Werkplan Rijkcoördinator PFAS Chemours
Bijlage
Nummer: 2025D34165, datum: 2025-07-21, bijgewerkt: 2025-07-21 13:04, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: PFAS verzamelbrief (2025D34162)
Preview document (🔗 origineel)
Werkplan Rijksinzet PFAS regio Dordrecht
Juni 2025
Introductie
De PFAS-problematiek speelt in heel Nederland. Binnen Nederland zijn er twee regio’s — de regio rondom de Westerschelde en de regio rondom Chemours — waar de PFAS-problematiek samenhangt met specifieke lokale omstandigheden, doordat er daar duidelijk herleidbare PFAS-bronnen zijn. Hoewel het landelijke PFAS-beleid ook voor deze regio’s geldt, vragen de bijzondere omstandigheden hier om maatwerk. Bovendien verschillen beide regio’s onderling van elkaar. Daarom is er eind 2024 een Rijkscoördinator gestart voor PFAS-problematiek in de regio rondom Dordrecht, naast de al bestaande Rijkscoördinator voor de regio rondom de Westerschelde.
Rol en taak Rijkscoördinator
De PFAS-problematiek raakt meerdere beleidsterreinen binnen het ministerie van IenW én andere ministeries. Gemeenten rondom Chemours hebben aangegeven behoefte te hebben aan een interdepartementaal aanspreekpunt voor vragen over PFAS en de situatie rond Chemours. De Rijkscoördinator heeft deze rol op zich genomen en is daarmee de verbindende factor tussen regionale overheden en Rijk. Zij is het eerste aanspreekpunt voor vragen vanuit gemeenten en de provincie aangaande de PFAS-problematiek, geleidt vragen door naar de juiste personen en stemt waar nodig af met de andere betrokken ministeries en Rijksorganisaties.
Inhoud werkplan
In de regio Dordrecht werken de vier gemeenten en het bevoegd gezag al langere tijd intensief samen op het gebied van PFAS. Zij hebben eigen informatiestructuren en werkplannen ontwikkeld waarmee zij de raden en inwoners informeren. Dit werkplan geeft vooralsnog dan ook alleen de acties op nationaal niveau weer.
Dit werkplan is een levend document. Er kunnen acties worden verwijderd wanneer deze zijn afgerond en nieuwe acties worden toegevoegd wanneer daar behoefte aan is. Het werkplan is opgedeeld in drie sporen: regionaal, nationaal en internationaal. De sporen zijn opgedeeld in een onderdeel ‘acties’ en een onderdeel ‘onderzoek’. Voor de punten waarop maatwerk nodig is, volgt het plan een “vraaggestuurde” aanpak: de regio geeft aan waar specifieke ondersteuning van het Rijk gewenst is. De Kamer ontvangt twee keer per jaar een voortgangsrapportage.
Spoor 1: Regionaal
Acties
1.1 Interdepartementale afstemming tussen Rijk, provincie en gemeente
Tweewekelijks vindt er ambtelijke afstemming plaats tussen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Provincie Zuid-Holland en de gemeente Dordrecht over PFAS in de regio. Hierin worden de actualiteiten en eventuele vraagstukken gedeeld. Het overleg is bedoeld om elkaar goed geïnformeerd te houden en snel de juiste mensen met elkaar te kunnen verbinden.
1.2 Vergunningverlening, toezicht en handhaving
Bij het toezicht en de handhaving op het bedrijf Chemours werken toezichthouders elk vanuit hun eigen taak en verantwoordelijkheid:
De provincie Zuid-Holland is als bevoegd gezag primair verantwoordelijk voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) bij Chemours.
DCMR Milieudienst Rijnmond voert de VTH-taken uit in opdracht van de provincie Zuid-Holland.
Rijkswaterstaat voert VTH-taken uit voor de (directe) lozingsactiviteiten op Rijkswater.
De gemeente Dordrecht is bevoegd gezag voor de bodemtaken op haar grondgebied.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) draagt vanuit verschillende taken en verantwoordelijkheden bij aan het verbeteren van de leefomgeving rondom het bedrijf Chemours.
