Vervolg omzetting verbruiksbelasting alcoholvrije dranken en tegemoetkoming toezeggingen
Brief regering
Nummer: 2025D33515, datum: 2025-07-11, bijgewerkt: 2025-07-11 16:21, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z14621:
- Indiener: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën
- Medeindiener: J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Met uw Kamer is afgelopen periode geregeld gesproken over de omzetting van de huidige verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting op basis van het suikergehalte van de drank (hierna: gedifferentieerde verbruiksbelasting). Het doel van de omzetting naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting is het verminderen van de suikerconsumptie via alcoholvrije dranken. Het kabinet onderschrijft het belang van deze vermindering. Vanwege de nog te maken keuzes en de verscheidenheid in politieke wensen - uitgaande van de verschillende moties1 -acht het kabinet, nu het demissionair is, het niet passend om een eigen voorkeur uit te spreken. Afhankelijk van de voorkeur van uw Kamer voor één van de geschetste scenario’s kan het demissionaire kabinet deze alsnog uitwerken in een wetsvoorstel. Daarbij zullen dan ook alle relevante aspecten (zoals uitvoeringsaspecten en budgettaire aspecten) in kaart moeten worden gebracht.
Verder heeft het kabinet bij de behandeling van het Belastingplan 2025 toegezegd twee extra scenario’s toe te lichten (scenario’s V en VI). Aan deze toezeggingen komt het kabinet met deze brief tegemoet.
In paragraaf 1 van deze brief wordt kort geschetst welke scenario’s voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting tot nu toe aan beide Kamers zijn voorgelegd. Paragraaf 2 bevat een tabel met de indicatieve tarieven bij deze scenario’s. Deze tarieven zijn eerder met uw Kamer gedeeld2 en worden in deze brief wederom opgenomen omdat zij ook inzicht bieden voor de twee nieuwe scenario’s. De twee nieuwe scenario’s (scenario V en scenario VI) worden toegelicht in respectievelijk paragraaf 3 en 4. In paragraaf 5 wordt de relatie uiteengezet tussen het tarief van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en de alcoholaccijns. Deze relatie is voor alle scenario’s van belang. Paragraaf 6 gaat in op staatssteunaspecten.
Inleiding
In de huidige verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken is sprake van één tarief van € 26,13 per hectoliter (100 liter) voor alle belaste alcoholvrije dranken. Bij een gedifferentieerde verbruiksbelasting op basis van het suikergehalte van de drank geldt niet één tarief, maar wordt de hoogte van de verbruiksbelasting bepaald op basis van de hoeveelheid suiker van de drank. Het doel van de omzetting is het verminderen van de suikerconsumptie via alcoholvrije dranken. Op 26 april 2024 is aan beide Kamers een contourenbrief gezonden waarin een vijftal scenario’s voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting uiteen is gezet (hierna kortweg contourenbrief).3 In alle scenario’s geldt dat alcoholvrije dranken met veel suiker hoger worden belast dan nu het geval is, en alcoholvrije dranken met weinig suiker lager worden belast dan nu. De volgende scenario’s zijn in de contourenbrief uiteengezet:
Scenario I: geen alcoholvrije dranken uitgezonderd;
Scenario II: alleen mineraalwater uitgezonderd;
Scenario III: mineraalwater uitgezonderd, zuivel- en sojadranken met een laag suikergehalte uitgezonderd;
Scenario IVa: mineraalwater uitgezonderd, zuivel- en sojadranken uitgezonderd, pure vruchten- en groentesappen belast met het laagste tarief;
Scenario IVb: mineraalwater uitgezonderd, zuivel- en sojadranken uitgezonderd, pure vruchten- en groentesappen uitgezonderd.
Bij elk scenario zijn indicatieve tarieven opgenomen. Daarmee is helder gemaakt wat de verschillende scenario’s zouden betekenen voor de hoogte van de verbruiksbelasting van verschillende alcoholvrije dranken. Ook de doelmatigheid van de omzetting is in de contourenbrief toegelicht.
