[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag

Herstel van wetstechnische gebreken en leemten, alsmede aanbrenging van andere wijzigingen in diverse wetsbepalingen op het terrein van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (Verzamelwet KGG …)

Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)

Nummer: 2025D37125, datum: 2025-09-04, bijgewerkt: 2025-09-25 11:08, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36776-5).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36776 -5 Herstel van wetstechnische gebreken en leemten, alsmede aanbrenging van andere wijzigingen in diverse wetsbepalingen op het terrein van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (Verzamelwet KGG …).

Onderdeel van zaak 2025Z13517:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 776 Herstel van wetstechnische gebreken en leemten, alsmede aanbrenging van andere wijzigingen in diverse wetsbepalingen op het terrein van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (Verzamelwet KGG ...)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 4 september 2025

De vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

I ALGEMEEN

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Verzamelwet KGG. Zij hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Verzamelwet Klimaat en Groene Groei. Zij waarderen de inspanningen van de regering om technische en inhoudelijke wijzigingen in deze verzamelwet te maken die de snelheid van de vooruitgang op klimaat en energiebeleid kunnen bevorderen. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen over de voorgestelde maatregelen en de implicaties daarvan.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel.

2 Hoofdlijnen van het wetsvoorstel

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering uitgebreider te reflecteren op de kritiek van de Afdeling Advisering van de Raad van State, die er op wijst dat een wijzigingswet met meerdere inhoudelijke onderwerpen alleen aan de orde kan zijn als aan een aantal cumulatieve voorwaarden wordt voldaan, waaronder samenhang tussen de verschillende onderdelen. Deze leden vinden het antwoord van de regering dat de verschillende onderdelen thematisch met elkaar samenhangen, omdat ze allen op het beleidsterrein van Klimaat en Groene Groei liggen en onder de bevoegdheid van de Minister van Klimaat en Groene Groei vallen nogal mager. Vindt de regering werkelijk dat te allen tijde aan de voorwaarde van samenhang wordt voldaan, zolang willekeurige voorstellen onder de bevoegdheid van dezelfde Minister vallen? Zo nee, wanneer ontbreekt de samenhang? En waarom is er in het geval van onderhavig wetsvoorstel wel voldoende samenhang?

2.1 Klimaatwet

2.1.1 Betere aansluiting op de begrotingscyclus

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben een aantal vragen over de begrotingscyclus en de Klimaat- en Energieverkenning (KEV). Betekent het samenvallen van Prinsjesdag met de jaarlijkse KEV en de Klimaatnota ook dat de regering verplicht is in de Miljoenennota maatregelen op te nemen die aansluiten op de resultaten van de KEV en in lijn zijn met de klimaatdoelen van de Klimaatwet? Komt er bij deze maatregelen ook een inschatting van Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) over hoeveel CO2-reductie de maatregelen zouden realiseren en of daarmee dus de doelen worden behaald? Zo nee, waarom niet?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben enkele vragen over het aanbiedingsmoment van de KEV en de Klimaatnota. Wat betekent het samenvoegen van deze momenten voor het behandelen van de KEV (en eventueel aanvullende maatregelen) met de Miljoenennota? Deze leden vinden het belangrijk dat er een apart moment blijft bestaan waarop wordt stilgestaan bij de staat van het klimaatbeleid. Kan de regering toezeggen dat er een apart aanbiedingsmoment zal blijven bestaan voor de KEV en de Klimaatnota, inclusief klimaatkoffertje, en dat er ook een aparte Kamerbehandeling zal plaatsvinden van de Klimaatnota en KEV? Kan zij dit ook opnemen in de memorie van toelichting van de wetswijziging?

De leden van de D66-fractie steunen het voorstel van de regering om de KEV gelijk te laten vallen met Prinsjesdag zodat er een duidelijk moment is om het Nederlandse klimaatbeleid bij te sturen.

2.1.2 Verankeren Wetenschappelijke Klimaatraad in Klimaatwet

De leden van de D66-fractie constateren dat de regering de Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) met dit wetsvoorstel een permanente wettelijke basis geeft. Deze leden vinden de WKR van grote toegevoegde waarde voor een klimaatdebat gebaseerd op feiten en wetenschap. Zij steunen het voorstel daarom van harte.

De leden van de ChristenUnie-fractie menen dat het bij wet verankeren van de WKR en het herintroduceren van de gedoogplicht van rechtswege voor de ontwerpfase van werken van algemeen belang op het gebied van infrastructuur, water, mijnbouw en energie en werken voor grenswateren bijvoorbeeld zeer verschillende inhoudelijke wijzigingen zijn. Acht de regering het mogelijk dat leden van fracties in de Eerste Kamer vóór de ene inhoudelijke wijziging kunnen zijn, maar tegen een andere? Zo ja, hoe rechtvaardigt de regering het om de wijzigingen onder te brengen in dezelfde verzamelwet?

2.2 Mijnbouw

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben geen vragen ten opzichte van de voorgestelde wijzigingen in de Mijnbouwwet. Deze leden maken zich wel grote zorgen over het uitblijven van de meer fundamentele herziening van de Mijnbouwwet, die onder andere het einde van de winning van fossiele brandstoffen vastlegt of een betere bescherming tegen bodemdaling, nu blijkt dat het hand-aan-de-kraan-principe niet werkt. Kan de regering aangeven wanneer we een aanpassing van de Mijnbouwwet kunnen verwachten, die een einde maakt aan de winning van fossiele brandstoffen? Kan de regering aangeven hoe laaggelegen delen en kwetsbare bouwwerken zoals bijvoorbeeld huizen, monumenten infrastructuur en hoogwaterbescherming beschermd worden tegen de gevolgen van bodemdaling, als het huidige systeem pas ingrijpt als de schade reeds is geleden?

2.2.1 Opsporing en winning van aardwarmte

De leden van de D66-fractie vinden het belangrijk regeldruk zoveel mogelijk te beperken om zo veel mogelijk tempo te maken met de energietransitie. Deze leden merken op dat toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (UOV) op vervolgvergunningen het proces van de winning van aardwarmte significant kan vertragen. Zij vragen dan ook af of het daadwerkelijk nodig is om deze wijziging toe te passen.

2.3 Gedoogplicht van rechtswege projecten in ontwerpfase

De leden van de D66-fractie constateren dat de wijziging van de Omgevingswet zorgt voor een herinvoering van een gedoogplicht van rechtswege voor de ontwerpfase van werken van algemeen belang. Deze leden zijn van mening dat dit de bouw van kritische infrastructuur voor de energietransitie kan versnellen. Zij constateren dat de Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) waarschuwt voor een verschuiving van diezelfde regeldruk richting civielrechtelijke procedures. Deze leden vragen daarom of de regering kan garanderen dat een zogenaamd waterbedeffect niet ontstaat bij de wijziging van deze wet en dat de regeldruk juist omhoog gaat? Daarnaast vragen zij de regering te reflecteren op de kritiek van de Raad voor de rechtspraak met betrekking tot de versobering van de rechtsbescherming van belanghebbenden.

De voorzitter van de commissie,
Thijssen

Adjunct-griffier van de commissie,
Teske