Verduurzaming gebouwde omgeving
Brief regering
Nummer: 2025D33561, datum: 2025-07-11, bijgewerkt: 2025-07-11 17:39, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Ooit BBB kamerlid)
- Rapport Muzus Van een inactieve VvE naar een duurzaam MJOP
- Gateway Reviewrapport Programma Verbouwstromen
- Verduurzaming gebouwde omgeving met handelingsperspectief en instrumenten per doelgroep
- Schematisch overzicht instrumenten
- Beslisnota bij Kamerbrief Verduurzaming gebouwde omgeving
Onderdeel van zaak 2025Z14638:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Preview document (🔗 origineel)
In het commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving van 9 april jl. heeft uw Kamer gevraagd om een brief over de verduurzaming van woningen en gebouwen met speciale aandacht voor lagere inkomensgroepen en de vraag of zij voldoende (financiële) ondersteuning weten te vinden.
Voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving zetten we per doelgroep in op een zo effectief mogelijke mix van instrumenten: ondersteuning, subsidies, financiering, beprijzing en normering. Zo willen we alle groepen helpen: particuliere woningeigenaren, sociale en particuliere huurders, mensen met een laag inkomen en de utiliteitssector. In deze brief geef ik een beknopte weergave van de huidige stand van zaken.1 Daarnaast bevat deze brief een kabinetsreactie op de initiatiefnota van het lid Kröger over een isolatie-offensief.2 Ik geef aan welke elementen hiervan al in enige vorm onderdeel uitmaken van mijn beleid en welke onderdelen naar mijn oordeel minder passend zijn. Ook ga ik kort in op enkele randvoorwaarden waar we met elkaar nog uitdagingen hebben, zoals de krapte op de arbeidsmarkt en netcongestie – onderwerpen waarvoor uw Kamer regelmatig aandacht vraagt. Tot slot schets ik een vooruitblik op de keuzes die op lange termijn nodig zijn.
Mijn belangrijkste boodschap is: laten we vooral aan de slag gaan. Niet blijven hangen in plannen, maar samen overgaan tot uitvoering.
Waar staan we?
De energietransitie is goed op gang. Het is allang geen abstract begrip meer, maar maakt steeds vaker deel uit van het dagelijks leven. Huizen, kantoren en andere gebouwen worden beter geïsoleerd, voorzien van goede ventilatie en verwarmd zonder aardgas. Waar nodig worden ze uitgerust met koeling en slimme technieken. Uit de Monitor verduurzaming gebouwde omgeving 2024 van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) blijkt dat in 2023 naar schatting bijna 1,4 miljoen isolatiemaatregelen zijn getroffen, waarvan ruim 900.000 in koopwoningen en ruim 400.000 in huurwoningen. In 2022 waren dit 1,2 miljoen maatregelen. Dat zijn al mooie resultaten.
Er zijn goede redenen om juist nu te blijven verduurzamen en energie te besparen. Een belangrijk voordeel is een lagere energierekening.3 De energiekosten zijn de afgelopen jaren sterk gestegen en blijven grillig. Voor huishoudens in slecht geïsoleerde woningen kan dit een flinke last zijn.
Bovendien is Nederland nog altijd afhankelijk van fossiele energie uit instabiele regio’s. Waar onze energie vandaan komt, doet ertoe. Minder afhankelijk zijn van fossiele import maakt huishoudens, bedrijven en maatschappelijke organisaties weerbaarder tegen hoge energiekosten, en versterkt de veerkracht van ons land in een wereld met toenemende geopolitieke spanningen. Verduurzaming draagt daarnaast bij aan een prettige en gezonde leefomgeving, die we verantwoord willen doorgeven aan de volgende generatie. Ook dát doet ertoe.
Hoewel de voordelen van de energietransitie concreet en voelbaar zijn, gaat deze niet vanzelf. Netcongestie, de uitrol van warmtenetten en de krapte op de arbeidsmarkt vormen serieuze knelpunten. Daarnaast staat de betaalbaarheid van maatregelen onder druk4, en komt de verduurzaming van met name particuliere huurwoningen en Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) nog onvoldoende op gang.
Toch moet de transitie uiteindelijk voor iedereen werken. Daarom streven we ernaar om zoveel mogelijk belemmeringen weg te nemen. Huiseigenaren moeten de mogelijkheid hebben om zelf stappen te zetten, of samen met buurtgenoten te verduurzamen. Gemeenten ondersteunen dit proces met warmteprogramma’s, waarin zij richting geven aan de keuzes en het tempo van verduurzaming in wijken en dorpskernen. Voor verhuurders en andere vastgoedeigenaren volgen landelijke regels die ze duidelijkheid geven over het renovatietempo van huurwoningen en gebouwen met een slechte energieprestatie.5 De overheid blijft ondersteuning bieden via subsidies, aantrekkelijke financiering, advies en duidelijke informatie.