Voor de volledigheid: van de huidige verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken zijn ook dranken uitgezonderd, namelijk mineraalwater4 en zuivel- en sojadranken (ongeacht suikergehalte).5
De eerdergenoemde toezeggingen van het demissionaire kabinet zien op het scenario waarbij op basis van toegevoegd suiker wordt belast (scenario V) en het scenario waarbij ook plantaardige zuivelvervangers worden uitgezonderd (bovenop scenario IVb, dus alle plantaardige zuivelvervangers uitgezonderd náást mineraalwater, zuivel- en sojadranken en pure vruchten- en groentesappen). Zoals opgemerkt wordt een uitwerking van deze scenario’s gegeven in de paragrafen 3 en 4.
Tarieven
Bij onderzoek naar de mogelijkheden voor de omzetting naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting is het kabinet steeds uitgegaan van budgetneutraliteit. Dat betekent dat met een gedifferentieerde verbruiksbelasting evenveel belasting wordt opgehaald als met het huidige stelsel.
Voor de tarieven van de alcoholvrije dranken betekent dit uitgangspunt dat hoe meer categorieën alcoholvrije dranken van de verbruiksbelasting worden uitgezonderd, hoe hoger het tarief van de verbruiksbelasting wordt voor de dranken die nog wél worden belast. Als (extra) categorieën alcoholvrije dranken worden uitgezonderd, moet het tarief voor de nog wel belaste alcoholvrije dranken verder omhoog om dezelfde opbrengst te blijven behalen. Dit wordt verduidelijkt in onderstaande tabel (tabel 1), die ook in de contourenbrief is opgenomen. In de rechterkolom zijn de indicatieve tarieven opgenomen die horen bij de verschillende scenario’s.
Let op: de indicatieve tarieven in tabel 1 zijn in 2024 aangeleverd door het RIVM en gaan nog uit van 2025 als jaar van invoer van de gedifferentieerde verbruiksbelasting. Dit invoeringsjaar is niet meer aan de orde. Indien wordt gekozen voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting zal worden gekeken of de indicatieve tarieven moeten worden aangepast, zoals gebruikelijk bij de indiening van wetgeving.
Scenario | Grondslag | Staffels (aantal gram suiker per 100 milliliter) |
Indicatieve tarieven per 100 liter67 | Verschil belastingdruk met huidige situatie per liter8 |
I | Geen dranken uitgezonderd | 0 t/m 1 1,1 t/m 4 4,1 t/m 7,5 7,6 t/m 10 Meer dan 10 |
€ 4,00 € 10,00 € 19,75 (melk) € 28,75 € 40,00 |
Coca-Cola Zero sugar: -€ 0,22 Lipton Ice Tea green: -€ 0,16 7UP: -€ 0,06 Appelsap: +€ 0,03 Red Bull: +€ 0,14 |
II | Alleen mineraalwater uitgezonderd | 0 t/m 1 1,1 t/m 4 4,1 t/m 7,5 7,6 t/m 10 Meer dan 10 |
€ 5,25 € 11,25 € 21,00 (melk) € 30,00 € 41,25 |
Coca-Cola Zero sugar: -€ 0,21 Lipton Ice Tea green: -€ 0,15 7UP: -€ 0,05 Appelsap: +€ 0,04 Red Bull: +€ 0,15 |
III | -Mineraalwater uitgezonderd -Zuivel en sojadranken met een laag suikergehalte uitgezonderd |
0 t/m 1 1,1 t/m 4 4,1 t/m 7,5 7,6 t/m 10 Meer dan 10 |
€ 10,75 € 16,75 € 26,50 € 35,50 € 46,75 |
Coca-Cola Zero sugar: -€ 0,15 Appelsap: +€ 0,09 Red Bull: +€ 0,21 |
IVa | -Mineraalwater uitgezonderd -Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte) -Pure vruchten- en groentesappen belast met het laagste tarief |
0 t/m 1 1,1 t/m 4 4,1 t/m 7,5 7,6 t/m 10 Meer dan 10 |
€ 14,25 € 20,25 € 30,00 € 39,00 € 50,25 |
Coca-Cola Zero sugar: -€ 0,12 Royal Club Tonic: +€ 0,13 Red Bull: +€ 0,24 |
IVb | -Mineraalwater uitgezonderd -Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte) -Pure vruchten- en groentesappen uitgezonderd |
0 t/m 1 1,1 t/m 4 4,1 t/m 7,5 7,6 t/m 10 Meer dan 10 |
€ 16,75 € 22,75 € 32,50 € 41,50 € 52,75 |
Coca-Cola Zero sugar: -€ 0,09 Royal Club Tonic: +€ 0,15 Red Bull: +€ 0,27 |
Tabel 1: te behandelen scenario’s met de daarbij behorende grondslagen en indicatieve tarieven
Ter illustratie (hoe de tabel te lezen): in scenario III is het indicatieve tarief voor dranken tot en met 1 gram suiker per 100 milliliter € 10,75 per hectoliter, en voor dranken met 1,1 tot en met 4 gram suiker per 100 milliliter € 16,75 per hectoliter. Dat betekent dat voor deze dranken een aanzienlijke belastingvermindering plaatsvindt. De belasting bedraagt nu immers € 26,13 per hectoliter.
