Tweeminutendebat Politie (CD 2/7) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D36685, datum: 2025-09-02, bijgewerkt: 2025-09-03 09:37, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-09-02 19:35: Tweeminutendebat Politie (CD 2/7) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Politie
Politie
Aan de orde is het tweeminutendebat Politie (CD d.d.
02/07).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Ik word door het lid Michon-Derkzen
aangespoord om spoedig aan te vangen, dus ik geef haar gauw het woord
voor haar inbreng namens de fractie van de VVD tijdens dit
tweeminutendebat Politie. Ik heet de minister natuurlijk van harte
welkom in ons midden. Mevrouw Michon-Derkzen.
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Dank, voorzitter. Ik heb drie moties. Ik begin gelijk.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het budget van de politie in de periode 2017 tot 2025
is gestegen van 5,5 miljard euro tot 8,2 miljard euro;
constaterende dat er desondanks nauwelijks meer blauw op straat bij is
gekomen;
constaterende dat de Kamer op veel thema's de politie ondersteunt in de
terugkeer naar de kerntaak, zoals blijkt uit de parlementaire verkenning
personen met verward gedrag;
constaterende dat de politie een interne Taskforce Ombuigingen heeft
ingesteld, waaruit blijkt dat de politie op termijn afstevent op een
tekort van 300 miljoen euro;
van mening dat de gebiedsgebonden politiezorg, openbareordehandhaving en
opsporing kerntaken van de politie zijn, waarin zichtbare politie in de
wijk een essentieel element is;
verzoekt de regering om de tekorten binnen de politie niet neer te laten
slaan op de operationele politieorganisatie en niet te bezuinigen op de
kerntaak van de politie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Michon-Derkzen, Wijen-Nass,
Eerdmans en Mutluer.
Zij krijgt nr. 1282 (29628).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de minister voornemens is om de huisvesting van de
politie op een andere manier in te regelen;
constaterende dat de financiën van de politie onder grote druk
staan;
constaterende dat het voor iedere burgemeester, in de rol van gezag,
cruciaal is om mee te beslissen over de inzet en de nabijheid van de
politie;
van mening dat nabijheid van de politie, in welke vorm dan ook, voor de
burger essentieel is;
verzoekt de regering te bewerkstelligen dat er een huisvestingsplan per
regio komt, en dat dit door de politie expliciet wordt afgestemd met de
(regio)burgemeesters en de beheerder van de politie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Michon-Derkzen, Boswijk, Van der
Werf, Wijen-Nass, Eerdmans en Mutluer.
Zij krijgt nr. 1283 (29628).
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Tot slot, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de politie gebruik gaat maken van een paal om te
bepalen wie gecontroleerd wordt;
overwegende dat de neutraliteit en professionaliteit van de politie de
achilleshiel van een goed functionerende politieorganisatie is;
van mening dat neutraliteit een absolute randvoorwaarde is voor het
gezag van en vertrouwen in de politie;
verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat bij de politie de
gedragscode lifestyle-neutraliteit in alle facetten wordt nageleefd en
dat de korpsleiding ophoudt met het inzetten van een controlepaal die
afbreuk doet aan het vertrouwen in de professionaliteit,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Michon-Derkzen, Wijen-Nass en
Eerdmans.
Zij krijgt nr. 1284 (29628).
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Michon-Derkzen.
Het woord is aan de heer Van Nispen namens de fractie van de
Socialistische Partij.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ook van mij drie moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er een groot financieel tekort is bij de nationale
politie, waardoor alle verkiezingsbeloftes over meer blauw op straat en
meer slagkracht voor de politie al bij voorbaat gebroken dreigen te
worden;
verzoekt de regering voor het jaar 2026 nu reeds een oplossing te
vinden, het financiële gat te dichten en het aan een volgend kabinet te
laten om samen met de politie tot een structurele oplossing te
komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.
Zij krijgt nr. 1285 (29628).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het belangrijk is dat de bezetting van politieteams op
orde is en blijft en vacaturestops de problemen alleen maar groter
maken;
overwegende dat de werkdruk voor de politie omlaag moet en de capaciteit
omhoog, omdat we de mensen die dit belangrijke werk doen, gezond en
veilig moeten houden;
verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de bezetting van de nationale
politie ook de formatie van de nationale politie volgt, waarbij
vacaturestops of het matigen van de instroom dus niet aan de orde kunnen
zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.
Zij krijgt nr. 1286 (29628).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de forensische geneeskunde bestaat uit de drie pijlers
forensisch medisch onderzoek, lijkschouw en arrestantenzorg, maar die
laatste taak door aanbestedingen wegvalt;
overwegende dat dit grote risico's heeft voor dit belangrijke beroep,
omdat het vak minder aantrekkelijk wordt, en zal leiden tot minder jonge
aanwas en minder kwaliteit van het werk;
verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de drie pijlers van de
forensische geneeskunde bij elkaar gehouden worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Mutluer.
Zij krijgt nr. 1287 (29628).
De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter, tot slot. Er zijn twee aangenomen moties uit het verleden.
