[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over PFAS in particuliere kippeneieren (Kamerstuk 35334-361)

Problematiek rondom stikstof en PFAS

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2025D36827, datum: 2025-09-03, bijgewerkt: 2025-09-04 17:02, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35334 -412 Problematiek rondom stikstof en PFAS.

Onderdeel van zaak 2025Z15927:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 412 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 3 september 2025

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de staatssecretaris Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 april 2025 inzake PFAS in particuliere kippeneieren1.
De vragen en opmerkingen zijn op 4 juni 2025 aan de staatssecretaris Volksgezondheid, Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 3 september 2025 zijn de vragen beantwoord.

Voorzitter van de commissie,

Mohandis

Adjunct-griffier van de commissie,

Heller

Inhoudsopgave

  1. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

  1. Reactie van de staatssecretaris

  1. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief ‘PFAS in particuliere kippeneieren’ en hebben hier geen verdere vragen of opmerkingen over.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris. Genoemde leden vinden het advies erg vervelend voor hobbyhouders met kippen en hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.

De leden van GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de beantwoording op schriftelijke vragen van het Lid Flach dat ‘Het RIVM-rapport onderdeel is van een langer lopend onderzoekstraject met als doel de bronnen van verhoogde PFAS-gehaltes in eieren te achterhalen. Aspecten zoals genoemd in uw vraag worden hierbij meegenomen.’ 2 Wanneer komt dit bredere rapport? Tevens lezen deze leden dat dit vergaande advies eerst enkel voor de regio Chemours gold, maar nu is uitgebreid naar heel Nederland. Is het mogelijk om per regio te gaan onderzoeken hoe het staat met de PFAS-gehaltes in particuliere kippeneieren, zodat er ook per regio een advies gegeven kan worden? In dat geval is het advies minder generiek en kunnen hobbyhouders met kippen weer perspectief krijgen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie begrijpen dat hobbyboeren hun eieren kunnen laten testen op PFAS. Welke kosten zijn hieraan verbonden? Wordt dit gedaan bij commerciële partijen of is dit vanuit een overheidsinstantie? Worden de testresultaten ook gebruikt om bredere conclusies te trekken over PFAS in Nederland? Deelt de staatssecretaris het principe van de ‘vervuiler betaald’? Is de staatssecretaris het eens dat de uitstoters van PFAS ook verantwoordelijk zijn voor de schade en dus ook voor het feit dat er een negatief advies is voor het eten van eieren van hobbyboeren? Gaat de staatssecretaris zich inspannen om deze testkosten op vervuilers te verhalen?

PFAS in eieren past in het breder probleem van PFAS-uitstoot in Nederland. Welke concrete stappen gaat de staatssecretaris nemen om de PFAS-uitstoot in Nederland naar beneden te krijgen? En hoe dragen die stappen bij aan het naar beneden krijgen van PFAS-gehaltes bij eieren van hobbyhouders met kippen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over PFAS in particuliere kippeneieren. Zij vinden het belangrijk dat de risico’s van blootstelling aan (teveel) PFAS serieus worden genomen maar hechten ook waarde aan het voorkomen van onnodige onrust in de samenleving. Zij hebben daarom nog enkele vragen.

Zoals het RIVM-rapport aangeeft, krijgen mensen al veel PFAS binnen via voedingsmiddelen en water. De leden van de VVD-fractie vragen daarom wat de reden is dat er nu voor particuliere kippeneieren een apart consumptieadvies wordt gegeven. Hoe past dit advies binnen het totale beleid van dit kabinet om uitstoot en verspreiding van PFAS tegen te gaan?

Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie hoe ervoor wordt gezorgd dat consumptieadviezen proportioneel blijven, zeker wanneer er nog onzekerheid bestaat over de bron van vervuiling en verklarende factoren voor de gevonden concentraties.

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben met bezorgdheid kennisgenomen van de brief over PFAS in particuliere kippeneieren. Deze leden vinden het belangrijk dat de gezondheid van burgers beschermd wordt door de blootstelling aan PFAS-stoffen en de ophoping daarvan in het lichaam zoveel mogelijk te beperken. Zij zijn blij met de inzet van Nederland om in Europees verband een verbod op PFAS te bewerkstelligen. Met betrekking tot het rapport uit de brief en het voorstel op het Europese verbod op PFAS hebben deze leden daarom de volgende vragen.