De ILT controleert of bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken, zoals Chemours, zich aan wet- en regelgeving houden op het gebied van gevaarlijke stoffen, chemische stoffen (REACH), afval en broeikasgassen. Waar nodig wordt handhavend opgetreden. In het geval van strafbare feiten gebeurt dat door de inlichtingen- en opsporingsdienst van de ILT. De ILT is daarnaast wettelijk adviseur van het bevoegd gezag, in dit geval vertegenwoordigd door de omgevingsdienst DCMR bij vergunningaanvragen. Zo ook bij vergunningaanvragen van Chemours voor (indirecte) lozingen. Het bevoegd gezag moet een advies van de ILT betrekken in het besluit om een vergunning wel of niet te verlenen.
Om de wettelijke adviestaak, het toezicht en het handhaven goed uit te kunnen voeren, is het voor de ILT belangrijk om de eigen kennispositie op peil te houden en steeds verder uit te breiden. Dit gebeurt onder andere via themagerichte onderzoeksprogramma’s. De ILT heeft ook een onderzoeksprogramma voor onderzoek naar Zeer Zorgwekkende Stoffen, waaronder PFAS en draagt hiermee bij aan de vermindering van blootstelling aan PFAS. De ILT heeft op haar website een themapagina over Chemours[1]. Daar is de rol van de ILT ten aanzien van Chemours beschreven. Daarnaast is er een themapagina over PFAS[2]: wat is PFAS, waar wordt het toegepast en wat zijn de wettelijke verplichtingen.
Onderzoek
1.3 Gezondheidsonderzoek Chemours (en Westerschelde)
Het RIVM heeft in 2024 een verkennend onderzoek uitgevoerd naar opties voor gezondheidsonderzoek bij de omwonenden van Chemours en de Westerschelde. Hier heeft het RIVM in samenwerking met de lokale GGD’en en de regionale overheden reeds beschikbare data verzameld uit eerdere onderzoeken en gezondheidsstudies die zijn uitgevoerd. Daarnaast heeft het RIVM in de beide regio’s een enquête onder de inwoners uitgezet en zijn er groepsgesprekken (focusgroepen) met omwonenden geweest waarin dieper ingegaan is op de vragen, zorgen en behoeften aan onderzoek die er zijn1.
Uit de verkenning is duidelijk naar voren gekomen dat, naast behoefte aan onderzoek, er een aantal andere behoeften sterk leeft. Zo roepen omwonenden op tot actie om de PFAS-uitstoot en -lozingen te verminderen en verontreiniging met PFAS te verwijderen uit de leefomgeving. En ten slotte is er behoefte aan begrijpelijke, betrouwbare, transparante en goed vindbare informatie over PFAS in de leefomgeving en de mogelijke gezondheidseffecten. Het RIVM heeft daarnaast een zestal adviezen voor vervolgonderzoek geformuleerd voor de omgeving rond de Westerschelde en Chemours. Hierin adviseert het onder andere om de actuele gezondheidssituatie in de beide regio’s in beeld te brengen en daarnaast een literatuurstudie uit te voeren naar de gezondheidsrisico’s van PFAS.
Het ministerie van IenW heeft samen met het ministerie van VWS het RIVM gevraagd het vervolg op dit onderzoek vorm te geven. Op dit moment wordt daar met de betrokken partijen hard aan gewerkt. Het Rijk zal voor de zomer van 2025 de Tweede Kamer informeren over de opdrachtverlening en start van de gezondheidsonderzoeken. In dit traject zullen de relevante regionale partijen, zoals de gemeenten en GGD, nauw betrokken worden.
1.4 Terugdringen PFAS-uitstoot Chemours
Het Rijk (IenW, KGG), Rijkswaterstaat, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Dordrecht (mede namens de gemeenten Sliedrecht, Papendrecht en Molenlanden) werken aan een intentieverklaring met Chemours. Deze intentieverklaring heeft als doel een meer stabiele en constructieve samenwerking tussen alle betrokken partijen te bewerkstelligen. Het Rijk wil hiermee stappen zetten in het (sneller) verminderen van emissies en lozingen en daardoor de druk op de leefomgeving verminderen. In de afspraken moeten ook de wensen en zorgen van bewoners meegenomen worden. Nadere informatie volgt hier voor deze zomer over.