Die hoeven niet opnieuw ingediend te worden; die horen uitgevoerd te
worden. Ik vestig daar toch nog één keer de aandacht op. Het gaat ten
eerste om de motie die de regering verzocht ervoor te zorgen dat
eventuele bezuinigingen niet ten koste gaan van het personeel, niet
leiden tot minder inzetbaarheid, minder zichtbaarheid, hogere werkdruk,
minder collega's of minder veiligheid van politiemensen; dus wat er ook
gebeurt, daar mag het niet ten koste van gaan. Dan moet er maar geld bij
of moeten er andere taken af.
Ten tweede gaat het om de motie die de regering verzocht een pas op de
plaats te maken en geen politiebureaus meer te sluiten, omdat juist de
inzetbaarheid van politieteams daarbij gebaat is en mensen de politie
nabij moeten hebben. Vanzelfsprekend eisen wij ook onverkorte uitvoering
van die motie.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de heer Boswijk namens de fractie van het
CDA.
De heer Boswijk (CDA):
Voorzitter. Om de zaak een beetje te compenseren zijn er van onze kant
geen moties. Wij hebben het in het debat voor de zoveelste keer
nadrukkelijk gehad over de bewapening van de groene boa's. Ik ben
eigenlijk benieuwd hoe het staat met de herziening van het stelsel, hoe
de boa's erbij worden betrokken en hoe snel het nu gaat gebeuren. We
hebben er namelijk heel veel moties over ingediend, die breed zijn
aangenomen. Het is mogelijk de laatste mogelijkheid dat we hier nog een
debat over hebben voor de verkiezingen. Het zou toch mooi zijn als het
wel voor de verkiezingen al geregeld zou zijn. Ik ben dus heel benieuwd
hoe de minister dat gaat fiksen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de heer El Abassi namens DENK.
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dank. Ik ga meteen maar beginnen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit het rapport van de Inspectie Justitie en
Veiligheid blijkt dat politieoptreden bij demonstraties regelmatig
escalerend werkt en dat er sprake is van willekeur in de
handhaving;
overwegende dat geweldloos protest een fundamenteel recht is in een
democratische rechtsstaat en dat de overheid ertoe gehouden is dit recht
te beschermen;
overwegende dat disproportioneel optreden van politie tegen geweldloze
demonstranten leidt tot aantasting van vertrouwen in de overheid en
uitoefening van grondrechten;
verzoekt de regering om richtlijnen vast te leggen die garanderen dat
geweldloos protest niet met disproportioneel geweld wordt beantwoord, en
deze richtlijnen actief te implementeren binnen de politieorganisatie en
handhavingspraktijk,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1288 (29628).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de heer Douwe Bob door onjuiste uitspraken van mevrouw
Yeşilgöz publiekelijk is weggezet als antisemitisch, met bedreigingen en
een vlucht uit Nederland tot gevolg;
van oordeel dat het onacceptabel is dat politici burgers onterecht
stigmatiseren en zo hun veiligheid in gevaar brengen;
spreekt uit dat een dergelijke handelwijze onwaardig is en geen plaats
heeft in ons parlement,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1289 (29628).
De heer El Abassi (DENK):
Dan de laatste, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de heer Wilders in de Kamer onjuiste en
stigmatiserende uitspraken heeft gedaan over de zaak-Lisa;
constaterende dat deze uitspraken onnodig onrust hebben veroorzaakt en
groepen mensen ten onrechte in verband hebben gebracht met ernstige
misdrijven;
overwegende dat het stigmatiseren van bevolkingsgroepen haaks staat op
de verantwoordelijkheid van een Kamerlid en de waardigheid van het
parlement;
spreekt uit dat de Kamer het ontoelaatbaar acht dat een Kamerlid
bevolkingsgroepen stigmatiseert en daarmee het vertrouwen in de
rechtsstaat ondermijnt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1290 (29628).
De heer El Abassi (DENK):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Wijen-Nass, BBB. Gaat uw gang.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Tijdens het commissiedebat heb ik
aandacht gevraagd voor de schokkende cijfers over de lhbtiq+-acceptatie
in Amsterdam. De cijfers laten namelijk zien dat de acceptatie onder
jongeren dramatisch is teruggelopen. Tijdens het commissiedebat leek de
minister dit onderwerp niet helemaal tot zijn verantwoordelijkheid te
rekenen. Hij schoof het vooral richting staatssecretaris Paul, maar hij
gaf wel aan in gesprek te willen gaan met burgemeester Halsema om te
horen welke aanpak zij voor ogen heeft. Ik wil vandaag graag van de
minister horen wat er uit dat gesprek gekomen is. Welke concrete stappen
gaat het gemeentebestuur van Amsterdam zetten om deze negatieve trend te
keren? En vooral: welke rol ziet de minister voor zichzelf en voor het
Rijk om ervoor te zorgen dat vrijheid en acceptatie ook in onze
hoofdstad weer vanzelfsprekend zijn?
