herkomst, gevolgd door geloofsovertuiging en antisemitisme (133 van de 718 meldingen).

Maatregel 40: Internationale kennisuitwisseling

De NCAB staat doorlopend in contact met buitenlandse coördinatoren. Bijeenkomsten met buitenlandse coördinatoren op de bestrijding van antisemitisme vinden regelmatig plaats. Tijdens de laatste bijeenkomst in juni 2025 zijn kennis en ervaringen bij beleidsmaatregelen in de strijd tegen antisemitisme uitgewisseld. In april 2025 ontving de NCAB speciale vertegenwoordigers uit 12 landen in Den Haag om kennis en ervaring uit te wisselen over de teruggave van door nazi's geroofde kunst tussen 1933 en 1945.

De NCAB zit in een internationale werkgroep over online antisemitisme. In maart jl. heeft een bijeenkomst op initiatief van de NCAB plaatsgevonden met coördinatoren op de bestrijding van antisemitisme uit andere landen om kennis uit te wisselen over de laatste ontwikkelingen op het gebied van online antisemitisme en te spreken over de aanpak hiervan.

Maatregel 41: Handreiking voor gemeenten over omgaan met spanningen en polarisatie

De Expertise Unit Sociale Stabiliteit van het ministerie van SZW heeft een handreiking opgesteld, die gemeenten, professionals en werkgevers inzicht geeft in hoe zij kunnen omgaan met spanningen en polarisatie, als gevolg van het conflict in het Midden-Oosten. De handreiking is beschikbaar voor gemeenten.

Maatregel 42: Tegengaan verkoop antisemitische boeken

Als onderdeel van het initiatief van de NCAB om Nederlandse online verkopers samen te brengen om de verkoop van boeken en voorwerpen met antisemitische content tegen te gaan, heeft de NCAB in december 2024, februari 2025 en maart 2025 bijeenkomsten met online verkopers gefaciliteerd. De NCAB heeft in maart 2025 werkbezoeken gebracht aan verschillende Nederlands online verkopers die zijn aangesloten bij het initiatief om kennis uit te wisselen en de knelpunten voor het weren van boeken en voorwerpen met antisemitische content te identificeren.

De NCAB en de bij het initiatief aangesloten verkopers zijn in gesprek over ondersteuning bij de beoordeling van boeken en voorwerpen door de inzet van verschillende externe experts op het gebied van antisemitisme en discriminatie. Deze experts kunnen de Nederlandse online verkopers voorzien van een onafhankelijk advies. De verkopers zullen te allen tijde zelf de verantwoordelijkheid voor het aanbod of de verkoop van hun assortiment behouden.

Ambitie 4: Samen een vuist tegen antisemitisme in het voetbal

Antisemitisme op en rond het voetbalveld blijft een zorgwekkend maatschappelijk fenomeen, met mogelijke gevolgen voor het sociale klimaat. Spreekkoren die daar ontstaan, kunnen doordringen tot andere omgevingen, zoals scholen, en bijdragen aan het normaliseren van antisemitische denkbeelden en haatdragende uitingen.

Maatregel 43: Aanpak Antisemitisme Voetbal

De mogelijkheden wordt onderzocht om de vervolgbaarheid te vergroten van discriminerende spreekkoren, waarbij het individuele aandeel van verdachten moeilijk te bewijzen is. Wanneer zich een concrete casus van scanderen van leuzen zich voordoet, zal het OM tot vervolging overgaan op grond van art. 141 Sr. De daaropvolgende uitspraak van de rechter bepaalt of deze werkwijze afdoende is.