Spoor 2: Nationaal
Acties
2.1 Interbestuurlijke aanpak bodemverontreiniging met PFAS
In december 2022 hebben het ministerie van IenW en de koepels namens de gemeenten, provincies en waterschappen bestuurlijke afspraken2 gemaakt over samenwerking in de periode 2023-2030. Onderdeel van de afspraken is dat het ministerie van IenW middelen beschikbaar stelt voor buitenproportionele opgaven voor de aanpak van bodemverontreiniging met onder andere PFAS via een specifieke uitkering, een zogeheten SPUK-regeling.
Het ministerie van IenW ondersteunt decentrale overheden bij de aanpak van bodemverontreiniging vanuit hun rol als bevoegd gezag voor bodemsanering. Via de Tijdelijke regeling uitkering bodem 2024-20303 (SPUK Bodem) kunnen bevoegde overheden een aanvraag indienen voor een specifieke uitkering. De volgende aanvraagronde is voorzien in februari 2026. Het gaat om situaties waarbij sprake is van een dringende noodzaak tot het nemen van maatregelen wegens onaanvaardbare risico’s als gevolg van de bodemverontreiniging en er geen aansprakelijke partijen zijn die verantwoordelijk zijn voor de aanpak. Onder de aanpak kunnen bijvoorbeeld onderzoek, sanering en het afgeven van gebruiksadviezen vallen. Algemene apparaatskosten vallen niet onder de regeling, maar in bijzondere situaties waarbij sprake is van een buitenproportionele opgave kan ook het juridisch traject voor het aansprakelijk stellen van de vervuiler binnen de reikwijdte van de regeling vallen. Sinds 2021 heeft het ministerie van IenW ongeveer € 91 mln. uitgekeerd aan bevoegde overheden, waaronder de provincie Zuid-Holland en de gemeente Dordrecht, voor de aanpak van bodemverontreiniging met PFAS.
Met financiering vanuit de SPUK Bodem zijn de bevoegde overheden de afgelopen jaren gestart met het inventariseren van PFAS-aandachtslocaties in heel Nederland. Doel is het in beeld brengen van de mogelijke risico’s van PFAS-verontreinigingen, inzicht krijgen in de opgave voor PFAS-saneringen en het aanpakken van de verontreinigingen. Op basis van het inzicht tot nu toe gaan het ministerie van IenW en de koepels namens de gemeenten, provincies en waterschappen de komende tijd in overleg over een gezamenlijke aanpak van bodemverontreiniging met PFAS. Wegens de verwachte omvang van de opgave is waarschijnlijk een risicogebaseerde aanpak nodig, waarbij de locaties met de grootste risico’s met prioriteit worden aangepakt.
2.2 Actieagenda Industrie en Omwonenden
De Actieagenda Industrie en Omwonenden4 is opgesteld naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) ‘Industrie en Omwonenden’. In deze Actieagenda is een aantal acties en aangekondigd gericht op het beter beschermen van de gezondheid van omwonenden van industrie.
De acties in de actieagenda worden besproken met omwonenden, decentrale overheden en bedrijven, onder andere rondom Chemours. Alle partijen benadrukken het belang van samenwerking, dialoog, kennis en een proactieve houding van bedrijven en overheden. Eén van de acties in de Actieagenda is het opstellen van een dialoog tussen leefomgeving en industrie. Het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL) heeft recent een uitgebreide verkenning hiertoe gedaan. In deze verkenning zijn ook omwonenden, bedrijven en overheden uit de regio Chemours betrokken. De resultaten hiervan worden voor de zomer, in combinatie met een reactie van de Staatssecretaris van Openbaar Vervoer en Milieu, met de Tweede Kamer gedeeld.
