Fiche: Mededeling Internationale Digitale Strategie
Brief regering
Nummer: 2025D33451, datum: 2025-07-11, bijgewerkt: 2025-07-11 16:05, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z14599:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Fiche 2: Mededeling Internationale Digitale Strategie
Algemene gegevens
Titel voorstel
JOINT COMMUNICATION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL An International Digital Strategy for the European Union
Datum ontvangst Commissiedocument
5 juni 2025
Nr. Commissiedocument
JOIN(2025) 140
EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52025JC0140
Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
Behandelingstraject Raad
Raad voor Vervoer, Telecom en Energie (Telecom)
Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Essentie voorstel
Op 5 juni 2025 hebben de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid (hierna: Commissie) gezamenlijk de Internationale Digitale Strategie voor de EU gepubliceerd. De strategie benadrukt dat het mondiale leiderschap in digitale technologieën zoals kunstmatige intelligentie (AI) en infrastructuur doorslaggevend zal zijn voor wie de spelregels van de toekomst bepaalt. Met deze strategie speelt de EU in op de groeiende geopolitieke en technologische impact van digitale technologieën.
De strategie onderstreept het belang van internationale samenwerking met landen die dezelfde waarden delen en stelt dat digitale technologieën een centrale rol spelen in externe betrekkingen van de EU. De overkoepelende doelstellingen van de strategie zijn 1) het versterken van het Europese technologische concurrentie- en innovatievermogen, 2) het verzekeren van de (digitale) veiligheid van de EU en haar partners en 3) en het vormgeven van het mondiale digitale bestuur en standaarden.
De strategie heeft zes pijlers: (1) digitale technologie als kern van extern beleid, (2) uitbreiding van het wereldwijde netwerk van digitale partnerschappen, (3) versterking van het Europese technologieaanbod, (4) focus op strategische samenwerkingsdomeinen, (5) mondiaal digitaal bestuur, en (6) een veilige, concurrerende en verbonden EU.
De eerste pijler beschrijft de sleutelrol die digitale technologie speelt in geopolitiek en veiligheid. Digitale infrastructuur, zoals cloud- en satellietconnectiviteit, en technologieën als AI, 5G/6G, halfgeleiders en kwantum, worden daarbij gezien als cruciale strategische technologieën en capaciteiten, zowel voor internationale partnerschappen als voor de eigen veiligheid. Deze infrastructuur moet niet alleen binnen Europa, maar ook in samenwerking met derde landen ontwikkeld worden. Het betrekken van de private sector heeft een centrale rol in de strategie.
De tweede pijler richt zich op het verdiepen van bestaande samenwerkingen via o.a. digitale partnerschappen en handel- en technologieraden en het verder uitbreiden van het netwerk aan handelsovereenkomsten en digitale handelsovereenkomsten. De EU zoekt actieve samenwerking met onder meer de VS, Japan, India, Singapore, Zuid-Korea en landen in Latijns-Amerika. Buurlanden en kandidaat-lidstaten worden daarnaast nadrukkelijk betrokken bij EU-projecten rond digitale ontwikkeling, connectiviteit en regelgeving. Dit moet leiden tot wederzijdse investeringen in connectiviteit en innovatie alsook harmonisatie van regelgeving en standaarden.
De derde pijler introduceert het EU Tech Business Offer: een aanbod van veilige en betrouwbare Europese digitale technologieën, diensten en infrastructuren die afgestemd worden op de behoeften van partnerlanden. Hiermee beoogt de EU een alternatief te bieden voor digitale oplossingen uit andere machtsblokken. Dit aanbod wordt o.a. uitgerold in samenwerking met Europese bedrijven en ontwikkelingsbanken.
De vierde pijler benoemt een aantal concrete prioriteiten. De Commissie wil Europese investeringen in veilige digitale infrastructuur, zoals onderzeese kabels en AI-fabrieken in derde landen. Daarnaast wordt samenwerking op het vlak van halfgeleiders, kwantumtechnologie, 6G en cyberveiligheid genoemd. Ook het bestrijden van desinformatie, online bescherming van minderjarigen en cyberweerbaarheid staan op de agenda.