Maatregel 44: Ons voetbal is van iedereen

Het kabinet vindt het van belang dat iedereen moet kunnen sporten in Nederland. Dit betekent onder andere op een veilige plaats en binnen een sociaal veilige omgeving. Discriminatie, racisme en antisemitisme tolereren we niet en om die reden gaan de ministeries van VWS, JenV, OCW en SZW samen met de KNVB en NOC*NSF onverminderd door met de aanpak ‘Ons Voetbal Is Van Iedereen’ (OVIVI) en ‘Onze Club Is Van iedereen’ (OCIVI). OVIVI is een integrale aanpak waarbij ingezet wordt op een breed palet aan maatregelen, zoals de uitbreiding van ‘Onze Club Is Van Iedereen’ (OCIVI).

Op 22 april 2025 heeft de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport de monitor OVIVI en OCIVI met uw Kamer gedeeld16. In deze brief heeft de staatssecretaris aangegeven dat hij samen met de andere departementen, de KNVB en andere partijen in gesprek is hoe we zowel OVIVI als OCIVI voortzetten.

Maatregel 45: (Opschaling) Fair Play workshop Anne Frank Stichting binnen Onze Voetbal Is Van Iedereen (OVIVI)

Het ministerie van SZW zet in het kader van OVIVI in op bewustwording en gedragsverandering van de jeugd met twee projecten: Fair Play workshops die de Anne Frank Stichting samen met de clubs organiseert en de spreekkorenprojecten. De Fair Play workshops worden op scholen (in samenwerking met jeugdtrainers van de betaald voetbalorganisaties) en bij de voetbalclubs (zowel betaald- voetbalclubs als amateurclubs) gegeven. De workshop bestaat onder andere uit een game en een groepsgesprek. Door het spelen van de game en het groepsgesprek wil de Anne Frank Stichting jongeren bewust maken van verschillende vormen van discriminatie (zoals antisemitisme, anti-zwart racisme en homofobie) en hun eigen rol hierin op en om het voetbalveld. De game laat zien dat de jongere zelf een actieve rol kan hebben bij de aanpak van discriminatie. Vanuit het ministerie van SZW en Justitie en Veiligheid is er financiering beschikbaar tot en met 2025 voor de uitvoering van 140 workshops waarmee 2800 tot 3500 jongeren kunnen worden bereikt. 

Maatregel 46: Voortzetten/opvolgen spreekkoren project

Supporters die zich schuldig maken aan antisemitische leuzen, kunnen op aangeven van de club deelnemen aan het Spreekkorenproject dat wordt ondersteund door de Anne Frank Stichting. Dit project dat bij Feyenoord, FC Utrecht en FC Den Bosch loopt, richt zich vooral op bewustwording bij

supporters van het kwetsende effect van antisemitische spreekkoren. Momenteel wordt gewerkt aan uitbreiding naar een vierde betaald-voetbalorganisatie. Het kabinet roept de KNVB en de betaald-voetbalorganisaties op om zich nog meer tegen spreekkoren in te zetten en om zich aan te sluiten bij dergelijke spreekkorenprojecten.

Maatregel 47: Detectie bewijsbaarheid en monitoring

Momenteel vinden er met de KNVB gesprekken plaats over registreren en documenteren van discriminerende/antisemitische incidenten door betaald-voetbalorganisaties in de nabije toekomst.

Maatregel 48: Normstelling

Er is een brede doorlopende campagne voor sportclubs, sporters en toeschouwers onder de naam Discriminatie=Kansloos. Deze gaat onder andere over de wijze van melden, innovaties rond signaleren en nog veel meer maatregelen. Thema voor 2025 is “Hoe te handelen”.

Maatregel 49: Campagne inzet amateursport

In afstemming met de KNVB en met NOC*NSF bekijken de ministeries van VWS en SZW momenteel welke partijen er naast de al goede samenwerking met de Anne Frank Stichting nog meer nodig zijn om bewustwording over de Holocaust te creëren en hedendaags antisemitisme bij amateurvoetbalclubs en in de amateursport te herkennen en tegen te gaan. Het streven is om zoveel als mogelijk aan te sluiten bij bestaande initiatieven. Daar waar het beter is om een aparte campagne op te zetten, wordt dat ook meegenomen in de overwegingen. Uiteraard geldt steeds met het uitgangspunt om een zo groot mogelijk effect te bereiken.