Iedereen aan de slag
Het is belangrijk dat iedereen kan profiteren van een lagere energierekening en hoger wooncomfort. Daarom hebben we een gebalanceerde mix van instrumenten voor de verschillende doelgroepen:
Woningeigenaren komen in aanmerking voor subsidie (ISDE) en aantrekkelijke financiering als zij energiebesparende maatregelen laten uitvoeren. Voor woningeigenaren met lagere inkomens zetten we extra stappen, zoals extra subsidie en ondersteuning vanuit de lokale isolatieaanpak van gemeenten (lage WOZ waarde, slechte energetische staat) en renteloze leningen van Nationaal Warmtefonds voor woningeigenaren met verzamelinkomen tot €60.000.
Met de corporatiesector is in de Nationale prestatie afspraken vastgelegd om de woningen met de slechte energielabels uit te faseren en voor alle verhuurders gaat normering op dit punt gelden per 2029. Verhuurders worden ondersteund door verschillende subsidies om verduurzaming te stimuleren.
Daarnaast werkt het kabinet aan een voorstel voor het Social Climate Fund. Een onderdeel van dit plan is gericht op meerjarige financiële steun voor huishoudens (publiek energiefonds) met hoge energiequote en een laag inkomen. In veel gemeenten zijn energiehulporganisaties aan de slag om inwoners te ondersteunen met kleine en middelgrote maatregelen (radiatorfolie, tocht strips, advies, etc.) en de rijksmiddelen hiervoor lopen tot en met 2027.
Verder maak ik mij hard voor Verenigingen van Eigenaren, onder andere met subsidies (SVVE) en ondersteuning via het Kenniscentrum van Milieu Centraal.6 Ik stuur u bijgaand ook het onderzoek “Van een inactieve VvE naar duurzaam MJOP” van Muzus (bijlage 4).
Voor het maatschappelijk vastgoed, ten slotte, hebben we ondersteuning, zoals de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA).
Kortom, we hebben afgelopen jaren ontzettend veel instrumenten opgezet voor alle doelgroepen. Kortheidshalve verwijs ik hiervoor naar bijlage 1, waarin de verschillende instrumenten schematisch zijn weergegeven, en naar bijlage 2 voor een nadere toelichting op de instrumenten per doelgroep.
Er zijn maatregelen die in vrijwel alle gevallen verstandig zijn, ongeacht de uiteindelijke duurzame oplossing voor een woning of gebouw:
Voldoende isolatie en ventilatie. Dit verlaagt het energiegebruik, verhoogt het comfort en helpt schimmel- en vochtproblemen voorkomen of oplossen.
Het installeren van een hybride warmtepomp in woningen die nog verwarmen met een cv-ketel.7 Dit vermindert het aardgasverbruik aanzienlijk, vereist doorgaans geen ingrijpende aanpassingen aan de woning of het gebouw, en past in de meeste gevallen binnen de bestaande capaciteit van het elektriciteitsnet.
Het aanbrengen van zonwering. Door warmere zomers neemt de koelbehoefte toe. Goede zonwering helpt om warmte buiten te houden, wat het binnenklimaat verbetert en de benodigde energie voor koeling vermindert.8
Met deze maatregelen kunnen bewoners en gebouweigenaren op korte termijn al stappen zetten, terwijl de keuze voor een definitieve warmteoplossing op wijk- of gebouwniveau zich verder ontwikkelt.
Kabinetsreactie initiatiefnota Kröger
In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening op 22 april jl. heeft de commissie gevraagd om een kabinetsreactie op de initiatiefnota van het lid Kröger over een isolatie-offensief (hierna: de initiatiefnota).9,10 Ik onderschrijf in grote lijnen de basis van de initiatiefnota en de ambitie om de verduurzaming van woningen krachtig en toegankelijk te bevorderen. Hieronder licht ik toe welke elementen van de nota ik ondersteun. Ik ga daarbij achtereenvolgens in op:
a. het bevorderen van isolatie van woningen;
b. de uitfasering van energielabels E, F en G;
c. zorgen voor voldoende menskracht.