Dan heb ik nog één motie, meneer de voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vrijheid en gelijke behandeling kernwaarden zijn van
de Nederlandse samenleving;
overwegende dat deze waarden onder druk staan nu in de hoofdstad de
acceptatie van lhbt-personen drastisch afneemt onder jongeren, waaronder
jongeren met een migratieachtergrond;
overwegende dat het waarborgen van lhbtiq+-acceptatie zowel een lokale
als een nationale verantwoordelijkheid is;
verzoekt de regering om in al het veiligheids- en integratiebeleid
expliciet aandacht te besteden aan het bevorderen van
lhbtiq+-acceptatie, waaronder aandacht voor jongeren met een
migratieachtergrond,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wijen-Nass.
Zij krijgt nr. 1291 (29628).
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Mutluer van de fractie van
GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Tijdens het politiedebat hebben we het nadrukkelijk
gehad over de enorme financiële druk op de politie en de tekorten die
zijn opgelopen tot miljoenen, met daarnaast een hoog ziekteverzuim,
krakende opsporing, wijkagenten die verdwijnen en groeiende cybercrime.
De minister gaf tijdens het debat aan dat de overgebleven bezuinigingen
van 300 miljoen in 2026 de basisteams niet zouden raken. Mijn concrete
vraag is: wat dan wel? Want laten we eerlijk zijn: wie snijdt in ICT,
opleidingen of personeelszorg, raakt uiteindelijk wel degelijk de
agenten op straat. Daarom hebben wij eerder een voorstel van de collega
van de SP gesteund. Daarom dienen we samen met de VVD vandaag een motie
in, om te voorkomen dat tekorten neerslaan op de kerntaken van de
politie. Ik wil eigenlijk nog eens van deze minister weten welke
inspanningen hij richting de begroting heeft gepleegd om dit zo goed
mogelijk aan te pakken.
Voorzitter. Verder heb ik nog één motie. Die gaat over coldcasezaken.
Daar hebben we ons behoorlijk hard voor gemaakt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat te veel levensdelicten en ernstige zedendelicten
onopgelost blijven;
overwegende dat de aanpak van cold cases nu per eenheid verschilt en
daardoor ongelijk en versnipperd is;
van mening dat de volgende punten aan een betere aanpak van cold cases
kunnen bijdragen:
een betere en meer uniforme aanpak in politieteams, waarbij in iedere eenheid een basisvoorziening met expertise aanwezig is en nabestaanden en achterblijvers structureel ondersteund worden;
landelijke coördinatie en registratie in een centrale database;
een protocol voor het selecteren van kansrijke zaken;
structurele opleiding en specialisatie in cold cases binnen de recherche;
intensievere samenwerking met universiteiten, hogescholen en oud-rechercheurs;
verzoekt de regering bovenstaande punten samen met de praktijk uit te
werken en om te zetten in beleid met betrekking tot de aanpak van cold
cases,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.
Zij krijgt nr. 1292 (29628).
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Daar hebben we al een eigen initiatiefvoorstel voor gemaakt. Dat wil ik
met alle liefde aan deze, helaas vertrekkende, minister meegeven, zodat
hij dat kan overdragen aan de nieuwe bewindspersoon. Ik weet even niet
hoe ik het moet doen.
De voorzitter:
U mag het overhandigen aan de bode …
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Via de bode. Dank u wel.
De voorzitter:
… die dat vervolgens doorgeleidt naar de minister, die daar ongetwijfeld
in zijn termijn nog op zal terugkomen. Dank u wel. We gaan naar de heer
Six Dijkstra namens de fractie van NSC.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Dit keer geen moties van mijn hand. Ik had nog
wel een vraag aan de minister. Tijdens het commissiedebat ben ik in mijn
inbreng ingegaan op de verkenning naar bad hosting, een doorn in het oog
van onze politie als het gaat om het opsporen van gedigitaliseerde
criminaliteit en cybercriminaliteit. Er zijn mooie aanknopingspunten uit
de verkenning gekomen. De minister heeft ook toegezegd die om te zetten
in een plan van aanpak. Ik was benieuwd of hij al iets meer kan
vertellen over wanneer wij dat plan van aanpak ongeveer kunnen
verwachten. Kan hij nader ingaan op de vraag of hij alle maatregelen
uiteindelijk wil gaan uitwerken of dat er specifieke maatregelen zijn
die wel of niet worden meegenomen, voor zover hij daar nu al iets over
kan zeggen?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Eerdmans, JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank u wel. Na het politiedebat heb ik drie moties van de
kant van JA21.
De eerste.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de politie kampt met grote financiële tekorten, tot
300 miljoen euro per jaar in 2030;
constaterende dat vanwege duurzaamheidseisen de politie kampt met nog
hogere huisvestingskosten;
verzoekt het kabinet de politie vrij te stellen van
duurzaamheidsverplichtingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 1293 (29628).
De heer Eerdmans (JA21):
De tweede motie is opgesteld naar aanleiding van het rapport van de
Rekenkamer waaruit blijkt dat er op grote schaal al jarenlang, en dus
niet alleen door deze minister, wordt geblunderd met de administratie.