Er wordt gestreefd om na de zomer de uitwerking van deze analyse van stakeholders en verdiepende gesprekken in een concreet plan te hebben uitgewerkt.

Pijler 3: Herdenken en vieren

De herinnering aan de Holocaust en educatie daarover zijn essentieel voor verdere bewustwording over de gevolgen van antisemitisme, uitsluiting, haat en het afbreken van de democratische rechtstaat. Vieren laat zien dat Joods leven levendig, veerkrachtig en onlosmakelijk verbonden is met Nederland. Deze pijler staat voor erkenning en verbinding.

Ambitie 5: De herinnering levend houden en erkenning

We hebben met elkaar de verantwoordelijkheid dat de herinnering aan de Holocaust niet vervaagt en we moeten deze herinnering blijvend onder de aandacht brengen nu, maar zeker ook aan volgende generaties.

Maatregel 50: Herdenken, verhalen blijven vertellen

De staatssecretaris van VWS heeft uw Kamer met een brief op 13 mei jl. geïnformeerd over de ambities en (financiële) inzet voor de versterking van WOII-sector en de herinneringscentra in het bijzonder17. In deze brief kondigt de staatssecretaris aan dat hij meer middelen beschikbaar stelt voor de subsidieregeling ‘Versterking Tweede Wereldoorlog Herinneringssector’ die dit jaar in werking zal treden.

Maatregel 51: Holocaust memorial day 27 januari

Het kabinet deed mee aan de campagne #WeRemember. Bij de Nationale Holocaust Herdenking bij het Spiegelmonument 'Nooit Meer Auschwitz' in Amsterdam op 26 januari hield de minister-president een toespraak en legde hij samen met de staatssecretaris van VWS namens het kabinet een krans.

Maatregel 52: Januari Holocaustmaand

Zoals aangegeven bij maatregel 29, heeft de NCAB samen met de ministeries van OCW, VWS, SZW en JenV voor de tweede keer in januari van dit jaar de landelijke ‘Leer over de Holocaust’-campagne georganiseerd en uitgevoerd. Het doel van de jaarlijkse campagne is om de kennis over de Holocaust te vergroten en de herinnering daaraan levend te houden. De betrokken bewindslieden geven in deze periode extra aandacht aan Holocausteducatie, om de campagne zo goed en breed mogelijk te laten landen binnen de sectoren waar zij verantwoordelijk voor zijn. Zo legden betrokken bewindspersonen in januari 2025 meerdere werkbezoeken af, namen zij deel aan het Namen Lezen in Herinneringscentrum Kamp Westerbork en werd de campagne via social media verspreid.

De voorbereiding voor de derde campagne in januari 2026 is in volle gang. Wederom zal er een intensieve samenwerking met de verschillende partners uit het veld worden gezocht. Den Haag sluit zich als eerste gemeente aan bij de landelijke campagne. De opzet van de campagne zal in de kern hetzelfde blijven als in eerdere jaren, waarbij nieuwe partners en mogelijkheden eraan bijdragen om nog meer impact te creëren en een nog breder publiek te bereiken.

Maatregel 53: Landelijke dag antisemitisme 25 april

Bij motie heeft uw Kamer besloten jaarlijks rondom 25 april een plenair debat over antisemitisme te houden. Dat is in 2025 niet gebeurd. Het geactualiseerde maatregelenpakket dat begin 2026 naar uw Kamer wordt gestuurd, kan tijdens het debat rondom 25 april 2026 worden geagendeerd.

Ambitie 6: Kennismaken en vieren van Joods leven in Nederland

Joods leven hoort bij Nederland. Door Joodse cultuur, feestdagen en verhalen zichtbaar te maken, groeit het wederzijds begrip. Het kabinet ondersteunt initiatieven die ontmoeting stimuleren en het rijke, diverse Joodse leven een vanzelfsprekend onderdeel maken van de Nederlandse samenleving.