De leden van de NSC-fractie lezen dat de eieren in het RIVM-rapport rauw zijn geanalyseerd op PFAS. Zijn er aanwijzingen dat het gehalte PFAS anders zou zijn wanneer deze eieren verhit zouden worden, zoals veelal gebruikelijk bij de consumptie van eieren? Is dit te onderzoeken? Hoe zou dit de voorlichting vanuit het kabinet en het Voedingscentrum veranderen mocht het PFAS-gehalte in verhitte eieren hoger/lager liggen dan in rauwe eieren?

De leden van de NSC-fractie lezen verder dat één van de aannames in het RIVM-rapport is dat een ei gemiddeld vijftig gram weegt. Hoe realistisch is deze aanname, gezien ander onderzoek naar de verdeling van het gewicht van eieren? 3 In hoeveel regio’s zouden mensen überhaupt nog maximaal één of meer eieren kunnen eten wanneer het gewicht van eieren in de berekening van het PFAS-gehalte wordt bijgesteld?

De leden van de NSC-fractie vragen de staatssecretaris waarom maar 18 soorten PFAS zijn getest in het RIVM-rapport als volgens het Voedingscentrum bekend is dat er meer dan 4700 soorten PFAS zijn.

De leden van de NSC-fractie willen graag ook breder kijken dan alleen blootstelling aan PFAS via hobbyeieren. Kan de staatssecretaris komen met een lijst met voedingsmiddelen met de meeste PFAS per gram aan voedingsmiddel? Is de staatssecretaris in gesprek met het Voedingscentrum over de voorlichting van PFAS in al deze voedingsmiddelen?

Daarnaast maken de leden van de NSC-fractie zich zorgen om de interactie effecten tussen verschillende soorten PFAS door blootstelling aan meerdere bronnen met PFAS stoffen. Zijn er aanwijzingen dat naast het opstapelen van PFAS in het lichaam (bijvoorbeeld uit het drinkwater en voedingsmiddelen) de negatieve gezondheidseffecten worden versterkt wanneer bepaalde soorten PFAS stoffen tegelijkertijd in het lichaam aanwezig zijn?

De leden van de NSC-fractie waarderen de inzet van Nederland samen met andere landen om in Europees verband een verbod op PFAS te realiseren. Wat is de voortgang van het Europese verbod op PFAS? Worden er momenteel struikelblokken ervaren bij het indienen van dit voorstel en zo ja, welke? En welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris om de blootstelling van burgers aan PFAS te verminderen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Met interesse hebben de leden van de fractie van D66 kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris over de problematiek rondom stikstof en PFAS. Daartoe hebben deze leden verdere vragen.

De leden van de D66-fractie bedanken het RIVM voor het zorgvuldige advies over de aanwezigheid van PFAS in eieren van hobbykippen. Het is zorgwekkend dat mensen die bewust kiezen voor het houden van eigen kippen in de achtertuin nu mogelijk ongezonder uit zijn als zij hun eigen eieren consumeren.

De leden van de D66-fractie vinden het ernstig dat nog altijd niet duidelijk is waar de PFAS-vervuiling precies vandaan komt. Deze leden kijken dan ook met belangstelling uit naar aanvullend onderzoek naar de oorsprong van deze stoffen in het milieu.

Tegelijkertijd benadrukken deze leden dat dit rapport de noodzaak vergroot om op Europees niveau krachtig te pleiten voor een algeheel verbod op PFAS, met slechts een zeer beperkte uitzondering voor onmisbare medische toepassingen. De leden van de D66-fractie vragen de staatssecretaris of hij bereid is dit signaal, met het oog op de volksgezondheid, expliciet over te brengen aan zijn collega-bewindspersoon van Infrastructuur en Waterstaat.

Daarnaast vragen de leden van de D66-fractie aandacht voor de praktische gevolgen van dit advies voor burgers. Kan de staatssecretaris aangeven hoe het is gesteld met de capaciteit en betaalbaarheid van laboratoria waar particulieren hun eieren kunnen laten testen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben de “risk assesment of PFAS” en de brief ‘PFAS in particuliere kippeneieren’ van de staatssecretaris met interesse gelezen en hebben daarover een aantal vragen.  

