Tweeminutendebat Staat van de Economie (CD 2/7) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D36680, datum: 2025-09-02, bijgewerkt: 2025-09-03 09:30, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-09-02 17:00: Tweeminutendebat Staat van de Economie (CD 2/7) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (š origineel)
.
Staat van de economie
Staat van de economie
Aan de orde is het tweeminutendebat Staat van de economie (CD
d.d. 02/07).
De voorzitter:
Ik wil de heer Sneller van de fractie van D66 het woord geven, als
eerste spreker van de zijde van de Kamer. U heeft het woord.
De heer Sneller (D66):
Dank, voorzitter. Ik heb ƩƩn motie, zoals ik heb aangekondigd in het
commissiedebat.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vrouwelijke ondernemers slechts 14% van de totale
financiering ontvangen, terwijl ze een derde van de aanvragen
doen;
overwegende dat Code-V een aantal voorstellen heeft gedaan om
financieringsbelemmeringen en systematische vooroordelen weg te nemen om
vrouwelijke ondernemers betere toegang te geven tot financiering;
van mening dat de overheid en het bedrijfsleven samen een
verantwoordelijkheid hebben om het maximale uit onze ondernemers te
halen;
verzoekt de regering om de voorstellen van Code-V over te nemen en toe
te passen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Sneller en Postma.
Zij krijgt nr. 67 (36600-XIII).
Dank u wel. Dan mevrouw Postma van NSC. Ik kijk even of zij aanwezig is. Dat is ze! En hoe. Mevrouw Postma, u heeft het woord voor uw inbreng namens de fractie van Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Postma (NSC):
Zo, sprinten op hakken; dat kan dus ook nog.
Dank, voorzitter. We hebben een tijd geleden al een goed debat gehad met
de voorganger van de minister. Ik heb drie moties. Die zijn korter dan
de vorige keer.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat investeringsmiddelen en innovatieprogramma's
onevenredig vaak terechtkomen in de Randstad;
overwegende dat economische kansen, investeringen en werkgelegenheid ook
in andere regio's gestimuleerd moeten worden;
verzoekt de regering om bij de toekenning van nationale
innovatieprogramma's nadrukkelijk rekening te houden met regionale
spreiding en de bijdrage aan regionale werkgelegenheid en
concurrentiekracht,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Postma.
Zij krijgt nr. 68 (36600-XIII).
Mevrouw Postma (NSC):
Even op adem komen.
De voorzitter:
Drinkt u even een slokje water.
Mevrouw Postma (NSC):
Ja, graag.
Zo, dat gaat beter.
De voorzitter:
Gaat uw gang.
Mevrouw Postma (NSC):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bedrijven voor grote investeringen in innovatie,
verduurzaming en uitbreiding behoefte hebben aan langjarige zekerheid
over overheidsregelingen;
overwegende dat het huidige politieke klimaat, met frequente
kabinetswisselingen en wisselend beleid, leidt tot
investeringsonzekerheid;
verzoekt de regering om te werken aan meerjarige stabiliteit in
economische investeringsregelingen, waarbij een minimale
zekerheidstermijn van tien jaar wordt gegarandeerd, zodat ondernemers
investeringszekerheid kunnen krijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Postma.
Zij krijgt nr. 69 (36600-XIII).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat andere EU-lidstaten fors inzetten op staatssteun voor
energie-intensieve industrieƫn;
overwegende dat dit het gelijke speelveld verstoort en Nederland risico
loopt op economische achterstand;
verzoekt de regering om de Kamer vóór Prinsjesdag te informeren over de
Nederlandse inzet op dit dossier, inclusief de mogelijkheden voor
langjarige en juridisch zekere ondersteuning van strategische sectoren
en de gevolgen hiervan voor bestaande middelen zoals het
Klimaatfonds,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Postma.
Zij krijgt nr. 70 (36600-XIII).
Dank u wel.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Martens-America, namens de fractie van de
VVD.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Voorzitter. Een sterke economie is van essentieel belang voor onze
veiligheid en welvaart, van vandaag, maar zeker ook van de toekomst. We
zullen simpelweg het geld eerst moeten verdienen alvorens we het uit
kunnen geven. Dat onze economie ieder jaar met een procentje groeit is
goed nieuws, maar we mogen onszelf niet in slaap sussen. Het rapport van
PwC heeft deze week opnieuw laten zien dat er werk aan de winkel is bij
Economische Zaken, maar ook bij andere departementen. Denk aan mogelijke
lastenverzwaringen die boven de Kamer hangen, starheid van cao's, lange
doorbetaling bij ziekte; de lijst is lang.