De vijfde pijler focust op wereldwijde digitaal bestuur en standaarden, waarbij de ontwikkeling van digitale technologieën wordt ingezet als instrument in het externe beleid van de EU om wereldwijd technische standaarden te zetten op basis van universele mensenrechten, democratische waarden, rechtsstatelijkheid en cyberveiligheid. Hier pleit de Commissie voor een multilaterale aanpak met organisaties als de VN, G7, OESO en Raad van Europa. De EU moet via die weg invloed uitoefenen op mondiale technische standaarden. Het behoud van een open, vrij en veilig internet staat hierbij centraal.
Ten slotte benadrukt de zesde pijler dat de EU zich moet profileren als een betrouwbare en innovatieve partner, door samen te werken met gelijkgestemde landen die bijdragen aan het vergroten van de EU haar concurrentiekracht en veiligheid.
Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling/aanbeveling
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
In een sterk veranderende en fragmenterende geopolitieke context waarin
digitale technologieën steeds bepalender zijn voor de
machtsverhoudingen, streeft het kabinet ernaar om actief bij te dragen
aan een competitief, veilig, open en betrouwbaar digitaal ecosysteem.1 Deze inzet sluit aan bij de bredere
Europese ambitie om het concurrentievermogen en de technologische
weerbaarheid te versterken, internationale digitale partnerschappen uit
te bouwen en democratische waarden ook online te waarborgen.
Met het oog op toekomstig verdienvermogen, economische en digitale weerbaarheid zet Nederland zoals beschreven in onder andere de Strategie Digitale Economie, de Nationale Technologiestrategie en de Internationale Cyberstrategie in op internationale samenwerkingen, zowel bilateraal als multilateraal in opkomende technologieën als AI, halfgeleiders, 6G en kwantum.2 Daarbij zet het kabinet in op Europese samenwerking en innovatie middels onder andere de Semicon Coalition3 en onderhoudt het internationale partnerschappen om open, betrouwbare waardeketens te waarborgen. Op het gebied van AI heeft Nederland de ambitie om internationaal met de koplopers mee te doen bij verantwoorde ontwikkeling en toepassing van AI.4 Qua semiconbeleid streeft Nederland naar mondiale samenwerking met gelijkgestemde internationale partners (van overheden tot industrie) met als doel een betrouwbare mondiale leveringsketen. Daarnaast wil het kabinet talent van buiten de EU blijven aantrekken en het Europese ecosysteem versterken, waarbij economische en veiligheidsbelangen in acht worden genomen.
In de Kamerbrief Agenda Digitale Open Strategische Autonomie5 is op basis van een systematische analyse geconcludeerd dat voor het terugdringen van ongewenste afhankelijkheden het versterken van internationale partnerschappen een belangrijke handelingsoptie is.
Zoals beschreven in de Beleidsagenda Buitenlandse Handel zet Nederland zich in EU-verband in voor handelsverdragen met gelijke en redelijke standaarden en voor een open en op regels gebaseerd handelssysteem.6 Dit geldt ook voor afspraken over digitale handel. In de beleidsbrief Ontwikkelingshulp7 is aansluiting bij de Global Gateway-strategie van de EU een van de Nederlandse prioriteiten. Daardoor beoogt het kabinet via delegated cooperation8 met de EU extra EU-gelden op te halen om Nederlandse initiatieven op te schalen. Het betrekken van het Nederlandse bedrijfsleven is daarbij een belangrijk speerpunt. Nederland steunt daarbij opschaling van Global Gateway, met bijzondere aandacht voor digitale infrastructuur.9 Voor het opzetten van digitale projecten in Europees verband richt Nederland zich op de Digital for Development Hub, het Europese samenwerkingsplatform voor de digitale pilaar van Global Gateway. Het kabinet legt een speciale focus op het Afrikaanse continent.
Voor wat betreft veilige infrastructuur is het voor het kabinet onder andere van belang dat de samenwerking met partners wordt gezocht op het gebied van 6G, om zo tot gemeenschappelijke standaarden te komen. Op nationaal niveau investeert het kabinet vanuit het Nationaal Groeifonds in het programma 6G Future Network Services.10 Op het gebied van zeekabels zet het kabinet in op routediversiteit en redundantie van zeekabels volgens het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur.
