Nationaal Exploratie Programma kritieke grondstoffen
Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Brief regering
Nummer: 2025D33827, datum: 2025-07-15, bijgewerkt: 2025-07-16 08:15, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Beslisnota bij Kamerbrief Nationaal Exploratie Programma kritieke grondstoffen
- Nationaal Exploratie Programma Critical Raw Materials Potential in the Netherlands Subsurface
Onderdeel van kamerstukdossier 32852 -374 Grondstoffenvoorzieningszekerheid.
Onderdeel van zaak 2025Z14716:
- Indiener: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- 2025-09-09 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Economische Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Om onze weerbaarheid te vergroten werkt het kabinet nationaal en in Europees verband aan het vergroten van de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen. De sterke afhankelijkheid van Nederland en de EU van derde landen voor kritieke grondstoffen maakt ons immers kwetsbaar.
Eén van de manieren om onze kwetsbaarheid te verminderen is door zelf kritieke grondstoffen te winnen. Volgens de doelstellingen van de Europese Critical Raw Materials Act1 (hierna: CRMA) moet in 2030 ten minste 10% van het jaarlijkse EU-verbruik aan strategische grondstoffen2 in de EU zelf worden gewonnen. Om de mogelijkheden hiervoor in kaart te brengen, is in de CRMA een verplichting opgenomen voor lidstaten om een Nationaal Exploratie Programma voor kritieke grondstoffen (hierna: NEP) op te stellen.
Via deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de minister van Klimaat en Groene Groei, over het door het Nederlands Materialen Observatorium (hierna: NMO) opgestelde NEP. Deze zal ik ook delen met de Europese Commissie.
Hiermee wordt voldaan aan de verplichting voor EU-lidstaten onder de CRMA om een inventarisatie en (mits relevant) een plan voor exploratie van de kritieke grondstoffen in hun bodem en ondergrond te maken. Ook wordt hiermee invulling gegeven aan de motie van het Lid Van Wijngaarden, die de regering verzoekt om onderzoek te doen naar mogelijkheden voor mijnbouw van duurzame aardmetalen in Nederland3.
Appreciatie Nationaal Exploratie Programma (NEP)
Het Nederlandse NEP is meegestuurd met deze brief en bevat een inventarisatie van het kritieke grondstoffenpotentieel in Nederland. Het NMO heeft hiertoe alle bestaande publieke kennis en data met betrekking tot minerale en kritieke grondstoffen in de Nederlandse bodem en ondergrond, inclusief het Nederlandse deel van de Noordzee, verzameld in het NEP. Er is slechts tweemaal eerder onderzoek gedaan naar minerale grondstoffen in de Nederlandse bodem en ondergrond, in 1918 en in 1946. Het NEP vormt daarmee ook een actualisatie van de bestaande publieke kennisbasis hierover.
Kritieke grondstoffenpotentieel in Nederland
Van de huidige Europese lijst van 34 kritieke grondstoffen4 kan de aanwezigheid van bauxiet, grafiet, veldspaat, nikkel en platinametalen in Nederland op basis van de bestaande kennis worden uitgesloten. Deze komen namelijk voor in bepaalde soorten gesteenten waarvan het bestaan in Nederland nooit op bereikbare diepte is aangetoond en dat vanuit geologisch oogpunt ook hoogst onwaarschijnlijk is. Deze grondstoffen zijn daarom niet opgenomen in het NEP.
Het NEP is onderverdeeld in zes soorten minerale bronnen die in Nederland voorkomen en die in potentie kritieke grondstoffen zouden kunnen bevatten, ook wel ‘minerale systemen’. Hieronder volgt een overzicht van de minerale systemen waarvoor het kritieke grondstoffenpotentieel is onderzocht door het NMO:
Mineraalzand: Grofkorrelige oppervlaktedelfstoffen, zoals grind en zand, die verhoogde concentraties zware mineralen kunnen bevatten, waaronder niobium, tantaal, titanium, wolfraam en zeldzame aardelementen.
IJzer-, mangaan- en fosforconcreties: Ondiepe afzettingen van fosforiet, ijzeroer en mangaangronden, die in het verleden op kleine schaal zijn afgegraven voor fosfaat- en ijzerproductie.
Water en pekel: Diepe ondergrondse pekel met verhoogde concentraties aan kritieke grondstoffen zoals lithium, strontium, magnesium en boor.
Sulfiden: Voorkomens van sulfidemineralen, die ook kleine hoeveelheden van andere kritieke grondstoffen kunnen bevatten zoals kobalt, arseen, antimoon, gallium, germanium en bismut.
Huidige en historische mineralenwinning: Industriële mineralen zoals steenzout, magnesiumzout en zilverzand, die reeds worden gewonnen in Nederland en die kunnen worden opgewerkt tot kritieke grondstoffen, en metallurgische steenkool (cokeskolen) in steenkoollagen.