Er is geen tijd te verliezen. Wij zijn dan ook blij dat deze nieuwe
minister voortvarend aan de slag is gegaan, maar we willen hem toch nog
graag een paar prioriteiten meegeven. Denk aan onze aangenomen motie die
opriep om de blauwdruk van Beethoven te gebruiken voor het verder
versterken van de industrie. Mijn vraag aan de minister, die ik ook vlak
voor het reces stelde, is of het mogelijk is om die blauwdruk ook te
gebruiken voor de techsector. Het antwoord daarop was positief, maar wat
kunnen we daarvan verwachten de komende tijd?
Ik heb een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een grote opgave ligt om ons ondernemersklimaat
hoog te houden, wat blijkt uit de daling van Nederland op de ranglijst
voor meest concurrerende economieƫn wereldwijd van plaats vier naar
plaats tien;
constaterende dat recent PwC-onderzoek eens te meer bevestigt dat er
werk aan de winkel is voor ons ondernemersklimaat;
overwegende dat ondernemers snakken naar rust, duidelijkheid en
stabiliteit;
overwegende dat een wettelijke verankering van een goed
ondernemersklimaat rust, zekerheid en vertrouwen kan bieden, wat private
investeringen kan aanmoedigen;
verzoekt de regering te verkennen of en hoe wetgeving kan werken die de
regering verplicht maatregelen te nemen tot verbetering van het
ondernemersklimaat als Nederland in een onafhankelijk samengesteld
gewogen gemiddelde aan ranglijsten voor best presterende economieƫn
wereldwijd, buiten de top tien dreigt te vallen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Martens-America.
Zij krijgt nr. 71 (36600-XIII).
Dank u wel. We gaan naar de heer Thijssen van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid voor zijn inbreng.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. We hebben een debat gevoerd over de Staat van de
Economie. Daar zijn een hoop uitdagingen ā daar gaan we morgen ook weer
een debat over voeren ā maar we kunnen ook constateren dat de
Nederlandse economie meer geld genereert dan ooit en dat mensen ook
harder werken dan ooit. Alleen, de balans tussen de mensen die toch al
dat werk verzetten en al dat geld verdienen en de aandeelhouders die
investeren in de bedrijven zodat die bedrijven ook kunnen bestaan, de
balans van hoe het geld verdeeld wordt, is helemaal zoek. Daarom de
volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat onder andere in de Miljoenennota 2024 wordt gesteld
dat als de winsten van bedrijven nu op hetzelfde niveau zouden zijn als
in 2019, er 30 miljard aan financiƫle ruimte zou zijn in onze
economie;
constaterende dat de balans tussen geld voor winst en geld voor lonen
zoek is en dat dit een ongelijk speelveld oplevert met omringende
landen, aangezien de balans tussen geld voor winst en geld voor lonen
daar nog bestaat;
overwegende dat deze 30 miljard gebruikt kan worden voor investeringen
in ons verdienvermogen, in onderwijs, in innovatie, om huizen te bouwen
en voor hogere lonen;
verzoekt de regering om opties te inventariseren hoe de balans tussen
geld voor winst en geld voor lonen hersteld kan worden naar het niveau
van de jaren tachtig, en dit voor 1 november met de Kamer te
delen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.
Zij krijgt nr. 72 (36600-XIII).
Ik zie ƩƩn interruptie van mevrouw Martens-America.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Voordat ik mijn vraag stel: het goede nieuws van de afgelopen twee jaar
is dat ik een partij als GroenLinks-Partij van de Arbeid steeds vaker
heb horen roepen dat we ons zorgen zouden moeten maken over de economie
en het verdienvermogen in de toekomst. Tegelijkertijd hebben we gezien
dat in het verkiezingsprogramma van GroenLinks de vorige keer een
lastenverzwaring van 25 miljard stond en dat de heer Thijssen op dit
moment roept, wederom, na de enorme salarisverhogingen, om een nog
verdere salarisverhoging, terwijl datzelfde bedrijfsleven roept dat we
onszelf de markt uit prijzen. We gaan nu richting verkiezingen. Ik denk
dat dit goed is voor alle bedrijven die nu meekijken: betekent dit dat
alle bedrijven die nu luisteren, die de heer Thijssen toespreekt, nu een
lastverzwaring kunnen verwachten en dat GroenLinks-Partij van de Arbeid
opnieuw voor die loonsverhoging gaat pleiten?