Dat is een algemeen probleem waar we het vaker over hebben gehad het
afgelopen jaar, maar dat nog steeds leidt tot bizarre problemen,
waaronder het volgende. Daarbij doe ik een voorstel om dat tegen te
gaan.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Algemene Rekenkamer heeft geconcludeerd dat dankzij
administratieve chaos bijna 900 verdachten mogelijk hun straf ontlopen,
waaronder plegers van zeden- en geweldsmisdrijven;
verzoekt het kabinet snel een plan voor verbetering op te stellen,
waardoor deze verdachten alsnog hun gerechte straf niet ontlopen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 1294 (29628).
De heer Eerdmans (JA21):
De laatste gaat over Schiphol.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de rechter heeft geoordeeld dat het toegangsverbod
voor XR-demonstranten op Schiphol een "ontoelaatbare inperking" is van
het demonstratierecht;
constaterende dat relschoppers die de orde op een luchthaven willen
verstoren en deze onveilig maken, niets te zoeken hebben op een
vliegveld;
verzoekt het kabinet in de komende wijziging van de Wet openbare
manifestaties een toegangsverbod voor Schiphol mee te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 1295 (29628).
Eén interruptie van mevrouw Michon-Derkzen.
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Ik zou graag via de heer Eerdmans iets aan de minister willen vragen. Ik
ga dat als volgt doen. Is de heer Eerdmans het met mij eens dat het goed
zou zijn dat we nog in september het ongelofelijk lang op zich laten
wachtende WODC-rapport over demonstraties krijgen? Vanmiddag deed
mevrouw Van der Plas nog het verzoek om voor het verkiezingsreces een
debat te houden. Ik zou daar graag dit punt over het demonstratierecht
bij willen betrekken, en ook het WODC-rapport. Ik hoop dat ik dat via
deze interruptie aan de minister kan vragen.
De voorzitter:
Creatief.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, mooi: creatief en ondersteunend. Ik geleid het dus graag door naar
de minister. En ja, een debat is prima, maar we hebben vooral behoefte
aan dat rapport, want daar zit ook de gezichtsbedekkende kleding bij.
JA21 vraagt er al langere tijd om; daar moet nu toch eindelijk eens wat
mee gebeuren. Ik hoop dat de minister ook het punt rond Schiphol niet
zal verdagen, maar de kans is groot dat het ook wordt meegenomen in het
WODC-rapport. We wachten er echt al te lang op. Ik zou willen dat
Schiphol niet vogelvrij is voor activisten tot die tijd. Daar dus graag
een reactie op.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot slot, de laatste maar niet de minste spreker van de
zijde van de Kamer, mevrouw Van der Werf namens de fractie van D66.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Voorzitter. Wat een prachtig begin van een lange avond. Ik zal het kort
houden. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat signalen van huiselijk geweld, stalking, intieme
terreur en femicide nog te vaak worden gemist, ook door belangrijke
ketenpartners zoals de politie;
overwegende dat het tijdig herkennen en oppakken van deze signalen
cruciaal is om slachtoffers beter te beschermen en ernstige escalatie,
waaronder femicide, te voorkomen;
overwegende dat politiemedewerkers eerder verplicht zijn getraind in
onder andere slachtofferrechten, en dat bijscholing een goed middel is
om bewustzijn en handelingsvaardigheid te vergroten;
verzoekt de regering te onderzoeken of verplichte bijscholing over het
herkennen van en handelen bij huiselijk geweld, stalking, intieme
terreur en femicide voor politiemedewerkers mogelijk is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Werf, Mutluer en
Michon-Derkzen.
Zij krijgt nr. 1296 (29628).
Dank u wel, mevrouw Van der Werf. Ik schors zeven minuten. Daarna volgt de appreciatie van de ingediende moties.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. We gaan luisteren naar de minister voor de
beantwoording van de gestelde vragen en de appreciatie van de ingediende
moties. Het woord is aan de minister.
Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Dank aan de leden voor hun moties, die ik allemaal
kort zal langslopen in deze beantwoording.
Ik begin met de motie op stuk nr. 1282 van mevrouw Michon-Derkzen. Die
kan ik oordeel Kamer geven, maar ik geef er wel een kleine appreciatie
bij. Ik heb uw Kamer in juni vermeld dat ik in ieder geval kom met een
sluitende begroting voor 2026, maar ik heb wel een knip gemaakt tussen
het jaar 2026 en het jaar 2027 en verder. Op dit moment staat er in de
conceptbegroting, die nu bij de Raad van State ligt, een stelpost die
uiteindelijk, in overleg met de regioburgemeesters in het LOVP, de
politie en het ministerie, zal worden uitgewerkt in opties voor de jaren
daarna, die de operationele capaciteit ook zo veel mogelijk zullen
ontzien. In die zin zie ik uw motie ook als een aansporing voor die
jaren, maar de ontwerpbegroting die u krijgt en die nu voor Prinsjesdag
voorligt, ziet alleen op 2026. Als ik de motie zo mag lezen, met een
knip …
De voorzitter:
Dat mag ook non-verbaal, mevrouw Michon-Derkzen. Nee? Mevrouw
Michon-Derkzen.
