Antwoord op vragen van het lid Teunissen over de economische belangen met Israël en het uitblijven van actie tegen genocide tegen de Palestijnse bevolking
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D34754, datum: 2025-08-07, bijgewerkt: 2025-08-12 08:12, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-2803).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Mede namens: J.C. Boerma, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Onderdeel van zaak 2025Z14726:
- Gericht aan: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: C. Teunissen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2803
Vragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de economische belangen met Israël en het uitblijven van actie tegen genocide tegen de Palestijnse bevolking (ingezonden 16 juli 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (ontvangen 7 augustus 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van Centre for Research on Multinational Corporations (SOMO) waaruit blijkt dat de Europese Unie (EU) – en vooral Nederland – diep economisch verweven zijn met Israël, en daarmee bijdragen aan het in stand houden van wat Verenigde Naties (VN)-rapporteur Francesca Albanese een «economie van genocide» noemt?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat Nederland met € 50 miljard aan investeringen wereldwijd de grootste investeerder in Israël is, en dat Nederlandse bedrijven ook de meeste Israëlische investeringen ontvangen?
Antwoord 2
Het is niet zonder meer te zeggen waar Nederland staat op de ranglijst van inkomende en uitgaande investeringen in relatie tot Israël. De uitsplitsing hieronder kan het kabinet niet voor andere landen maken en om goed te kunnen vergelijken is dat wel nodig. Het investeringsaandeel van Nederlandse bedrijven, niet zijnde een doorvoermaatschappij of een onderdeel van een buitenlandse multinational, lag eind 2024 op minder dan 1 miljard euro.
De Nederlandse investeringen in Israël eind 2023 (zogenaamde directionele cijfers, waarbij investeringen tussen moeder- en dochteronderneming binnen hetzelfde concern met elkaar zijn verrekend) worden geraamd op 31,2 miljard euro door de Nederlandsche Bank. De raming voor eind 2024 is 27,3 miljard euro. Van deze investeringen komt meer dan 20% vanuit Special Purpose Entities, ook wel brievenbusfirma’s genoemd, ongeveer 5% vanuit overige doorstroom-vennootschappen en circa 70% vanuit niet-financiële vennootschappen (bedrijven met economische substantie in Nederland in de vorm van productie en werknemers). Van deze niet-financiële vennootschappen is ruim 95% onderdeel van een buitenlandse multinational. Er lopen dus vooral buitenlandse kapitaalstromen via Nederland naar Israël.
Bedrijven in Nederland ontvingen in 2023 en 2024 respectievelijk 42,4 miljard euro en 44,9 miljard euro aan investeringen vanuit Israël. Van dit bedrag ging ongeveer 30% naar brievenbusfirma’s en 2% naar overige doorstroom-vennootschappen. Dit geld blijft dus niet in Nederland. Ongeveer 68% ging naar niet-financiële vennootschappen in Nederland, waarbij bijna 100% onderdeel is van een buitenlandse multinational. Het aandeel dat naar Nederlandse multinationals gaat is dus zeer beperkt.
Ter vergelijking: de Verenigde Staten publiceren op de website van het Bureau of Economic Analysis dat de Amerikaanse investeringspositie in Israël eind 2024 zo’n 52,7 miljard dollar bedroeg en de inkomende investeringspositie vanuit Israël zo’n 12,8 miljard dollar.2
Vraag 3 en 4
Hoe beoordeelt u de constatering dat Nederland meer profiteert van de Israëlische economie dan welk ander land dan ook, terwijl Israël betrokken is bij genocide en andere grove oorlogsmisdaden?
Bent u het ermee eens dat het niet uit te leggen is dat Nederland zegt het internationaal recht te respecteren, maar ondertussen miljarden blijft investeren in een land dat verdacht wordt van genocide? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 4
In het licht van het antwoord op vraag 2 kan het kabinet deze constateringen niet onderschrijven.
Vraag 5
Klopt het dat de handel tussen de EU en Israël sinds het begin van de aanvallen op Gaza met een miljard euro is toegenomen, ondanks het escalerende geweld tegen burgers?
Antwoord
Uit cijfers van Eurostat3 volgt dat de export van goederen uit de EU naar Israël is gestegen van 25,5 miljard euro in 2023 naar 26,7 miljard euro in 2024. De import van goederen uit Israël is afgenomen van 16,1 miljard euro in 2023 tot 15,9 miljard euro in 2024.
Vraag 6 en 7
Erkent u dat dit betekent dat de EU en Nederland economisch blijven bijdragen aan het vermogen van Israël om deze aanval voort te zetten?
Hoe rijmt u deze praktijk met de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (ICJ), waarin staat dat staten geen economische banden mogen onderhouden die bijdragen aan Israëls illegale aanwezigheid in bezet Palestijns gebied?
Antwoord 6 en 7
Het advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 19 juli 2024 schraagt het huidige Nederlandse beleid.