Industriële en gemeentelijke afvalproducten: Restafvalproducten van zware industrie en afvalenergiecentrales (onder andere bodemas van afvalverbranding en staalslakken) die spoorelementen zoals koper, magnesium, mangaan en vanadium kunnen bevatten. Daarnaast kunnen deze restafvalproducten onder de voorwaarden die hiervoor gelden5 worden gebruikt als bouwstof. Het wordt geen onderdeel van de Nederlandse bodem en moet worden verwijderd als een bouwwerk zijn functie verliest. Als het materiaal moet worden verwijderd is dit in potentie ook een bron van kritieke grondstoffen, daarom is het in het NEP opgenomen.
Conclusies NEP
Uit het NEP komt naar voren dat de mogelijkheden voor op zichzelf staande winning van kritieke grondstoffen in Nederland tot dusver beperkt zijn. Hiervoor zijn de aangetroffen hoeveelheden te klein. Er zijn eventueel wel mogelijkheden voor coproductie met bestaande activiteiten. Daarbij wordt kritieke grondstoffenwinning gecombineerd met een andere, primaire (winnings)activiteit. Zo zou, als de concentratie hoog genoeg is, coproductie kunnen plaatsvinden met geothermie door kritieke grondstoffen uit geothermiewater te halen. Daarnaast worden enkele van de in kaart gebrachte minerale grondstoffen reeds actief gewonnen, maar niet verder verwerkt tot een kritieke grondstof. Zoals bijvoorbeeld magnesiumzout6 en zilverzand, waarvan de kritieke grondstoffen magnesiummetaal respectievelijk silicium kunnen worden gemaakt (zilverzand wordt nu onder andere toegepast in de glas-, chemie- en metaalindustrie en magnesiumzout in industriële vuurvaste stenen, voeding en de papierindustrie, en voor gladheidsbestrijding).
Om het kritieke grondstoffenpotentieel van de onderzochte minerale systemen in Nederland volledig te kunnen beoordelen, is verder onderzoek noodzakelijk. Hiertoe is in het NEP een overzicht van mogelijke onderzoeksinitiatieven per mineraal systeem opgenomen – zoals eveneens is voorgeschreven door de CRMA.
Vervolg
Het kabinet zal de komende tijd in overleg treden met het NMO over de in het NEP genoemde mogelijke onderzoeksinitiatieven. De insteek daarbij zal onder andere zijn om helder te krijgen voor welke van de zes minerale systemen in het NEP het kritieke grondstoffenpotentieel verder onderzoek rechtvaardigt. Voor de minerale grondstoffen die reeds actief worden gewonnen wordt daarbij ook meegenomen of daar ruimte voor is in combinatie met bestaande toepassingen.
Op Europees niveau voert Nederland gesprekken met andere lidstaten over de opvolging van de NEP’s van de lidstaten, en daarmee de mogelijkheden voor eigen mijnbouw van kritieke grondstoffen in de EU. Deze gesprekken vinden plaats in de CRMA board waarin alle EU lidstaten onder voorzitterschap van de Europese Commissie vertegenwoordigd zijn.
Tot slot
Vooralsnog gaat het hier om onderzoek als onderdeel van een bredere Europese inventarisatie en concludeert het kabinet voor nu dat winning van kritieke grondstoffen in Nederland niet aan de orde is. Het potentieel hiervoor is tot dusver beperkt en zou verder moeten worden onderzocht. Als er in de toekomst sprake zou zijn van eventuele (co)productie van kritieke grondstoffen, wordt dat onder andere afgewogen op basis van de kaders voor mijnbouwactiviteiten in het Programma Duurzaam Gebruik Diepe Ondergrond7.
De komende tijd werkt het kabinet, samen met het NMO en andere partners, verder aan meer inzicht in het kritieke grondstoffenpotentieel van de minerale systemen in het NEP. De intensivering van kennis- en dataprogramma’s met betrekking tot de diepe ondergrond8 (als uitwerking van maatregel 49 PEGA) kan hierin ook een rol spelen. Bij nieuwe inzichten of ontwikkelingen zal het kabinet uw Kamer nader informeren.
Vincent Karremans
Minister van Economische Zaken
Verordening (EU) 2024/1252, Artikel 19: Nationale exploratieprogramma’s↩︎
Strategische grondstoffen zijn een subset van 17 kritieke grondstoffen die belangrijk zijn voor de energie- en digitale transitie, ruimtevaart en defensie, die een hoger risico hebben op leveringsonderbrekingen en die moeilijk vervangbaar zijn (substitutie, productie en/of leveranciers).↩︎
Kamerstuk 32 849, nr. 224↩︎
Zie: Kritieke en strategische grondstoffen - Nederlands Materialen Observatorium↩︎
Zie: Inhoudelijke voorschriften toepassen van bouwstoffen (paragraaf 4.123 Bal) | Informatiepunt Leefomgeving↩︎
Zie ook Kamerstuk 29 023, nr. 590↩︎
Zie Kamerstuk 32 849, nr. 268↩︎
Zie Kamerstuk 35 561, nr. 17↩︎