Maatregel 54: Handreiking omgaan met spanningen: kennisdeling en waarborgen pluriforme culturele sector

De Handreiking omgaan met spanningen is in 2024 opgesteld en verspreid onder culturele instellingen en blijvend beschikbaar.18

Maatregel 55: Het beleven van identiteit, cultuur en geloof

Het ministerie van OCW heeft subsidie verleend aan een initiatief van Kunsten`92 (in samenwerking met het Verwey-Jonker Instituut) dat de dialoog en kennisdeling bij en rondom culturele instellingen bevordert en zodoende bijdraagt aan het waarborgen van een inclusieve, pluriforme en toegankelijke culturele sector waar geen plek is voor antisemitisme. Het initiatief heet 'Weerbare cultuursector in tijden van polarisatie'. De activiteiten bestaan uit een voorstudie, het coördineren van een kennisatelier, het ontwikkelen van een handreiking en tot slot de implementatie waarin de kennis wordt overgedragen en verspreid binnen de sector en de toepassingsmogelijkheden worden besproken tijdens regionale bijeenkomsten. De resultaten worden dit najaar verwacht.

Maatregel 56: Interreligieuze en interculturele dialogen

Vanuit het ministerie van SZW is eind 2023 gestart met interreligieuze dialoogsessies tussen jongeren met verschillende geloofsovertuigingen (joods, islamitisch en christelijk). De sessies zijn bedoeld om bij te dragen aan wederzijds begrip, positieve(re) beeldvorming en het doorbreken van negatieve stereotyperingen. Het project Dialoogsessies loopt deze zomer af en wordt daarna geëvalueerd. Het ministerie van SZW beslist op basis van de uitkomsten van de evaluatie over het vervolg.

Maatregel 57: Behoud Joods-Nederlands erfgoed en kunsten

Het ministerie van OCW verstrekt een structurele subsidie op grond van de Erfgoedwet aan het Joods Cultureel Kwartier ten behoeve van publieksactiviteiten en het beheer en behoud van de collectie van het Joods museum. Daarnaast zijn 80 (voormalige) synagogen en 71 Joodse begraafplaatsen aangewezen als Rijksmonument. Hiermee zijn deze monumenten beschermd en komen de eigenaren in aanmerking voor financiële ondersteuning bij de instandhouding ervan. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed biedt informatie over dit erfgoed aan.

Overige moties, toezeggingen en acties

Demonstratierecht

De ministers van Justitie en Veiligheid en BZK hebben uw Kamer ter voorbereiding op het debat demonstratierecht van 10 januari jl. een brief verzonden met voorbeelden van situaties waar het recht wordt uitgedaagd.19 Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum is in januari jl. gestart met een onderzoek naar het wettelijk kader en handelingsperspectief van het lokaal gezag en wordt bekeken in welke mate deze toereikend zijn om een balans te vinden tussen het demonstratierecht en een eventuele begrenzing daarvan. Het onderzoeksrapport is naar verwachting aan het einde van de zomer gereed.

Moties sancties organisaties20

Het kabinet hecht eraan te benadrukken dat er in onze open samenleving geen ruimte en tolerantie is voor organisaties die tot doel hebben om onze democratische rechtsstaat te ondermijnen, bijvoorbeeld door het zaaien van haat of aanzetten tot geweld. In Nederland kan het Openbaar Ministerie op grond van artikel 2:20 Burgerlijk Wetboek de rechtbank verzoeken over te gaan tot verbodenverklaring. Hierbij moet het gaan om een rechtspersoon waarvan het doel of de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde. Dat kan dus ook gelden voor instellingen die oproepen tot geweld of vernietiging van het Joodse volk.

