[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie op het manifest 'Voor behoud van goede kraamzorg voor Nederland'

Zorg rond zwangerschap en geboorte

Brief regering

Nummer: 2025D37204, datum: 2025-09-04, bijgewerkt: 2025-09-10 12:09, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32279-266).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32279 -266 Zorg rond zwangerschap en geboorte.

Onderdeel van zaak 2025Z16123:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte

Nr. 266 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 september 2025

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft gevraagd een reactie te geven op het door hen ontvangen manifest «Voor behoud van goede kraamzorg voor Nederland». Met deze brief reageer ik op dit verzoek.

Allereerst wil ik de betrokken partijen bedanken voor het onder de aandacht brengen van de uitdagingen waar de kraamsector op dit moment voor staat. In het manifest wordt opgeroepen om het belang van kraamzorg in Nederland te erkennen en goede en toegankelijke kraamzorg te blijven garanderen, nu en in de toekomst. Zoals in het manifest beschreven, speelt kraamzorg een belangrijke rol in het bieden van een gezonde start voor kinderen, het voorkomen van gezondheidsrisico’s, het besparen van zorgkosten, het ondersteunen van gezinnen en pasgeborenen en het ontlasten van ziekenhuizen en verloskundigen. Het belang van de kraamzorg staat niet ter discussie. Kraamzorg vormt een onlosmakelijk onderdeel van de integrale geboortezorg en is cruciaal voor een goede start van ouder en kind.

De sector staat voor een grote opgave. Helaas zijn de personeelstekorten een zorgbreed probleem, waar ook de kraamzorg al enige tijd mee kampt. Ik vind het belangrijk dat de kwaliteit en continuïteit van zorg geborgd is en daarom is de transitie naar passende kraamzorg hard nodig. Gelukkig constateer ik dat betrokken partijen zich maximaal inspannen voor een toekomstbestendige sector. Door Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en Bo Geboortezorg wordt, door middel van een gezamenlijke toekomstvisie en een daarbij horende versnellingsagenda, gewerkt aan structurele oplossingen voor de sector. In deze versnellingsagenda wordt onder andere ingezet op goede loopbaanontwikkeling en voorwaarden in de werkomgeving. Daarnaast is ook het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden hier expliciet onderdeel van. Ik waardeer de inzet van de betrokken partijen en volg deze ontwikkelingen nauwgezet.

Verder ben ik op de hoogte van de zorgen die er zijn met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden en de vergoedingen in de sector. Ik erken het belang van goede arbeidsvoorwaarden. Het is aan de werkgevers en werknemers om hier afspraken over te maken. Ik ben geen partij in de cao-onderhandelingen en mag mij hier op grond van internationale verdragen ook niet in mengen.

Tot slot wordt in het manifest gepleit voor een gesprekspartner voor de branche die het behoud van de kraamzorg voor Nederland kan borgen. Zoals ook toegezegd in het Commissiedebat Zorgverzekeringsstelsel op 18 juni jongstleden, ben ik bereid om met kraamverzorgenden in gesprek te gaan over het toekomstperspectief van de sector. Gezien de huidige capaciteitsproblemen in de kraamzorg en de drukte als gevolg van de zomerpiek, is in afstemming met de sector besloten om deze gesprekken na de zomerperiode te voeren. Over de uitkomsten van deze gesprekken zal ik uw Kamer daarom, in samenhang met de motie Dijk en Dobbe1 over de kraamzorg, uiterlijk voor het debat van de VWS-begroting nader informeren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
R. Tieman


  1. Kamerstuk 29 689, nr. 1309↩︎