a. Isolatie van woningen bevorderen
Met de initiatiefnemers deel ik de ambitie om isolatie effectief en laagdrempelig te stimuleren. Deze ambitie geef ik vorm met het Nationaal Isolatieprogramma. Dankzij de gerichte extra ondersteuning van de lokale isolatieaanpak verwacht ik dat meer eigenaren met een laag inkomen hun woning kunnen isoleren. Hierdoor zullen ze ook vaker het Nationaal Warmtefonds weten te vinden en gebruik gaan maken van landelijke subsidies, de ISDE en de SVVE. Voor de periode 2024-2026 is vanuit deze aanpak 1,6 miljard euro beschikbaar gesteld om 750.000 woningen te isoleren van eigenaren die dit het hardste nodig hebben (verder toegelicht in bijlage 2). Zoals ook als speerpunt in de initiatiefnota genoemd, richten de lokale isolatieaanpakken zich vooral op woningen van eigenaar-bewoners en VvE’s met een lage WOZ-waarde, dus met een sterke focus op huishoudens die isolatie het hardst nodig hebben. Gemeenten hebben daarbij de vrijheid om hun aanpak verder te specificeren en prioriteiten te stellen. Zij weten immers het beste welke huizen, straten en wijken als eerste aangepakt moeten worden.
De motie Kröger c.s.11 verzoekt om in gesprek te gaan met gemeenten over een wijkgerichte aanpak, gericht op wijken met de meeste energiearmoede. Dit gesprek vindt continue en intensief plaats, onder andere tijdens de Impulsdag Isoleren van 13 mei jl. en in lopende gesprekken tussen het ministerie, het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW), de VNG en gemeenten. Daarnaast versterk ik de ondersteuning aan gemeenten, zoals eerder aangekondigd. In het voorjaar is besloten een aanvraag in te dienen bij het Social Climate Fund voor het één-loketsysteem, waarmee extra middelen vrijkomen voor ontzorging en ondersteuning van bewoners (80 mln voor Energiehuizen).
b. Uitfasering EFG-labels per 2029 – ook voor particuliere huurwoningen
Het kabinet heeft afgesproken energielabels E, F en G uit te faseren, zoals ook in de initiatiefnota wordt onderstreept. Momenteel hebben circa 431.000 huurwoningen een energielabel E of slechter (waarvan 291.000 particuliere huurwoningen en 140.000 corporatiewoningen). Daarom introduceer ik minimum energieprestatie-eisen voor huurwoningen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), waaraan huurwoningen per 1 januari 2029 moeten voldoen.12 Ik ben voornemens de Bbl-wijziging na het zomerreces 2025 in internetconsultatie te brengen.13
Verhuurders worden gestimuleerd om te verduurzamen via aftrekpunten in het woningwaarderingsstelsel voor EFG-labels. Een aanvullende huurkorting bovenop de bestaande aftrek, zoals voorgesteld in de initiatiefnota, zie ik echter als contraproductief. Dit legt extra beperkingen op de investeringsruimte die verhuurders nodig hebben om hun woningen te verbeteren. Om huurders meer mogelijkheden te bieden zelf verduurzamingsmaatregelen te initiëren, is een wetsvoorstel in voorbereiding.14
c. Zorg voor voldoende menskracht
De zorg over voldoende capaciteit voor de uitvoering deel ik met de initiatiefnemers. In zijn algemeenheid zijn er grote tekorten op de arbeidsmarkt daarom moeten we vooral anders gaan werken en het primaire proces prioriteren. Arbeidsmarktkrapte speelt ook in de bouw en techniek een belangrijke rol.15 Uit een onderzoek vanuit ABN Amro bleek eerder dat ongeveer veertig procent van alle vacatures in de energietransitie niet vervuld konden worden.16 Zonder voldoende gekwalificeerd personeel komt de uitvoering onder druk te staan.
Daarom wordt vanuit verschillende invalshoeken gewerkt aan een toekomstbestendige arbeidsmarkt en het vergroten van de beschikbaarheid van menskracht. Het Actieplan Groene en Digitale Banen (AGDB) is een gezamenlijke inzet van sectoren, regionale overheden, onderwijs en het Rijk om de krapte in sectoren die belangrijk zijn voor klimaat- en digitale transities aan te pakken. Ook is de ontwikkelpadentool ontwikkeld, die professionals inzicht biedt in functies, vaardigheden en opleidingsmogelijkheden binnen techniek, bouw en energiesector.
Daarnaast zetten het programma Mensen Maken de Transitie (MMT) en het Aanvalsplan Techniek in op het betrekken van groepen met een afstand tot de arbeidsmarkt, met bijzondere aandacht voor kansen voor statushouders en migranten binnen de energietransitie. Gelijktijdig willen we door industrialisatie, robotisering en digitalisering de arbeidsproductiviteit in de sector verbeteren waardoor met minder mensen méér gedaan kan worden.
