[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorlopig meerjarig kader 2026-2030

Bijlage

Nummer: 2025D33183, datum: 2025-07-10, bijgewerkt: 2025-07-10 12:46, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Afschrift voorlopige kaderbrief Wet langdurige zorg (Wlz) 2026-2030 (2025D33182)

Preview document (🔗 origineel)


Geachte mevrouw Engwirda,

Op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor ieder kalenderjaar het bedrag vast dat in dat kalenderjaar beschikbaar is voor verzekerde zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz).

In lijn met de Wet Domeinoverstijgende Samenwerking (DOS)1 geef ik een meerjarig inzicht in de ontwikkeling van het Wlz-kader. Dit beslaat het lopende jaar (2025) en vijf toekomstige jaren (2026-2030).

Het inzicht in de meerjarige ontwikkeling van het Wlz-kader is een belangrijke ondersteuning voor de zorgkantoren bij het afsluiten van contracten vanuit een meerjarig perspectief met zorgaanbieders. Zorgkantoren en zorgaanbieders kunnen hiermee rekening houden bij het maken van hun contractafspraken. Het is daarmee een extra bouwsteen om de zorg nu en in de toekomst toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief op orde te houden. Het meerjarig perspectief geeft zorgkantoren en zorgaanbieders inzicht in de verwachte netto groei van het Wlz-kader voor de komende jaren. Dat betekent niet dat het Wlz-kader voor de gehele periode definitief vastligt. Zoals toegelicht in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel DOS2 zal ik alleen meerjarige zekerheid bieden over ten hoogste de periode tot 1 jaar na de betrokken kabinetsperiode.

Met ingang van 2026 bestaat het Wlz-kader voorts uit drie deelkaders: (1) zorg in natura, (2) persoonsgebonden budgetten en (3) overige uitvoeringskosten. Dit laatste deelkader vloeit voort uit de wet DOS en biedt zorgkantoren de mogelijkheid om preventieve maatregelen te bekostigen en om onafhankelijke cliëntondersteuning en cliëntvertrouwenspersonen in te kopen. Een belangrijke voorwaarde om preventieve maatregelen te bekostigen met middelen vanuit het Wlz-kader is dat het aantoonbaar leidt tot lagere zorguitgaven.

Gezien de demissionaire status van het huidige kabinet zal de meerjarige kaderbrief dit jaar alleen zekerheid bieden over het lopende jaar 2025 en het jaar 2026. Het Wlz-kader voor de jaren 2027-2030 wordt dit jaar dus nog niet vastgesteld en verdeeld, zoals dit mogelijk wordt met de inwerkingtreding van de wet DOS3, maar heeft slechts een indicatief karakter. Dat is nodig in verband met de flexibiliteit voor een nieuw kabinet om waar nodig geacht beleidsmaatregelen te kunnen treffen die nodig zijn in het licht van de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van zorg.

Zoals gebruikelijk ontvangen de Eerste en Tweede Kamer een afschrift van bijgaande voorlopige kaderbrief. Hierbij geldt een voorbehoud voor de politieke besluitvorming over de begroting 2026. Deze wordt op Prinsjesdag aan het parlement gepresenteerd. Op of kort na Prinsjesdag zal ik het definitieve Wlz-kader 2026 en het indicatieve Wlz-kader voor de jaren 2027-2030 bekendmaken bij de Eerste en Tweede Kamer. Van deze definitieve kaderbrief ontvangt u een afschrift.

I Budgettair kader Wlz 2025

Op grond van uw februaribrief heeft mijn voorganger eerder dit jaar vastgesteld dat het beschikbare Wlz-kader voor 2025 ruimschoots toereikend is4. Het actuele Wlz-kader voor 2025 bedraagt volgens de bijlage bij uw beleidsregel € 38.981 miljoen, waarvan € 34.647 voor het deelkader zorg in natura (zin) en € 4.334 miljoen voor het deelkader persoonsgebonden budget (pgb)5. Dit is opgenomen in tabel 1.

Tabel 1: stand Wlz-kader 2025

De verwachte benutting van het Wlz-kader bedraagt op basis van het gemiddelde van de twee scenario’s uit uw februaribrief € 38.591 miljoen. Ik verzoek u om mij via uw julibrief opnieuw over de verwachte benutting in 2025 te informeren. Het benodigde budget voor 2025 vormt de basis voor het voorlopige meerjarige Wlz-kader vanaf 2026. Dit basisbedrag zal ik op grond van uw julibrief actualiseren in de definitieve kaderbrief 2026-2030 die ik op of na Prinsjesdag zal versturen.

II Voorlopig meerjarig Wlz-kader 2026-2030

Bij de opstelling van het voorlopige meerjarig Wlz-kader vormt de verwachte benutting van het Wlz-kader in 2025 het uitgangspunt. Op grond van uw februaribrief is dit het bedrag van € 38.591 miljoen.

Tabel 2 presenteert de ontwikkeling en opbouw van het Wlz-kader vanaf 2026. Hierbij zijn de bedragen vanaf 2027 indicatief.

Tabel 2: Ontwikkeling voorlopig Wlz-kader 2026-2030 (vanaf 2027 indicatief)

  1. Basis: benodigd Wlz-kader 2025

De basis voor het meerjarig Wlz-kader 2026-2030 wordt gevormd door het benodigd Wlz-kader in 2025. Uitgaande van uw februaribrief gaat het hierbij om een bedrag van € 38.591 miljoen. Zoals hiervoor aangegeven zal ik dit bedrag actualiseren op grond van uw julibrief.