Voor suikerrijke dranken gaat de belasting in scenario III omhoog: de categorie dranken met meer dan 10 gram suiker zou worden belast met een tarief van € 46,75 per hectoliter. Dit is echter aanzienlijk lager dan het “toptarief” dat zou komen te gelden onder de scenario’s IVa en IVb. Onder die scenario’s geldt dat dranken met meer dan 10 gram suiker zouden worden belast met een tarief van € 50,52 respectievelijk € 52,75 per hectoliter. Voor scenario IVb betekent dit voor zeer suikerrijke dranken een verdubbeling van het tarief dat nu van toepassing is (€ 26,13 per hectoliter).
Scenario V
Zoals aangegeven heeft het demissionaire kabinet bij de behandeling van het Belastingplan 2025 toegezegd twee extra scenario’s toe te lichten (scenario’s V en VI). In scenario V worden alleen alcoholvrije dranken met toegevoegd suiker op basis van hun suikergehalte belast met verbruiksbelasting. Als hiertoe wordt besloten, worden dranken zonder toegevoegd suiker dus niet langer belast. Niet alleen bijvoorbeeld zuivel- en sojadranken zonder toegevoegd suiker en pure vruchten- en groentesappen blijven dan onbelast, maar ook alcoholvrije dranken met alleen zoetstof (zero-frisdranken). Hierna wordt ingegaan op de effecten van scenario V voor de gezondheid (paragraaf 3.1), het effect op de tarieven voor de nog wel belaste dranken (paragraaf 3.2) en uitvoeringsaspecten (paragraaf 3.3).
Gezondheidsaspecten
De Gezondheidsraad adviseert via de Richtlijnen goede voeding om zo min mogelijk suikers binnen te krijgen via dranken. Het maakt daarbij niet uit of deze suikers van nature aanwezig zijn in de drank, bijvoorbeeld via vruchten, of dat de suikers aan de drank zijn toegevoegd. Het lichaam maakt geen onderscheid tussen van nature aanwezige of toegevoegde suikers. Omdat dranken minder snel een signaal van verzadiging naar de hersenen afgeven, kun je ongemerkt snel veel calorieën binnenkrijgen via suikers in dranken, bijvoorbeeld via het drinken van sappen. Bij het drinken van een glas puur sap consumeer je bijvoorbeeld wel vijf sinaasappels (en dus veel suiker), terwijl je die niet zo snel achter elkaar zult opeten. Bovendien bevat de hele vrucht, in tegenstelling tot sap, vezels die de opname van suiker in het lichaam vertragen. Hiervan uitgaande is er geen gezondheidsargument om dranken met toegevoegd suiker anders te behandelen dan dranken met van nature aanwezige suikers.