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Niet alle bedrijven zijn hetzelfde; er zijn bedrijven die
verschrikkelijk veel winst maken. Ik heb net gezegd dat in de
Miljoenennota van de minister van Financiƫn, die toch van VVD-huize
komt, heel duidelijk uitgelegd staat dat de winstgevendheid van
bedrijven 30 miljard euro groter is geworden dan vijf jaar geleden. Wij
zorgen voor goede infrastructuur, voor goed opgeleide mensen, voor een
sterke rechtsstaat, nog wel, en wij zorgen ervoor dat die bedrijven hier
kunnen ondernemen en dus ook heel veel winst kunnen maken. Wij vinden
het dan niet meer dan normaal dat wij tegen die bedrijven, die zoveel
winst maken, zeggen dat we dan ook een grote bijdrage aan de Nederlandse
samenleving van ze willen. Het resultaat daarvan is dat die tientallen
miljarden niet ook voor een heel groot deel naar aandeelhouders in het
buitenland gaan, maar dat we die in Nederland houden. Wij zorgen er
namelijk voor dat de Nederlandse lonen omhooggaan.
Het interessante is dus het volgende. Mevrouw Martens-America verwijst
naar de doorrekening van de vorige keer. In die doorrekening groeit de
economie bij ons harder dan bij de VVD. Het is dus heel verstandig
beleid dat wij voorstellen. Wij vinden bijvoorbeeld ook dat er echt veel
meer oog moet zijn voor mkb-bedrijven. Wij vinden dat er inderdaad geld
vrijgemaakt moet worden voor innovatie. Wij zijn voor een toekomstfonds
van 25 miljard, waar dan niet zomaar uit gegraaid gaat worden om hier en
daar even wat cadeautjes uit te delen. Wij willen echt investeren in die
toekomst. Volgens mij laat de vorige doorrekening zien dat dat ook beter
is voor onze economie.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Dit was een heel lang antwoord dat er eigenlijk op neerkomt dat
GroenLinks-Partij van de Arbeid gaat zorgen voor die lastenverhoging,
die lonen gaat verhogen en Nederland uit de markt gaat laten
wegconcurreren. Het is fijn dat dat duidelijk is. Ik heb ƩƩn aanvullende
vraag. De heer Thijssen verwijst namelijk ook naar de minister van
Financiƫn en dat die van VVD-huize zou zijn. Het goede nieuws is dat
deze minister, samen met het overige smaldeel van het kabinet, aan het
begin van deze periode de ontzettende puinhoop op het gebied van
vestigingsklimaat die uw partijgenoot heeft aangericht, heeft
rechtgetrokken. Dat was volgens mij het moment waarop alle bedrijven aan
de bel trokken en zeiden: als dit zo doorgaat, gaan wij de grens over.
Laten we nu ook maar duidelijk zijn: wij waren dat niet en we zullen dat
ook niet worden.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Nou ja, we horen nu allemaal bedrijven zeggen dat het inderdaad kommer
en kwel is in Nederland en dat er vooral niet miljarden bezuinigd had
moeten worden op onderwijs, op innovatie, op wetenschap en op onderzoek,
wat dit kabinet wel gedaan heeft. We zien inderdaad dat Nederland zakt
op de lijstjes van investeringsklimaat na veertien jaar VVD-beleid. Dus
volgens mij moet de VVD vooral in de spiegel kijken en niet
GroenLinks-PvdA de maat nemen. Wij gaan heel gericht kijken naar waar in
deze economie de ruimte zit om de lusten van onze grote economie, van al
dat geld dat we verdienen ā het is meer dan ooit ā eerlijker te
verdelen. Wij zien dat er ruimte is. Volgens de Miljoenennota is die
ruimte 30 miljard. Als we zeer winstgevende bedrijven om een grotere
bijdrage vragen, dan kunnen de lonen voor de mensen inderdaad omhoog,
want die hebben al jaren verlies gemaakt en kunnen echt wel wat meer
geld gebruiken. We hebben het vandaag ook weer gezien met de hoge
inflatie. Dan is het resultaat dat de economie bij ons in betere handen
is dan bij de VVD.