Het kabinet geeft, onder meer via het actieve ontmoedigingsbeleid ten aanzien van activiteiten die Nederlandse bedrijven ontplooien in of ten behoeve van Israëlische nederzettingen in bezet gebieden, invulling aan de juridische verplichtingen die voortvloeien uit het geldende recht dat aan het IGH-advies ten grondslag ligt.
Daarnaast spant het kabinet zich in EU-verband in voor een opschorting van het handelsdeel van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Israël. Tevens zal het kabinet in samenwerking met gelijkgestemde partners aandringen op een voorstel van de Europese Commissie voor handelspolitieke maatregelen ten aanzien van goederenimport uit de door Israël illegale nederzettingen in bezet gebied, conform de motie Van Campen en Boswijk.4
Vraag 8
Waarom maakt u geen gebruik van de invloed die Nederland kan uitoefenen op Israel als grootste investeerder in dat land? Is Nederland volgens u medeplichtig aan genocide doordat u die invloed niet uitoefent? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Nederland roept Israël consequent in bilateraal en multilateraal verband op om zich te houden aan zijn verplichtingen onder het humanitair oorlogsrecht en die onder het Genocideverdrag. Door middel van druk en dialoog probeert Nederland invloed uit te oefenen op Israëlisch handelen, zoals ook toegelicht in de Kamerbrief van 28 juli 2025. Juridisch gezien is medeplichtigheid enkel aan de orde als een derde staat verleende hulp of bijstand verleent aan het land dat een eventuele genocide pleegt. Daarvan is naar mening van het kabinet geen sprake. Voor de kabinetsvisie op het concept van medeplichtigheid onder het internationaal recht verwijs ik u overigens naar de brief van 12 januari 2024. Voorts verwijs ik u naar het antwoord op vraag 3 en 4.
Vraag 9
Speelt het belang van deze economische banden volgens u een rol in het feit dat Nederland en de EU Israël blijven ontzien, ondanks het grootschalige geweld tegen de Palestijnse bevolking?
Antwoord 9
Zoals toegelicht in de brief aan uw Kamer over de situatie in de Gazastrook van 28 juli 2025, zet het kabinet zich in om door een combinatie van druk op en dialoog met Israël, bij voorkeur via de Europese Unie, de situatie in zowel de Gazastrook als de Westelijke Jordaanoever te verbeteren. In deze brief heeft het kabinet ook zijn besluit kenbaar gemaakt om zich in Europees verband in te zetten voor een opschorting van het handelsdeel van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Israël.
Vraag 10
Vindt u dat economische belangen ooit zwaarder mogen wegen dan de plicht om genocide te voorkomen? Zo ja, hoe legt u dat uit aan de mensenrechtenverdedigers, artsen en ouders in Gaza?
Antwoord 10
Zie de antwoorden op vragen 3, 4 en 8.
Vraag 11
Bent u bereid om alle economische banden met Israël te bevriezen zolang de Israëlische regering het internationaal recht schendt? Zo nee, waarom niet? Hoe gaat u anders voldoen aan de plicht van staten die volgt uit het Genocideverdrag om alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk is om genocide te voorkomen?
Antwoord 11
Zoals aangeven in de Kamerbrief van 28 juli 2025, spant het kabinet zich in EU-verband in voor een opschorting van het handelsdeel van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Israël. Inmiddels heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan tot opschorting van de samenwerking tussen Israël en de European Innovation Council (EIC), een onderdeel van Horizon Europe, het grootste onderzoeks- en innovatieprogramma van de EU. Het kabinet steunt dit voorstel, dat Europese investeringen in mogelijke ontwikkeling van dual use technologie door Israëlische bedrijven nog verder zou beperken.
Tevens zal het kabinet in samenwerking met gelijkgestemde partners aandringen op een voorstel van de Europese Commissie voor handelspolitieke maatregelen ten aanzien van goederenimport uit de door Israël illegale nederzettingen in bezet gebied, conform de motie Van Campen en Boswijk.
Graag verwijs ik u tevens naar mijn antwoord op vraag 8.
Vraag 12
Gaat u zich in EU-verband inzetten voor een volledig wapenembargo en een exportverbod op risicovolle technologie en goederen naar Israël? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Het kabinet toetst de uitvoer van strategische goederen zorgvuldig en per geval.
De toetsing van vergunningaanvragen van strategische goederen (dual-use- en militaire goederen) is in lijn met de bestaande Europese kaders en het kabinet is van mening dat dit kader volstaat om ongewenste transacties te voorkomen. Zoals de situatie nu is in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever, is het vrijwel uitgesloten dat de Staat vergunningen zou verlenen voor de uitvoer van strategische goederen naar Israël die kunnen bijdragen aan militaire activiteiten van het Israëlische leger in de Gazastrook of op de westelijke Jordaanoever. Sinds 7 oktober 2023 heeft het kabinet elf vergunningaanvragen voor de uitvoer van militaire goederen en dual-use goederen met militair eindgebruik in Israël afgewezen. Ook zijn er aanvragen voor de uitvoer van dual-use goederen afgewezen.