Hoewel ik dus de kern en ambitie van de initiatiefnota onderschrijf en veel voorstellen van harte ondersteun, kijk ik op enkele onderdelen anders tegen de uitvoering aan of zie ik mogelijkheden om deze anders vorm te geven. Deze nuances zijn bedoeld om de effectiviteit en uitvoerbaarheid van het beleid te vergroten en tegelijkertijd rekening te houden met bestaande afspraken en praktische realiteiten. In het vervolg zal ik aangeven welke onderdelen ik op een andere wijze wil benaderen en welke redenen daaraan ten grondslag liggen.
Nationaal Isolatie-inkoopbedrijf
De initiatiefnota roept op tot het oprichten van een Nationaal Isolatie-inkoopbedrijf. Hoewel ik de gedachte er achter begrijp, zie ik verschillende redenen om dit voorstel niet over te nemen. Het zou een ingewikkeld en langdurig proces vereisen, waarbij onvermijdelijk is dat er met lokale wensen en bedrijvigheid onvoldoende rekening kan worden gehouden en dit ingaat tegen veel initiatieven en opdrachten die er al bij gemeenten tot stand zijn gekomen. Ik zie daarentegen het werk van Verbouwstromen17 als een nuttige en passende vorm van ondersteuning op centraal niveau om isolatie in te kopen. Zij begeleiden veel samenwerkingsverbanden van gemeenten bij aanbestedingsprocedures om intermediairs - en via hen isolatiebedrijven - te verbinden aan de isolatieaanpakken. Door aansluiting bij en ondersteuning van lokale aanpakken verwacht ik dat eerder en betere effecten bereikt kunnen worden.
Normering hybride warmtepomp18
In de initiatiefnota wordt voorgesteld om de verplichte vervanging van de cv-ketel in te voeren. Gezien het kabinetsbeleid om terughoudend te zijn met normering, vind ik dit ongewenst. Voor het stimuleren van de warmtepomp is subsidie beschikbaar met de ISDE, SVVE, SVOH en kan men verantwoord en aantrekkelijk lenen bij Nationaal Warmtefonds. Aanvullend onderzoeken we hoe we in de toekomst kunnen borgen dat er op natuurlijke vervangingsmomenten van de cv-ketel zoveel mogelijk wordt overgestapt op een duurzaam alternatief. Hiermee wordt de warmtepomp de nieuwe standaard bij vervanging van de cv-ketel
Daarnaast zijn hierover al afspraken gemaakt met woningcorporaties. Samen met sectorpartijen werken we aan het creëren van gunstige randvoorwaarden voor de opschaling van warmtepompen. Onze focus ligt daarbij op vier kernpunten: het informeren van consumenten, het realiseren van een aantrekkelijke businesscase, het waarborgen van betrouwbare producten inclusief onderhoud, en het zorgen voor een netvriendelijke inpassing.19
Normering naar isolatiestandaard bij mutatie huurders
De initiatiefnota stelt voor om de isolatiestandaard (‘de Standaard’) verplicht te stellen bij huurdersmutatie. Voor woningcorporaties en grotere verhuurders is complexgewijze verduurzaming de meest effectieve weg. Een verplichte normering op de Standaard bij huurdersmutatie zou leiden tot hogere investerings- en uitvoeringskosten en daardoor botsen met verduurzaming van de huursector in zijn algemeen. Het staat ook haaks op de gemaakte afspraken in de Nationale Prestatie Afspraken (‘NPA’). Bij huurdersmutatie wordt doorgaans alleen klein onderhoud uitgevoerd, terwijl grotere verduurzamingsmaatregelen juist efficiënter op complexniveau kunnen worden gerealiseerd.
Zonnepanelen op woningen corporaties20
De initiatiefnota stelt voor om subsidie (ISDE) beschikbaar te stellen voor het plaatsen van zonnepanelen bij huurders. Hoewel zonnepanelen een belangrijke bijdrage leveren aan de verduurzamingsopgave, zie ik hiervoor geen financiële ruimte. Ik verwijs naar mijn Kamerbrief van 30 mei jl.21
Extra budget Subsidieregeling Verduurzaming Onderhoud Huurwoningen (SVOH)
Particuliere verhuurders kunnen gebruik maken van de SVOH, waarmee ze subsidie kunnen ontvangen voor zowel verduurzamings- als onderhoudsmaatregelen. Deze subsidie wordt door de doelgroep zeer beperkt gebruikt. Een verdubbeling van het budget van de SVOH zoals in de initiatiefnota wordt voorgesteld, acht ik om die reden op dit moment niet opportuun.22 Wel werk ik aan een betere benutting van de SVOH.
Vereenvoudigen subsidies voor warmtenetten23
Momenteel onderzoek ik hoe de verschillende subsidies op inpandige kosten warmtenetten (m.n. SVVE, ISDE, SAH) voor de verschillende doelgroepen beter kunnen worden gestroomlijnd, o.a. zodat het subsidielandschap beter toegepast kan worden in de wijkaanpak van gemeenten.