Ook is er vanuit gezondheidsoptiek geen reden om zero-dranken uit te zonderen van de verbruiksbelasting. Zero-dranken bevatten weliswaar geen suiker, toch staan ze niet in de Schijf van Vijf9 van het Voedingscentrum. Dit komt doordat zero-dranken, net als gewone frisdrank, de tanden aantasten vanwege de zuren die in de dranken zitten. Ook zegt de WHO dat het in het algemeen beter is dat mensen geen zoete dranken drinken omdat we daarmee meer wennen aan zoete smaken en dit mogelijk de suikerconsumptie verhoogt.10
Het scenario waarin alleen de categorie pure vruchten- en groentesappen lager wordt belast dan op grond van het suikergehalte in die dranken aan de orde zou zijn en het scenario waarin pure vruchten- en groentesappen helemaal niet worden belast, zijn toegelicht in de contourenbrief. Het gaat hierbij om scenario’s IVa en IVb. De tarieven van deze scenario’s zijn te zien in tabel 1 hierboven.
Tarieven
Het uitzonderen van alcoholvrije dranken zonder toegevoegd suiker heeft effect op de tarieven voor de alcoholvrije dranken die nog wél worden belast. Dat zijn dus enkel nog dranken met toegevoegd suiker. Het gaat dan veelal om frisdrank met toegevoegd suiker (dus niet de zero-varianten), vruchten- en groentesappen met toegevoegd suiker en zuiveldranken met toegevoegd suiker (zoals bepaalde chocolade- en frambozenmelk). Zoals aangegeven is het uitgangspunt van het demissionaire kabinet om de eventuele overgang naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting budgetneutraal te realiseren. Voor scenario V heeft dat tot gevolg dat de tarieven van de kleinere groep nog wel belaste dranken verder zullen moeten stijgen.
Het RIVM is gevraagd indicatieve tarieven voor een dergelijk stelsel te berekenen. Het RIVM heeft echter aangegeven dit niet te kunnen uitvoeren, omdat de benodigde data hiervoor ontbreken. Op etiketten van voedingsmiddelen staat namelijk niet de hoeveelheid toegevoegde suikers vermeld (dit is conform Europese wetgeving). Wel kan uit cijfers van het CBS over verkoopvolumes van alcoholvrije dranken in supermarkten worden afgeleid dat zero-frisdranken naar schatting ongeveer 10% uitmaken van het totaal aan verkochte alcoholvrije dranken. We verwachten daardoor dat de indicatieve tarieven in scenario V hoger zullen uitpakken dan de tarieven die door het RIVM zijn uitgerekend voor scenario IVb (het scenario met de hoogste tarieven in tabel 1).
Ter verduidelijking, de indicatieve tarieven in scenario IVb zijn:
Scenario | Grondslag | Staffels (aantal gram suiker per 100 milliliter) |
Indicatieve tarieven per 100 liter1112 | Verschil belastingdruk per liter13 |
IVb | -Mineraalwater uitgezonderd -Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte) -Pure vruchten- en groentesappen uitgezonderd |
0 t/m 1 1,1 t/m 4 4,1 t/m 7,5 7,6 t/m 10 Meer dan 10 |
€ 16,75 € 22,75 € 32,50 € 41,50 € 52,75 |
Coca-Cola Zero sugar: -€ 0,09 Royal Club Tonic: +€ 0,15 Red Bull: +€ 0,27 |
Tabel 2: indicatieve tarieven voor scenario IVb (zoals ook opgenomen in tabel 1)
Onder scenario IVb zijn zero-frisdranken wél belast, terwijl dit in scenario V niet het geval zal zijn. Dat betekent dat de zogenoemde grondslag van de belaste dranken in scenario V verder versmalt ten opzichte van scenario IVb. Kort gezegd: onder scenario V worden minder dranken belast, wat hogere tarieven betekent voor de nog wel belaste dranken om tot een budgetneutrale omzetting te kunnen overgaan. Zoals gezegd verwacht het demissionaire kabinet daardoor dat de indicatieve tarieven in scenario V hoger zullen uitpakken dan de tarieven die hierboven zijn weergegeven.14
Uitvoering
Tot slot geldt dat het gehalte aan toegevoegde suikers door Douane (de uitvoerder van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken) achteraf niet te onderscheiden is van natuurlijke suikers. Als een etiket zou vermelden dat een alcoholvrije drank alleen natuurlijke suikers bevat en geen toegevoegde suikers, is die claim door Douane niet te controleren. Dat brengt frauderisico’s voor het stelsel met zich mee.