Tegelijkertijd hecht het kabinet grote waarde aan het recht op zelfverdediging van Israël conform het internationaal recht en aan het recht op veiligheid en het voortbestaan van de staat Israël. In dat kader heeft het kabinet sinds 7 oktober 2023 twee vergunningen verleend voor de uitvoer via Duitsland van onderdelen ten behoeve van het Iron Dome-luchtafweersysteem, conform de motie Kahraman5.
Vraag 13
Gaat u Nederlandse bedrijven verbieden handel te drijven met Israël en sancties instellen tegen bedrijven die actief bijdragen aan bezetting en geweld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Zoals toegelicht in de Kamerbrief van 28 juli jl. spant het kabinet zich in EU-verband in voor een opschorting van het handelsdeel van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Israël.
Het kabinet ontmoedigt economische relaties met bedrijven in Israëlische illegale nederzettingen in bezet gebied. Zoals recentelijk gecommuniceerd aan uw Kamer in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 15 juli jl. heeft het kabinet besloten om over te gaan tot het actiever uitdragen van het ontmoedigingsbeleid.
Zoals is vermeld in de Kamerbrief van 28 juli jl. spant het kabinet zich in samenwerking met gelijkgestemde partners in voor handelspolitieke maatregelen ten aanzien van goederenimport uit de illegale nederzettingen, conform de motie van Campen en Boswijk6. Een eventuele maatregel gericht op het weren van producten uit illegale nederzettingen in de Palestijnse Gebieden is inherent effectiever als deze op niveau van de Europese Unie wordt genomen, ook met oog op de eventuele handhaving van een dergelijke maatregel.
Daarnaast verwacht het kabinet van alle Nederlandse bedrijven die internationaal opereren dat zij de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights toepassen. Volgens deze kaders dienen bedrijven mensenrechtenrisico’s, in hun waardeketens te identificeren en waar nodig aan te pakken. Het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van Nederlandse private partijen zelf om beslissingen te maken binnen de kaders van de wet.
Vraag 14
Welke boodschap denkt u dat Nederland op dit moment afgeeft aan de wereld en de Palestijnse bevolking als gastland van het internationaal recht? Bent u het ermee eens dat Nederland totaal ongeloofwaardig is geworden op dit gebied? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Nederland geeft op verschillende manieren inhoud aan die grondwettelijke taak, die raakt aan vele departementen en beleidsterreinen. Zo roept het kabinet alle partijen op om het humanitair oorlogsrecht na te leven. Ook zet Nederland zich ervoor in dat ernstige en grootschalige mensenrechtenschendingen en internationale misdrijven niet onbestraft blijven. Door de verantwoordelijken voor de meest ernstige schendingen van het internationaal recht ter verantwoording te roepen en straffeloosheid tegen te gaan, draagt Nederland bij aan het effectief functioneren van de internationale rechtsorde, het naleven van de mensenrechten en genoegdoening voor slachtoffers.
Ook in de wijze waarop Israël zich verhoudt tot de Palestijnse Gebieden, waaronder de Gazastrook, roept het kabinet op tot naleving van internationaal recht. Het kabinet staat achter het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen en spreekt het zich uit tegen uitspraken van Israëlische Ministers die openlijk speculeren over de gedwongen verplaatsing van Palestijnen. In dat licht moet ook de voortrekkersrol van Nederland op gebied van sancties tegen zowel Hamas/ Palestinian Islamic Jihad als gewelddadige kolonisten en kolonistenorganisaties worden beschouwd. Tegelijkertijd spant het kabinet zich in om de situatie in de Gazastrook voor de Palestijnse burgers te verbeteren. De door de Nederland geïnitieerde review van de naleving door Israël van artikel 2 van het EU-Israël Associatieakkoord moet ook in dit licht worden bezien. Zie verder de Kamerbrief van 28 juli 2025.
Vraag 15
Kun u deze vragen een voor een en in verband met spoed binnen een week beantwoorden?
Antwoord 15
Er is getracht om de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Centre for Research on Multinational Corporations (SOMO), 15 juli 2025, «Economic sanctions now: the EU is Israel’s largest investor» (Economic sanctions now: the EU is Israel’s largest investor – SOMO)↩︎
https://apps.bea.gov/international/factsheet/factsheet.html#504↩︎
https://ec.europa.eu/eurostat/databrowser/view/ds - 059331__custom_17637005/default/table↩︎
Kamerstuk 21 501-02, nr. 3196.↩︎
Kamerstuk 21 501-02, nr. 3170↩︎
Kamerstuk 21 501 02, nr. 3196.↩︎