De voorzitter:
Bent u daarmee ook aan het einde gekomen van uw inbreng?
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Nee, zeker niet, want ik heb nog een mooie motie. De tijden van goedkoop
Russisch en Gronings gas zijn voorbij en ook Draghi zegt dat Europa veel
beter af is als we overgaan van fossiel naar een schone economie. Dat
doet de staat van de economie veel goeds. Daarom de volgende
uitspraak.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Draghi concludeert dat het Europese concurrentievermogen
enkel gered kan worden door grootschalig te investeren in schone
technologie;
overwegende dat de tijden van goedkoop Russisch en Gronings gas voorbij
zijn;
spreekt uit dat de staat van de economie zou verbeteren door fossiele
brandstoffen zo snel mogelijk uit te faseren en massaal in te zetten op
schone en innovatieve technologieƫn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.
Zij krijgt nr. 73 (36600-XIII).
Dank u wel. We gaan naar mevrouw Van Meetelen van de fractie van de PVV.
Mevrouw Van Meetelen (PVV):
Dank u, voorzitter. Bij het debat had ik stemproblemen, maar ik was wel
het gehele debat aanwezig. Ik wil nu reageren op de brief die de
minister toen vooraf stuurde met daarin zijn prioriteiten voor de
demissionaire periode.
In de brief schrijft de minister bij punt twee dat het verminderen van
de regeldruk een prioriteit is. Wat de PVV betreft moet dit prioriteit
nummer ƩƩn zijn. Ik vraag de minister dan ook of hij zich echt meer gaat
inzetten ā we hebben het zojuist even gehoord in het tweeminutendebat
hiervoor ā op het terugdringen van de regeldruk. De PVV en, denk ik,
alle ondernemers in heel Nederland zijn van mening dat alle ondernemers
daar beter van worden en niet enkel een paar sectoren. Dit gaat echt
door alle lagen heen. Het betreft alle ondernemers. Het is niet meer te
doen.
Voorzitter. De PVV leest niets over de kleine ondernemers, terwijl die
veruit in de meerderheid zijn. De PVV vindt dat een gemiste kans. Het is
mooi dat de minister de focus legt op de sectoren die genoemd zijn in de
brief, maar die vinden de weg naar de politiek veelal toch wel, in
tegenstelling tot de sectoren waar veel van de kleine ondernemers onder
vallen. Ik vraag de minister in het verlengde hiervan dan ook of hij
zich in de komende demissionaire periode ook hard wil maken voor het
behoud en de versterking van de kleine ondernemers, en dit echt als
prioriteit wil meenemen in zijn economisch beleid. Ik miste dit wel een
beetje in zijn brief.
Volgende week hebben wij het commissiedebat mkb. Daarin zal dit denk ik
ook naar voren komen. Het zou mooi zijn als dit al van tevoren wordt
meegenomen in de prioriteiten van de minister. Deze ondernemers
verdienen het om meer aandacht te krijgen, ook in deze demissionaire
periode.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Meetelen. Tot slot van de zijde van de Kamer
mevrouw Inge van Dijk, fractie CDA.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel. Mijn collega van de VVD zei zojuist al: we zullen het geld
eerst moeten verdienen en dus zullen we moeten investeren. In debatten
over financiƫn die we in de Kamer voeren, praten we heel veel over
koopkrachtplaatjes. Dat is natuurlijk logisch, want wat mensen
overhouden in de portemonnee en of ze daarmee rond kunnen komen, is van
heel wezenlijk belang. Maar we praten nooit over de financiƫle baten van
investeringen. Wij vinden dat dat anders moet; vandaar de volgende
motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland de Europese 3%-doelstelling niet zal halen
bij ongewijzigd beleid;
constaterende dat deze daling mede het gevolg is van bezuinigingen op
publieke R&D, zoals het beƫindigen van de vierde en vijfde ronde van
het Nationaal Groeifonds;
constaterende dat zonder investeringen in R&D onze economische basis
verder onder druk komt te staan, wat ook onze publieke voorzieningen
raakt;
constaterende dat een recent advies van het Internationaal Monetair
Fonds (IMF) benadrukt dat publieke uitgaven aan R&D in een
kenniseconomie niet enkel als kosten, maar ook als investeringen moeten
worden gezien;
verzoekt de regering een beleidsinstrumentarium te ontwikkelen dat de
financiƫle baten van publieke investeringen op korte, middellange en
lange termijn kwantificeert;
verzoekt de regering hierbij tevens relevante deskundigheid uit de
praktijk in te zetten, zoals onderzoeksinstellingen of
praktijkexperts,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Inge van Dijk.