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
We gaan afwachten hoe de Kamer over deze motie gaat stemmen. Maar anders
is dit het uitgangspunt vanuit de Kamer, ook voor de begrotingen van
volgend jaar. Dan heb ik alle respect voor alle ingewikkeldheden die dat
met zich meebrengt, maar het lijkt me ook goed dat de politie en de
beheerder van de politieorganisatie weten wat het kader is vanuit de
Kamer.
De voorzitter:
En wat betekent deze interruptie voor de appreciatie, vraag ik even aan
de minister.
Minister Van Weel:
Als ik de motie mag zien als een aansporing, en zo hoor ik de woorden
van mevrouw Michon nu ook, dan kan ik 'm oordeel Kamer geven. Dat laat
ik dus zo.
De voorzitter:
Mevrouw Michon-Derkzen knikt instemmend. Daarmee krijgt de motie op stuk
nr. 1282 oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 1283.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1283 is ook van mevrouw Michon-Derkzen en gaat over
de huisvesting. Die motie geef ik oordeel Kamer. De motie heeft mijn
sympathie, omdat deze het belang benadrukt van de rol die
regioburgemeesters moeten spelen bij de huisvesting van de politie en
van het huisvestingsbeleid. Met inachtneming van ieders rol geef ik deze
motie oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1283: oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 1284.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1284 van mevrouw Michon-Derkzen gaat over de paal.
Die geef ik oordeel Kamer, maar ik geef er wel wat duiding bij. De motie
spreekt over de gedragscode lifestyle-neutraliteit, maar die gaat over
hoe agenten zich uitdossen dan wel gedragen. Die gaat dus over het
gebruik van bepaalde sieraden, uitingsvormingen et cetera. Die heeft dus
niet zo zeer te maken met het etnisch neutraal profileren. Deze paal
betreft aselecte controles bij preventieve fouilleeracties, en dat is
een ander onderwerp. Maar ik snap de motie wel, en ik snap ook het
commentaar dat hierop komt, alsof politieagenten niet te vertrouwen
zouden zijn op hun neutraliteit en hun eigen kennis bij het inzetten van
die paal. Ik zeg daarbij dat de inzet van de paal facultatief is. Het is
dus aan gemeenten zelf om te besluiten of ze dat willen doen of niet. De
paal vervangt de agent op geen enkele wijze. De agent kan nog steeds
overgaan tot preventief fouilleren, ook als de paal vindt van niet, op
het moment dat hij denkt dat daar aanleiding toe is.
De voorzitter:
Ik zie dat mevrouw Michon-Derkzen daarmee kan instemmen. Daarmee is de
motie op stuk nr. 1284 …
Minister Van Weel:
Nog één ding. Ik ga wel in overleg met het LOVP en de korpsleiding over
hoe zij dit zien bij het gebruik van paal.
De voorzitter:
Maar u geeft een interpretatie aan de motie. Mevrouw Michon-Derkzen
blijft zitten. Ik zie twee leden bij de microfoon, maar ik wil eigenlijk
alleen ruimte geven voor een interruptie aan indieners van de motie. Dat
kan niet? Nou, dat kan wel, want ik ga over de orde van deze
vergadering.
De heer Van Nispen (SP):
Dan maak ik een punt van orde.
De voorzitter:
Ik wijs ook op het vervolg van deze avond. Een punt van orde mag u
maken, meneer Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
Nou, voorzitter, dit is toch echt richting u. Ik wil mijn fractie kunnen
adviseren over hoe te stemmen over een motie waarin staat wat er staat,
maar waaraan de minister een heel andere interpretatie geeft. Ik hecht
er dus aan om daar een vraag over te kunnen stellen. Ik zal het kort
houden.
De voorzitter:
Meneer Van Nispen, heel kort. We gaan het debat niet heropenen.
De heer Van Nispen (SP):
Nee, want hier is het debat ook niet over gegaan. Die controlepaal is
iets nieuws van de afgelopen tijd. Daarom mag ik daar nu gelukkig een
vraag over stellen.
De voorzitter:
Ja.
De heer Van Nispen (SP):
Dank daarvoor. In de motie staat niet alleen de gedragscode
lifestyle-neutraliteit, waarop de minister net de nadruk legde, maar ook
het verzoek dat de korpsleiding ophoudt met het inzetten van een
controlepaal. Daarover zegt de minister net: dat is aan de gemeentes.
Daarmee hoor ik hem eigenlijk zeggen: dat is niet aan de korpsleiding.
Maar de motie krijgt oordeel Kamer. Dat kan ik niet met elkaar rijmen.
We moeten hier wel in zuiverheid weten waar we over stemmen.