Verdiscontering besparing verzwaring elektriciteitsnet in aansluitkosten warmtenetten
In de initiatiefnota wordt voorgesteld om de besparing op verzwaring in het elektriciteitsnet in de aansluitkosten op warmtenetten te verdisconteren. Vermeden kosten van netbeheerders worden niet doorberekend in de netwerktarieven voor elektriciteit. Deze vermeden kosten kunnen dus ook niet worden opgespaard en in een “potje” worden gestort. Wel zet het kabinet zich samen met netbeheerders en de ACM in voor wijziging van het nettarief voor elektriciteit, waardoor huishoudens meer gaan “betalen naar gebruik” van het elektriciteitsnet en warmteverbruikers kunnen besparen op de nettarieven voor elektriciteit. Voor een verdere toelichting verwijs ik naar de Kamerbrief van 23 mei jl. met schriftelijke beantwoording van vragen tijdens het wetgevingsoverleg Wet collectieve warmte.24
Stimulering lokaal energiedelen en warmte-koudeopslag
De initiatiefnota roept op tot het stimuleren van lokaal energiedelen en warmte-koudeopslag. Binnen de Energiewet wordt energiedelen breder mogelijk gemaakt, voor alle actieve eindgebruikers met behoud van leverancierskeuze. Er loopt nog een onderzoek naar lokaliteitsbeperkingen voor energiedelen. Deels omdat dit vanuit de EMD-richtlijn verplicht wordt voor grote ondernemingen. Hiervoor wordt momenteel onderzocht wat een zinnige afbakening van ‘lokaliteit’ is. En deels wordt onderzocht of voor andere actieve eindgebruikers het zinvol is om een lokaliteitsbeperking op te nemen. Deze laatste categorie is niet verplicht vanuit de EMD en kan dus optioneel geïmplementeerd worden. Zodra dit onderzoek is afgerond, zal de minister van KGG uw Kamer hierover informeren.
Randvoorwaarden voor verduurzaming
Netcongestie aanpakken
Netcongestie vormt een groeiend knelpunt voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Doordat het elektriciteitsnet op veel plaatsen zijn maximale capaciteit heeft bereikt, is er niet overal ruimte voor verdere elektrificatie van ons energiesysteem. Dit vertraagt de energietransitie en belemmert de bouw van nieuwe woningen. Vanuit het ministerie van VRO werken we daarom aan een handreiking voor netbewust renoveren (publicatie Q3 2025), aan ontwerpprincipes voor netbewuste nieuwbouw (publicatie Q3 2025) en aan maatregelen voor het versnellen van ruimtelijke procedures zodat het elektriciteitsnet sneller uitgebreid kan worden.25 Deze maatregelen zijn onderdeel van het Landelijk Actieplan Netcongestie, dat met grote urgentie werkt aan maatregelen om het elektriciteitsnet sneller uit te breiden, efficiënter om te gaan met de beschikbare capaciteit en beter inzicht te krijgen in ons elektriciteitsnet26. Ook zal ik na de zomer de Ontwerp Nota Ruimte presenteren waarin ook de ruimteclaims voor energie-infrastructuur zijn opgenomen.
Groen gas opschalen
De opschaling van groen gas is belangrijk voor het verduurzamen van de gebouwde omgeving, en andere sectoren. Het kabinet ziet de inzet van groen gas als sluitstuk voor de gebouwde omgeving, daar waar de overstap op andere verduurzamingsalternatieven niet mogelijk is of buitensporig duur is. Het kabinet gaat dan ook door met de reeds afgesproken bijmengverplichting.
Kennis en uitvoeringskracht van gemeenten versterken
De gemeenten hebben een centrale rol in de uitvoering van de verduurzaming van de gebouwde omgeving, met hun kennis van de lokale situatie en betrokkenheid bij hun inwoners. Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) ondersteunt gemeenten om hun regierol voor de lokale warmtetransitie beter te kunnen vervullen. Dit is een interbestuurlijk programma waarin ook de mede-overheden deelnemen. Het NPLW heeft in samenwerking met het ministerie de Impulsdag Isoleren georganiseerd27, waarbij met 140 gemeenten het gesprek is gevoerd over hoe een succesvolle aanpak eruitziet en wat knelpunten zijn. Het ministerie zal met NPLW en andere betrokken partijen gezamenlijk aan de slag gaan om deze inzichten te delen en knelpunten op te lossen.
