Convenant Reduceren vogelaanvaringen Schiphol 2025-2031
Evaluatie Schipholbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D35618, datum: 2025-08-25, bijgewerkt: 2025-09-05 11:27, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29665-576).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Beslisnota bij Convenant Reduceren vogelaanvaringen Schiphol 2025-2031
- Convenant reduceren vogelaanvaringen Schiphol 2025-2031
Onderdeel van kamerstukdossier 29665 -576 Evaluatie Schipholbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z15392:
- Indiener: R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-09-02 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-04 12:00: Vliegveiligheid (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-09-10 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 576 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 augustus 2025
Hierbij bied ik u het convenant Reduceren vogelaanvaring Schiphol 2025–2031 aan. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft in dit convenant afspraken gemaakt met de provincie Noord-Holland (mede namens de provincies Zuid-Holland en Utrecht), de gemeente Haarlemmermeer en Schiphol. Het doel van het convenant is om het aantal vogelaanvaringen in de omgeving van Schiphol verder te verminderen. De maatregelen die hiervoor worden genomen worden nader uitgewerkt in programma’s en betreffen zowel preventieve maatregelen (ervoor zorgen dat de omgeving van Schiphol minder aantrekkelijk wordt voor ganzen) als populatiebeheer in een zone tot 10 kilometer van Schiphol en daarbuiten. Hiermee wordt tevens de motie van lid Pierik1 afgedaan.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
R. Tieman
Kamerstuk 31 936, nr. 1214↩︎