Genoemde leden horen graag van de staatssecretaris hoe hij de impact van dit rapport en het daarin geuite advies om niet langer eieren van eigen (hobby)kippen te eten inschat. De leden van de BBB-fractie willen ook graag weten of de impact van het advies verkleind had kunnen worden door het onderzoek zo vorm te geven dat ook andere mogelijke adviezen onderzocht geweest waren. Zo zien zij bijvoorbeeld dat de mogelijkheid tot aanpassing van het rantsoen, locatie of huisvesting van hobbykippen niet onderzocht is. Ook zouden zij graag willen weten of het onderzoek groot genoeg opgezet geweest is om zo’n ingrijpend advies te geven.    

De leden van de BBB-fractie willen daarnaast aan de staatssecretaris meegeven dat zij vinden dat de resultaten van een dergelijk, impactvol onderzoek gemakkelijk beschikbaar zouden moeten zijn voor Nederlandse burgers. Het onderzoek van het RIVM is echter alleen in het Engels beschikbaar. De leden van de BBB-fractie zijn daarover ontstemd. Zij begrijpen dat het voor internationale referenties van belang is dat een dergelijk onderzoek correct vertaald wordt naar het Engels, maar zij zien dat niet als reden om een Nederlandse basis te gebruiken, zoals in de wetenschappelijke wereld zeker niet ongebruikelijk is. Het RIVM is een Nederlands Rijksinstituut, met Nederlands overheidsgeld wordt naar een Nederlandse situatie onderzoek gedaan. Een Nederlands onderzoeksrapport is dan een absoluut minimale vereiste. Van de Nederlandse burger hoeft niet verwacht te worden dat zij de Engelse taal zodanig beheersen dat zij een Engels onderzoeksrapport goed kunnen lezen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken en hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.

De leden van de SP-fractie vragen de staatssecretaris of het kabinet naast dit advies ook stappen gaat zetten om de volksgezondheid te beschermen tegen de veel bredere blootstelling aan PFAS. Zij zijn van mening dat dit soort stappen om zeer specifieke bronnen van PFAS-blootstelling aan te pakken onvoldoende zijn. Is het kabinet bereid om dit probleem bij de bron aan te pakken en een totaalverbod op de productie van PFAS in te voeren?

De leden van de SP-fractie vragen daarnaast in hoeverre er nu breder onderzoek wordt gedaan naar de gezondheidseffecten van de blootstelling aan PFAS in Nederland. Hoe gaat het nu bijvoorbeeld met het gezondheidsonderzoek in de omgeving van Chemours en de uitvoering van de motie-Dobbe/Kostić4 die de regering verzocht om het uitgebreide onderzoek naar de gezondheidseffecten van Chemours in ieder geval door te laten gaan en daarbij ook de noodzaak voor eventueel vervolgonderzoek in kaart te brengen?

  1. Reactie van de staatssecretaris

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris. Genoemde leden vinden het advies erg vervelend voor hobbyhouders met kippen en hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.

De leden van GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de beantwoording op schriftelijke vragen van het Lid Flach dat ‘Het RIVM-rapport onderdeel is van een langer lopend onderzoekstraject met als doel de bronnen van verhoogde PFAS-gehaltes in eieren te achterhalen. Aspecten zoals genoemd in uw vraag worden hierbij meegenomen.’ 5 Wanneer komt dit bredere rapport?

Het bredere onderzoeksrapport wordt in het vierde kwartaal van 2025 verwacht.

Tevens lezen deze leden dat dit vergaande advies eerst enkel voor de regio Chemours gold, maar nu is uitgebreid naar heel Nederland. Is het mogelijk om per regio te gaan onderzoeken hoe het staat met de PFAS-gehaltes in particuliere kippeneieren, zodat er ook per regio een advies gegeven kan worden? In dat geval is het advies minder generiek en kunnen hobbyhouders met kippen weer perspectief krijgen.

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat er geen verschillen tussen regio’s zijn.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie begrijpen dat hobbyboeren hun eieren kunnen laten testen op PFAS. Welke kosten zijn hieraan verbonden? Wordt dit gedaan bij commerciële partijen of is dit vanuit een overheidsinstantie? Worden de testresultaten ook gebruikt om bredere conclusies te trekken over PFAS in Nederland? Deelt de staatssecretaris het principe van de ‘vervuiler betaald’? Is de staatssecretaris het eens dat de uitstoters van PFAS ook verantwoordelijk zijn voor de schade en dus ook voor het feit dat er een negatief advies is voor het eten van eieren van hobbyboeren? Gaat de staatssecretaris zich inspannen om deze testkosten op vervuilers te verhalen?

