[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verzamelbrief vuurwerk

Brief regering

Nummer: 2025D33479, datum: 2025-07-11, bijgewerkt: 2025-07-11 16:12, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z14610:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Op 3 april jl. is het initiatiefwetsvoorstel Veilige Jaarwisseling in de Tweede Kamer behandeld waarna deze op 8 april jl. is aangenomen. Op 1 juli jl. is het initiatiefwetsvoorstel ook in de Eerste Kamer aangenomen. Het door uw beide Kamers aangenomen initiatiefwetsvoorstel regelt een algeheel vuurwerkverbod voor consumenten. Het afsteken van F1-vuurwerk blijft gedurende het hele jaar toegestaan. Ook professionele vuurwerkontbrandingen blijven mogelijk. In het voorstel van wet is, als gevolg van het aangenomen amendement van het Tweede Kamerlid Bikker, verder een ontheffingsmogelijkheid opgenomen voor de burgemeester voor het afsteken van aangewezen F2-vuurwerk tijdens de jaarwisseling in georganiseerd verband, bijvoorbeeld dorps- en buurtverenigingen.1

Ook is het amendement van het Tweede Kamerlid Michon-Derkzen aangenomen dat stelt dat, voordat beide Kamers een besluit kunnen nemen over de datum van inwerkingtreding van de wet, de volgende voorwaarden ingevuld moeten zijn:2

  1. Er ligt een effectief handhavingsplan van de politie en gemeenten.

  2. Er ligt een algemene maatregel van bestuur (AMvB) waarin is uitgewerkt hoe en onder welke voorwaarden dorps- en buurtverenigingen tijdens de jaarwisselingen op een verantwoorde en veilige manier voor hun lokale gemeenschap vuurwerk kunnen afsteken op een daartoe aangewezen plek met een ontheffing van de burgemeester (hierna AMvB ontheffingsmogelijkheid).

  3. Er ligt een eerlijke en nette compensatieregeling voor de vuurwerkbranche.

Met deze brief informeer ik u over de wijze waarop momenteel uitvoering wordt gegeven aan het handhavingsplan en diverse aangenomen moties.

Handhavingsplan

Ten behoeve van het handhavingsplan ga ik, in samenwerking met IenW, periodiek met alle partners rond de tafel ter voorbereiding van de jaarwisseling. In dit overleg zullen ervaringen worden uitgewisseld, lopende en nieuwe initiatieven worden gebundeld en instrumenten ontwikkeld op basis waarvan het lokaal gezag de handhaving rond de jaarwisseling zo goed mogelijk kan inrichten.

Het nog op te stellen handhavingsplan is daarmee bedoeld als handreiking voor alle partijen en heeft als doelstelling een goede voorbereiding en uitvoering in drie situaties: 1) de jaarwisseling 2025-2026 onder de huidige wet- en regelgeving, 2) de jaarwisseling vanaf 2026-2027 met inwerkingtreding van het algeheel vuurwerkverbod en 3) de aanpak van illegale handel en misbruik van vuurwerk gedurende het jaar. Het handhavingsplan zal worden uitgewerkt langs de lijnen van preventie, opsporing, handhaving en de aanpak grensregio’s/samenwerking met andere EU-lidstaten. In dit kader worden onder meer gesprekken gevoerd met de buurlanden om de problematiek gezamenlijk te bespreken met als doel hier gezamenlijk een aanpak op te ontwikkelen. Zo is het onderwerp op 16 juni jl. in het bestuurlijk grensoverleg Vlaanderen-Nederland besproken en werd de noodzaak om gezamenlijk actie te ondernemen rondom de problematiek onderschreven. Ook zullen er in aanloop naar de jaarwisseling steekproefsgewijze en informatie-gestuurde controles rond de binnengrenzen worden gedaan.

Voor de uitwerking en afstemming van het handhavingsplan is een regiegroep en een expertgroep ingericht, waarin alle samenwerkingspartners zijn vertegenwoordigd op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau. Partners zijn onder meer de VNG, Politie, OM, ILT, Brandweer, Douane, KMAR, en de gemeenten ’s-Hertogenbosch, Heerlen, Harderwijk, Staphorst en Rotterdam.

De uitwerking van het handhavingsplan gebeurt in goede afstemming met de uitwerking van de AMvB die moet voorzien in een ontheffingsmogelijkheid, gezien het één invloed heeft op het ander.

Uitwisselen van best practices op gemeentelijk niveau

Om gemeenten zo goed mogelijk te ondersteunen in de voorbereiding van de aankomende jaarwisseling, neemt de VNG op dit moment het initiatief om gemeenten bijeen te brengen en gemeenten met een bewezen effectieve aanpak te koppelen aan gemeenten die jaarlijks met hardnekkige uitdagingen kampen en behoefte hebben aan praktische handvatten. In lijn met de motie van Tweede Kamerlid Bikker c.s. richt dit initiatief zich op de uitwisseling van ervaringen en best practices tussen gemeenten.3 Naar verwachting vindt een eerste bijeenkomst deze zomer plaats. In september zullen de deelnemers nogmaals bijeenkomen om ervaringen uit te wisselen en zich voor te bereiden op de komende jaarwisseling. De uitkomsten van deze sessies en verzamelde best practices zullen ook worden meegenomen in de uitwerking van het handhavingsplan.

