[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Bruyning over klachten tegen kritische rechters binnen de jeugdsector

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D36099, datum: 2025-08-29, bijgewerkt: 2025-09-01 16:28, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-2938).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z14735:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2938

Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over klachten tegen kritische rechters binnen de jeugdsector (ingezonden 16 juli 2025).

Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 29 augustus 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2814.

Vraag 1

Bent u bekend met de Kamervragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract onder nummer 2025Z14673 ingezonden op 14 juli 2025?1 Zou u deze onderstaande vragen aanvullend aan deze eerdere vragen en gelijktijdig willen beantwoorden?

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Bent u bekend met het artikel in het Dagblad van het Noorden van 15 juli 2025 van de journalisten Erik Bloem en Bas van Sluis waarin wordt beschreven dat Jeugdbescherming Noord (JBN) een klacht heeft ingediend tegen een kinderrechter en tweemaal in gesprek is gegaan met het bestuur van de Rechtbank Noord-Nederland?2

Antwoord 2

Ja

Vraag 3

Is in de zaak waarover gepubliceerd is door het Dagblad van het Noorden de klachtenregeling Rechtbank Noord Nederland3, zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 27 januari 2025, volledig, tijdig en correct gevolgd? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Het is aan de rechtbank zelf om een oordeel te geven over de klachtenregeling Rechtbank Noord Nederland.

Vraag 4

Wat is uw oordeel over het feit dat een Gecertificeerde Instelling (GI) als JBN gesprekken eist met het gerechtsbestuur vanwege onvrede over rechterlijke uitspraken? Past dit binnen het karakter van een onafhankelijke rechtspraak? En had JBN niet de normale procesgang moeten volgen door het indienen van een hoger beroep bij het Gerechtshof?

Antwoord 4

Van eisen is geen sprake. Er heeft een gesprek plaatsgevonden tussen een bestuurslid van de Rechtbank Noord-Nederland en de bestuurder van Jeugdbescherming Noord, in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de advocatuur. Dit gesprek was bedoeld als kennismaking en om de situatie binnen Jeugdbescherming Noord toe te lichten. Daarnaast heeft Jeugdbescherming Noord gebruik gemaakt van de formele klachtenregeling van de rechtbank. Dit betrof een klacht over de wijze van bejegening richting medewerkers van Jeugdbescherming Noord. Naar aanleiding daarvan heeft nog een gesprek plaatsgevonden met de president van de rechtbank en de klachtenfunctionaris. Dit gesprek heeft ertoe geleid dat de klacht is ingetrokken. De gesprekken hadden geen betrekking op de inhoudelijke beoordeling van zaken, daar staat het hoger beroep voor open.

Vraag 5

Klopt het dat één van deze gesprekken pas is bevestigd nadat journalisten van het Dagblad van het Noorden hier navraag naar deden? Acht u deze gang van zaken transparant en in lijn met democratische controle op de rechtspraak?

Antwoord 5

De rechtspraak is onafhankelijk. De gerechten bepalen zelf met wie zij gesprekken voeren. In het belang van transparantie wordt bij dergelijke gesprekken, indien passend, een vertegenwoordiger van de advocatuur uitgenodigd. Dat is ook hier gebeurd.

Vraag 6

Bent u het ermee eens dat het zorgelijk is dat de Rechtbank Noord-Nederland JBN uitnodigt terwijl andere procespartijen dit voorrecht niet hebben?

Antwoord 6

De rechtbank geeft aan vaker overleg te voeren met externe organisaties, net als andere gerechten. Gerechten hebben dit recht en het is niet aan mij om hierover te oordelen. Rechtbank Noord-Nederland en JBN hebben aangegeven dat het gesprek op 2 juni jl. ging om een kennismakingsgesprek met de nieuwe bestuurder van JBN. Het gesprek op 20 juni heeft plaatsgevonden naar aanleiding van de klacht die JBN heeft ingediend over de wijze van bejegening richting medewerkers van JBN. JBN heeft deze klacht ingediend conform de klachtenregeling. Het horen van een klager kan een onderdeel zijn van de klachtprocedure.

Vraag 7

Wat is uw reactie op het feit dat JBN intern op intranet een klacht tegen een specifieke rechter heeft geplaatst? Acht u dit handelen in lijn met professioneel en zorgvuldig bestuursbeleid? Wordt hiermee niet bewust het risico genomen dat het gezag van de betreffende rechter(s) wordt ondermijnd?

Antwoord 7

Ik ga niet over de interne organisatie van een GI en heb daarom ook geen oordeel over wat een GI wel of niet intern plaatst op intranet.

