[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweede nota van wijziging

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2026)

Nota van wijziging

Nummer: 2025D36362, datum: 2025-09-01, bijgewerkt: 2025-09-03 14:54, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36735 -12 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2026).

Onderdeel van zaak 2025Z08531:

Onderdeel van zaak 2025Z15712:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36735 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2026)

TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel V, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt “twee” vervangen door “drie”.

2. Het voorgestelde vijfde lid wordt vervangen door:
5. Indien het individuele nummer met het achtervoegsel “EX” wordt medegedeeld in het kalenderkwartaal dat volgt op het kalenderkwartaal waarin de voorafgaande kennisgeving is ingediend, verstrekt de ondernemer de informatie, bedoeld in het eerste lid, voor de periode vanaf de voorafgaande kennisgeving tot en met het einde van het kalenderkwartaal waarin de voorafgaande kennisgeving is ingediend.
6. De ondernemer verstrekt de informatie, bedoeld in het vijfde lid, op een door de inspecteur voorgeschreven wijze binnen één maand te rekenen vanaf het einde van het kalenderkwartaal waarin het individuele nummer met het achtervoegsel “EX” is medegedeeld.

  1. TOELICHTING

  1. Algemeen

In deze nota van wijziging is een wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB 1968) opgenomen. Aanleiding hiervoor is de constatering dat er nog onduidelijkheid kan zijn over de juridische basis op grond waarvan bepaalde gegevens dienen te worden verstrekt in het kader van de kleineondernemersregeling (KOR). Met deze wijziging wordt die mogelijke onduidelijkheid weggenomen. Daarbij vindt de informatieverstrekking plaats op een door de inspecteur voorgeschreven wijze.

Uitvoeringsgevolgen

De Belastingdienst heeft de voorgestelde wijziging beoordeeld met een uitvoeringstoets. De Belastingdienst concludeert dat de wijziging een beperkte impact heeft en de ontstane onduidelijkheid wegneemt.

  1. Onderdeelsgewijs

Artikel V, onderdeel B (artikel 25e van de Wet op de omzetbelasting 1968)

Artikel 25e, eerste lid, Wet OB 1968 regelt de verplichting voor de in Nederland gevestigde ondernemer die de KOR in één of meer andere lidstaten van de EU toepast om ieder kalenderkwartaal informatie te verstrekken aan de inspecteur over de behaalde omzetten. Als een ondernemer de KOR voor het eerst in een andere lidstaat toepast, kan de eerste informatieverstrekking onbedoeld informatie bevatten die al in de voorafgaande kennisgeving is gerapporteerd. Dit kan zich voordoen als de voorafgaande kennisgeving en de mededeling van het individueel nummer met het achtervoegsel “EX” in hetzelfde kalenderkwartaal plaatsvinden.

Het in het wetsvoorstel opgenomen artikel 25e, vierde lid, Wet OB 1968 regelt om die reden dat de ondernemer in zijn eerste periodieke informatieverstrekking informatie verstrekt over zijn omzet in andere EU-lidstaten, met uitzondering van de informatie over het kalenderkwartaal die al is verstrekt in de voorafgaande kennisgeving. Voor zover de informatie over het kalenderkwartaal al in zijn voorafgaande kennisgeving is opgenomen, verstrekt de ondernemer deze informatie dus niet nogmaals.

Voorbeeld 1

Ondernemer A is gevestigd in Nederland en dient een voorafgaande kennisgeving voor toepassing van de KOR in België in op 5 november 2025. Ondernemer A heeft in de voorafgaande kennisgeving de relevante informatie opgenomen tot aan 5 november 2025. Ondernemer A krijgt op 1 december 2025 een individueel nummer met het achtervoegsel “EX” toegekend. Uiterlijk eind januari 2026 dient ondernemer A de relevante informatie over het laatste kalenderkwartaal van 2025 bij de inspecteur in te dienen. Ondernemer A verstrekt op grond van het voorgestelde artikel 25e, vierde lid, Wet OB 1968 niet nogmaals informatie over de periode van 1 oktober 2025 tot en met 5 november 2025, omdat deze informatie al in de voorafgaande kennisgeving is opgenomen.

Het kan ook voorkomen dat de benodigde omzetinformatie buiten de informatieverstrekking per kalenderkwartaal valt. Dit kan zich voordoen als de voorafgaande kennisgeving in een eerder kwartaal plaatsvindt dan de mededeling van het individueel nummer met het achtervoegsel “EX”. Met het in het wetsvoorstel opgenomen artikel 25e, vijfde lid, Wet OB 1968 wordt voor die situatie geregeld dat de ondernemer deze informatie over het voorafgaande kalenderkwartaal verstrekt aan de inspecteur. In dat geval verstrekt de ondernemer dus naast de informatie over het kalenderkwartaal waarin het achtervoegsel “EX” is medegedeeld ook de informatie over de periode vanaf de voorafgaande kennisgeving tot en met het einde van het kalenderkwartaal waarin de voorafgaande kennisgeving is ingediend. De informatie over de verschillende kwartalen wordt apart gespecificeerd. Met deze nota van wijziging wordt de tekst van genoemd vijfde lid integraal vervangen om de bedoeling van dat lid duidelijker tot uitdrukking te brengen.

Voorbeeld 2

Ondernemer A is gevestigd in Nederland en dient een voorafgaande kennisgeving voor toepassing van de KOR in België in op 5 september 2025 (derde kalenderkwartaal). Ondernemer A heeft in de voorafgaande kennisgeving de relevante informatie opgenomen tot aan de voorafgaande kennisgeving. Ondernemer A krijgt op 20 oktober 2025 (vierde kalenderkwartaal) een individueel nummer met het achtervoegsel “EX” medegedeeld. Uiterlijk eind januari 2026 dient ondernemer A de relevante informatie over het vierde kalenderkwartaal van 2025 bij de inspecteur in te dienen. Ondernemer A verstrekt op grond van artikel 25e, eerste lid, Wet OB 1968 de informatie over het kalenderkwartaal waarin hij het individuele nummer kreeg medegedeeld. Ondernemer A verstrekt op grond van het voorgestelde artikel 25e, vijfde lid, Wet OB 1968 de informatie over de periode vanaf de voorafgaande kennisgeving tot en met het einde van het kalenderkwartaal waarin de kennisgeving is ingediend. In dit voorbeeld verstrekt de ondernemer in januari 2026 dus zowel de informatie over de periode van 5 september 2025 tot en met 30 september 2025 als over het vierde kalenderkwartaal 2025.

Het in deze nota van wijziging opgenomen artikel 25e, zesde lid, Wet OB 1968 regelt dat de informatie vanaf de voorafgaande kennisgeving tot het einde van dat kalenderkwartaal op een door de inspecteur voorgeschreven wijze wordt verstrekt. De informatieverstrekking vindt plaats binnen één maand na het einde van het kalenderkwartaal waarin het achtervoegsel “EX” is toegekend. Deze termijn is gelijk aan de termijn waarin over het eerste gehele kalenderkwartaal waarin de KOR wordt toegepast gerapporteerd wordt.

De Minister van Financiën,