Zij krijgt nr. 74 (36600-XIII).
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik schors voor zeven minuten tot de beantwoording van de
zijde van het kabinet. De vergadering is geschorst.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering voor de beantwoording van de vragen en de
appreciatie van de moties van de zijde van het kabinet. Ik geef de
minister daarvoor het woord.
Minister Karremans:
Dank, voorzitter. Ik zal me niet laten verleiden tot een debatje over
welk partijprogramma nou het beste is voor de economie. Dat komt later
wel; daar ga ik me nu niet toe laten verleiden. Het is wel erg
verleidelijk, moet ik zeggen, maar dat leg ik naast me neer.
De voorzitter:
Dat merken we op.
Minister Karremans:
Wat zei u?
De voorzitter:
Dat merken we op.
Minister Karremans:
Ja, ja.
De motie-Sneller over het Code-V-rapport en over de toegang tot
financiering voor vrouwen. Ik denk dat de heer Sneller hier een terecht
punt aanhaalt. Ook in het debat heb ik er het een en ander over gezegd.
Ik vind het zelf ook een belangrijk onderwerp. Overigens had ik onlangs
ook een AI-round table met AI-ondernemers, want we zijn de AI-strategie
verder aan het verscherpen, omdat we daar ook keuzes in moeten gaan
maken; anders verliezen we namelijk per definitie, en we staan al op
enorme achterstand. Het viel natuurlijk op dat er geen vrouwen aan tafel
zaten. Een van de dingen die daar ook genoemd werden, was dat door
Techleap werd gevraagd: hoe krijgen we dat nou veel gelijker? Ik deel
dat punt dus.
Een aantal van de aanbevelingen van het Code-V-rapport waren natuurlijk
specifiek gericht op de overheid. Ook waren er heel veel gericht op
banken en op VC firms. Ten aanzien van de overheid wil ik kijken hoe ik
die aanbevelingen het beste kan implementeren, maar ik sta er positief
tegenover. Er zat er wel eentje tussen, geloof ik, die zei dat je
belastingvoordelen moet krijgen als je vrouw bent. Ik denk dat dat wat
lastig is, maar er waren er een aantal andere waarmee ik, zoals ik zo
snel even kon zien, echt wel uit de voeten kon. Met die opmerking wil ik
'm dus oordeel Kamer geven en 'm dan ook meenemen in de brief die ik
stuur over inclusieve financiering. Die verwacht de Kamer
binnenkort.
De voorzitter:
Ik zie de heer Sneller knikken. Daarmee krijgt de motie op stuk nr. 67
oordeel Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 68.
Minister Karremans:
Dan de motie op stuk nr. 68 van mevrouw Postma. Die verzoekt de regering
bij de toekenning van nationale innovatieprogramma's nadrukkelijk
rekening te houden met de regionale spreiding en de bijdrage aan
regionale werkgelegenheid en concurrentiekracht. Oordeel Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 69, voorzitter.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 68: oordeel Kamer. En de motie op stuk nr. 69?