De Internationale Cyberstrategie 2023–2028 beschrijft de diplomatieke inzet die nodig is om te werken aan een open, vrij en veilig digitaal domein. Nederland richt zich tevens op het versterken van het multistakeholdermodel voor het beheer van het internet en pleit voor een vrij, veilig en open internet. Het kabinet streeft naar strategische coalities en samenwerking met derde landen voor de erkenning en toepassing van internationaal recht en mensenrechten online. De focus ligt hierbij onder andere op dialogen over internetbeheer met de Westelijke Balkan, Azië, Oceanië en landen in zuidelijk Afrika. Daarnaast besteedt het kabinet expliciet aandacht aan de bestrijding van online terrorisme en extremisme via de Versterkte Aanpak Online en wordt desinformatie tegengegaan middels de maatregelen uit de Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie.11
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt de strategie en onderschrijft het belang van een sterke internationale positie van de EU en haar lidstaten. Het kabinet herkent het beeld dat wordt geschetst; digitale technologie speelt een sleutelrol in de huidige geopolitieke verhoudingen en veiligheid. Het kabinet verwelkomt daarom ook de keuze van de Commissie om in te zetten op het vergroten van het Europese (technologische) concurrentie- en innovatievermogen, het versterken van de (digitale) veiligheid van de EU en het vormgeven van het mondiale digitale bestuur en standaarden. Daarbij zet het kabinet in op meer aansluiting van het extern digitaal beleid met het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid en het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid in een sterker geïntegreerde aanpak, waarbij goede afstemming plaatsvindt met instrumenten als het European Defence Fund.12 Het is daarnaast in het kader van een versterkte (technologische) concurrentie- en innovatiepositie van de EU positief dat wordt verwezen naar de Competitiveness Compass13 van de EU. Ook de recent gepresenteerde start-up and scale-up strategie moet hier aan bijdragen.14
Het kabinet verwelkomt de inzet van de Commissie op het verder uitbouwen en verdiepen van digitale partnerschappen en digitale handelsovereenkomsten. Dergelijke partnerschappen kunnen bijdragen aan de Global Gateway strategie. Strategische samenwerking met derde landen draagt bij aan de ontwikkeling, implementatie en bestendiging van gedeelde waarden en standaarden. Dit geldt eveneens voor engagement met (potentiële) kandidaat-lidstaten. Gezien de huidige geopolitieke spanningen is het aangaan van nieuwe en het versterken van bestaande partnerschappen van extra belang. Ook onderschrijft het kabinet de noodzaak om extra in te zetten op het versterken van partnerschappen met Afrika via vraaggestuurde digitale initiatieven, in lijn met de Global Gateway-strategie. Het Europese platform Digital for Development Hub is hierbij een faciliterend instrument om de Europese samenwerking op het gebied van digitale Global Gateway-initiatieven te versterken. Het kabinet acht het van belang dat de inzet op wederkerige samenwerking ook daadwerkelijk leidt tot concrete projecten en investeringen die bijdragen aan digitale veiligheid, innovatie en economische kansen.
Het creëren van een EU Tech Business Offer is in lijn met de Nederlandse inzet op het betrekken van het bedrijfsleven. Om het concurrentievermogen, innovatie en de onafhankelijkheid van de EU te versterken is het noodzakelijk om samenwerking tussen Europese tech-bedrijven te verbeteren. Hoewel de strategie voortbouwt op bestaande financieringsinstrumenten en gebruik maakt van bestaande programma’s en netwerken zoals de digitale hubs, blijkt nog onvoldoende uit dit voorstel wat de toegevoegde waarde is bovenop bestaande en aangekondigde initiatieven van de Commissie. Het kabinet zal de Commissie verzoeken dit voorstel verder uit te werken om de samenhang met andere initiatieven beter te kunnen beoordelen.