Scenario VI
Naar aanleiding van de eerdergenoemde toezegging volgt hieronder de toelichting op het scenario waarbij naast mineraalwater, zuivel en sojadranken en pure vruchten- en groentesappen ook plantaardige zuiveldranken worden uitgezonderd van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Net als bij scenario V worden achtereenvolgens toegelicht de gezondheidsaspecten (4.1), het effect op de tarieven voor de nog wel belaste dranken (4.2) en uitvoeringsaspecten (paragraaf 4.3).
Gezondheidsaspecten
Uit de genoemde Richtlijnen goede voeding volgt dat magere, halfvolle en volle melk (hierna kortweg melk) en karnemelk in een gezond voedingspatroon passen. Deze producten bevatten essentiële voedingsstoffen zoals eiwit, vitamines B2, B12 en calcium. Ook hangt het consumeren van zuivel samen met een lager risico op darmkanker. Hoewel het nog onduidelijk is of plantaardige alternatieven op lange termijn dezelfde gezondheidsvoordelen bieden als zuiveldranken (zoals het verlagen van het risico op darmkanker), is in de praktijk een sojadrank verrijkt met calcium, vitamine B2 en vitamine B12 de meest volwaardige vervanger voor zuivel omdat hierin voldoende eiwit zit. Voor wat betreft andere verrijkte zuivelalternatieven, zoals havermelk en amandelmelk, geldt dat veel van deze dranken een lager eiwitgehalte hebben en daardoor niet gelden als een volwaardig alternatief voor zuiveldranken. Mensen die geen zuiveldranken kunnen of willen drinken, kunnen volgens het Voedingscentrum dus het beste kiezen voor sojadrank. Het ligt vanuit gezondheidsperspectief dan ook niet in de rede om andere plantaardige zuiveldranken dan sojadranken uit te zonderen van de gedifferentieerde verbruiksbelasting zoals in scenario VI wordt voorgesteld.
Tarieven
Omdat ook in scenario VI sprake is van een extra categorie alcoholvrije dranken die wordt uitgezonderd (namelijk plantaardige zuiveldranken) geldt voor dit scenario - net als voor scenario V – dat de tarieven hoger zullen zijn dan de tarieven die zijn weergegeven in tabel 2. Ter verduidelijking zijn die tarieven hieronder weer opgenomen.
Scenario | Grondslag | Staffels (aantal gram suiker per 100 milliliter) |
Indicatieve tarieven per 100 liter1516 | Verschil belastingdruk per liter17 |
IVb | -Mineraalwater uitgezonderd -Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte) -Pure vruchten- en groentesappen uitgezonderd |
0 t/m 1 1,1 t/m 4 4,1 t/m 7,5 7,6 t/m 10 Meer dan 10 |
€ 16,75 € 22,75 € 32,50 € 41,50 € 52,75 |
Coca-Cola Zero sugar: -€ 0,09 Royal Club Tonic: +€ 0,15 Red Bull: +€ 0,27 |
Wederom tabel 2: indicatieve tarieven voor scenario IVb (zoals ook opgenomen in tabel 1)
De verhoging van de tarieven in scenario VI ten opzichte van de hier weergegeven tarieven zal naar verwachting minimaal zijn, omdat plantaardige zuiveldranken een relatief kleine categorie alcoholvrije dranken is.18 Ook het RIVM geeft aan dat de tarieven in scenario VI niet bijzonder veel zullen veranderen ten opzichte van de tarieven in scenario IVb, omdat hiervoor de aantallen te klein zijn en zijn de bandbreedtes van de schattingen te groot. Daarnaast is ‘plantaardige zuiveldranken’ een onduidelijk afgebakende categorie, waardoor er niet direct data beschikbaar is om de berekening te maken. Het RIVM heeft dan ook voor scenario VI aangegeven de precieze doorrekening niet te kunnen maken.