  1. Netto groei 2026-2030

De netto groei van het voorlopige meerjarig Wlz-kader loopt op van € 1.128 miljoen in 2026 tot € 5.467 miljoen in 2030. Dit is nog exclusief de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling die jaarlijks via de definitieve kaderbrief beschikbaar wordt gesteld. De netto-groei is het saldo van de (raming van de) beschikbare groeiruimte en beleidseffecten zoals deze zijn verwerkt in de VWS-begroting. Hierbij heb ik rekening gehouden met de beleidsmaatregelen uit het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg. De maatregelen in verband met meerjarig contracteren (gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg) en Wlz-behandeling (gehandicaptenzorg) gaan op verzoek van de Tweede Kamer in 2026 niet door. Deze maatregelen zijn vanaf 2027 wel verwerkt in de netto groei van het Wlz-kader.

In de definitieve kaderbrief 2026-2030 zal ik rekening houden met de impact van de kostenonderzoeken die u nog zult verwerken in de Wlz-tarieven voor 2026.

  1. Loon- en prijsbijstelling 2026

Het voorlopig Wlz-kader 2026-2030 in tabel 2 is in loon- en prijspeil 2025. De tranche loon- en prijsbijstelling 2026 zal ik toevoegen in de definitieve kaderbrief 2026-2030. Daarbij zal ik de gebruikelijke systematiek hanteren op basis van de Macro-Economische Verkenning van het Centraal Planbureau.

  1. Voorlopig Wlz-kader 2026-2030

De optelling van de posten 1 tot en met 3 leidt tot een voorlopig Wlz-kader voor 2026 van € 39.719 miljoen. Het indicatieve meerjarig Wlz-kader loopt op tot ruim € 44 miljard in 2030.

  1. waarvan gereserveerd als herverdelingsmiddelen

De herverdelingsmiddelen voor 2026 bedragen € 380 miljoen en lopen op tot € 2.020 miljoen in 2030. Deze middelen zijn gereserveerd vanwege de onzekerheid over de benodigde groeiruimte in het licht van de ontwikkelingen van het zorggebruik en de regionale verdeling daarvan. Ik zal in de loop van 2026 op basis van uw februari- en julibrief over de toereikendheid van het Wlz-kader besluiten over de inzet van de herverdelingsmiddelen voor 2026. Deze systematiek zal ik ook in de jaren na 2026 jaarlijks toepassen.

  1. waarvan beschikbaar voor zorginkoop

In 2026 bedraagt het Wlz-kader dat bij aanvang van het jaar beschikbaar is voor de zorginkoop in totaal € 39.339 miljoen. Dit bedrag is verdeeld over de volgende drie deelkaders:

(6a) zorg in natura een bedrag van € 34.820 miljoen;

(6b) persoonsgebonden budgetten een bedrag van € 4.427 miljoen;

(6c) overige uitvoeringskosten een bedrag van € 92 miljoen.

Tabel 3 laat zien hoe het deelkader voor overige uitvoeringskosten kan worden ingezet voor:

  1. preventieve maatregelen;

  2. onafhankelijke cliëntondersteuning (OCO) en

  3. cliëntvertrouwenspersonen (CVP).

Tabel 3: Opbouw deelkader overige uitvoeringskosten

Binnen het deelkader overige uitvoeringskosten is er op grond van DOS ten opzichte van de huidige systematiek meer bewegingsruimte voor zorgkantoren. Waar (overschrijding van) het budget voor de OCO en de CVP voorheen direct ten laste kwam van de beheerskosten kan er met de toevoeging van de preventieve maatregelen aan de overige uitvoeringskosten geschoven worden met de beschikbaar gestelde middelen tussen het inkopen van de OCO en CVP en preventieve maatregelen. Een belangrijke voorwaarde om preventieve maatregelen te bekostigen met middelen vanuit het Wlz-kader is dat het aantoonbaar leidt tot lagere zorguitgaven. Het bedrag voor de preventieve maatregelen voor 2027 en latere jaren is daarom nog niet ingevuld. Vanaf 2024 wordt de SPUK DOS gemonitord door de Vrije Universiteit Amsterdam. Deze monitorgegevens worden samen met de ervaringen van de zorgkantoren begin 2026 gebruikt voor het vaststellen van het maximale bedrag dat in 2027 beschikbaar is voor preventieve maatregelen. Dit bedrag wordt kenbaar gemaakt in de voorlopige meerjarige kaderbrief die ik volgend jaar zal versturen. Verder geldt als restrictie dat zorgkantoren het budget voor preventieve maatregelen niet mogen overschrijden.

III. Overig

Voor de bekostiging van innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties is landelijk € 20 miljoen beschikbaar. Dit bedrag is binnen het deelkader voor zorg in natura specifiek geoormerkt.

IV Slot

Ik verzoek u mij in juli 2025 en februari en juli 2026 te informeren over de ontwikkelingen in het licht van de toereikendheid van het Wlz-kader. Ik verzoek u dit te bezien in relatie tot de ontwikkeling van de indicaties en de gedeclareerde zorg waarbij ik u verzoek om hierbij specifiek aandacht te schenken aan de budgettaire impact van de instroom van ggz-w cliënten in de Wlz en aan het aantal verpleegzorgplekken met verblijf.

Ik hoop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.

Met vriendelijke groet,

de staatssecretaris Langdurige

en Maatschappelijke Zorg,

Nicki J.F. Pouw-Verweij


  1. Tweede Kamer, 2023-2024, 36 486, nr. 3.↩︎

  2. Staatsblad 2025, 123.↩︎

  3. Zie mijn reactie op uw februaribrief, bijlage bij Kamerstukken II, 2024-2025, 34104-430↩︎

  4. Bijlage 4 bij Beleidsregel Budgettair kader Wlz 2025 - BR/REG-25124b - Nederlandse Zorgautoriteit. Dit betreft de stand per 15 juni 2025.↩︎