Knelpunten die gemeenten bij de Impulsdag Isoleren benoemden waren
capaciteit voor het uitvoeren van de isolatieaanpak en natuurvriendelijk
isoleren. Daarnaast spelen bij gemeenten veel praktische vraagstukken
rond het bereiken van de doelgroep, monitoring van de voortgang en het
gebruik van persoonsgegevens voor isolatieaanpakken. Deels ligt de
oplossing voor het capaciteitsprobleem in beter samenwerken tussen
gemeenten. Hiernaast wil ik dit jaar regelen dat er geïntensiveerde
ondersteuning komt voor die gemeenten die dat nodig hebben om de eigen
isolatieaanpak op gang te krijgen. Ik zal hiervoor de komende periode
samen met het NPLW uitwerken op welke manier dit het beste vorm gegeven
kan worden.
Verbetering kwaliteit energielabel als startpunt voor verduurzaming
Een accuraat en betrouwbaar energielabel geeft inzicht in de energiezuinigheid van een gebouw, als startpunt voor verduurzaming. In 2030 zal, mede naar aanleiding van de aangepaste richtlijn EPBD IV, een nieuwe berekeningssystematiek geïntroduceerd worden om berekende energieprestaties van gebouwen beter aan te laten sluiten op het werkelijke energieverbruik. Ik neem de volgende moties mee in de ontwikkeling van de nieuwe bepalingsmethode: van lid Flach28 over het waarderen van warmtenetten in het energielabel; van het lid De Groot29 over een energielabel op basis van werkelijke energieprestaties; en van de leden Bruyning en Welzijn30 over datagedreven metingen bij het maken van een energielabel. Over de nieuwe bepalingsmethode wordt u nader geïnformeerd na het zomerreces.
Door de leden Beckerman en de Groot31 is een motie ingediend over een geschillencommissie voor huurders en kopers. Voor eigenaren en huurders wordt momenteel een klachten- en geschillenprocedure opgezet in het certificatieschema van het energielabel. Dit ligt momenteel voor ter internetconsultatie en zal per 2026 in werking treden. Hiernaast kunnen huurders kosteloos terecht bij de Huurcommissie voor een toets van het energielabel. Verder neem ik een aantal andere maatregelen om de kwaliteitsborging in het stelsel te verbeteren, zoals het verkleinen van toegestane foutmarges en het introduceren van eisen over de onafhankelijkheid van energieadviseurs.
Verder heb ik naar aanleiding van de motie van de leden Bruyning en Welzijn ook toegezegd een inventarisatie en een analyse te maken van de manier waarop de financiële sector omgaat met het verstrekken van hypotheken voor woningen met een te hoog energielabel. Ook wordt naar aanleiding van een motie van lid De Groot32 onderzocht of starters die hun woning niet kunnen of willen verduurzamen op achterstand komen te staan bij het verkrijgen van een eerste koopwoning. Beide inventarisaties worden door mijn ministerie uitgevoerd en ik verwacht in het najaar de Kamer te kunnen berichten.
Verbouwstromen stimuleren
Het voorkomen van hoge energielasten en het realiseren van de klimaatdoelen, vraagt dat we sneller en goedkoper verbouwen. Dit kan alleen gerealiseerd worden door grootschaliger en efficiënter te werken over de hele keten met behulp van verbouwstromen die verdere industrialisering, standaardisering, procesoptimalisatie en digitalisering mogelijk maken. We kunnen dan met de schaarse beschikbare vakmensen in een kortere tijd, tegen lagere kosten en met een hogere kwaliteit veel meer woningen verduurzamen.
Het programma Verbouwstromen is een samenwerkingsverband van TKI Urban Energy, TKI Bouw en Techniek, de Stroomversnelling en de Bouwcampus. Het is eind 2022 van start gegaan met als doel het ontwikkelen en opschalen van renovatiestromen waarbinnen aanbieders op efficiënte wijze grote aantallen woningen verduurzamen.
De interventies van het programma Verbouwstromen hebben geleid tot 11 consortia in de koop- en huursector waar vraag en aanbod bij elkaar zijn gebracht. De consortia hebben zich gecommitteerd aan regionaal ingerichte, langjarige, omvangrijke renovatieprogramma’s. De verwachting is dat dit zich uitbreidt tot 17 consortia tegen het einde van 2025.