Minister Van Weel:
De hele zin luidt "dat de korpsleiding ophoudt met het inzetten van een
controlepaal die afbreuk doet aan het vertrouwen in de
professionaliteit". Ik heb willen beoordelen dat de controlepaal de
professionaliteit absoluut niet dient te vervangen, dat voor agenten nog
steeds alle vrijheid bestaat om, als zij dat nodig achten, over te gaan
tot het controleren van bijvoorbeeld een voertuig, ongeacht de
controlepaal, en dat ik in overleg ga met de korpsleiding over de inzet
hiervan. Dus in die zin interpreteer ik hem inderdaad wel anders dan het
dictum van de motie vraagt.
De heer El Abassi (DENK):
We hebben het hier in het debat inderdaad helemaal niet over gehad, dus
de motie komt echt uit het niets. De motie is gewoon heel duidelijk. Die
zegt: ophoudt met het inzetten van een controlepaal die afbreuk doet aan
het vertrouwen in de professionaliteit. Ik snap niet dat de minister
deze motie oordeel Kamer geeft. We weten precies waar zo'n paal voor
bedoeld is, namelijk om te voorkomen dat er bijvoorbeeld etnisch
geprofileerd wordt. De minister zegt het over te laten aan de gemeentes,
maar geeft de motie tegelijkertijd toch oordeel Kamer. Ik snap het ook
echt niet.
Minister Van Weel:
Dat is omdat ik de stelligheid van het dictum bestrijd, namelijk dat
inzet van die controlepaal afbreuk doet aan het vertrouwen in de
organisatie. Ik denk dat ik voldoende duiding heb gegeven. Als u daarmee
denkt dat u dan tegen de motie moet stemmen, dan moet u dat uiteraard
doen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1285.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1285 van de heer Van Nispen gaat ook over de
politiebegroting, en dan over het jaar 2026. Die motie kan ik oordeel
Kamer geven, want zoals ik net heb gesteld, zal ik voor Prinsjesdag
komen met een sluitende begroting voor 2026, waarin deze factoren
allemaal zijn meegenomen. Dus met die uitleg geef ik 'm oordeel
Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1285: oordeel Kamer.
Minister Van Weel:
Dat is ook meteen het antwoord op mevrouw Mutluer en anderen. Voor 2027
en verder gaat het proces nu pas lopen tussen de korpsleiding, de
regioburgemeesters en het ministerie. We hebben gelukkig nog even tijd
voordat we dat zullen moeten afhandelen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1286.
Minister Van Weel:
Van de heer Van Nispen. Die moet ik ontraden, om dezelfde reden die ik
net gaf. We zullen meerjarig echt nog keuzes moeten maken. De
overwegingen in het dictum hier geven te weinig ruimte om die keuzes in
vrijheid te kunnen maken.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1286 is ontraden. Een interruptie van de heer Van
Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
Dat vind ik opmerkelijk, want dat betekent dus eigenlijk dat de minister
nu de ruimte vraagt van de Kamer om ofwel te zeggen dat de bezetting van
de nationale politie niet hetzelfde is als de formatie van de nationale
politie, ofwel om vacaturestops te overwegen, of om misschien de
instroom bij de politie te gaan matigen, dus bij de opleidingen. Volgens
mij strookt dat niet met het debat met de Kamer, de aangenomen motie van
mij die er al ligt en de motie van mevrouw Michon-Derkzen die aangenomen
gaat worden. Die zeggen juist in alle toonaarden: zorg ervoor dat er
voldoende operationele capaciteit blijft. Op welk onderdeel van deze
motie wil de minister ruimte houden? Wil hij vacaturestops? Wil hij in
de toekomst de instroom matigen? Wat wordt het dan?
Minister Van Weel:
Ik heb juist duidelijk gemaakt in mijn brief in juni dat ik die keuze
helemaal nog niet gemaakt heb voor 2027 en verder, omdat dat niet past
bij het demissionaire karakter van het kabinet. Er is namelijk een
diepgaander gesprek nodig tussen de korpsleiding, het ministerie en de
politie om te kijken hoe wordt omgegaan met het nu dreigende tekort op
de politiebegroting. Dat kan allerlei vormen gaan krijgen, en de
uitkomsten daarvan ook. U vraagt nu bijvoorbeeld dat de bezetting en de
formatie gelijk zijn. Dat zijn ze bij de politie de afgelopen tien jaar
nooit geweest. We hebben altijd te maken gehad met een onderbezetting
ten opzichte van de formatie. Het kan best zijn dat je dat in sommige
werksoorten die niet bijdragen aan de operationele capaciteit planmatig
even in stand wil houden om een tekort op de begroting in te lopen. Dat
kan ook gelden voor een tijdelijke vacaturestop op bepaalde vacatures
die niet direct bijdragen aan het operationele product. Die keuzes gaan
echt nog gemaakt worden. U zet hiermee net te veel tollen vast om een
opvolger of een volgend kabinet daar enige vrijheid in te geven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1286 is ontraden.
Minister Van Weel:
Vandaar dat ik de motie van mevrouw Michon als aansporing wel kan delen
en deze niet.