Vraag 8 en 9

Deelt u de zorg dat wanneer bestuurders van een gecertificeerde instelling zich publiekelijk of intern expliciet afzetten tegen de rechtspraak – zoals in het geval van JBN – dit een signaalfunctie heeft richting jeugdbeschermers, waardoor het risico ontstaat dat rechterlijke uitspraken genegeerd of onvoldoende serieus genomen worden? Hoe voorkomt u dat ouders en kinderen, die gelijk krijgen van een rechter, desondanks in de praktijk worden geconfronteerd met onwil of passief verzet van uitvoerende professionals? Acht u het reëel dat dit ertoe kan leiden dat jeugdbeschermers opdrachten of beschikkingen van rechters bewust niet (meer) uitvoeren, omdat zij zich gesterkt voelen door het bestuurlijke standpunt?

Hoe beoordeelt u het risico dat medewerkers van JBN hierdoor worden aangemoedigd om rechters tijdens zittingen uit te dagen of provoceren om zo klachten te kunnen onderbouwen?

Antwoord 8 en 9

Een gecertificeerde instelling kan, net als andere procespartijen, een klacht indienen, zolang deze niet gaat over de inhoud van de uitspraak. Indien het gaat om de wijze van bejegening richting de medewerkers staat het een partij dus vrij om hierover een klacht in te dienen volgens de klachtenregeling van de rechtbank.

GI’s moeten altijd uitvoering geven aan rechterlijke uitspraken, ook als de GI het niet eens is met de uitspraak. Indien de GI het niet eens is met de uitspraak van een rechter kan zij daartoe in hoger beroep.

Vraag 10

Vindt u dat deze gang van zaken duidt op een zorgelijke bestuurscultuur binnen JBN? Acht u deze instelling, mede op basis hiervan, nog geschikt om kinderbeschermingsmaatregelen aan de rechter voor te leggen en vervolgens uit te voeren?

Antwoord 10

Met betrekking tot het functioneren en de kwaliteit van een jeugdbeschermingsorganisatie is bij wet een aantal waarborgen geregeld; met een certificering moeten ze voldoen aan vastgestelde, strenge kwaliteitseisen wat betreft processen en werkwijzen van de instellingen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt toezicht op de kwaliteit. De inspecties hebben een verdiepend toezicht uitgevoerd naar de kwaliteit van de taakuitvoering van jeugdbescherming en jeugdreclassering bij JBN.4 Zij hebben naar aanleiding van de uitkomsten verscherpt toezicht ingesteld bij JBN. De inspecties hebben in dit toezicht ook gekeken naar de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en tijdigheid van de uitvoering. JBN heeft tot medio januari 2026 de tijd om de noodzakelijke verbeteringen door te voeren.

Daarnaast moet de GI voldoen aan het certificeringskader jeugdbescherming en jeugdreclassering. Het Keurmerkinstituut – als onafhankelijke certificeringsinstelling – is verantwoordelijk voor de toetsing van gecertificeerde instellingen op basis van de normen uit het certificeringskader. Het KMI heeft in december jl. een overbruggingscertificaat afgegeven aan JBN. Hiermee heeft JBN 9 maanden de tijd (met een mogelijke verlenging van 3 maanden) om verbeteringen door te voeren. Als het KMI hierna voldoende vertrouwen heeft in JBN, ontvangen zij wederom een regulier certificaat.

Daarnaast is de Raad van Toezicht van de GI verantwoordelijk voor het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van een GI.

Vraag 11

Wordt binnen de procedure van certificering van GI's getoetst of de instelling een rechtsstatelijk verantwoorde houding heeft ten opzichte van de rechterlijke macht? Zo nee, bent u bereid deze toets met de grootst mogelijke spoed toe te voegen?

Antwoord 11

Nee en ik ben ook niet van plan om dit toe te voegen aan het normenkader JB en JR. In dit normenkader staan eisen waaraan GI’s moeten voldoen om een certificaat te krijgen. Dit normenkader is bedoeld om landelijke kwaliteitsnormen vast te stellen voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.

Vraag 12, 13 en 14

Wat zegt dit incident over de feitelijke machtsverhoudingen in de jeugdzorg? Begrijpt u dat dit voorbeeld het beeld bij ouders, kinderen en advocaten oproept dat GI’s – in tegenstelling tot ouders, kinderen en advocaten – direct bestuurlijk kunnen interveniëren bij rechtbanken? Wat vindt u hiervan? Moet dit beeld niet direct publiekelijk worden rechtgezet door bijvoorbeeld publiekelijk uit te spreken dat dit niet passend is bij de taakvervulling van een GI?

Deelt u de opvatting dat dit incident de noodzaak onderstreept om het ketenpartnerschap structureel te herzien, waarbij GI’s geen toegang meer hebben tot gerechtsbesturen voor klachten over individuele rechters?

Acht u het wenselijk dat de rechterlijke macht gesprekken voert met uitvoerende instellingen als JBN over de inhoud van uitspraken, zonder dat daarbij wederhoor of openbaarheid is gewaarborgd?