2.3 Impulsprogramma Chemische Stoffen
Het Impulsprogramma Chemische Stoffen is gericht op het aanpakken van knelpunten in het beleid en de uitvoering van gevaarlijke chemische stoffen. Hieronder valt ook de noodzakelijke versterking van de uitvoering en het oplossen van kennishiaten. Het uiteindelijk doel is een bijdrage te leveren aan een gezonde, schone leefomgeving.
Begin 2025 is onder het Impulsprogramma Chemische Stoffen de Tafel Uitvoering Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) opgericht. Het doel van deze Tafel is binnen een korte tijd gezamenlijk concrete resultaten te boeken die knelpunten in de praktijk oplossen. Maandelijks is er overleg met het bedrijfsleven, bevoegde gezagen en controlerende instanties. Eén van de onderwerpen die als urgent is aangekaart is het ontwikkelen van een wegwijzer ‘PFAS als ZZS’. Deze wegwijzer heeft als doel om voor bedrijven en omgevingsdiensten te verduidelijken hoe om te gaan met PFAS als ZZS (sinds november 2024). Eind 2025 wordt de wegwijzer gepubliceerd.
2.4 PFAS en landbouw
Het Europese restrictievoorstel (zie 3.1) beoogt een zo breed mogelijk verbod op het gebruik en op de markt brengen van PFAS. Hierbij is gekozen om toepassingen uit te sluiten die al zijn beoordeeld op mogelijke risico’s, waaronder ook werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen. Voor deze werkzame stoffen gelden eigen Europees wettelijke kaders. In het restrictievoorstel voor PFAS wordt aan de Europese Commissie geadviseerd om het gebruik van PFAS dat buiten het voorstel valt te monitoren en om de beoordeling van persistentie bij onder meer gewasbeschermingsmiddelen te verbeteren. Op dit moment wordt op Europees niveau onderzocht hoe deze aanbeveling in de praktijk kan worden gebracht.
Onderdeel van het PFAS-onderzoeksprogramma (zie 2.7) is actualisatie van risicogrenzen voor PFAS in de landbouw. Daartoe is onder andere de opname van PFAS uit de bodem door gewassen onderzocht. Daarnaast zal er worden verkend of er nog aanvullende acties te nemen zijn naar de aanwezigheid van PFAS in meststromen.
Onderzoek
2.5 Kennis- en Innovatieprogramma PFAS
Dit programma is in uitwerking en heeft een geplande looptijd van vijf jaar. In samenwerking tussen overheden, wetenschap en bedrijfsleven zal gecoördineerd aan de benodigde innovatie en kennisontwikkeling gewerkt worden met het doel deze kennis en innovatieve technieken ook meteen toe te laten passen. Het programma zal zich waarschijnlijk voornamelijk richten op het beter mogelijk en goedkoper maken van de afbraak en verwijdering van PFAS uit het water-bodemsysteem. Dit programma is aanvullend op de kennis- en innovatieprojecten over PFAS die het ministerie van IenW reeds ondersteunt (zie ook 2.6).
2.6 PFASE-OUT – Het monitoren, afbreken en verwijderen van PFAS in (afval-)water
Om kennis en innovatie op het gebied van PFAS te stimuleren, financiert het ministerie van IenW het PFASE-OUT project. Dit driejarige project valt binnen het Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI) Agri & Food en staat onder leiding van Wageningen University & Research. Het PFASE-OUT project richt zich op het ontwikkelen van effectieve methoden voor het detecteren en afbreken van PFAS, en om innovatieve oplossingen te vinden voor het verwijderen van deze stoffen uit afvalwater. Er wordt gewerkt in een consortium met partners die expertise hebben op het gebied van waterzuivering, chemische analyse en milieutechnologie waaronder decentrale overheden, kennisinstellingen en industrie. Samen zullen zij nieuwe technologieën en methoden ontwikkelen en testen om PFAS uit afvalwater te verwijderen.
2.7 PFAS-onderzoeksprogramma
Het doel van dit programma bij het RIVM is om goed in beeld te krijgen hoe de blootstelling van de Nederlandse bevolking aan PFAS verminderd kan worden. Daarvoor onderzoekt het RIVM in opdracht van de ministeries van IenW, VWS en LVVN hoeveel en op welke manieren mensen PFAS binnenkrijgen en hoeveel PFAS er in het milieu zitten. Er wordt jaarlijks per brief over de voortgang van het programma gerapporteerd.5 Daarnaast is er ook een jaarlijkse belanghebbendendag voor de betrokken partijen en andere stakeholders. Deze vindt dit jaar op donderdag 4 september 2025 plaats.