Uit het RIVM-onderzoek blijkt dat er veel PFAS in particuliere kippeneieren kunnen zitten. Omdat er geen verschillen tussen regio’s zichtbaar waren in de hoeveelheid PFAS in deze eieren en je aan een ei niet kunt zien hoeveel PFAS erin zitten, adviseert het RIVM om in heel Nederland geen particuliere kippeneieren te eten. Hobbyboeren kunnen ervoor kiezen om hun eieren op PFAS te laten testen, maar gelet op het RIVM-advies is dit niet noodzakelijk.

In de eieren werd vooral PFOS gevonden. Deze stof is nooit in Nederland geproduceerd, maar is wel breed toegepast in producten, onder meer in brandblusschuim. Omdat PFAS diffuus verspreid in het milieu aanwezig zijn, zijn er geen directe veroorzakers aan te wijzen en is het lastig om eventuele testkosten op veroorzakers te verhalen.

PFAS in eieren past in het breder probleem van PFAS-uitstoot in Nederland. Welke concrete stappen gaat de staatssecretaris nemen om de PFAS-uitstoot in Nederland naar beneden te krijgen? En hoe dragen die stappen bij aan het naar beneden krijgen van PFAS-gehaltes bij eieren van hobbyhouders met kippen?

Nederland heeft samen met Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Zweden een voorstel voor een Europees verbod op PFAS ingediend. Dit voorstel is op 7 februari 2023 gepubliceerd door het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). Doel van het restrictievoorstel is uiteindelijk een verbod op het gebruik van deze stoffen om de risico’s voor mens en milieu te beperken. De schriftelijke commentaren vanuit de consultatie zijn nu verwerkt en het document waarin deze informatie is verwerkt zal op korte termijn worden gepubliceerd op de website van ECHA. Momenteel wordt het voorstel beoordeeld door de twee wetenschappelijke comités van het ECHA. Het uiteindelijke besluit over het restrictievoorstel zal door de Europese Commissie samen met de lidstaten genomen worden. Wanneer dit besluit tot een verbod genomen wordt, is niet precies te zeggen. Dat zal naar verwachting nog enkele jaren vergen. Daarnaast zet het kabinet in op het zo ver mogelijk beperken van de PFAS-emissies door het aanscherpen van de wet- en regelgeving en het actualiseren van de lozingsvergunningen. Daar waar PFAS al in het milieu zit, wordt getracht de blootstelling van de mens zoveel mogelijk te beperken. Het RIVM werkt daarom in opdracht van het ministerie van IenW, VWS en LVVN aan een meerjarig onderzoeksprogramma PFAS dat zich richt op aanvullende mogelijkheden om de blootstelling van mensen in Nederland aan PFAS te verminderen. Via deze verschillende sporen werkt het Rijk aan een brede aanpak van PFAS die uiteindelijk ook van invloed is op de hoeveelheid PFAS in eieren. Het probleem aanpakken bij de bron is daarin het belangrijkste.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over PFAS in particuliere kippeneieren. Zij vinden het belangrijk dat de risico’s van blootstelling aan (teveel) PFAS serieus worden genomen maar hechten ook waarde aan het voorkomen van onnodige onrust in de samenleving. Zij hebben daarom nog enkele vragen.

Zoals het RIVM-rapport aangeeft, krijgen mensen al veel PFAS binnen via voedingsmiddelen en water. De leden van de VVD-fractie vragen daarom wat de reden is dat er nu voor particuliere kippeneieren een apart consumptieadvies wordt gegeven. Hoe past dit advies binnen het totale beleid van dit kabinet om uitstoot en verspreiding van PFAS tegen te gaan?

Het RIVM deed de risicobeoordeling omdat in 2024 hoge hoeveelheden PFAS in particuliere eieren rond het bedrijf Chemours in Zuid-Holland waren gevonden. De typen PFAS in deze eieren waren anders dan het bedrijf gebruikte. Dit vormde de aanleiding om in heel Nederland particuliere kippeneieren op PFAS te testen. Het RIVM-onderzoek toont aan dat in heel Nederland veel PFAS in particuliere eieren kunnen zitten.