Meer specifiek geldt dat de minister van Justitie en Veiligheid een verkenning heeft laten uitvoeren naar de wijze waarop andere landen omgaan met organisaties die onder meer banden hebben met terroristische organisaties, extremisme en terrorisme bevorderen en terroristisch geweld verheerlijken. Hierover heeft de minister uw Kamer op 16 mei 2025 geïnformeerd.21 Deze verkenning heeft aanknopingspunten opgeleverd voor nader onderzoek. Vanzelfsprekend zal de minister uw Kamer op de hoogte houden van de uitkomsten.

Intrekken subsidies aan organisaties met antisemitisch karakter

In de Kamerbrief van 17 maart jl. is de minister van BZK, mede namens de minister van SZW, ingegaan op de mogelijkheden om de optionele anti-discriminatiebepaling op te nemen in overeenkomsten die de rijksoverheid sluit, en hoe de toepassing hiervan binnen de rijksoverheid te bevorderen in de gevallen waarin dat op basis van het huidige wettelijke kader proportioneel is.22 Over het aanvullend kader wordt uw Kamer binnenkort geïnformeerd via de voortgangsbrief Discriminatie.

Meer mogelijkheden undercover meekijken in besloten telegramgroepen politie23

De minister van Justitie en Veiligheid bereidt een wetsvoorstel voor om de informatiepositie van de politie op het terrein van de openbare orde te moderniseren. De planning is dat de eerste tranche van het wetsvoorstel die ziet op stelselmatig informatievergaring in publiek toegankelijke bronnen voor de zomer in consultatie gaat. Tegelijk is gestart met het verkennen van mogelijkheden voor toegang tot besloten groepen. Dat zal in een tweede tranche van het wetstraject gaan landen.

Motie aanscherpen beoordelingskader voor VOG’s Taxichauffeurs24

De staatssecretaris Rechtsbescherming heeft uw Kamer bij brief van 24 juni 2025 nader over deze motie geïnformeerd.25

Actieagenda Integratie

De staatssecretaris Participatie en Integratie heeft uw Kamer op 7 februari jl. de Actieagenda Integratie en de Open en Vrije Samenleving verzonden.26 Hierin is samenhang gezocht met de Strategie Bestrijding Antisemitisme, met name in pijler 1 ‘Waarden en normen van de open en vrije samenleving’. Deze pijler richt zich op het bewaken en bevorderen van de vrijheden in onze samenleving en de manier waarop Nederlanders, met al hun verschillende achtergronden, in ons land met elkaar samenleven. Acties richten zich op het tegengaan van polarisatie en spanningen.

Motie maximale inzet veiligheid en bescherming Joodse gemeenschap27

Uw Kamer heeft het kabinet opgeroepen zich maximaal in te blijven zetten voor de veiligheid en de bescherming van de Joodse gemeenschap. Ter uitvoering van de Strategie Bestrijding Antisemitisme worden of zijn concrete stappen gezet zoals de inrichting van het Veiligheidsfonds en de oprichting van de Taskforce Antisemitismebestrijding die aan de slag is gegaan met het doen van gerichte voorstellen om de veiligheid van Joden te bevorderen, in het bijzonder de veiligheid van Joodse studenten op universiteiten, het weren van antisemitische sprekers op hogescholen en universiteiten en veiligheidsconsequenties van de sit-ins op ov-stations. De veiligheid van Joodse scholen, synagogen en instellingen is een verantwoordelijkheid van de lokale overheid. Daar waar nodig worden door het lokaal bevoegd gezag zowel zichtbare als onzichtbare maatregelen getroffen. De NCTV onderhoudt nauw contact met de gemeenten en kan het lokaal bevoegd gezag adviseren over beveiligingsmaatregelen. Het is schrijnend dat deze beveiliging nodig is, maar we zullen deze inspanningen voortzetten zolang de situatie daarom vraagt. De noodzaak van de veiligheidsmaatregelen wordt blijvend gemonitord door de veiligheids- en inlichtingendiensten, met speciale aandacht voor de ontwikkelingen in het buitenland en eventuele gevolgen daarvan voor Nederland.

