Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 11 februari 2025
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D35895, datum: 2025-08-28, bijgewerkt: 2025-08-29 11:00, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-2915).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2025Z15028:
- Gericht aan: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2915
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 11 februari 2025 (ingezonden 6 augustus 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Van Marum (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 28 augustus 2025).
Vraag 1
Kent u de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 11 februari 2025 (ECLI:NL:RBROT:2025:1810)?1
Antwoord 1
Ja. Mede naar aanleiding van deze uitspraak bereid ik een wijziging voor van de Regeling basisregistratie personen en het Logisch Ontwerp Basisregistratie Personen2.
Vraag 2
Waarom is er middels de «code 404» op indirecte wijze nog steeds in de Basisregistratie Personen geregistreerd dat een burger naast de Nederlandse een tweede nationaliteit heeft?
Antwoord 2
Sinds 6 januari 2014, bij inwerkingtreding van de wet Basisregistratie Personen3, wordt er bij inschrijving in de BRP geen vreemde nationaliteit naast de Nederlandse meer geregistreerd4. De vreemde nationaliteiten naast de Nederlandse die geregistreerd waren voor inwerkingtreding van de wet BRP zijn bewaard als historische gegevens, onder de code 404 («bijhouding gestopt»). Dit volgt uit het Logisch Ontwerp BRP, een bijlage bij de Regeling Brp. Voor deze wijze van implementatie is bij de inwerkingtreding van de wet gekozen omdat gebruikers van de BRP historische gegevens over nationaliteit nodig hebben bij uitvoering van hun wettelijke taken.
Vraag 3
Deelt u het oordeel van de rechtbank dat een bij een burger opgenomen «code 404» een persoonsgegeven als bedoeld in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is?
Antwoord 3
Ik deel het oordeel van de rechtbank.
Vraag 4
Welke noodzaak is er voor deze indirecte registratie van een tweede nationaliteit naast de Nederlandse?
Antwoord 4
Ik volg het oordeel van de rechtbank dat er geen noodzaak is voor de registratie als historisch gegeven (indirecte registratie) van de tweede nationaliteit in het in de rechtszaak behandelde geval.
Het is van belang bij de registratie van historische gegevens over nationaliteiten onderscheid te maken tussen twee situaties:
Personen zijn met een vreemde nationaliteit ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP), en daarna genaturaliseerd. De vreemde nationaliteit wordt na naturalisatie in de historie geplaatst.
Personen zijn vóór 6 januari 2014 ingeschreven in de BRP met zowel de Nederlandse als een vreemde nationaliteit. Na inwerkingtreding van de wet BRP zijn de gegevens over vreemde nationaliteit in de historie geplaatst.
Naar aanleiding van klachten en vragen over de registratie van historische gegevens over nationaliteit in de BRP en met oog op datakwaliteit heeft BZK onderzocht of en hoe deze historische gegevens over vreemde nationaliteiten worden gebruikt door gebruikers van de BRP.
Uit deze inventarisatie is gebleken dat de noodzakelijkheid van deze historische gegevens in situatie 2 voor de uitvoeringspraktijk zeer beperkt is. Waar toch nodig, kunnen gebruikers gegevens via andere weg verkrijgen, bijvoorbeeld door een vreemde nationaliteit vast te stellen gedurende een gerechtelijke procedure. Dit toont aan dat de noodzaak van de verwerking ontbreekt.
De Rechtbank Rotterdam heeft in lijn hiermee op 11 februari jl. geoordeeld dat het in de BRP bewaren van de historische vreemde nationaliteiten naast de Nederlandse niet noodzakelijk is en daarmee in strijd met de Wet Brp en de AVG is. De rechtbank oordeelde in betreffende uitspraak dat de betreffende gegevens gewist moeten worden op grond van artikel 17, eerste lid, aanhef en onder a, van de AVG, omdat de gegevens niet langer nodig zijn voor de doeleinden waarvoor ze verzameld of anderszins verwerkt zijn.
Uit de inventarisatie onder gebruikers van de BRP bleek dat gegevens over de vreemde nationaliteit vóór naturalisatie wel noodzakelijk zijn voor de uitvoering van publieke taken, bijvoorbeeld om vast te stellen welke nationaliteit de persoon vóór naturalisatie had. Ook zijn bepaalde besluiten gekoppeld aan een peildatum in het verleden. Dit is dus een andere situatie dan de situatie waar de rechtbank uitspraak over heeft gedaan.
