Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte voorzitter,

Bij deze reageer ik op uw verzoek voor een beantwoording op de brief die ik op 27 mei jl. heb ontvangen van WO=MEN en 19 medeondertekenaars, waarin zij hun zorgen uiten over de financiering van belangenbehartiging in het nieuwe beleidskader voor samenwerking met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingshulp (2026-2030). Mijn beantwoording vindt u in de bijlage.

De minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp

Bijlage

Geachte mevrouw Dekker en medeondertekenaars,

Veel dank voor uw brief van 27 mei jl., waarin u een aantal zorgen deelt met betrekking tot het nieuwe beleidskader voor de samenwerking met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingshulp.

Ik onderschrijf uw standpunt dat het maatschappelijk middenveld een essentieel onderdeel is van onze democratische rechtsstaat. Maatschappelijke organisaties dragen door hun kennis en expertise bij aan effectieve ontwikkelingshulp en aan de bescherming en bevordering van mensenrechten. Ik hecht dan ook grote waarde aan de dialoog met het maatschappelijk middenveld, zoals via het Breed Mensenrechten Overleg.

U noemt onder andere dat het voor u onduidelijk is wat het uitsluiten van financiering van deze activiteiten binnen Nederland en internationaal¹ betekent voor de financiering van organisaties die aan belangenbehartiging doen. Uw zorg is dat deze organisaties geen financiering uit het nieuwe beleidskader mogen ontvangen. Graag verduidelijk ik dat maatschappelijke organisaties die aan belangenbehartiging doen in geen enkele zin worden uitgesloten van financiering uit het nieuwe kader. Wel zijn niet alle typen activiteiten subsidiabel. In het nieuwe beleidskader legt het kabinet meer nadruk op dienstverlening en lokaal eigenaarschap in ontwikkelingslanden. Het nieuwe kader biedt, in vergelijking met het aflopende beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld (2021–2025), naast meer ruimte voor dienstverlening ook voldoende ruimte voor dialoog op (sub-)nationaal, regionaal en internationaal niveau. Lobbyactiviteiten binnen Nederland zijn echter niet subsidiabel binnen het beleidskader.² Het is een democratische verworvenheid dat maatschappelijke organisaties die zich uitspreken over Nederlandse beleidskwesties nog steeds financiering van het ministerie van Buitenlandse Zaken kunnen ontvangen voor subsidiabele activiteiten in het nieuwe kader.

Ik hoop hiermee uw vragen te hebben beantwoord. Ik blijf uiteraard met het maatschappelijk middenveld in gesprek. Ik hoor het graag als er nog onduidelijkheden of aanvullende vragen zijn.

De minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp

---

1. Inmiddels niet meer uitgesloten na aangenomen motie van het lid Dobbe c.s., Kamerstuk 36 180, nr. 145. Zie ook de Kamerbrief van 27 juni jl., Kamerstuk 36180, nr. 168.↩︎

2. Op het moment wordt gekeken naar hoe er invulling wordt gegeven aan aangenomen motie Hirsch (Kamerstuk 36 725-XVII, nr. 34), die de regering verzoekt om pleiten en beïnvloeden op nationaal niveau ten aanzien van het Nederlands handelsbeleid niet uit te sluiten in de samenwerking met maatschappelijke organisaties.↩︎