Minister Karremans:
Ja, de motie op stuk nr. 69. Dat was de oproep van mevrouw Postma tot
"saaiheid" in het commissiedebat, om de economische
investeringsregelingen te waarborgen met een minimale zekerheidstermijn
van tien jaar en bedrijven meer zekerheid te geven. Ja, als minister van
EZ kan ik daar natuurlijk alleen maar voor pleiten, maar dat is
natuurlijk ook een politieke afspraak die we met elkaar, met de Kamer en
het kabinet, moeten maken. Dus het zit, vind ik, ook een beetje in de
"spreekt-uit-trant". Ik kan niet afdwingen dat het nu tien jaar
vaststaat. Ik zeg er wel bij, met een knipoog naar mevrouw Postma: dat
betekent dus ook dat je niet om drie uur 's nachts hele belangrijke
regelingen voor het bedrijfsleven, zoals de 30%-regeling, afschaft per
amendement! Dat helpt daar ook niet bij! Dan weet mevrouw Postma wel
waar ik het over heb. Dus dat daarover.
Even kijken, de motie op stuk nr. 70.
De voorzitter:
De appreciatie is daarmee?
Minister Karremans:
Ja, wat zal ik het eens geven? Ja, het is een beetje een soort
spreekt-uitmotie. Oordeel Kamer. Het is maar wat de Kamer er zelf mee
wil.
De voorzitter:
Maar bij spreekt-uitmoties gaat de Kamer ā¦
Minister Karremans:
Het is geen formele spreekt-uitmotie, maar ik kan niet een moratorium
afdwingen. Daar heb ik niet de wettelijke mogelijkheden voor. Met de
opmerkingen die ik daarover gegeven heb: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 69: oordeel Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 70.
Minister Karremans:
Dan de motie op stuk nr. 70 inderdaad. Ook die krijgt oordeel Kamer.
De voorzitter:
Motie ā¦
Minister Karremans:
De motie op stuk nr. 70: oordeel Kamer, met dien verstande dat de
minister van KGG inderdaad een brief zal sturen met een perspectief op
de energie-intensieve industrie op of rond Prinsjesdag. Maar de motie
zegt natuurlijk "voor", dus daar wil ik even transparant over zijn: dat
gebeurt dus niet vóór, maar op of rond Prinsjesdag.
De voorzitter:
Ik zie mevrouw Postma knikken; daarmee krijgt de motie op stuk nr. 70
oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 71.
Minister Karremans:
De motie op stuk nr. 71 van mevrouw Martens-America, over de wettelijke
mogelijkheden om iets te doen aan ons vestigingsklimaat en daar een
automatisme in te bouwen, kan ik ook oordeel Kamer geven. Overigens deel
ik de zorgen over het vestigingsklimaat.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 71 krijgt oordeel Kamer.
Minister Karremans:
Dan de motie-Thijssen op stuk nr. 72 van GroenLinks-Partij van de
Arbeid. Die vroeg om opties te inventariseren voor hoe de balans tussen
geld voor winst en geld voor lonen hersteld kan worden naar het niveau
van de jaren tachtig, en dit voor 1 november met de Kamer te delen.
Daarvan zeg ik eigenlijk: je hebt geen optimale verdeling. Je kunt dus
ook niet zeggen: daar moeten we naartoe. Dat geldt ook voor de verdeling
die er was in de jaren tachtig. Nederlanders ā ik haat het woord
"burgers" ā profiteren ook van winsten, en niet alleen omdat er sprake
is van directe afdracht aan de staatskas middels de
vennootschapsbelasting. In de afgelopen vijf jaar is de opbrengst van de
vennootschapsbelasting gestegen van 24 miljard per jaar naar 48 miljard
per jaar. Dat is ongeveer de hele Onderwijsbegroting; die kan op die
manier worden gefinancierd. Maar het is ook zo ā dat heb ik ook al
gezegd ā dat die winsten niet alleen maar belanden in de zakken van de
vesten van rijke aandeelhouders die de hele dag in driedelig pak
rondlopen en sigaren roken, zoals de karikatuur vaak is. Nee, die gaan
voor een groot deel naar pensioenfondsen ā¦
De voorzitter:
Ja, ja, ja.
Minister Karremans:
⦠waarmee heel normale Nederlanders sparen voor een goede oude dag.
De voorzitter:
We gaan naar de heer Thijssen voor ƩƩn korte interruptie.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
De minister zegt dat er geen ideale verdeling is van al het geld dat we
verdienen, als het gaat om hoeveel naar winsten gaat en hoeveel naar
lonen. GroenLinks-PvdA vindt dat daar wel iets wenselijk is. Als er 30
miljard verschuift van lonen naar winsten, vinden wij dat
onwenselijk.