Vraag 5
Verandert uw antwoord op vraag vier als het gaat om een in Nederland geboren burger die de Nederlandse nationaliteit heeft?
Antwoord 5
Nee.
In het antwoord heb ik de verschillende situaties geschetst. Niet of iemand geboren is in Nederland is daarbij relevant, maar of iemand bij geboorte (registratie in de BRP) al de Nederlandse nationaliteit bezat. In dat geval is er, dat bleek ook uit de in 2024 gehouden inventarisaties, geen noodzaak voor het als historisch gegeven in de BRP geregistreerd blijven van een andere nationaliteit naast de Nederlandse. Die gaan dus worden verwijderd.
Had iemand nog niet de Nederlandse nationaliteit, dan is er, zoals toegelicht wel noodzaak aan registratie van het historische gegeven over een eerdere nationaliteit. Dus als een burger de Nederlandse nationaliteit nog niet had, dan blijft bij naturalisatie de vorige andere nationaliteit wel geregistreerd (als historisch gegeven, beschikbaar voor gebruikers van de BRP). Het is daarbij niet van belang of een burger al dan niet ook afstand heeft kunnen doen van zijn niet-Nederlandse nationaliteit.
Vraag 6
Deelt u de mening dat burgers die in Nederland zijn geboren, de Nederlandse nationaliteit hebben en niet op de hoogte zijn van een door een andere mogendheid geclaimde nationaliteit van die burger, de keuze moeten hebben om elke verwijzing naar vermeldingen zoals een categorie 4, met betrekking tot de Turkse nationaliteit, als ook de daaropvolgende beëindiging met «code 404», volledig te laten verwijderen uit de Basisregistratie Personen?
Antwoord 6
Ja, die mening deel ik.
Het enkel op verzoek gaan verwijderen van de betreffende gegevens in de in de vraag geschetste situatie zou betekenen dat niet-noodzakelijke gegevens zouden blijven worden verwerkt in de BRP. Dat is onwenselijk. Ik ben daarom voornemens in alle gevallen dat een persoon al vanaf geboorte het Nederlanderschap bezat, de andere nationaliteit(en) uit de BRP te gaan verwijderen. Burgers hoeven daar dus geen verzoek voor in te dienen.
De Regeling Brp en het Logisch Ontwerp BRP5 zullen hiervoor in 2026 worden aangepast.
Ik zal gemeenten informeren in de tussentijd verzoeken van burgers om de gegevens te verwijderen te honoreren. Ik zal daarvoor een instructie laten opstellen.
Deze verwijdering/aanpassing geldt uitdrukkelijk niet voor de historische gegevens over de vreemde nationaliteit van personen die na hun inschrijving in de BRP zijn genaturaliseerd (situatie 1 bij beantwoording vraag6 Deze blijven beschikbaar voor uitvoeringsorganisaties die daarvoor geautoriseerd zijn. Het gaat in dat geval niet om een vreemde nationaliteit naast de Nederlandse, maar om «opeenvolgende» nationaliteiten. De genaturaliseerde persoon had bijvoorbeeld voorafgaand aan de naturalisatie de Spaanse nationaliteit, en na naturalisatie enkel de Nederlandse nationaliteit. De Spaanse nationaliteit blijft als historisch gegeven beschikbaar voor gebruikers van de BRP.
Vraag 7
Welke selecties zijn er in de Basisregistratie Personen op «code 404» door wie uitgevoerd sinds 2000?
Antwoord 7
De code 404 is vanaf 1 februari 2015 gebruikt, sinds de technische implementatie van de regelgeving. De code houdt in «bijhouding gestopt» als invulling van het gegeven «reden beëindiging nationaliteit.»
De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens is nagegaan of er selecties op deze code zijn uitgevoerd. Dat is niet het geval.
De Rechtspraak, 11 februari 2025, (uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBROT:2025:1810)↩︎
Wetten.nl - Regeling - Regeling basisregistratie personen - BWBR0034327, en Logisch Ontwerp BRP | RvIG↩︎
Opvolger van de wet Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens – wetten.nl - Regeling - Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens - BWBR0006723↩︎
Artikel 2.7, eerste lid, onderdeel a, onder 5 van de Wet BRP.↩︎
Het LO BRP bevat de functioneel/technische beschrijving van de bijhouding van en de verstrekking van de persoonsgegevens. Het bevat alle eisen waaraan systemen moeten voldoen die deel uitmaken van het BRP-stelsel.↩︎
De Rechtspraak, 11 februari 2025, (uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBROT:2025:1810)↩︎