Uitvoeringsaspecten
Naast de gezondheidsargumenten om plantaardige zuiveldranken niet uit te zonderen, geldt afbakeningsproblematiek. Voor het creëren van een uitzonderingscategorie dient op basis van objectieve criteria te worden aangegeven wanneer een drank precies kan worden gezien als een plantaardig alternatief voor zuivel. Als hierbij bijvoorbeeld wordt gekozen voor een bepaald ingrediënt afkomstig van bijvoorbeeld noten of peulvruchten, ontstaat mogelijk een nieuwe omzeilingsroute (zie, ter vergelijk, frisdranken met een vleugje zuivel). Verder geldt dat de aanwezigheid van lage gehalten van plantaardige alternatieven voor zuivel en het onderscheid tussen verschillende plantaardige bronnen niet door het Douane Laboratorium zijn vast te stellen, waardoor controle van de aanduiding van ingrediënten op de etiketten door Douane niet altijd mogelijk is.
Relatie verbruiksbelasting alcoholvrije dranken en alcoholaccijns
Zoals in de contourenbrief uiteengezet, is het tarief in de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken momenteel gekoppeld aan het minimumbedrag in de bieraccijns. Per 1 januari 2024 bedraagt de bieraccijns € 8,12 per hectoliter per procent alcohol, met een minimumbedrag aan bieraccijns van € 26,13. Dit minimumbedrag is gelijk aan het tarief van de verbruiksbelasting per hectoliter. De beleidsmatige ratio hiervoor is dat het vanuit alcoholpreventie onwenselijk is om alcoholhoudend bier lager te belasten dan frisdrank of alcoholarm of -vrij bier (‘bier niet lager belast dan fris’). Het demissionaire kabinet steunt deze ratio vanuit alcoholpreventie en acht het daarom wenselijk om deze koppeling ook onder een gedifferentieerde verbruiksbelasting te behouden. Dat betekent dat het minimumbedrag in de bieraccijns gelijk moet worden gesteld met het hoogste tarief van de gedifferentieerde verbruiksbelasting. Het past bij het uitgangspunt van een budgetneutrale omzetting om de extra opbrengst van de bieraccijns te verdisconteren in de tarieven, zodat zowel de bieraccijns als de tarieven van de verbruiksbelasting minder stijgen dan anders het geval zou zijn.19
Ter illustratie: onder een gedifferentieerde verbruiksbelasting bedraagt het hoogste tarief (voor dranken met meer dan 10 gram suiker per 100 milliliter) in scenario III € 46,75 per hectoliter (zie tabel 1). Vanuit het uitgangspunt ‘bier niet lager belasten dan fris’ betekent dit dat het minimumbedrag aan bieraccijns ook op dit bedrag vast zou moeten worden gesteld. Dat betekent dat het minimumbedrag aan bieraccijns stijgt van € 26,13 naar € 46,75 per hectoliter. In tabel 2 zijn de indicatieve effecten van deze keuze op de bieraccijns per scenario nader toegelicht. Het eerstgenoemde bedrag is de verandering in accijns in het scenario ten opzichte van de huidige accijns per 1 januari 2024. Het bedrag tussen haken is het totale accijnsbedrag in het gegeven scenario.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tabel 3: Indicatieve effecten op de bieraccijns per scenario. De tabel laat de verandering in accijns bij het scenario zien ten opzichte van de huidige accijns per 1 januari 2024. De bedragen zijn afgerond op 2 decimalen achter de komma. Verandering in euro; het bedrag tussen haken is de totale accijns exclusief btw.
Ten aanzien van wijn zijn twee accijnstarieven van toepassing. De accijns bedraagt per hectoliter voor wijn met een alcoholgehalte van niet meer dan 8,5% alcoholvolume € 47,95, en voor wijn met een alcoholgehalte van meer dan 8,5% alcoholvolume € 95,69.20 Ter illustratie: dat betekent dat – uitgaande van het uitgangspunt dat de accijns op alcoholvrije dranken niet hoger mag zijn dan de accijns op alcoholhoudende dranken – de wijnaccijns in scenario III niet hoeft te stijgen. Het hoogste tarief in scenario III (voor dranken met meer dan 10 gram suiker) bedraagt immers € 46,75 (wat betekent dat de wijnaccijns hoger is dan de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken). In de scenario’s IVa en IVb zal de wijnaccijns wel moeten stijgen indien aan het voornoemde uitgangspunt wordt vastgehouden.