Het advies van het RIVM is gebaseerd op een beoordeling van de gezondheidsrisico’s van PFAS en past binnen het beleid om deze risico’s voor de volksgezondheid zo veel mogelijk te beperken. De beoordeling liet zien dat op meer dan de helft van de onderzochte locaties de hoeveelheid PFAS in particuliere eieren zo hoog was dat alleen al door het eten van één ei de gezondheidskundige grenswaarde van PFAS wordt overschreden. De hoeveelheid PFAS die mensen via particuliere eieren binnenkrijgen, komt bovenop de hoeveelheid die mensen al binnenkrijgen via voedsel en drinkwater. Commerciële eieren kunnen wel gegeten worden, omdat daar om onduidelijke redenen minder PFAS in gevonden worden. Hoewel het heel vervelend en lastig te bevatten kan zijn om te horen dat de eieren van eigen kippen mogelijk veel PFAS bevatten, is het belangrijk dat consumenten weten dat ze de keuze hebben voor een alternatief met minder PFAS.

Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie hoe ervoor wordt gezorgd dat consumptieadviezen proportioneel blijven, zeker wanneer er nog onzekerheid bestaat over de bron van vervuiling en verklarende factoren voor de gevonden concentraties.

Het advies richt specifiek op de consumptie van particuliere kippeneieren en acht ik daarom proportioneel. Dat er onzekerheid bestaat over de bron van vervuiling doet niets af aan de constatering dat er veel PFAS in particuliere eieren is gevonden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben met bezorgdheid kennisgenomen van de brief over PFAS in particuliere kippeneieren. Deze leden vinden het belangrijk dat de gezondheid van burgers beschermd wordt door de blootstelling aan PFAS-stoffen en de ophoping daarvan in het lichaam zoveel mogelijk te beperken. Zij zijn blij met de inzet van Nederland om in Europees verband een verbod op PFAS te bewerkstelligen. Met betrekking tot het rapport uit de brief en het voorstel op het Europese verbod op PFAS hebben deze leden daarom de volgende vragen.

De leden van de NSC-fractie lezen dat de eieren in het RIVM-rapport rauw zijn geanalyseerd op PFAS. Zijn er aanwijzingen dat het gehalte PFAS anders zou zijn wanneer deze eieren verhit zouden worden, zoals veelal gebruikelijk bij de consumptie van eieren? Is dit te onderzoeken? Hoe zou dit de voorlichting vanuit het kabinet en het Voedingscentrum veranderen mocht het PFAS-gehalte in verhitte eieren hoger/lager liggen dan in rauwe eieren?

Er zijn geen aanwijzingen dat het gehalte PFAS anders zou zijn wanneer deze eieren verhit zouden worden. Het verhitten van eieren heeft namelijk geen effect op het PFAS-gehalte. PFAS zijn juist heel hittebestendig en worden pas vernietigd bij veel hogere temperaturen. Om alle PFAS af te breken, zijn temperaturen vanaf 400 graden nodig.

De leden van de NSC-fractie lezen verder dat één van de aannames in het RIVM-rapport is dat een ei gemiddeld vijftig gram weegt. Hoe realistisch is deze aanname, gezien ander onderzoek naar de verdeling van het gewicht van eieren? 6 In hoeveel regio’s zouden mensen überhaupt nog maximaal één of meer eieren kunnen eten wanneer het gewicht van eieren in de berekening van het PFAS-gehalte wordt bijgesteld?

Het gewicht van gemiddeld 50 gram is inderdaad een aanname. Individuele eieren kunnen lichter of zwaarder zijn. Echter, de berekende inname van PFAS via eieren is zo hoog dat, ook als het RIVM was uitgegaan van een ander gemiddeld gewicht, het advies hetzelfde zou zijn geweest.

De leden van de NSC-fractie vragen de staatssecretaris waarom maar 18 soorten PFAS zijn getest in het RIVM-rapport als volgens het Voedingscentrum bekend is dat er meer dan 4700 soorten PFAS zijn.

De inschatting is dat er duizenden verschillende PFAS zijn, maar die worden lang niet allemaal op de markt gebracht of in het milieu geloosd. De 18 gemeten PFAS betreffen de bekendste PFAS waarvoor betrouwbare meetmethodes beschikbaar zijn bij het laboratorium dat de metingen heeft uitgevoerd. Ook hanteert het RIVM een methode om de blootstelling aan meerdere PFAS op te tellen. Het is op dit moment niet mogelijk om alle PFAS te onderzoeken. Het meenemen van meer dan 18 PFAS zou geen invloed hebben gehad op het advies om geen hobbykipeieren te eten.