De voorzitter:
We gaan naar de motie op stuk nr. 1287.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1287 is ook van de heer Van Nispen. Hier hebben we
vaak over gesproken. Deze is echt ontijdig, nog steeds. We hebben een
eerste uitspraak gehad van de voorzieningenrechter. De kortgedingrechter
heeft daarbij geoordeeld dat de vergunning in stand blijft. Daarmee zou
een einde gekomen kunnen zijn aan deze episode, maar twee hebben er
begin augustus opnieuw beroep aangetekend tegen die uitspraak, dus het
is nog steeds onder de rechter. Daarom ga ik hier nu geen uitspraak over
doen. Daarom ga ik er hier nu geen uitspraak over doen.
De voorzitter:
Op basis van deze appreciatie vraag ik de heer Van Nispen of hij bereid
is om deze motie aan te houden. Dat is hij niet. Daarmee krijgt zij de
appreciatie "ontijdig". Dan de motie op stuk nr. 1288.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1288 van de heer El Abassi ga ik ontraden. Ik ben
het gewoon niet eens met de overwegingen die in deze motie staan. Daarom
kom ik ook niet toe aan het dictum.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1288: ontraden.
De motie op stuk nr. 1289 is een spreekt-uitmotie. Dat geldt ook voor de
motie op stuk nr. 1290.
Dan komen we bij de motie op stuk nr. 1291 van mevrouw Wijen-Nass.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1291 kan ik oordeel Kamer geven. Ik geef daar een
korte duiding bij. Iedereen moet veilig zijn en je moet kunnen houden
van wie je wil. Dat staat als een paal boven water. We vinden het
belangrijk om niet alleen in het veiligheids- en integratiebeleid
aandacht te besteden aan de acceptatie van lhbtiq+, maar in elk beleid
en de wetgeving van alle ministeries. Daarom komt er ook een vervolg op
het Actieplan Veiligheid lhbti 2019-2022. Dat richt zich op het
verminderen van geweld en discriminatie tegen deze groepen. Oordeel
Kamer.
De voorzitter:
Ik zie mevrouw Wijen-Nass knikken. Zij kan dus leven met de
interpretatie en daarmee krijgt de motie op stuk nr. 1291 oordeel
Kamer.
Meneer El Abassi, heeft u een vraag over deze motie of een vorige? Deze
motie? Een enkele interruptie. Gaat uw gang.
De heer El Abassi (DENK):
Ik schrik ervan dat de minister hierop oordeel Kamer geeft. Wat vindt de
minister van wat er na de komma staat, namelijk "waaronder aandacht voor
jongeren met een migratieachtergrond". Ik weet dat het vaak mannen zijn,
vaak mensen die bekend zijn in het gevangeniswezen en mensen met een
lage sociaal-economische status. Maar deze link heb ik niet eerder
gezien. Ik hoor de minister daar niet over.
Minister Van Weel:
Ik kan leven met de formulering "waaronder aandacht voor jongeren met
een migratieachtergrond".
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1292 van mevrouw Mutluer.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1292: dank voor uw plan. Ik ga daar met interesse
naar kijken. Ik geef 'm ook graag oordeel Kamer. Ik ga wel met dit plan
naar de politie toe, want ik moet natuurlijk met hen bespreken wat
hiervan uitvoerbaar is en wat niet. Dan komen wij terug met een reactie.
Maar dank voor uw plan. Ik geef de motie oordeel Kamer.
De voorzitter:
Mevrouw Mutluer. Uw motie krijgt oordeel Kamer. Dat leidt toch tot een
interruptie.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Nee. Ik hoorde de minister daarna duidelijk aangeven dat hij erop
terugkomt. Ik wil dat wel al vastgelegd hebben en dus een soort
indicatie wanneer we daar dan iets van terugzien.
Minister Van Weel:
Tweede halfjaarbericht van de politie.
De voorzitter:
Kijk, u wordt op uw wenken bediend. De motie op stuk nr. 1292: oordeel
Kamer.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1293 gaat over duurzaamheidsverplichtingen.
Daarover zeg ik via u, voorzitter, tegen de heer Eerdmans: dat zijn
wettelijke verplichtingen. Daar komen wij niet onderuit. We kunnen daar
niet zomaar vrijstellingen voor geven. Ook de politie moet net als
andere overheidsdiensten voldoen aan de energielabel C-verplichting,
maar in de uitvoering wordt natuurlijk wel gekeken naar de tijdigheid
daarvan, zodat we niet extra kosten maken op momenten dat dat niet nodig
is. Het is geen doel op zich.
De voorzitter:
Welke appreciatie hoort daarbij?
Minister Van Weel:
Dus die moet ik ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1293 is ontraden.
Dan de motie op stuk nr. 1294.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1294 over zedenmisdadigers geef ik oordeel Kamer.