Mondiaal concurreren op het gebied van kritieke technologieën is cruciaal voor onze veiligheid, concurrentievermogen en open strategische autonomie. Het kabinet verwelkomt de voorgestelde prioritaire digitale technologieën en infrastructuur. Op het gebied van AI ziet dit op het aantrekken van AI-investeringen naar de EU, ondersteuning globaal gelijk speelveld voor betrouwbare AI, en bevorderen van goed AI-bestuur. Tevens moet de EU ook een sterke positie verwerven op de kritieke technologieën die digitalisering (en AI) faciliteren, zoals semicon en kwantum. De EU en lidstaten kunnen elkaar hierbij versterken. In dit licht is het interessant om te bezien hoe Nederland bij kan dragen aan het EU Tech Business Offer en vice versa.
Het kabinet verwelkomt de strategie op het gebied van strategische samenwerkingsdomeinen, waaronder semicon, veilige netwerken en kwantumtechnologie. De strategie weerspiegelt het groeiende besef dat digitale weerbaarheid en autonomie essentieel zijn in een snel veranderende geopolitieke context. Samenwerking met partners aan het versterken van de onderlinge verbondenheid via veilige, robuuste en toekomstbestendige (digitale) netwerken past daarbij, zoals in de strategie wordt voorgesteld via het bevorderen van investeringen in onderzeese kabels en in het satellietcommunicatieprogramma IRIS.
Ook op het gebied van kwantumtechnologieën verwelkomt het kabinet de aanpak van de EU. De positie van EU in deze moet worden versterkt en de Nederlandse positie in de groeiende wereldwijde leveringsketen voor kwantumtechnologieën moet worden verbeterd. Deze samenwerking draagt ook bij aan de ambitie van het kabinet om de maatschappelijke en economische kansen van AI te verzilveren en de publieke belangen en waarden bij AI te borgen door internationaal met de koplopers mee te doen bij de verantwoorde ontwikkeling en toepassing van AI.15 In dit kader verwelkomt het kabinet de Implementation Roadmap for AI in CFSP and CSDP.16
Digitale infrastructuur zoals netwerktechnologie (5G/6G), cloud- en satellietconnectiviteit ziet het kabinet als cruciale strategische capaciteit, zowel voor partnerschappen als voor de eigen veiligheid. Deze infrastructuur moet niet alleen binnen de EU maar ook in samenwerking met derde landen worden ontwikkeld. Hierbij is aansluiting met de Nederlandse prioritaire technologiegebieden zoals uiteengezet in de Agenda DOSA en de Nationale Technologiestrategie gewenst. Samenwerking met Europese industrie is nodig om als Europa sleutelposities in waardeketens te verwerven en te beschermen.
Het kabinet ziet de verdere versterking van cyberveiligheid en digitale weerbaarheid, zoals in het kader van de ProtectEU Strategie,17 als noodzakelijk onderdeel van de EU buitenlandagenda en verwelkomt daarom deze inzet. Specifiek verwelkomt het kabinet het voorstel om de attributie van cyberaanvallen op EU-niveau en het cybersanctieregime te versterken en de aandacht voor de EU Cybersecurity Reserve en betrokkenheid van derde landen.
Het kabinet onderschrijft het belang van algoritmische transparantie en de aandacht voor moderatiepraktijken van online platformen. Het kabinet steunt de prioriteiten in de handhaving van de Digitaledienstenverordening (DSA) die door de Commissie worden gegeven aan de bestrijding van illegale online content, het beschermen van minderjarigen online en het bevorderen van internationale samenwerking. Het kabinet is tevens positief over de aangekondigde concrete uitwerkingen hiervan, namelijk het bilateraal en multilateraal delen van Europese expertise en ervaringen met de uitvoering, alsmede het organiseren van regionale dialogen over online veiligheid en vrijheid van meningsuiting. Het kabinet steunt ook de prioriteit die wordt gegeven aan de handhaving van de Digitalemarktenverordening, wat bijdraagt aan een meer concurrerende Europese markt en betere toegang tot kernplatformdiensten voor ondernemers en consumenten.