De leden van de NSC-fractie willen graag ook breder kijken dan alleen blootstelling aan PFAS via hobbyeieren. Kan de staatssecretaris komen met een lijst met voedingsmiddelen met de meeste PFAS per gram aan voedingsmiddel? Is de staatssecretaris in gesprek met het Voedingscentrum over de voorlichting van PFAS in al deze voedingsmiddelen?

Het RIVM heeft, samen met Wageningen University & Research, in 2022-2023, in opdracht van VWS, een onderzoek gedaan naar PFAS in voedsel en de inname berekend via voedsel en drinkwater.7 Hieruit bleek dat mensen in Nederland via voedsel meer dan drie keer zoveel PFAS binnenkrijgen als via drinkwater. Vis is een belangrijke bron van PFAS via voedsel, omdat er veel van deze stoffen in vis kunnen zitten. Voor zwangeren gelden daarom ook specifieke adviezen over de consumptie van vis in relatie tot PFAS. Daarnaast krijgen we PFAS binnen via koffie, thee, graanproducten, melkproducten, vlees, eieren, fruit en groenten.

Het Voedingscentrum geeft momenteel al voorlichting over PFAS in levensmiddelen via o.a. de website. Het belangrijkste advies is om gevarieerd te eten waardoor je minder van een bepaalde stof, zoals PFAS, binnen krijgt. Ik heb goed contact met het Voedingscentrum over de voorlichting van risico’s van PFAS in levensmiddelen.

Daarnaast maken de leden van de NSC-fractie zich zorgen om de interactie effecten tussen verschillende soorten PFAS door blootstelling aan meerdere bronnen met PFAS stoffen. Zijn er aanwijzingen dat naast het opstapelen van PFAS in het lichaam (bijvoorbeeld uit het drinkwater en voedingsmiddelen) de negatieve gezondheidseffecten worden versterkt wanneer bepaalde soorten PFAS stoffen tegelijkertijd in het lichaam aanwezig zijn?

Er zijn geen interactie-effecten van PFAS bekend. Wel is van een aantal PFAS bekend dat ze dezelfde effecten geven. Daarom heeft het RIVM een methode om de blootstelling aan een aantal PFAS op te tellen. EFSA heeft in 2020 een gezondheidskundige grenswaarde afgeleid voor de gecombineerde blootstelling aan vier veelgebruikte PFAS. Deze grenswaarde wordt nu gehanteerd in de risicobeoordeling van PFAS.8

Sommige PFAS stapelen inderdaad in het milieu en in het lichaam, andere zijn juist heel mobiel en verspreiden zich in het milieu. Beide effecten zijn ongewenst en daarom richt het beleid zich op het beperken van emissies van alle soorten PFAS naar het milieu.

De leden van de NSC-fractie waarderen de inzet van Nederland samen met andere landen om in Europees verband een verbod op PFAS te realiseren. Wat is de voortgang van het Europese verbod op PFAS? Worden er momenteel struikelblokken ervaren bij het indienen van dit voorstel en zo ja, welke? En welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris om de blootstelling van burgers aan PFAS te verminderen?

Nederland heeft samen met Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Zweden een voorstel voor een Europees verbod op PFAS ingediend. Dit voorstel is op 7 februari 2023 gepubliceerd door het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). Doel van het restrictievoorstel is uiteindelijk een verbod op het gebruik van deze stoffen om de risico’s voor mens en milieu te beperken. De schriftelijke commentaren vanuit de consultatie zijn nu verwerkt en het document waarin deze informatie is verwerkt zal op korte termijn worden gepubliceerd op de website van ECHA. Momenteel wordt het voorstel beoordeeld door de twee wetenschappelijke comités van het ECHA. Het uiteindelijke besluit over het restrictievoorstel zal door de Europese Commissie samen met de lidstaten genomen worden. Wanneer dit besluit tot een verbod genomen wordt, is niet precies te zeggen maar dat zal naar verwachting nog enkele jaren vergen. Daarnaast zet het kabinet in op het zo ver mogelijk beperken van de PFAS-emissies door het aanscherpen van de wet- en regelgeving en het actualiseren van de lozingsvergunningen. Daar waar PFAS al in het milieu zit, wordt getracht de blootstelling van de mens zoveel mogelijk te beperken. Het RIVM werkt daarom in opdracht van het ministerie van IenW, VWS en LVVN aan een meerjarig onderzoeksprogramma PFAS dat zich richt op aanvullende mogelijkheden om de blootstelling van mensen in Nederland aan PFAS te verminderen. Via deze verschillende sporen werkt het Rijk aan een brede aanpak van PFAS. Het probleem aanpakken bij de bron is daarin het belangrijkste.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Met interesse hebben de leden van de fractie van D66 kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris over de problematiek rondom stikstof en PFAS. Daartoe hebben deze leden verdere vragen.