Koopsector: de door Verbouwstromen ontwikkelde Meerjarige Collectief Ontzorgen (MCO) aanpak33 is in 4 regio’s in uitvoering: Utrecht, Drechtsteden, Midden-Holland en Noord-Midden Limburg (38 gemeenten en meer dan 300 duizend woningen). Deze aanpak biedt ondersteuning bij de NIP aanpak en in het specifiek de inzet van de SPUK LAI middelen (Specifieke Uitkering Lokale Aanpak Isolatie). Binnen de SPUK LAI doelgroep kunnen er circa 16 duizend woningen binnen 4 jaar tijd verduurzaamd worden, waarvan er binnen 1 jaar meer dan 2.500 woningen zijn geïsoleerd. Daarnaast kunnen er door deze aanpak een extra 45 duizend woningen bij andere doelgroepen verduurzaamd worden. De inzet van Verbouwstromen richt zich onder andere op het elk jaar verdubbelen van het aantal uitvoeringen. Twee andere regio’s zijn in selectie en in voorbereiding op aanbesteding (15 gemeenten en ruim 100 duizend woningen).
Huursector: in totaal 7 consortia gestart met een gecommitteerd volume van 10 duizend woningen t/m 2028 (totale investering van ruim €700 mln.) met een directe opschaling van 70 duizend woningen t/m 2032, waarvan 6 consortia subsidie ontvangen via de Meerjarige Experimenten Effectieve Renovatiestromen (MEER). De 7 consortia werken aan meerjarige, continue renovatiestromen met gerichte aanpakken voor de verduurzaming van de meest voorkomende woningtypologieën. Vanuit het landelijke begeleidings- en monitoringsprogramma helpt Verbouwstromen de consortia met het verbeteren van de aanpak, de resultaten te valideren en geleerde lessen vast te leggen en te verspreiden.
Eind 2025 is het programma geëvalueerd (zie bijlage 3) en er zijn verbeterpunten voorgesteld over de governance, aansturing en focus, die zijn doorgevoerd. Het voornemen is om het programma Verbouwstromen met een looptijd van vier jaar te verlengen (t/m 2029). Het vervolgprogramma zal zich richten op het verder ontwikkelen van renovatiestromen door enerzijds opschaling en borging van de MCO-aanpak. Anderzijds wordt gekeken naar een aanpak om ook zonder subsidie (regionale) renovatiestromen op gang te brengen. Op verzoek van het ministerie van Financiën en mijn eigen ministerie onderzoekt TNO momenteel de opties voor een dergelijke aanpak. Daarnaast blijft Verbouwstormen consortia ondersteunen die werken aan de uitvoering van renovatiestromen, en werkt het aan randvoorwaarden die opschaling mogelijk maken. Het vervolgprogramma start per 1 juli 2026.
Overzicht moties, toezeggingen, reacties
In de brief hiervoor en in bijlage 2 beantwoord ik de volgende moties, toezeggingen en (kabinets-)reactie:
Kabinetsreactie op de initiatiefnota van het lid Kröger over een isolatie-offensief.
Motie Bontenbal inzake hybride warmtepompen.
Motie Kröger c.s. om in gesprek te gaan met gemeenten over een wijkgerichte aanpak, gericht op wijken met de meeste energiearmoede
Toezegging van de minister van Klimaat en Groene Groei tijdens het commissiedebat Energiebesparing op 18 december 2024, over het sturen van een brief naar de Kamer over alle zaken rondom de verduurzaming van woningen, het isolatieoffensief en de ISDE rond de voorjaarsbesluitvorming.
De vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei van de Tweede Kamer heeft het kabinet gevraagd om een reactie op het onderzoek van Berenschot naar de effecten van energiebesparende maatregelen op de energierekening van huishoudens in energiearmoede.
Toezegging tijdens het debat over de Klimaat- en Energieverkenning van 11 maart 2025 te onderzoeken of en hoe subsidie voor utiliteitsbouw in een VvE beschikbaar gemaakt kan worden in de Subsidieregeling Verduurzaming voor Verenigingen van Eigenaars (SVVE) en wat voor budget dit zou vergen
Beantwoording vraag lid Grinwis in het commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving op 9 april 2025 hoe de isolatieaanpakken er in de praktijk eruit zien.
Ik kom terug op moties van lid Flach over het waarderen van warmtenetten op het energielabel; van het lid De Groot over een energielabel op basis van werkelijke energieprestaties; en van de leden Bruyning en Welzijn over datagedreven metingen bij het maken van een energielabel
Vooruitblik
Met de hierboven beschreven aanpak zorgt het Kabinet ervoor dat de energietransitie niet alleen een doel op zich is, maar ook een motor voor groei en verbinding. We doen dit voor bewoners, voor ondernemers, voor gemeenten, voor Nederland – en voor de generaties na ons. Omdat het werkt. Omdat het loont. Het beleid verbeteren we continu op basis van praktijkervaringen, nieuwe inzichten en de laatste stand van de markt. Die voortdurende verbetering is essentieel om goed voorbereid te zijn op de opgaven van morgen.