Staatssteunaspecten
Zoals in de contourenbrief reeds toegelicht, geldt dat het bevoordelen of uitzonderen van bepaalde (categorieën) dranken staatssteunrisico’s met zich mee kan brengen.21 Afhankelijk van het gekozen scenario – en in het bijzonder de uitgezonderde categorieën alcoholvrije dranken binnen dat scenario – kan hierdoor een traject met de diensten van de Europese Commissie noodzakelijk zijn. Dat heeft tijd nodig en kan invloed hebben op de voorgestelde maatregel.
Hoogachtend,
De staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane, | De staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport, |
---|---|
T. van Oostenbruggen | Judith Zs.C.M. Tielen |
Kamerstukken II 2023/24, 36418, nr. 87 (Grinwis), Kamerstukken II 2023/24, 36418, nr. 72 (Erkens), Kamerstukken I 2023/24, 36410, F (Koffeman c.s.), Kamerstukken I 2023/24, 36418, W (Visseren-Hamakers c.s.) en Kamerstukken I 2023/24, 36418, nr. X (Visseren-Hamakers c.s.).↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 32140, 186.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 32140, 186.↩︎
Het gaat hierbij om water, mineraalwater en spuitwater voor zover niet vallend onder GN-code 2201, zie artikel 6 Wet verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.↩︎
Artikel 9, derde lid, Wet verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.↩︎
De tarieven bij scenario’s II, III, IVa en IVb zijn berekend door het RIVM. Het RIVM was al betrokken bij het onderzoek naar de mogelijkheden voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting op basis van suiker dat op 6 juli 2023 met uw Kamer is gedeeld. Voor de berekening van de tarieven is gebruik gemaakt van het model dat door het RIVM in dat onderzoek is gebruikt. Het betreft mogelijke tarieven die lineair oplopen en voldoen aan de volgende voorwaarden: budgetneutraliteit, lineair oplopende tarieven om herformulering door de producent en gedragsverandering door de consument te stimuleren, en gelijke tarieven voor iedere drank. Een nadere toelichting op de berekeningen is te vinden in een separate publicatie van het RIVM te raadplegen via: https://www.rivm.nl/publicaties/verbruiksbelasting-alcoholvrije-dranken.↩︎
De tarieven bij scenario I zijn berekend door het ministerie van Financiën zelf.↩︎
Ter illustratie is het verschil in belastingdruk voor een aantal dranken weergegeven. Daarbij is uitgegaan van het verschil tussen de huidige belastingdruk (€ 0,2613 per liter) en de nieuwe belastingdruk in het gegeven scenario per liter alcoholvrije drank. De bedragen zijn afgerond op 2 decimalen achter de komma. De genoemde dranken zijn toegewezen aan de staffel op basis van het suikergehalte dat op het etiket van dit soort dranken is vermeld.↩︎
De Schijf van Vijf van het Voedingscentrum is een hulpmiddel dat mensen kunnen gebruiken om gezonder en duurzamer te eten. Producten in de Schijf van Vijf passen in een gezond voedingspatroon. De Schijf van Vijf is gebaseerd op de adviezen van de Gezondheidsraad over gezonde voeding. Deze adviezen zijn opgenomen in de Richtlijnen goede voeding die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek. Ook is de Schijf van Vijf gebaseerd op de voedingsnormen van de Gezondheidsraad en inzichten van het RIVM over wat we in Nederland eten.↩︎
Use of non-sugar sweeteners: WHO guideline. Geneva: World Health Organization; 2023.↩︎