De voormalige staatssecretaris Rechtsbescherming heeft in het debat van
11 juni toegezegd om medio september de voortgang van de aanpak ook met
de Kamer te zullen delen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1294 oordeel Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 1295.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1295. Ik denk dat velen met bijzondere interesse
hebben gekeken naar klimaatactivisten die toch willen vliegen vanaf
Schiphol. Laat ik me neutraal uitdrukken. Ik snap uw wens hierbij. Ik
snap ook dat u met smart wacht op het WODC-rapport. Dat WODC-rapport
hebben wij nog niet. Dat heeft helaas vertraging opgelopen. Ik kan dat
ook niet anders maken. Dat betekent dat ik op dit moment met die motie
niks kan en dat die ontijdig is, maar ik zou u zeker willen aanraden om
die, wanneer het onderzoek daar is, opnieuw daarbij in te dienen als een
van de overwegingen.
De voorzitter:
Dan is de vraag aan de heer Eerdmans of hij bereid is om de motie aan te
houden.
De heer Eerdmans (JA21):
Nee, zeker niet en ik wou graag de minister vragen wat hij er dan van
vindt dat Extinction Rebellion heeft aangegeven op 24 oktober de
grootste demonstratie ooit áchter de beveiliging van Schiphol te willen
uitvoeren. Een massa-actie wordt aangekondigd, juist door die uitspraak
van de rechter, dus ik maak me er denk ik met meerdere mensen in de
Kamer zorgen over dat het gigantisch uit de hand kan lopen. Ik vraag me
af of de minister, wachtend op het WODC-rapport, daar iets tegen wil
doen. We gaan Schiphol toch niet vogelvrij verklaren voor activisten die
denken dat het leuk is om de orde te verstoren op een vliegveld?
Minister Van Weel:
Schiphol "vogelvrij" is op zich wel een goed idee, maar zeker niet voor
activisten. Dat ben ik helemaal met u eens. Het is bovendien verboden om
ongeautoriseerd achter de beveiliging en de marechaussee te komen. Dat
is verboden. Daarom is het ook niet toegestaan om daar te komen
demonstreren, ook niet in oktober. De uitspraak van de rechter geeft
daar ook geen enkele uitzondering voor. We zullen dat dus met man en
macht voorkomen en ik weet dat Schiphol dat ook voornemens is.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1295: ontijdig.
Dan gaan we tot slot naar de motie op stuk nr. 1296.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1296 van mevrouw Van der Werf gaat over huiselijk
geweld. We hebben het daar vandaag al over gehad. Het gaat hier over een
verplichte cursus. Ik geef deze motie oordeel Kamer omdat dit absoluut
past binnen datgene wat wij willen doen. Alle politiemedewerkers leren
tijdens de basispolitieopleiding hoe te handelen bij huiselijk geweld,
stalking en intieme terreur en femicide. Daarnaast wordt er ook gewerkt
aan bijscholing. Ik geef de motie dus oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1296: oordeel Kamer.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Dank aan de minister. Ik hecht eraan om nog even te vermelden dat dit
een idee en een plan is dat vanuit de politie zelf komt. Dus voor wie
dit debat volgt: dit is echt een heel mooi en goed idee van agenten. Het
is goed dat we dat als politiek via de minister van harte
ondersteunen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we aan het einde gekomen van de appreciatie van de
moties. Maar er zijn nog wel twee vragen te beantwoorden. Daarvoor geef
ik de minister de gelegenheid.
Minister Van Weel:
Ik had inderdaad nog twee vragen. De heer Six Dijkstra vroeg wanneer hij
het plan van aanpak kan ontvangen. In de brief hebben wij in antwoord op
de verkenning aangegeven dat dit volgend jaar komt. Daar wordt aan
gewerkt. Een aantal van die zaken wordt al met grotere spoed opgepakt;
daarvoor hoeven we niet te wachten op het plan van aanpak.
Wat betreft de groene boa's en de herziening van het boa-bestel hoop ik
dat dit nog naar de Kamer kan komen voordat de Kamer met
verkiezingsreces gaat. Dat is in ieder geval het streven op dit moment.
Laat ik u wat betreft groene boa's alvast het volgende vertellen. Ik heb
de Kamer al toegezegd dat ik de kan-bepaling ga laten vervallen. Ik weet
dat dit een van de belangrijke punten was rond de wens tot bewapening
van groene boa's.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit
tweeminutendebat Politie. Nee, toch niet. Mevrouw Wijen-Nass heeft nog
een laatste vraag.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Ja. Ik had voordat ik mijn motie indiende nog een vraag gesteld over het
gesprek dat de minister zou voeren met de burgemeester van Amsterdam.
Daar heb ik geen antwoord op gekregen.
Minister Van Weel:
Nee, dat gesprek heeft nog niet plaatsgevonden. Ik zou willen toezeggen
om dat te gaan doen, maar voor mij zelf is het misschien niet haalbaar
om dat nog in deze functie te doen. Maar ik zal dit zeker doorgeven aan
mijn opvolger.
De voorzitter:
Daarmee zijn we wel echt aan het einde gekomen van het tweeminutendebat
Politie.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik schors een enkel ogenblik. Ik dank de minister voor zijn
aanwezigheid. Hij blijft bij ons, want na heropening van de vergadering
gaan wij verder met de Wet strafbaarstelling conversiehandelingen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.