De mogelijkheid om af te wijken van parameters artikel 23a Besluit FTK bij bepaling transitie-effecten
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D35410, datum: 2025-08-21, bijgewerkt: 2025-08-22 07:48, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z15283).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.S. Joseph, Tweede Kamerlid (BBB)
Onderdeel van zaak 2025Z15283:
- Gericht aan: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: A.S. Joseph, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2025Z15283
Vragen van het lid Joseph (BBB) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de mogelijkheid om af te wijken van parameters artikel 23a Besluit FTK bij bepaling transitie-effecten (ingezonden 21 augustus 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de nieuwe Q&A van De Nederlandsche Bank (DNB) die pensioenuitvoerders toestaat af te wijken van de parameters in artikel 23a van het Besluit Financieel Toetsingskader (FTK)?1
Vraag 2
Bent u bekend met de reden hierachter, namelijk dat pensioenfondsen zo tot een meer realistische invulling van beleid op lange termijn kunnen komen?
Vraag 3
Betekent dit dat de gemaakte berekeningen tot nu toe bij verschillende pensioenfondsen niet zijn gemaakt op basis van een realistische invulling van beleid op lange termijn? Of hoe verklaart u anders deze aanvullende Q&A van DNB?
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het dat een toezichthouder via een Q&A generiek toestaat dat pensioenuitvoerders afwijken van de wet?
Vraag 5
Welke speelruimte heeft de toezichthouder volgens u om dergelijke afwijkingen toe te staan?
Vraag 6
Acht u dit in lijn met de bedoeling van de wet?
Vraag 7
Alle pensioenfondsen hebben inmiddels transitieplannen opgesteld, die zijn goedgekeurd door sociale partners, pensioenfondsen en waar verenigingen van slapers en gepensioneerden hoorrecht op hebben gekregen, maar waar hebben deze betrokken partijen dan feitelijk «ja» tegen gezegd nu de rekenmethodiek mogelijk alsnog wordt gewijzigd door verschillende pensioenfondsen?
Vraag 8
Betekent dit dat transitieplannen opnieuw moeten worden opgesteld en het gehele proces nogmaals moet worden doorlopen voor pensioenfondsen die van deze optie gebruik maken? Moeten verenigingen niet opnieuw de gelegenheid krijgen tot hoorrecht indien de berekeningsaannames gewijzigd worden om zo te komen tot een meer realistische invulling van beleid op lange termijn?
Vraag 9
Wat betekent deze wijziging in de rekenaanpak concreet voor de fondsen en deelnemers die per 1 januari 2026 willen invaren?
Vraag 10
Lopen zij vertraging op in de uitvoering van de transitie?
Vraag 11
Wat betekent dit voor de rechtszekerheid van deelnemers, als de berekeningen in goedgekeurde transitieplannen blijkbaar in gevallen nog gewijzigd moeten worden om ze meer realistisch te maken?
Vraag 12
Wat betekent dit voor pensioenfondsen die al ingevaren zijn? Waren de berekeningen die zij hanteerden wel gebaseerd op een realistische invulling van het beleid op lange termijn en zo ja kunt u dit onderbouwen?
Vraag 13
Vanuit de Tweede Kamer is eerder herhaaldelijk aandacht gevraagd voor de onrealistische aannames in de berekeningen, waarom heeft u er niet voor gekozen tijdig via een wetswijziging te regelen dat pensioenfondsen realistische aannames kunnen doen?
Vraag 14
Wie heeft er precies verzocht om deze Q&A en wanneer? Wie en wat was de aanleiding om juist nu deze Q&A te publiceren?
Vraag 15
Waarom is de Tweede Kamer hierover niet eerder geïnformeerd?
Vraag 16
Is er voorafgaand aan de publicatie van deze Q&A overleg geweest tussen DNB en uw ministerie?
Vraag 17
Wanneer heeft dit overleg plaatsgevonden en wat was de inhoud daarvan?
Vraag 18
Is de inhoud van deze Q&A afgestemd met de Pensioenfederatie?
Vraag 19
Eerder heeft DNB pensioenuitvoerders ook al toegestaan langer de tijd te nemen om hun beleggingsbeleid aan te passen, terwijl dit wettelijk nog niet was toegestaan, hoe vaak heeft de toezichthouder in de pensioentransitie uitzonderingen toegestaan die niet in lijn zijn met de wetgeving?
Vraag 20
Hoe beoordeelt u dit in het licht van de democratische controle op de uitvoering van de Pensioenwet?
Vraag 21
Hoe kan de Tweede Kamer de pensioentransitie effectief controleren, als toezichthouder en ministerie tussentijds generieke afwijkingen toestaan zonder parlementaire betrokkenheid?
Vraag 22
Kunt u deze vragen één voor één en voor het commissiedebat pensioenen op 4 september beantwoorden?
Werken aan ons Pensioen, 12 augustus 2025, «Afwijken van parameters artikel 23a Besluit FTK bij bepaling transitie-effecten mogelijk» (https://www.werkenaanonspensioen.nl/actueel/nieuws/2025/08/12/afwijken-van-parameters-artikel-23a-besluit-ftk-bij-bepaling-transitie-effecten-mogelijk).↩︎