Tot slot

Het afgelopen half jaar is een start gemaakt met de uitvoering van de maatregelen uit de Strategie Bestrijding Antisemitisme 2024-2030. Onze aanpak tegen antisemitisme is hard nodig. Zo staat bij de discriminatiecijfers over 2024 antisemitisme op de derde plaats als het gaat om registraties bij de politie en Meld Online Discriminatie.28 In Nederland en ons omringende landen vinden regelmatig incidenten plaats zoals het aanvallen van rabbijns en het bekladden van eigendommen en monumenten.

Antisemitisme is hardnekkig en vraagt om structurele inzet. Zoals aangekondigd in de Strategie, zullen de betrokken bewindslieden ieder jaar een herijking van de maatregelen uitvoeren en wordt bekeken waar versterking nodig is. Begin 2026 ontvangt uw Kamer een geactualiseerd maatregelenpakket.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D.M. van Weel

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

E.E.W. Bruins

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.J.M. Uitermark

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.L.J. Paul

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.N.J. Nobel

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.Z.C.M Tielen


  1. Kamerstukken II, 2024-2025, 30950, nr. 429 en bijlage 1172437.↩︎

  2. Stcrt. 2025, 13097.↩︎

  3. Kamerstukken II, 2024-2025, 30950, nr. 431.↩︎

  4. Kamerstukken II, 2024-2025, 36651, nr. 15.↩︎

  5. Kamerstukken II, 2024-2025, 29628, nr. 1240.↩︎

  6. https://www.om.nl/actueel/nieuws/2025/01/15/eerste-veroordeling-wegens-vergoelijken-holocaust↩︎

  7. Artikel 137c, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht.↩︎

  8. Stb. 2024, 207.↩︎

  9. Stb. 2024, 221.↩︎

  10. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brochures/2024/05/17/handreiking-omgaan-met-antisemitische-incidenten-op-scholen↩︎

  11. Kamerstukken II, 2024-2025, 36600 VIII, nr. 112.↩︎

  12. Kamerstukken II, 2023-2024, 36272, nr. 17.↩︎

  13. Kamerstukken II, 2024-2025, 36600 XVI, nr. 184.↩︎

  14. Kamerstukken II, 2023-2024, 36272, nr. 16.↩︎

  15. Kamerstukken II, 2024-2025, 36651, nr. 13.↩︎

  16. Kamerstukken II, 2024-2025, 30234, nr. 405.↩︎

  17. Kamerstukken II, 2024-2025, 36600 XVI, nr. 184.↩︎

  18. https://www.kunsten92.nl/wp-content/uploads/2024/06/Algemene-handreiking verstoringen-culturele-en-creatieve-sector.pdf↩︎

  19. Kamerstukken II, 2024-2025, 34324, nr. 14.↩︎

  20. Kamerstukken II, 2024-2025, 36651, nrs. 11, 12, 11, 12, 17 en 23.↩︎

  21. Kamerstukken II, 2024-2025, 29754, nr. 750.↩︎

  22. Kamerstukken II, 2024-2025, 29544, nr. 1274.↩︎

  23. Kamerstukken II, 2024-2025, 36651, nr. 21.↩︎

  24. Kamerstukken II, 2024-2025, 36651, nr. 31.↩︎

  25. 2025Z13107.↩︎

  26. Kamerstukken II, 2024-2025, 32824, nr. 448.↩︎

  27. Kamerstukken II, 2024-2025, 36651, nr. 6.↩︎

  28. Discriminatiecijfers in 2024. Een rapport over registraties van discriminatie-incidenten door de politie, en meldingen bij antidiscriminatievoorzieningen en andere organisaties in Nederland. Kamerstukken II, 2024-2025, 30950, nr. 453.↩︎