De leden van de D66-fractie bedanken het RIVM voor het zorgvuldige advies over de aanwezigheid van PFAS in eieren van hobbykippen. Het is zorgwekkend dat mensen die bewust kiezen voor het houden van eigen kippen in de achtertuin nu mogelijk ongezonder uit zijn als zij hun eigen eieren consumeren.

De leden van de D66-fractie vinden het ernstig dat nog altijd niet duidelijk is waar de PFAS-vervuiling precies vandaan komt. Deze leden kijken dan ook met belangstelling uit naar aanvullend onderzoek naar de oorsprong van deze stoffen in het milieu.

Tegelijkertijd benadrukken deze leden dat dit rapport de noodzaak vergroot om op Europees niveau krachtig te pleiten voor een algeheel verbod op PFAS, met slechts een zeer beperkte uitzondering voor onmisbare medische toepassingen. De leden van de D66-fractie vragen de staatssecretaris of hij bereid is dit signaal, met het oog op de volksgezondheid, expliciet over te brengen aan zijn collega-bewindspersoon van Infrastructuur en Waterstaat.

Het kabinet deelt deze zorgen. Nederland heeft dan ook samen met Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Zweden een voorstel voor een Europees verbod op PFAS ingediend.

Daarnaast vragen de leden van de D66-fractie aandacht voor de praktische gevolgen van dit advies voor burgers. Kan de staatssecretaris aangeven hoe het is gesteld met de capaciteit en betaalbaarheid van laboratoria waar particulieren hun eieren kunnen laten testen?

Uit het RIVM-onderzoek blijkt dat er veel PFAS in particuliere kippeneieren kunnen zitten. Omdat er geen verschillen tussen regio’s zichtbaar waren in de hoeveelheid PFAS in deze eieren en je aan een ei niet kan zien hoeveel PFAS erin zitten, adviseert het RIVM om in heel Nederland geen particuliere kippeneieren te eten. Hobbyboeren kunnen ervoor kiezen om hun eieren op PFAS te laten testen, maar gelet op het RIVM-advies is dit niet noodzakelijk.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben de “risk assesment of PFAS” en de brief ‘PFAS in particuliere kippeneieren’ van de staatssecretaris met interesse gelezen en hebben daarover een aantal vragen.  

Genoemde leden horen graag van de staatssecretaris hoe hij de impact van dit rapport en het daarin geuite advies om niet langer eieren van eigen (hobby)kippen te eten inschat. De leden van de BBB-fractie willen ook graag weten of de impact van het advies verkleind had kunnen worden door het onderzoek zo vorm te geven dat ook andere mogelijke adviezen onderzocht geweest waren. Zo zien zij bijvoorbeeld dat de mogelijkheid tot aanpassing van het rantsoen, locatie of huisvesting van hobbykippen niet onderzocht is. Ook zouden zij graag willen weten of het onderzoek groot genoeg opgezet geweest is om zo’n ingrijpend advies te geven.    

Ik vind het uiteraard heel vervelend dat het RIVM deze boodschap moest geven, in het bijzonder voor de houders van hobbykippen. Mensen krijgen PFAS binnen via voedingsmiddelen en drinkwater. De hoeveelheid die mensen via particuliere eieren binnenkrijgen, komt daar bovenop. Het is daarom af te raden om producten te eten waar relatief veel PFAS in zitten, zoals particuliere kippeneieren.

Het RIVM-rapport is onderdeel van een langer lopend onderzoekstraject met als doel de bronnen van verhoogde PFAS-gehaltes in eieren te achterhalen. Aspecten zoals genoemd in uw vraag worden hierbij meegenomen.