De voorzitter:
En uw vraag is?
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Wij vinden het wenselijk dat er gestreefd wordt naar ongeveer de
verdeling die er was in de jaren tachtig. Als ik de ontwikkeling van de
inflatie zie en lees hoeveel mensen moeite hebben om rond te komen, snap
ik eerlijk gezegd niet dat deze minister zegt: de balans gaat wel heel
erg scheef worden. Hoewel ik niet precies weet wat de ideale verdeling
is, vind ik wel dat het nu totaal doorslaat en dat er te veel geld naar
winst gaat en te weinig geld naar lonen. Ik ga die opties toch eens
inventariseren, want de economie moet werken voor de Nederlanders.
De voorzitter:
De minister, kort.
Minister Karremans:
Even voor de duidelijkheid, voor mensen die nu kijken en denken dat er
sprake is van verschuiving van loon naar winst: dat is niet het geval.
De koek wordt groter; de economie wordt groter. Ook de lonen zijn
gestegen. Er was de afgelopen jaren sprake van positieve reƫle
loongroei. Dat betekent dat de lonen veel sterker stijgen dan de
inflatie. Dat betekent koopkrachtverbetering. We zullen de
koopkrachtplaatjes weer zien bij Prinsjesdag. Daar zal dat natuurlijk
ook weer langskomen. De koek wordt groter. Het beeld dat winsten van
bedrijven alleen maar landen bij buitenlandse aandeelhouders, klopt
niet. Voor een groot deel landen die bij pensioenen, bij mensen die
sparen voor hun oude dag. Op zich is het logisch dat de
arbeidsinkomensquote door technologie en door veranderende, verbeterde
productiviteit ook verandert. Dat is voor de economie maar goed ook.
De voorzitter:
Wat is uw appreciatie van de motie op stuk nr. 72?
Minister Karremans:
Ontraden.
De voorzitter:
Ontraden.
De motie op stuk nr. 73.
Minister Karremans:
Dat is een spreekt-uitmotie. De heer Thijssen zei het al toen ik
terugliep: daar hoef ik niks van te vinden. Dat scheelt weer.
De voorzitter:
Nee, die hoeft u niet te appreciƫren.
Tot slot de motie op stuk nr. 74.
Minister Karremans:
Mevrouw Martens-America vroeg: wat kunnen we verwachten van de
blauwdruk-Beethoven? Ik vind het een bijzonder goed voorstel van mevrouw
Martens-America om dat te gaan gebruiken, dus we zullen dat ook
uitwerken in de industriebrief, die nog richting de Kamer komt.
Dan waren er twee vragen van mevrouw Van Meetelen. Ze vroeg of het
terugdringen van regeldruk bovenaan moet staan. De aanpak komt
binnenkort richting de Kamer. Ik denk dat het een iets andere aanpak is
dan we voorheen hebben gevolgd, juist omdat de prioriteit op dat punt zo
hoog is voor mij, maar ook voor de hele Kamer, weet ik. Niemand is
namelijk voor onnodige regels. Van links tot rechts werken we daar samen
aan. Dat is er dus eentje die inderdaad bovenaan staat en waar we aan
blijven werken.
Hetzelfde geldt voor het punt over de kleine ondernemer; dat is een zeer
terecht punt. Natuurlijk spreek ik met ASML, met Philips, met Heineken ā
noem maar op ā maar ik spreek ook met de bakker, ook met de slager, ook
met de zzp'er, ook met de directeur van een klein advertentiebureautje
dat straks geen marketing voor vliegreclames meer mag doen. Grapje! Ik
spreek ook met dat soort mkb'ers. Die neem ik natuurlijk mee in mijn
beleid.
Tot slot de motie op stuk nr. 74 van mevrouw Van Dijk, over de daling
van R&D-uitgaven. Ik heb net al iets gezegd over de rol van de
overheid en het bedrijfsleven en over wat ik daarvan verwacht in de
toekomst, maar ik ben het er zeer mee eens dat dat inderdaad
gekwantificeerd moet worden, dus die motie wil ik oordeel Kamer
geven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 74: oordeel Kamer.
Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Staat van
de economie.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan meteen door ... We gaan niet meteen door, hoor ik naast me.