We zijn goed op weg richting 2030, maar dit is ook het moment om verder vooruit te kijken. De ambities voor 2040 en 2050 komen dichterbij, terwijl de huidige instrumenten en budgetten tot uiterlijk 2030 doorlopen. Dat geldt ook voor de capaciteit bij de gemeenten. Voor de continuïteit van beleid is het daarom noodzakelijk om nu na te denken over de vervolgstappen. Dit is ook relevant in het licht van Europese ontwikkelingen: de Europese Commissie heeft op 2 juli 2025 een voorstel voor een klimaatdoel voor 2040 gedaan.34 In dat kader werk ik aan een Nationaal Renovatieplan dat richting zal geven aan de lange termijn.35 Na de zomer start hiervoor een publieke consultatie en wordt uw Kamer hierover geïnformeerd.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
Mona Keijzer
Eind vorig jaar schreef ik een brief vanuit het perspectief van woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren. Kamerstukken II 2024/25, 32 847, nr. 1233↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 36 729, nr. 2↩︎
De positieve effecten van woningverduurzaming blijken uit het rapport Inkomenseffecten van woningverduurzaming van CPB/TNO/PBL (juni 2025)↩︎
Betaalbaarheid gaat verder dan een redelijke verhouding van kosten en baten. Het gaat ook over de praktische mogelijkheid om investeringen te bekostigen en toegang tot financiering en of de lasten van financiering draagbaar zijn.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 36 729, nr. 2↩︎
vve.milieucentraal.nl↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 32 813, nr. 1512↩︎
Denk hierbij aan buitenzonwering, zonwerend glas, een overstek die schaduw creëert, het plaatsen van groen die de zoninval beperkt, en actieve (spui)ventilatie.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 36 729, nr. 2↩︎
Conform de toezegging van de minister van Klimaat en Groene Groei tijdens het commissiedebat Energiebesparing op 18 december 2024, over het sturen van een brief naar de Kamer over alle zaken rondom de verduurzaming van woningen, het isolatieoffensief en de ISDE rond de voorjaarsbesluitvorming.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 30 196, nr. 835↩︎
De energieprestatie van een gebouw berekent hoeveel energie een gebouw gemiddeld nodig heeft voor o.a. verwarming, koeling, ventilatie en warm tapwater met aannames voor “normaal-gebruik” en “gemiddelde omstandigheden”. Het werkelijk energiegebruik kan daarvan afwijken mede door het specifieke gebruikersgedrag.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 32 847, nr. 1288↩︎
In reactie op voorstel XII van initiatiefnota Kröger. Het wetsvoorstel is in de zomer van 2024 in internetconsultatie gegaan.↩︎
https://www.dnb.nl/media/tlzp2ktq/dnb-analyse-arbeidsmarktkrapte-het-nieuwe-normaal.pdf↩︎
https://www.abnamro.nl/nl/zakelijk/insights/sectoren-en-trends/alle-sectoren/personeelstekort-energietransitie-rond-recordniveau.html↩︎
https://verbouwstromen.nu/↩︎
In reactie op voorstel nr. IX van initiatiefnota Kröger↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 32 813, nr. 1512↩︎
In reactie op voorstel nr. XI van initiatiefnota Kröger↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 36 378 nr. 93.↩︎
In reactie op voorstel nr. X van initiatiefnota Kröger↩︎
In reactie op voorstel XVI. van initiatiefnota Kröger↩︎
Kamerstukken II, 2024/2025, 36 576, nr. 29.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 29 023, nr. AD↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 29 023, nr. 559↩︎
Programma staat toegelicht op https://www.nplw.nl/agenda/impulsdag-isoleren-doorpakken-met-je-lokale-isolatieaanpak↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 32 847 nr.1343↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 32 847 nr.1336↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 32 847 nr.1329↩︎
Kamerstukken II 2024/25: 32 847 nr.1326↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 32 847 nr.1337↩︎
De ontzorging van de particuliere woningeigenaar met een gestandaardiseerde wijze van arbeidsextensieve vraagbundeling rond verduurzamingsmaatregelen en -pakketten voor hun woningen. Het is een vorm van collectieve inkoop, begeleid vanuit één intermediair (ontzorger) die dat uitvoert met een regio die een groep samenwerkende gemeenten vertegenwoordigd. Het betreft lerende samenwerkingen die gericht zijn op zoveel mogelijk impact maken met de beschikbaar gestelde middelen. Door te werken met grotere volumes en een meerjarige samenwerking worden partijen in staat gesteld te investeren in product- en processtandaardisatie.↩︎
https://commission.europa.eu/news-and-media/news/eu-climate-law-new-way-reach-2040-targets-2025-07-02_en↩︎
Dit is een rapportageverplichting die volgt uit de herziene EPBD.↩︎