In het onderzoeksprogramma is ook het onderdeel humane biomonitoring opgenomen. Met dit onderzoek wordt een landelijk beeld verkregen van de hoeveelheid PFAS die mensen in Nederland op dit moment in hun lichaam hebben. In enkele regio’s in Nederland bestaan er zorgen over mogelijk verhoogde blootstelling aan PFAS ten opzichte van de algemene bevolking. Er zijn daarom extra monsters uit de regio’s Chemours en Westerschelde opgenomen om te onderzoeken of blootstelling in deze regio’s hoger is dan het landelijk gemiddeld. De eerste resultaten van het biomonitoringsonderzoek worden voor de zomer van 2025 verwacht.
2.8 Onderzoek PFAS in levensmiddelen
Maximumgehaltes voor PFAS in eieren, vlees, vis, schaal- en schelpdieren zijn in 2023 vastgelegd in Europese wetgeving6. Voor melk zijn indicatieve levels vastgelegd. Sindsdien is PFAS opgenomen in het Nationaal Plan Contaminanten van de NVWA, waarbij risicogericht toezicht wordt gehouden aan de hand van steekproefsgewijze monstername. Voor PFAS wordt met name gecontroleerd op levensmiddelen waarvoor een maximumgehalte geldt, maar hiernaast worden ook metingen uitgevoerd ten behoeve van dataverzameling7. Deze aanbeveling omvat ook indicatieve waardes voor groente, fruit, wilde paddenstoelen, melk en babyvoeding, én benoemt dat wanneer boven de indicatieve niveaus wordt gemeten, de oorzaak van verontreiniging verder onderzocht moet worden.
In het kader van deze aanbeveling zijn door de NVWA in 2023 metingen PFAS in melk, groente en fruit verricht, en is daarnaast gewerkt aan methodeontwikkeling voor het uitvoeren van PFAS-metingen in babyvoeding. Levensmiddelenbedrijven zijn er zelf verantwoordelijk voor dat hun producten voldoen aan de wettelijke eisen. De NVWA controleert of levensmiddelen niet meer PFAS bevatten dan wettelijk is toegestaan via steekproeven onder het Nationaal Plan Contaminanten8.
Spoor 3: Internationaal
3.1 PFAS-restrictievoorstel
Nederland heeft samen met Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden een voorstel om het gebruik van PFAS op Europees niveau te beperken ingediend in februari 2023. De openbare raadpleging leverde meer dan 5600 reacties op. Het European Chemicals Agency (ECHA) verwerkt deze momenteel, samen met een grote hoeveelheid aanvullende informatie, met hulp van de indienende landen om tijdsverlies te beperken. De duur van dit proces is nog onbekend, maar gezien de complexiteit en omvang is het begrijpelijk dat dit meer tijd vergt.
De volgende stap is dat de wetenschappelijke comités van ECHA een opinie opstellen en die naar de Europese Commissie sturen, waarna de Commissie een voorstel ter bespreking en stemming voorlegt aan de lidstaten.
Kamerbrief over voortgang moties en ontwikkelingen PFAS | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/01/09/bijlage-1-bestuurlijke-afspraken-bodem-en-ondergrond-2023-2030↩︎
https://wetten.overheid.nl/BWBR0049658/2024-05-04/#Paragraaf4↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/03/15/bijlage-2-actieagenda-industrie-en-omwonenden-15-maart-2024↩︎
Voortgangsrapportage PFAS-onderzoeksprogramma | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎
EU VO 2023/915↩︎
Europese aanbeveling tot monitoring van PFAS in levensmiddelen 2022/1431↩︎
https://www.nvwa.nl/onderwerpen/contaminanten-in-levensmiddelen/controles-op-contaminanten-in-levensmiddelen↩︎