[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Ontwikkelingen voedselveiligheidsbeleid

Bijlage

Nummer: 2025D32981, datum: 2025-07-08, bijgewerkt: 2025-07-08 15:36, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Ontwikkelingen voedselveiligheidsbeleid (2025D32980)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage Kamerbrief ontwikkelingen voedselveiligheidsbeleid

Actualisering van bestaande voedselveiligheidsnormen – toelichting

Vernieuwing van het allergenenbeleid

Het ministerie van VWS heeft afgelopen jaren samen met de NVWA en betrokkenheid van belanghebbenden gewerkt aan vernieuwing van het allergenenbeleid. Dit heeft geleid tot een nieuwe beleidsregel allergenen1. Per 1 januari 2026 gaat de beleidsregel in waarbij het doel is om consumenten met een voedselallergie meer mogelijkheden te geven tot het eten van levensmiddelen waarbij tegelijkertijd de voedselveiligheid gewaarborgd blijft. Het nieuwe beleid is gebaseerd op wetenschappelijke basis en voorstellen vanuit de FAO/WHO. Naar verwachting worden de FAO/WHO voorstellen te zijner tijd ook opgenomen in de Europese regelgeving.

Maximumlimieten voor PFAS in levensmiddelen

Sinds januari 2023 zijn de Europese maximum limieten van kracht voor PFAS in de voedingscategorieën vlees, vis en eieren. Dit betekent dat producten uit deze categorieën moeten voldoen aan de gestelde limieten als deze op de markt worden gebracht. De Europese Commissie heeft, op aandringen van verschillende Lidstaten, aangegeven na de zomer de discussie rondom het aanscherpen en verbreden van deze limieten op te starten.

In april jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over het RIVM-onderzoek naar PFAS in hobbykip eieren2. Destijds werd een rapportage gepubliceerd over de PFAS-gehaltes in de onderzochte eieren. Hierbij konden nog geen conclusies worden getrokken over de mogelijke PFAS-bronnen, maar ik hoop hier eind dit jaar meer over te kunnen zeggen.

Tot slot loopt het meerjarige onderzoeksprogramma naar PFAS, uitgevoerd door het RIVM, eind dit jaar af. Dit brede PFAS-onderzoeksprogramma heeft als doel te onderzoeken hoe we de totale blootstelling aan PFAS kunnen verminderen en hoopt met concrete handvatten te komen hiervoor. Ik verwacht eind dit jaar uw Kamer te kunnen informeren hierover.

Verbod gebruik rookaroma’s

Op 24 april 2024 is door de Europese Commissie en de EU-lidstaten besloten om rookaroma’s van de Europese markt te weren. Dit besluit is genomen vanwege een risicobeoordeling van de EFSA waaruit blijkt dat de rookaroma's (mogelijk) genotoxische eigenschappen bevatten. Hierdoor kunnen veiligheidsrisico’s voor de consument niet worden uitgesloten, waarop is besloten dat fabrikanten over een paar jaar geen rookaroma’s meer mogen gebruiken in levensmiddelen. Gezien de grote impact van de maatregel, zijn er passende overgangsperioden voor bedrijven die de rookaroma’s gebruiken vastgesteld. De komende 2 tot 5 jaar zullen producten met rookaroma’s worden uitgefaseerd.

Komende tijd zal de Europese Commissie ook verschillende stoffen in traditioneel gerookt voedsel gaan monitoren. Daarnaast is EFSA verzocht om een veiligheidsbeoordeling te doen voor verschillende stoffen in gerookt voedsel versus voedsel met rookaroma's. Naar aanleiding van de monitoring en de uitkomsten van het onderzoek worden zo nodig de maximale limieten voor bepaalde stoffen in gerookt voedsel verlaagd.

Wijziging met betrekking tot de verkoop van rauwe melk

Het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen is gewijzigd om de veiligheid van de verkoop van rauwe melk aan consumenten te waarborgen. Deze wijziging is sinds begin dit jaar in werking getreden. Ik ben voornemens om deze maatregel na twee jaar te evalueren, waarbij ook aandacht zal zijn voor de lasten van de (melk)veehouders in relatie tot het te beschermen volksgezondheidsbelang.