Het kabinet verwelkomt de focus op het Europese Interoperabiliteitsraamwerk18 en de genoemde interoperability-by-default aanpak wanneer het over digitale identiteit gaat. Het kabinet staat positief tegenover internationale samenwerking en wederzijdse erkenningsregelingen op het gebied van digitale identiteit en vertrouwensdiensten met belangrijke partners ter stimulering van het vereenvoudigen van het grensoverschrijdend zakendoen voor bedrijven en ter bevordering van de mobiliteit van burgers. Het is van belang dat het gebruik van digitale identiteit vrijwillig is voor gebruikers, dat de veiligheid en betrouwbaarheid geborgd worden.
Nederland erkent het belang van een vrij, veilig en open internet. Het open en decentrale karakter van het internet zorgt ervoor dat diverse stakeholders betekenisvol kunnen deelnemen en dat het internet toegankelijk is voor iedereen. Het kabinet erkent de toenemende druk op het multistakeholdermodel en benadrukt het belang om dit proactief te blijven aanmoedigen en beschermen, met oog voor veranderde machtsverhoudingen gegeven de toegenomen macht van bigtech. Het kabinet verwelkomt de toegenomen focus op (economische) veiligheid, waarbij het kabinet benadrukt dat het van belang blijft om de Europese waarden te blijven waarborgen. Het kabinet steunt de voorgenomen inzet van de Commissie om middels digitale partnerschappen en dialogen (nieuwe) coalities te vormen om deze doelstellingen in verschillende multilaterale organisaties (VN, G7, G20, OESO, Raad van Europa) te bewerkstelligen. Het vergroten van de invloed van de EU op internationale standaard-setting voor digitale sleuteltechnologieën is een doelstelling die het kabinet onderschrijft. Het verstevigen van de rol van de EU hierin verbetert niet alleen onze veiligheid, maar ook de concurrentiepositie van de EU.
In het geheel beschouwt het kabinet het voorstel als positief voor het verbeteren van de EU haar concurrentievermogen en biedt het belangrijke aanknopingspunten om de (economische) veiligheid, open strategische autonomie en handelspositie van de EU en haar lidstaten te versterken. Gelijktijdig brengt de strategie veel bestaande initiatieven samen en zet het niet veel nieuwe initiatieven. Hoewel het kabinet het samenbrengen van de digitale beleidsvelden vanuit een geopolitiek perspectief verwelkomd, rijst wel de vraag -juist vanwege deze geopolitieke dreiging- of de huidige acties voldoende zijn en of het voorgestelde optreden wel ver genoeg gaat. Dit zou het startpunt moeten zijn van een strategie waarin nieuwe initiatieven worden ontplooid. Het kabinet zal de Commissie hierop bevragen. Ook is het kabinet er bewust van dat niet alle digitale beleidsvelden zijn meegenomen in deze strategie, en heeft het hier gelet op de breedte van het digitale domein begrip voor.
Eerste inschatting van krachtenveld
De eerste reacties van de EU-lidstaten op het voorstel zijn overwegend positief, aangezien er een breed gedeeld gevoel van urgentie is om het concurrentievermogen, de veiligheid en partnerschappen van de EU in het digitale domein te versterken. Wel zullen er nuanceverschillen zijn, bijvoorbeeld in de regionale focus bij het aangaan van nieuwe partnerschappen. Ook het Europees Parlement heeft zich positief uitgesproken over de strategie, en benadrukt daarbij onder andere het belang van de EU als betrouwbare partner richting derde landen, ook in het digitale domein.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft betrekking op vele beleidsterreinen waaronder interne marktbeleid, onderzoek en technologische ontwikkelingsbeleid, economisch beleid, industriebeleid, handelspolitiek en gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid. Op het terrein van interne markt is sprake van een gedeelde bevoegdheid van de Unie en de lidstaten (artikel 4, lid 2, sub a, VWEU). Op het terrein van gemeenschappelijke handelspolitiek is de EU exclusief bevoegd, conform artikel 3, lid 1, sub e, VWEU. Op het terrein van onderzoek en technologische ontwikkeling is sprake van een parallelle bevoegdheid van de EU en de lidstaten, waarbij geldt dat het optreden van de Unie de lidstaten niet belet hun eigen bevoegdheden uit te oefenen (artikel 4, lid 3, VWEU). Op het terrein van industriebeleid is sprake van een aanvullende bevoegdheid (artikel 6, sub b, VWEU), dat wil zeggen dat de Unie bevoegd is om met betrekking tot de Europese dimensie van het industriebeleid het optreden van de lidstaten te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen. Op terrein van het gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid zijn de lidstaten bevoegd op extern naast de Unie op te treden (artikel 2, lid 4, VWEU). De Commissie is derhalve bevoegd om op dit terrein een mededeling te doen.
Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel het versterken van de positie van de EU in het digitale domein en het bevorderen van de samenwerking met gelijkgestemde landen binnen dit domein. Gezien het grensoverschrijdende karakter van digitaal beleid en de sterke positie van de EU als geheel richting derde landen t.o.v. Europese lidstaten afzonderlijk is een gecoördineerde Europese aanpak wenselijk en noodzakelijk. De beoogde doelstellingen kunnen niet door lidstaten afzonderlijk worden behaald. Door gezamenlijk op te treden kan de EU haar belangen en waarden beter beschermen en bevorderen in het wereldwijde digitale domein. Bovendien draagt het bij aan het creëren van een gelijk speelveld voor bedrijven en burgers. Om deze redenen is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
Op het terrein van gemeenschappelijke handelspolitiek is de EU exclusief bevoegd, zoals is vastgesteld onder paragraaf 4a. Voor zover de mededeling daarop ziet, is de subsidiariteitsvraag niet van toepassing.
Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel het versterken van de positie van de EU in het digitale domein en het bevorderen van de samenwerking met gelijkgestemde landen binnen dit domein. In de huidige geopolitieke context is het van belang om de vele digitale beleidsvelden met een internationale dimensie in een strategie en vanuit een geopolitiek perspectief te bezien. Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling te bereiken, omdat het voorziet in een samenhang pakket van acties, waaronder het opzetten van digitale partnerschappen, coördineren van regelgeving en investeringen en beleidsmaatregelen, die de strategische digitale positie van de EU versterken. Bovendien is er ruimte voor nationale inbreng en respecteert de strategie de bevoegdheden van lidstaten. De strategie stelt kaders en prioriteiten, zonder gedetailleerde verplichtingen op te leggen. Om die reden gaat de voorstelde optreden niet verder dan noodzakelijk.
Financiële gevolgen
Het voorstel heeft geen directe financiële gevolgen voor de EU of nationale begroting. Wel wordt voorzien in het gebruik van bestaande EU-instrumenten zoals Global Gateway. De Commissie kondigt initiatieven aan die mogelijk op termijn tot wetgeving of aanvullende budgettaire inzet kunnen leiden. Het kabinet is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021-2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de EU-jaarbegroting. Het kabinet wil in het kader van de MFK-onderhandelingen niet vooruitlopen op de integrale afweging van middelen na 2027. Het kabinet zal de Commissie vragen aan te geven wat het financieel beslag van de toekomstige voorstellen zal zijn. Eventuele budgettaire gevolgen voor de Rijksbegroting worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline. Daarbij dient ook rekening gehouden te worden met eventuele budgettaire gevolgen voor medeoverheden.
Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Pijler 1 voorziet in het tegengaan van ongerechtvaardigde belemmeringen en het bieden van flexibele vormen van coöperatie en heeft daarmee gevolgen voor de regeldruk. Echter is het vooralsnog niet concreet en leidt het daarom zeer waarschijnlijk op de korte termijn niet tot vermindering van regeldruk. Het voorstel voorziet verder niet in bindende regelgeving en zal op de korte termijn ook niet leiden tot meer regeldruk. Wel kunnen toekomstige initiatieven die voortvloeien uit de mededing leiden tot aanvullende eisen voor bedrijven of overheden. Deze effecten zullen per maatregel beoordeeld worden wanneer concreet.
