Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over de subsidie uitkeringen tijdens het Herdenkingsjaar Slavernijverleden en het slavernijverledenfonds
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D33178, datum: 2025-07-10, bijgewerkt: 2025-07-11 10:07, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z12240:
- Gericht aan: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Gericht aan: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: B.J. Eerdmans, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
AH 2708
2025Z12240
Antwoord van minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 10 juli 2025)
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bijgevoegde overzicht 'subsidieregelingen Herdenkingsjaar Slavernijverleden'?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Het project âJoss Umuganwaâ had tot doel om de Rwanda Dancers Group,
bestaande uit twaalf personen, naar Nederland te halen om hier de dans
ter ere van de Rwandese koning Rwabugiri uit te voeren; kunt u duiden of
en welk verband deze besteding houdt met het Nederlandse
slavernijverleden? Â
Antwoord 2
Het project âJoss Umuganwaâ is gesubsidieerd binnen de regeling
Herdenkingsjaar Slavernijverleden vanwege de manier waarop het bijdraagt
aan het vergroten van kennis en bewustzijn over historische vormen van
slavernij en de internationale doorwerking daarvan.
De dans eert de Rwandese koning Rwabugiri, die in de regionale geschiedschrijving bekendstaat om zijn verzet tegen interne slavernijpraktijken in het oosten van Afrika. De beoordelingscommissie van het Mondriaan Fonds oordeelde dat het project waardevol was vanwege de wijze waarop het een transnationaal perspectief op slavernijgeschiedenis biedt, met inhoudelijke verbindingen tussen Rwanda, Suriname en Curaçao.
Daarmee sluit het aan bij de doelstelling van de regeling om ruimte te geven aan initiatieven die slavernijgeschiedenis vanuit verschillende culturele contexten zichtbaar maken.
Vraag 3
Vanuit het ministerie van Financiën is eerder gewezen op het risico dat voor subsidieaanvragen vanuit stichtingen lastig na te gaan is of het geld doelmatig wordt besteed; hoe is de subsidieverstrekking voor deze 189 projecten uit het herdenkingsjaar gecontroleerd?2
Antwoord 3
Tijdens het Herdenkingsjaar Slavernijverleden kon er subsidie voor projecten worden aangevraagd bij het Mondriaan Fonds (MF) en het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP). Beide subsidieregelingen zijn door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vastgesteld via de reguliere systematiek aan de hand van de financiële- en inhoudelijke verantwoordingen van beide fondsen zoals opgenomen in hun jaarverslagen 2023 (MF) en 2024 (FCP), conform het Uniform Subsidiekader. Er zijn door het MF en FCP voorwaarden gesteld voor het ontvangen van subsidie, ook conform het Uniform Subsidiekader. Voor het definitief vaststellen van de subsidie hebben beide fondsen gecontroleerd of aan die voorwaarden werd voldaan.
Vraag 4
Kunt een complete lijst van subsidiebestedingen aanleveren, naar voorbeeld van het overzicht âsubsidieregelingen Herdenkingsjaar Slavernijverledenâ, voor alle gehonoreerde aanvragen tot 1 januari 2025 in zowel Europees Nederland als het Caribische deel van het Koninkrijk?
Antwoord 4
De bestedingen van de subsidiegelden zijn volledig verantwoord via de openbare jaarverslagen van het Mondriaan Fonds en het Fonds voor Cultuurparticipatie. Voor de regeling van het Mondriaan Fonds vindt u meer informatie op paginaâs 31 en 32 van het jaarverslag 2023. Met betrekking tot het Fonds voor Cultuurparticipatie vindt u meer informatie op paginaâs 18 en 21 (inhoud en aantal toekenningen), 56 (vordering subsidie), 60 (baten), 65 en 66 (lasten) van het jaarverslag 2024.
Vraag 5
Zijn er op voorhand signalen bekend die al wijzen op onderuitputting vanuit de originele toespitsing van het slavernijverledenfonds van 200 miljoen euro?
Antwoord 5
Er zijn op dit moment geen signalen van onderuitputting van het slavernijverledenfonds van 200 miljoen euro. De uitvoering is in lijn met de planning, waarbij zorgvuldigheid en samenwerking met de betrokken gemeenschappen voorop staat. De volledige 200 miljoen wordt binnen de begrotingssystematiek en de bestaande kaders uitgegeven.
Vraag 6
Deelt u de mening dat in het geval van onderuitputting van het Slavernijverledenfonds in zowel Europees Nederland als het Caribische deel van het Koninkrijk of Suriname het prudent is dit bedrag terug te laten vloeien naar de staatskas?
Antwoord 6
Het uitgangspunt is dat de beschikbare middelen binnen het Slavernijverledenfonds worden ingezet conform de doelen waarvoor het fonds is ingesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met de specifieke context en het tempo in Europees Nederland, het Caribische deel van het Koninkrijk en Suriname. Indien sprake zou zijn van onderuitputting binnen een begrotingsjaar, zullen deze middelen herverdeeld zodat deze alsnog aangewend worden conform de doelen waarvoor het fonds is ingesteld.
Bijlage bij Kamerstuk 36284, nr. 39â©ïž
RTL Nieuws, 12 september 2024, 'Topambtenaren FinanciĂ«n zeer kritisch over slavernijfonds van 200 miljoen euro: 'Heel fors' en 'gering onderbouwd', https://www.rtl.nl/nieuws/artikel/5470181/topambtenaren-financien-kritisch-slavernijfonds-200-miljoen-euro-excusesâ©ïž