Meldplicht

In het kader van het debat over de ongeregeldheden tijdens de jaarwisseling 2024-2025 is een motie van het Tweede Kamerlid Van der Plas aangenomen, waarin wordt verzocht om te onderzoeken of een meldplicht, zoals kan worden opgelegd aan voetbalhooligans voor daaropvolgende voetbalwedstrijden, ook kan worden ingezet bij de eerstvolgende jaarwisseling voor mensen die zich schuldig maken, of afgelopen jaarwisseling hebben gemaakt, aan jaarwisselingsgerelateerde strafbare feiten.4 De Wet maatregelen bestrijding voetbaloverlast en ernstige overlast, biedt een burgemeester en de officier van justitie aanvullende bevoegdheden om notoire overlastgevers aan te pakken (bijvoorbeeld kortdurende gebiedsverboden). Op basis van deze wet kunnen ook rond de jaarwisseling verboden worden opgelegd. Gepleegde jaarwisselingsgerelateerde strafbare feiten of eerdere (ernstige) verstoringen van de openbare orde kunnen als onderbouwing dienen voor een preventieve maatregel bijvoorbeeld voor de volgende jaarwisseling. Dit moet echter gemotiveerd zijn, op basis van concreet gedrag uit het verleden dat ernstige vrees voor herhaling rechtvaardigt. Bij ernstige openbare ordeverstoringen kan de burgemeester iemand tijdens Oud & Nieuw direct een groepsverbod, contactverbod of meldingsplicht, vrijwel altijd in combinatie met een gebiedsverbod opleggen. Ook de officier van justitie kan dergelijke maatregelen opleggen, vooruitlopend op het oordeel van de rechter. De mogelijkheid tot het opleggen van een meldplicht zal ook worden meegenomen in de uitwerking van het handhavingsplan.

Handreiking handhaving F4-vuurwerk

Op 14 juni jl. zijn uw Kamers geïnformeerd over de stand van zaken rondom het opstellen van een helder handelingskader om te kunnen bepalen in welke situaties F4 vuurwerk onder de Wet wapens en munitie gebracht kan worden dan wel de Wet op de economische delicten kan worden gehandhaafd.5 Zoals in de brief vermeld, wordt in nauwe samenwerking met de politie, het Openbaar Ministerie en de ILT en onder leiding van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid een handreiking opgesteld. Het opstellen van de handreiking bevindt zich momenteel in de eindfase. Deze zal naar verwachting deze zomer worden gepubliceerd en binnen de betrokken organisaties worden verspreid.

Ophogen strafvorderingsrichtlijn vuurwerkdelicten

In de motie van het Tweede Kamerlid Van der Plas (BBB) is de regering verzocht in gesprek te gaan met het Openbaar Ministerie over het verhogen van de strafvorderingsrichtlijn voor vuurwerkdelicten.6 Dat gesprek heeft plaatsgevonden. Het OM onderschrijft de zorgen over het misbruik van vuurwerk. Dit betreft zowel de illegale handel en opslag, als het gebruik. Vuurwerk wordt immers steeds vaker voor andere doeleinden gebruikt dan waarvoor het is gemaakt.

Het OM ziet geen directe aanleiding om de strafvorderingsrichtlijn aan te passen. De bestaande richtlijn wordt in de praktijk goed toegepast. Wanneer vuurwerk wordt gebruikt voor geweldsdelicten zoals tegen hulpverleners, hanteert het OM hogere strafeisen, waarbij een 200% verhoging het uitgangspunt is. Het OM is een onafhankelijke en zelfstandige organisatie die haar beslissingen autonoom neemt; richtlijnen komen daarbij zorgvuldig tot stand. Uiteindelijk is het aan de rechter, die onafhankelijk oordeelt en de strafmaat bepaalt.

Tot slot

Samen met alle betrokken partijen zet ik mij in om iedereen zo goed mogelijk voor te breiden op aankomende jaarwisseling, op de jaarwisselingen met een vuurwerkverbod voor consumenten en om de illegale handel en misbruik van vuurwerk tegen te gaan.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D.M. van Weel


  1. Kamerstukken II, 35 386, nr. 17.↩︎

  2. Kamerstukken II, 35 386, nr. 16.↩︎

  3. Kamerstuk 28 684, nr. 760.↩︎

  4. Kamerstuk 28 684, nr. 756.↩︎

  5. Kamerstukken II, 28 684, nr. 770.↩︎

  6. Kamerstukken II, 35 386, nr. 23.↩︎