De tarieven bij scenario’s II, III, IVa en IVb zijn berekend door het RIVM. Het RIVM was al betrokken bij het onderzoek naar de mogelijkheden voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting op basis van suiker dat op 6 juli 2023 met uw Kamer is gedeeld. Voor de berekening van de tarieven is gebruik gemaakt van het model dat door het RIVM in dat onderzoek is gebruikt. Het betreft mogelijke tarieven die lineair oplopen en voldoen aan de volgende voorwaarden: budgetneutraliteit, lineair oplopende tarieven om herformulering door de producent en gedragsverandering door de consument te stimuleren, en gelijke tarieven voor iedere drank. Een nadere toelichting op de berekeningen is te vinden in een separate publicatie van het RIVM te raadplegen via: https://www.rivm.nl/publicaties/verbruiksbelasting-alcoholvrije-dranken.↩︎
De tarieven bij scenario I zijn berekend door het ministerie van Financiën zelf.↩︎
Ter illustratie is het verschil in belastingdruk voor een aantal dranken weergegeven. Daarbij is uitgegaan van het verschil tussen de huidige belastingdruk (€ 0,2613 per liter) en de nieuwe belastingdruk in het gegeven scenario per liter alcoholvrije drank. De bedragen zijn afgerond op 2 decimalen achter de komma. De genoemde dranken zijn toegewezen aan de staffel op basis van het huidige suikergehalte.↩︎
Hoe de bijstelling van de tarieven in scenario V precíes zal uitpakken ten opzichte van scenario IVb, hangt ook af van de keuze die wordt gemaakt in de belasting van zuiveldranken onder scenario V. In scenario IVb is het RIVM er bij de berekening van de tarieven vanuit gegaan dat álle zuiveldranken worden uitgezonderd, ongeacht het suikerpercentage. Ook aan deze knop kan echter worden gedraaid in scenario V. Zo kan ervoor worden gekozen alleen zuiveldranken met een laag suikergehalte uit te zonderen (in lijn met de voorgenomen aanpassing in het Belastingplan 2026). Hierdoor zullen de tarieven iets dalen. Echter geldt nog steeds dat zero-frisdranken naar schatting ongeveer 10% uitmaken van het totaal aan verkochte alcoholvrije dranken, waardoor de tarieven in scenario V ook na een dergelijke aanpassing naar verwachting alsnog zullen moeten stijgen ten opzichte van de tarieven die nu zijn genoemd in scenario IVb.↩︎
De tarieven bij scenario’s II, III, IVa en IVb zijn berekend door het RIVM. Het RIVM was al betrokken bij het onderzoek naar de mogelijkheden voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting op basis van suiker dat op 6 juli 2023 met uw Kamer is gedeeld. Voor de berekening van de tarieven is gebruik gemaakt van het model dat door het RIVM in dat onderzoek is gebruikt. Het betreft mogelijke tarieven die lineair oplopen en voldoen aan de volgende voorwaarden: budgetneutraliteit, lineair oplopende tarieven om herformulering door de producent en gedragsverandering door de consument te stimuleren, en gelijke tarieven voor iedere drank. Een nadere toelichting op de berekeningen is te vinden in een separate publicatie van het RIVM te raadplegen via: https://www.rivm.nl/publicaties/verbruiksbelasting-alcoholvrije-dranken.↩︎
De tarieven bij scenario I zijn berekend door het ministerie van Financiën zelf.↩︎
Ter illustratie is het verschil in belastingdruk voor een aantal dranken weergegeven. Daarbij is uitgegaan van het verschil tussen de huidige belastingdruk (€ 0,2613 per liter) en de nieuwe belastingdruk in het gegeven scenario per liter alcoholvrije drank. De bedragen zijn afgerond op 2 decimalen achter de komma. De genoemde dranken zijn toegewezen aan de staffel op basis van het huidige suikergehalte.↩︎
F. van der Lucht, G. den Boer, M. Buijs, C. Deuning, H. Hilderink, M. Plasmans, R. Poos, L. Zwakhals, C. Couwenbergh (2024). Trendscenario Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2024. Bilthoven: RIVM(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).” www.volksgezondheidtoekomstverkenning.nl/vtv-2024/trendscenario↩︎
De extra opbrengsten van de bieraccijns zijn in deze brief nog niet verdisconteerd in de tarieven.↩︎
Zie artikel 10 van de Wet op de accijns.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 32140, 186, paragraaf 3.2.↩︎