Antwoord 12, 13 en 14

In de eerste plaats staat het elke organisatie vrij om een gesprek met een rechtbank aan te vragen of een klacht in te dienen. Dit geldt ook voor GI’s. Er heeft een kennismakingsgesprek plaatsgevonden waarbij een vertegenwoordiger van de advocatuur aanwezig was. Daarnaast is een gesprek naar aanleiding van een klacht over de bejegening richting medewerkers van JBN. Het horen van de klacht is onderdeel van de klachtenprocedure.

JBN heeft aangegeven dat de gesprekken geen betrekking hadden op de inhoudelijke beoordeling van zaken. Ook de Rechtbank Noord-Nederland heeft aangegeven dat het gesprek niet ging over individuele zaken. Het is aan JBN en de rechtbank zelf om, indien een ander beeld is ontstaan, hierop te reageren. Dat is niet aan mij.

Vraag 15

Hoe ziet u de rol van het ministerie als toezichthouder op GI's in het licht van deze situatie? Vindt u dat hier sprake is van overschrijding van grenzen die ingrijpen of sancties rechtvaardigen? Bent u bereid de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid onderzoek te laten doen naar het handelen van de bestuurder van JBN en te onderzoeken of dit handelen past bij haar taakvervulling? Bent u voornemens om de bestuurder hierover te ontbieden en te bevragen over haar handelen?

Antwoord 15

Het toezicht op de GI’s is belegd bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid. De inspecties houden onafhankelijk toezicht op de kwaliteit van de uitvoering en kunnen ingrijpen indien zij dit nodig achten. De inspecties voeren thans bij JBN toezicht uit naar de kwaliteit van de taakuitvoering van jeugdbescherming en jeugdreclassering. De inspecties kijken in hun onderzoek ook naar de wijze waarop de bestuurder verantwoordelijkheid neemt als de organisatie de kwaliteit van de uitvoering onvoldoende kan waarmaken. Wanneer de bestuurder hier niet in slaagt, verwachten de inspecties dat bestuurders transparant zijn over de onwenselijke gevolgen hiervan voor jeugdigen en hun gezinnen. Het rapport over het verdiepend toezicht bij JBN is op 24 juli jongsleden door de inspecties openbaar gemaakt. De inspecties hebben naar aanleiding van de uitkomsten verscherpt toezicht ingesteld bij JBN. Zie verder het antwoord op vraag 8 en 9 en het antwoord vraag 12, 13 en 14.

Vraag 16

Bent u voornemens om samen met de Raad voor de rechtspraak afspraken te maken over wat wel en niet behoort tot de taken van de gecertificeerde instellingen en richtlijnen op te stellen dat dergelijke (geheime) gesprekken en afspraken tussen partijen niet meer voor kunnen komen?

Antwoord 16

Nee. Zie verder het antwoord op vraag 4 en 6.

Vraag 17

Overweegt u in het licht van dit incident om de certificering van JBN te laten her beoordelen of in te trekken?

Antwoord 17

Nee. Het is niet aan mij maar aan het Keurmerkinstituut (hierna KMI) – als zelfstandig bestuursorgaan – om te oordelen over de certificaten inzake jeugdbescherming en jeugdreclassering. Indien het KMI constateert dat GI’s niet op alle onderdelen voldoen aan het normenkader Jeugdbescherming- en Jeugdreclassering kan geen regulier certificaat worden verleend. Er kan dan een overbruggingscertificaat voor de duur van negen maanden worden afgegeven, mits voor het KMI voldoende aannemelijk is dat de veiligheid van jeugdigen niet in het geding is en er geen sprake is van fundamentele tekortkomingen bij de GI. In december heeft het KMI het certificaat van Jeugdbescherming Noord geschorst en is een tijdelijk overbruggingscertificaat afgegeven.

Vraag 18

Bent u het ermee eens dat wat hier is gebeurd het vertrouwen in de rechtsstaat ernstig kan schaden en dat dit niet helpend is in het herstel van vertrouwen in de toch al broze staat waar de rechtsstaat in verkeert?

Antwoord 18

Alle schijn van onder drukzetting van de rechtspraak kan het vertrouwen in de rechtsstaat schaden. Op basis van de gesprekken die ik heb gevoerd met JBN en de Rechtbank Noord-Nederland (zie vraag 4 en 6), ben ik van mening dat hier in dit geval geen sprake van is en bestaande procedures zijn gevolgd.

Het is aan de rechtspraak zelf om te reflecteren op haar keuzes wie wel en wie niet te spreken en hoe dit het vertrouwen in haar onafhankelijkheid beïnvloedt.


  1. Aanhangsel Handelingen II 2024/25, 2025Z14673 (www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2025Z14673&did=25, 2025D33681)↩︎

  2. Dagblad van het Noorden, 15 juli 2025, https://dvhn.nl/groningen/jeugdbescherming-noord-dient-klacht-in-tegen-kinderrechter-46817659.html↩︎

  3. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-2101.pdf↩︎

  4. Inspectierapport Jeugdbescherming Noord, Toezicht jeugdbescherming en jeugdreclassering, Utrecht juli 2025.↩︎