[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over welke stappen het kabinet zet en het afgelopen jaar heeft gezet om de afhankelijkheid van de Israëlische defensie-industrie af te bouwen en welke landen Nederland als doorvoerland gebruiken om wapens en dual use goederen naar Israël te exporteren

Wapenexportbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D36509, datum: 2025-09-02, bijgewerkt: 2025-09-02 13:47, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22054 -462 Wapenexportbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z15763:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp verzocht op 26 augustus jl. om voorafgaand aan het commissiedebat wapenexportbeleid, dat staat gepland op woensdag 3 september 2025, een overzicht te ontvangen van:

  1. de stappen die het kabinet zet en het afgelopen jaar heeft gezet om de afhankelijkheid van de Israëlische defensie-industrie af te bouwen, en

  2. de landen die Nederland als doorvoerland gebruiken om militaire goederen en dual use goederen naar Israël te exporteren.

In de voorliggende brief ga ik, tevens als minister van Defensie, nader in op deze zaken.

Israëlische defensie-industrie

Vanwege de toegenomen internationale dreiging en de veroudering van het bestaand materieel heeft Defensie op zeer korte termijn behoefte aan nieuw en modern materieel om de taken van de krijgsmacht te kunnen blijven uitvoeren. Dit is noodzakelijk voor de veiligheid van Nederland en Europa. Bij materieelprojecten weegt Defensie naast specifieke producteisen, tijdigheid en kosten ook meer dan voorheen de herkomst van het materieel mee. Conform de ‘Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie 2025-2029’ van april 2025 kiest Defensie bij voorkeur voor leveranciers uit Nederland of Europa. Indien materieel van deze leveranciers echter onvoldoende voldoet aan de gestelde behoefte, kijkt Defensie naar andere leveranciers. Daarbij komen ook Israëlisch geregistreerde bedrijven in beeld.

Israëlische bedrijven leveren diverse essentiële militaire systemen of onderdelen van essentiële militaire systemen waarvoor geen, minder geschikte of geen tijdige alternatieven beschikbaar zijn. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om luchtverdedigingssystemen voor diverse schepen, raketartilleriesystemen, en zelfbeschermingsapparatuur voor het C390 vliegtuig en de Caracal helikopter. Het stopzetten van de bestaande samenwerking met Israëlisch geregistreerde bedrijven voor deze systemen heeft grote gevolgen voor de operationele slagkracht en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht, alsmede voor de veiligheid van onze militairen.

De nieuwe verwerving van defensiematerieel bij Israëlische bedrijven heeft als gevolg van het conflict in Gaza nadrukkelijk de aandacht binnen het demissionaire kabinet. Eventuele nieuwe materieelaankoop uit Israël wordt per geval zorgvuldig gewogen, waarbij Defensie onderzoekt of het materieel essentieel is voor de gereedstelling van de krijgsmacht, of er geschikte alternatieven zijn en of deze alternatieven tijdig leverbaar zijn. In sommige gevallen is het beste materieel dat tijdig verkrijgbaar is afkomstig van Israëlisch geregistreerde bedrijven.

Defensie erkent dat hiermee een afhankelijkheid van de Israëlische defensie-industrie bestaat. De keuze van Defensie voor de aanschaf van een bepaald wapensysteem levert altijd een afhankelijkheid van de leverancier op. Met het huidige voorkeursbeleid van Defensie ten aanzien van leveranciers uit Nederland of Europa, is de inzet echter om de afhankelijkheid van niet-Europese leveranciers, waaronder die uit Israël, zoveel mogelijk te beperken.

Doorvoer van strategische goederen via Nederland

Militaire goederen

Bij doorvoer van militaire goederen door Nederland is vergunning nodig als de goederen na aankomst in Nederland hun reis met een ander transportmiddel vervolgen (doorvoer met overlading). Dergelijke transacties worden net als uitvoertransacties zorgvuldig getoetst aan de Europese wapenexportcriteria. Dit type doorvoer naar Israël komt weinig voor. De meest recent verstrekte doorvoervergunning dateert van juni 2021. De goederen waren afkomstig uit Duitsland.

Indien de goederen na aankomst in Nederland hun reis met hetzelfde transportmiddel vervolgen (doorvoer zonder overlading) dan is dit vergunningplichtig indien de goederen afkomstig zijn uit een land dat geen deel uitmaakt van de EU, de NAVO of een groep daaraan gelijkgestelde landen (Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zwitserland). Ook voor deze vorm van doorvoer is geen vergunning afgegeven sinds de start van de gewelddadigheden in Israël en de Gazastrook op 7 oktober 2023.

Doorvoer zonder overlading is conform het Besluit strategische goederen niet vergunningplichtig op het moment dat het transport afkomstig is uit, of als eindbestemming heeft, een EU- of NAVO-land of een daaraan gelijk gesteld land (Australië, Japan, Nieuw-Zeeland of Zwitserland), gelet op het vertrouwen in de wapenexporttoets door deze gelijkgezinde landen. Voor dergelijke transacties geldt een meldingsplicht. De verantwoordelijkheid voor het tijdig en correct indienen van de melding ligt bij het bedrijf dat doorvoert zonder overlading. Het kabinet heeft sinds 4 oktober 2023 geen meldingen van doorvoer zonder overlading naar Israël ontvangen.

Dual-use goederen

Op grond van Verordening (EU) 2021/821 (Dual-use Verordening) is voor de doorvoer van dual-use goederen via de Europese Unie in beginsel geen vergunning benodigd, noch is een bedrijf of transporteur verplicht om hiervan melding te maken. Het is daarom niet mogelijk om een beeld te geven van welke landen via Nederland dual-use goederen doorvoeren naar Israël.

De minister van Buitenlandse Zaken,





Ruben Brekelmans

De staatssecretaris van Defensie,

Gijs Tuinman