[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De voorgestelde wijzigingen in de Regeling vrijstellingen Wet Bpf 2000

Schriftelijke vragen

Nummer: 2025D35002, datum: 2025-08-14, bijgewerkt: 2025-08-15 09:24, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z15150).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z15150:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2025Z15150

Vragen van het lid Joseph (BBB) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de voorgestelde wijzigingen in de Regeling vrijstellingen Wet Bpf 2000 (ingezonden 14 augustus 2025).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het opinieartikel van VNO-NCW en MBK-Nederland1 en het artikel in PensioenPro2, waaruit blijkt dat er sprake is van brede kritiek op de voorgestelde wijzigingen in de Regeling vrijstellingen Wet Bpf 20003?

Vraag 2

Verschillende consultatiereacties en werkgevers wijzen op het risico dat de voorgestelde wijzigingen de vrijstellingsmogelijkheid voor werkgevers mogelijk beperken of zelfs onmogelijk maken, onder meer door de hoge uitvoeringscomplexiteit en kosten, bent u het ermee eens dat dit niet wenselijk is?

Vraag 3

De rode draad in de reacties op de internetconsulatie is dat het in een stelsel met uitsluitend premieregelingen volstaat om te toetsen op financiële gelijkwaardigheid en dat een toets op actuariële gelijkwaardigheid overbodig is, deelt u dit standpunt?

Vraag 4

Bent u het ermee eens dat de solidaire premieregeling en de flexibele premieregeling in beginsel gelijkwaardige regelingen zijn, die bewust anders zijn vormgegeven qua solidariteit en keuzevrijheid?

Vraag 5

Bent u het ermee eens dat bij een premieregeling het uiteindelijke pensioenresultaat op moment van pensionering niet voorspelbaar is, maar met name afhankelijk is van het rendement dat wordt gemaakt op de premie-inleg, en de rekenrente en levensverwachting op pensioendatum?

Vraag 6

In welke situatie kan een actuariële toets, waarbij het uiteindelijke pensioenresultaat wordt doorgerekend, naar uw mening van toegevoegde waarde zijn in een vergelijking tussen twee premieregelingen?

Vraag 7

Bent u het eens met verschillende consultatiereacties, die stellen dat als er al redenen aanwezig zijn om de actuariële gelijkwaardigheid te berekenen, het effect van verschil in beleggingsbeleid daarin geëlimineerd zou moeten worden, omdat de in de basis voorgestelde actuariële toets het voeren van een meer offensief beleggingsbeleid beloont zonder dat de keerzijde, namelijk het risico op tegenvallende beleggingsresultaten, tot uiting komt? Zo niet, waarom niet?

Vraag 8

Bent u het eens met de verschillende consultatiereacties, dat de voorgestelde actuariële toets ook voorbij gaat aan het feit dat een meer defensief beleggingsbeleid en keuzevrijheid meer passend kan zijn voor deelnemers? Zo niet, waarom niet?

Vraag 9

Kunt u uitleggen waarom u van mening bent dat de voorgestelde vormgeving van de actuariële gelijkwaardigheidstoets past bij het uitgangspunt van de Wet toekomst pensioenen dat het risicoprofiel van de regeling zodanig wordt vastgesteld dat het aansluit bij de preferenties van de deelnemers?

Vraag 10

Bent u bereid gehoor te geven aan de brede oproep om het effect van het verschil in beleggingsbeleid te elimineren uit een actuariële gelijkwaardigheidstoets?

Vraag 11

De voorgestelde wijzigingen zijn impactvol voor de systematiek van vrijstellingen, waarom is er gekozen voor een ministeriële regeling? Bent u bereid dat anders te doen zodat er ruimte is voor advies?

Vraag 12

Als u toch voornemens bent de actuariële gelijkwaardigheidstoets te handhaven, deelt u dan de mening dat het gezien de potentiële impact en het controversiële karakter hiervan, passend zou zijn hierover met de Kamer te overleggen?

Vraag 13

Bent u, gezien de breed geuite zorgen, bereid om advies te vragen aan het Actuarieel Genootschap, toezichthouders en de Raad van State, alvorens de Regeling te publiceren?

Vraag 14

Kunt u deze vragen 1 voor 1 en binnen 2 weken beantwoorden, in ieder geval voordat u de gewijzigde Regeling publiceert?


  1. Ondernemen.nl, 11 augustus 2025, «Vrijstelling om aan te sluiten bij een verplicht bedrijfstakpensioenfonds: laat de actuariële gelijkwaardigheidstoets los» (https://www.ondernemen.nl/artikelen/vrijstelling-om-aan-te-sluiten-bij-een-verplicht-bedrijfstakpensioenfonds-laat-de-actuariele-gelijkwaardigheidstoets-los).↩︎

  2. PensioenPro, 7 augustus 2025, «Brede kritiek op uitwerking vrijstellingsregels voor verplichtgesteld bpf» (https://pensioenpro.nl/brede-kritiek-op-uitwerking-vrijstellingsregels-voor-verplichtgesteld-bpf/).↩︎

  3. Internetconsultatie Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid houdende wijziging van de Regeling vrijstellingen Wet Bpf 2000 in verband met aanpassingen financiële en actuariële gelijkwaardigheid (https://www.internetconsultatie.nl/wijzigingvanderegelingvrijstellingenwetbpf/b1).↩︎