Het onderzoek is groot genoeg van opzet om het advies te geven geen eieren van eigen (hobby)kippen te eten om het risico op te veel inname van PFAS via voedsel zo veel mogelijk te beperken.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken en hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.

De leden van de SP-fractie vragen de staatssecretaris of het kabinet naast dit advies ook stappen gaat zetten om de volksgezondheid te beschermen tegen de veel bredere blootstelling aan PFAS. Zij zijn van mening dat dit soort stappen om zeer specifieke bronnen van PFAS-blootstelling aan te pakken onvoldoende zijn. Is het kabinet bereid om dit probleem bij de bron aan te pakken en een totaalverbod op de productie van PFAS in te voeren?

Nederland heeft samen met Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Zweden een voorstel voor een Europees verbod op PFAS ingediend. Dit voorstel is op 7 februari 2023 gepubliceerd door het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). Doel van het restrictievoorstel is uiteindelijk een verbod op het gebruik van deze stoffen om de risico’s voor mens en milieu te beperken. De schriftelijke commentaren vanuit de consultatie zijn nu verwerkt en het document waarin deze informatie is verwerkt zal op korte termijn worden gepubliceerd op de website van ECHA. Momenteel wordt het voorstel beoordeeld door de twee wetenschappelijke comités van het ECHA. Het uiteindelijke besluit over het restrictievoorstel zal door de Europese Commissie samen met de lidstaten genomen worden. Wanneer dit besluit tot een verbod genomen wordt, is niet precies te zeggen maar dat zal naar verwachting nog enkele jaren vergen. Daarnaast zet het kabinet in op het zo ver mogelijk beperken van de PFAS-emissies door het aanscherpen van de wet- en regelgeving en het actualiseren van de lozingsvergunningen. Daar waar PFAS al in het milieu zit, wordt getracht de blootstelling van de mens zoveel mogelijk te beperken. Het RIVM werkt daarom in opdracht van het ministerie van IenW, VWS en LVVN aan een meerjarig onderzoeksprogramma PFAS dat zich richt op aanvullende mogelijkheden om de blootstelling van mensen in Nederland aan PFAS te verminderen. Via deze verschillende sporen werkt het Rijk aan een brede aanpak van PFAS. Het probleem aanpakken bij de bron is daarin het belangrijkste.

De leden van de SP-fractie vragen daarnaast in hoeverre er nu breder onderzoek wordt gedaan naar de gezondheidseffecten van de blootstelling aan PFAS in Nederland. Hoe gaat het nu bijvoorbeeld met het gezondheidsonderzoek in de omgeving van Chemours en de uitvoering van de motie-Dobbe/Kostić9 die de regering verzocht om het uitgebreide onderzoek naar de gezondheidseffecten van Chemours in ieder geval door te laten gaan en daarbij ook de noodzaak voor eventueel vervolgonderzoek in kaart te brengen?

Op 14 november 2024 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer, samen met de voormalig staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, geïnformeerd over de uitkomsten van de verkenning naar een gezondheidsonderzoek in de regio’s rondom Chemours en de Westerschelde.10 Er is toen toegezegd zo snel als mogelijk opdracht te verlenen voor een vervolg. De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat informeert u hier binnenkort over.


  1. Kamerstuk 35 334-361↩︎

  2. Aanhangsel Handelingen II 2024/25, nr. 2229↩︎

  3. Koeklebeck, 2001 (https://www.researchgate.net/figure/Distribution-of-egg-weights-individual-cartons-individual-carton-1996-Survey-2_fig5_12037435)↩︎

  4. Kamerstuk 32 793, nr. 764↩︎

  5. Aanhangsel Handelingen II 2024/25, nr. 2229.↩︎

  6. Koeklebeck, 2001 (https://www.researchgate.net/figure/Distribution-of-egg-weights-individual-cartons-individual-carton-1996-Survey-2_fig5_12037435)↩︎

  7. RIVM 2023. Risk assessment of exposure to PFAS through food and drinking water in the Netherlands. RIVM report 2023-0011↩︎

  8. Kamerstuk, 28 089, nr. 190↩︎

  9. Kamerstuk 32 793, nr. 764↩︎

  10. Kamerstuk 35 334, nr. 321↩︎