Het voorstel heeft geen directe gevolgen voor het concurrentievermogen van de EU. Het is gericht op het versterken van het Europese concurrentievermogen, onder meer via strategische technologische samenwerkingen, verbeterde toegang tot digitale markten en versterking en ondersteuning van Europese technologie-aanbieders. De verwachte effecten op het concurrentievermogen van de EU zijn daarom in potentie positief. Tegelijkertijd is het voorstel weinig concreet en brengt het veelal lopende initiatieven samen, waardoor het daadwerkelijke effect op de concurrentiekracht op dit moment zich moeilijk laat bepalen.
Het is voor de nationale veiligheid en geopolitiek handelsvermogen cruciaal dat Nederland en de EU haar open strategische autonomie binnen het digitale domein versterkt, risicovolle afhankelijkheid van derde landen en actoren vermindert, samenwerking met gelijkgezinde derde landen en actoren intensiveert en invloed op dit domein vergroot. Vanwege de toenemende verwevenheid van technologie en geopolitiek draagt deze strategie bij aan de weerbaarheid en relevantie van de EU. De voorstellen in de mededeling kunnen daarmee bijdragen aan het versterken van de Europese en Nederlandse economie, veiligheid en open strategische autonomie.
Kabinetsreactie advies Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) over «Nederland in een fragmenterende wereldorde». Kamerstukken 2024–2025, 30 821, nr. 260.↩︎
Strategie Digitale Economie, Kamerstuk 2022, 26 643, nr. 941; Strategie Digitale Economie, Kamerstuk 2025, 26 643, nr. 1309; Nationale Technologiestrategie, Kamerstuk 2024; Internationale Cyberstrategie, Kamerstukken 2022-2023, 26 643, nr. 1036.; voortgangsbrief halfgeleiderindustrie, kamerstuk 2025.↩︎
Innovatiebeleid, Kamerstukken 2024-2025, 33 009, nr. 159.↩︎
BNC fiche Mededeling AI Continent Actieplan, kamerstukken 2024-2025, 22112, nr. 4059.↩︎
Agenda Digitale open Strategische Autonomie, Kamerstuk 2023D42774.↩︎
Beleidsbrief Ontwikkelingshulp 2025. Kamerstukken 2024–2025, 36 180, nr. 133.↩︎
Beleidsbrief Ontwikkelingshulp 2025. Kamerstukken 2024–2025, 36 180, nr. 133.↩︎
Beleidsbrief Ontwikkelingshulp 2025. Kamerstukken 2024–2025, 36 180, nr. 133. Bijlage: Delegated cooperation - working better together. Rijksoverheid.nl, 8 juli 2020.↩︎
Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken–Ontwikkelingssamenwerking (RBZ–O) 26 mei 2025 aan de Tweede Kamer, kamerstukken 2024-2025, 21501-04, Nr. 291.↩︎
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025, kamerstukken 2024-2025, 36 600, nr. 2.↩︎
Rijksbrede strategie effectieve aanpak van desinformatie. Kamerstukken 2022–2023, 30 821, nr. 173 & Voortgangsbrief Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie en aankondiging nieuwe acties. Kamerstukken 2023–2024, 30 821, Nr. 230.↩︎
European Defence Fund. Commissie van de Europese Unie, European Defence Fund (EDF) – official webpage. European Commission, 2025.↩︎
Competitiveness Compass. Europese Commissie, Communication: A competitiveness compass for the EU. EU-publicatie.↩︎
Het Nederlandse startup en scale-up ecosysteem in internationaal perspectief, kamerstukken 2024-2025, 32 637, nr. 690.↩︎
BNC fiche Mededeling AI Continent Actieplan, kamerstukken 2024-2025, 22112, nr. 4059.↩︎
BNC fiche Mededeling AI Continent Actieplan, kamerstukken 2024-2025, 22112, nr. 4059.↩︎
Communicatie van de Europese Commissie - ProtectEU: a European Internal Security Strategy (COM(2025) 148 final). Europese Commissie, 1 april 2025. CELEX: 52025DC0148.↩︎
Europese Commissie - European Interoperability Framework (EIF) 2017. Europese Commissie, 23 maart 2017. CELEX: 52017XC0324(01)↩︎