Maximum EU-limieten voor minerale oliën (MOAH) in levensmiddelen

MOAH is een groep stoffen waarvan is aangetoond dat een aantal verdacht genotoxisch en carcinogeen kunnen zijn. In 2022 heeft de Europese Commissie een verklaring naar buiten gebracht over de aanwezigheid van MOAH in levensmiddelen. Deze verklaring is onderschreven in het Permanent Comité voor Plant, Dier, Voedsel en Diervoeders. In deze verklaring zijn actiegrenzen opgenomen voor drie verschillende productcategorieën (opgesteld op basis van vetgehalte). Op dit moment wordt in Europees verband de laatste hand gelegd aan het stellen van maximum limieten voor MOAH in levensmiddelen. Deze maximale limieten zullen de huidige actiegrenzen vervangen.

Wijziging van de Warenwetregelgeving over kruidenpreparaten en voedingssupplementen

Het aanbod van voedingssupplementen is groot en divers. Er komen voortdurend nieuwe producten en aanbieders op de markt. Regelmatig zijn er meldingen en klachten over onveilige supplementen. Dit vraagt om efficiënt en effectief toezicht op de veiligheid van de actieve stoffen in deze producten.

Idealiter worden onveilige stoffen EU-breed verboden of gelimiteerd. In de praktijk blijkt dit moeizaam te verlopen en veel tijd te kosten. Daarom heb ik een wijziging van de Warenwetregelgeving voorbereid met uitbreiding van onveilige kruidenpreparaten en voedingssupplementen. Deze is dit voorjaar ter internetconsultatie voorgelegd. Met deze wijziging worden er gebruiksvoorwaarden (bijvoorbeeld verbod op verkoop, maximumdosering of verplicht gebruiksadvies) voor stoffen, planten en schimmels die schadelijk voor de gezondheid zijn opgesteld. De nieuwe regelgeving moet het bedrijfsleven duidelijkheid bieden over de stoffen die niet mogen worden gebruikt in voedingssupplementen en maakt toezicht en handhaving door de NVWA efficiënter en effectiever. De reacties op de internetconsultatie worden momenteel beoordeeld en verwerkt. Ik verwacht uw Kamer eind dit jaar in het kader van de voorhangprocedure het ontwerpbesluit te sturen.

Daarnaast biedt de Europese regelgeving de mogelijkheid om bedrijven te verplichten dat voedingssupplementen eerst worden aangemeld bij de overheid voordat ze op de markt worden gebracht. Ik heb de voor- en nadelen van een notificatiesysteem met de NVWA verkend, en ook het bedrijfsleven hierbij betrokken. Gezien de afwezigheid van beschikbare structurele middelen concluderen de NVWA en ik dat het niet realistisch is om een notificatiesysteem te ontwikkelen dat een daadwerkelijke bijdrage levert aan de verhoging van de veiligheid van voedingssupplementen. Ik zie daarom op dit moment geen mogelijkheden om verder te gaan met de ontwikkeling van een notificatiesysteem voor voedingssupplementen.

De branchevereniging voor producenten, grondstofleveranciers, groothandelaren, importeurs en distributeurs van voedingssupplementen (NPN) is voornemens om een Praktijkgids Veiligheid Voedingssupplementen te publiceren met minimale eisen voor ondernemingen die voedingssupplementen willen gaan verkopen. Dit document is vooral gericht op de inkoop van voedingssupplementen, inclusief voedingssupplementen uit het buitenland en op de toepassing van veilige (grondstoffen voor) voedingssupplementen. De NVWA ondersteunt dit initiatief.

Innovaties in relatie tot voedselveiligheid - toelichting

Ontwikkelingen op het gebied van biotechnologie

Biotechnologie biedt kansen voor maatschappelijke vraagstukken zoals gezondheid, voedselproductie, circulaire economie en meer. Het kabinet heeft de ambitie om als Nederland wereldwijd koploper te zijn in biotechnologisch onderzoek, ontwikkeling en toepassing. Het is belangrijk dat dit gebeurt op een veilige en verantwoorde manier, met duidelijke regels op het gebied van milieu-, voedsel- en patiëntveiligheid. Afgelopen jaren is er met zes departementen een langetermijnvisie op biotechnologie ontwikkeld. Deze kabinetsvisie op biotechnologie is afgelopen april aangeboden aan de Tweede Kamer3. Op het gebied van voedselveiligheid worden ambities uitgesproken over heldere regelgeving en procedures, meer begeleiding bij deze

procedures, meer ruimte voor maatwerk en experiment en toekomstbestendige regelgeving. De volgende stap is de uitvoeringsagenda, om de gestelde doelen in de kabinetsvisie te realiseren. Deze zal uiterlijk het tweede kwartaal van 2026 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Een van de trajecten die momenteel al loopt in Europa om de wetgeving op het gebied van biotechnologie te moderniseren, is het voorstel voor nieuwe wetgeving voor plantenveredeling met bepaalde nieuwe genomische technieken (NGTs), zoals CRISPR-Cas. Op 5 juli 2023 publiceerde de Europese Commissie dit voorstel. Het voorstel beschrijft hoe, met behulp van NGTs, nieuwe mogelijkheden worden geboden om snel en gericht het genetisch materiaal (DNA) van een plant aan te passen. Het gebruik van deze technieken kan bijdragen aan voedselzekerheid en de verduurzaming van het landbouw- en voedselsysteem. Na lange onderhandelingen in de Europese Raad is op 14 maart jl. een raadspositie bereikt, wat betekent dat de onderhandelingen tussen de Europese Commissie, het Europese Parlement en de Raad, de zogenaamde trilogen, zijn gestart. Hier bent u april jl. middels een Kamerbrief over geïnformeerd4. Nederland zal zich tijdens deze trilogen blijven inzetten voor een proportioneel, veilig en toekomstbestendig NGT-voorstel.

Daarnaast heeft de Europese Commissie in maart 2024 een reeks gerichte acties aangekondigd om biotechnologie en bioproductie in de EU te stimuleren. In deze mededeling genaamd ‘building the future with nature’5 verkondigt de Europese Commissie onder andere een mogelijke EU Biotech Act aan. De EU Biotech Act zal een reeks maatregelen omvatten om een gunstig klimaat te scheppen voor een versnelde transitie van biotechnologische producten van het laboratorium naar de fabriek en naar de markt. Tegelijkertijd blijven de hoogste veiligheidsnormen voor de bescherming van bevolking en milieu gehandhaafd. Ik zal de toekomstige ontwikkelingen rondom de EU Biotech Act nauwgezet volgen en zo nodig input geven, in lijn met onze ambities zoals vastgelegd in de kabinetsvisie op biotechnologie.

Toelatingsprocedures voor novel foods

Tijdens het Commissiedebat landbouw, klimaat en voedsel van 6 maart jl. hebben de leden Podt (D66) en Van Campen (VVD) vragen gesteld over de toelatingsprocedures van innovatieve levensmiddelen, zoals die voor nieuwe voedingsmiddelen (novel foods)6. De minister van LVVN heeft daarbij aangegeven dat dit onder mijn beleidsverantwoordelijkheid valt en daarom kom ik er in deze brief op terug. De leden Podt en Van Campen hebben hun zorgen geuit over of de Europese toelatingsprocedure voor novel foods het op de markt brengen van innovatieve producten in de weg staat.

Novel foods zijn levensmiddelen die geen geschiedenis van veilig gebruik in de Europese Unie (EU) hebben van vóór 15 mei 1997 en die onder de definitie van nieuwe voedingsmiddelen vallen. Voordat een bedrijf een novel food op de markt mag introduceren, moet een veiligheidsdossier worden ingediend bij de Europese Commissie. Het dossier wordt door de European Food Safety Authority (EFSA) beoordeeld. Een positieve beoordeling van EFSA vormt de basis van een marktoelating op de Europese markt, na goedkeuring door de Europese Commissie en de EU-lidstaten. Het basisprincipe van de novel food verordening is het voorzorgsprincipe: een novel food mag dus pas op de Europese markt worden aangeboden als is bewezen dat het product veilig is.

Ik hecht er waarde aan dat de novel foods die op de markt worden gebracht op veiligheid worden beoordeeld en dat de regelgeving hieromtrent Europees geharmoniseerd is. Zoals aangegeven in de visie biotechnologie zal de overheid inzetten op het vergroten van de bewustwording van het toelatingsproces van novel foods voortgekomen uit biotechnologie en worden de knelpunten waar direct invloed op kan worden uitgeoefend, aangepakt.

Proeverijen kweekvlees en innovatieve fermentatie producten

Naar aanleiding van de motie van leden de Groot (D66) en Valstar (VVD)7 en met het oog op het stimuleren van innovatie en productoptimalisatie, zijn de ministeries van LVVN en VWS in gesprek gegaan met twee Nederlandse kweekvleesproducenten en de belangenvereniging van biotechnologiebedrijven in Nederland (HollandBio), over het mogelijk maken van proeverijen. De gesprekken met deze partijen hebben geresulteerd in een Code of Practice (CoP). Deze CoP biedt een technisch geharmoniseerd kader, zodat kweekvlees en -vis producenten, vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, de proeverijen kunnen uitvoeren. Deze CoP helpt bij de beoordeling van de veiligheid van de proeverijen, die door een onafhankelijk expert comité wordt uitgevoerd. Inmiddels zijn er twee bedrijven geweest die proeverijen met kweekvlees hebben gehouden. De pilot loopt tot half januari 2026, waarna de evaluatie van het proces zal verschijnen.

Naar aanleiding van de motie van de leden Meulenkamp (VVD) en Bromet (GroenLinks-PvdA)8 over het mogelijk maken van proeverijen, onder gecontroleerde en veilige omstandigheden van producten gemaakt met innovatieve fermentatie, zijn de gesprekken tussen de brancheorganisaties Stichting Cellulaire Agricultuur Nederland (CANS) en HollandBio en de ministeries van LVVN en VWS gestart. De brancheorganisaties hebben een groep van vijf biotechnologiebedrijven geformeerd die bezig zijn om de CoP zoals die nu geldt voor proeverijen van kweekvlees en -vis, passend te maken voor proeverijen van producten gemaakt met innovatieve fermentatie. Het voorstel voor de nieuwe CoP zal besproken worden met de ministeries van LVVN en VWS. Het is de verwachting dat de CoP in het najaar wordt afgerond. Daarna zullen de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en ik een besluit nemen over de CoP en de proeverijen. De Kamer zal hierover voor het einde van het jaar worden geïnformeerd.

Onderzoek naar bloedwaarden als indicator voedselveiligheid

In de uiterwaarden worden robuuste runderrassen ingezet voor natuurbeheer (begrazing). Ook worden delen van uiterwaarden verpacht aan boeren die daar reguliere landbouwhuisdieren laten grazen. Hierbij kan het vlees worden aangeboden ter consumptie. In 2022 concludeerde Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek van de NVWA (BuRO) dat dit vlees vaak te hoge gehalten contaminanten bevat9. Als mensen regelmatig dit soort vlees eten levert dit mogelijk risico’s op voor hun gezondheid.

BuRO heeft in 2024 een aanvullend advies uitgebracht over het bemonsteren van vlees uit uiterwaarden10. Hierbij werd onderzocht of runderen risicogericht getest kunnen worden op contaminanten, zoals dioxine en PFAS, om zo te voorspellen of het vlees veilig is en voldoet aan de wettelijke limieten. Het signaaladvies dat daaruit voortkwam, concludeerde dat de variatie tussen de runderen te groot is om op basis van steekproeven met voldoende zekerheid te stellen dat het vlees veilig is voor consumptie.

Omdat om die reden elk dier apart getest moet worden voor de slacht, blijft de verkoop van het vlees voorlopig beperkt. De NVWA verkent momenteel de mogelijkheden voor (onderzoek naar) alternatieven voor het testen van vlees waarbij in eerste instantie gekeken wordt naar een betrouwbare relatie tussen de bloedwaarden van het dier en de concentraties van de contaminanten in het vlees.


  1. Beleidsregel allergenenetikettering uit voorzorg↩︎

  2. Kamerstuk 35 334, nr. 361↩︎

  3. Kamerstuk 27 428, nr. 408↩︎

  4. Kamerstuk 27 428, nr. 409↩︎

  5. Building the future with nature: Boosting Biotechnology and Biomanufacturing in the EU↩︎

  6. Kamerstuk 36 600 XIV, nr. 79↩︎

  7. Kamerstuk 27 428, nr. 383↩︎

  8. Kamerstuk 36 600 XIV, nr. 60↩︎

  9. Advies van BuRO over gezondheidsrisico's van milieucontaminanten in wildernisvlees afkomstig van uiterwaarden↩︎

  10. Signaaladvies van BuRO over bemonsteren van wildernisvlees uit uiterwaarden↩︎