Voortgang aanpak overlastgevende asielzoekers
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D37525, datum: 2025-09-05, bijgewerkt: 2025-09-10 13:41, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, minister voor Asiel en Migratie (Ooit BBB kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3469 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z16249:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, minister voor Asiel en Migratie
- Medeindiener: D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Asiel en Migratie
- 2025-09-09 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-11 13:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Asiel en Migratie
Preview document (🔗 origineel)
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3469 Brief van de minister voor Asiel en Migratie en de minister van Asiel en Migratie
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 september 2025
Met een overkoepelende aanpak bundelen het Rijk en de gemeenten hun
krachten om met landelijke en lokale maatregelen overlast van
asielzoekers te beperken en tegen te gaan. Met deze periodieke
voortgangsbrief informeren wij uw Kamer over de voortgang van de aanpak
van overlastgevend en crimineel gedrag door asielzoekers.
Voortgang nationale aanpak overlast
De landelijke maatregelen zijn te onderscheiden in vier pijlers: snel beslissen in de asielprocedure, maatwerk bieden in de opvang, lik-op-stuk beleid toepassen in de openbare ruimte en inzetten op terugkeer. Recente signalen van toenemende overlast in een aantal steden, onderstreept de noodzaak om de beschikbare maatregelen optimaal in te zetten. De voortgang van deze maatregelen wordt hieronder toegelicht. Tegelijkertijd blijft het van belang om de instroom te verminderen en het asielsysteem te ontlasten.
Asielprocedure
Het interventieteam van de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) onderkent al aan het begin van de asielprocedure of sprake is van een bewoner met (potentieel) overlastgevend gedrag en een kansarme aanvraag. In zo’n geval wordt de asielaanvraag met voorrang en zo snel mogelijk behandeld, door bijvoorbeeld waar mogelijk de rust- en voorbereidingstijd te onthouden. Door deze snelle werkmethode wordt de opvanglocatie en het asielsysteem zoveel mogelijk ontlast. Sinds de start van de pilot in september 2022 tot en met juli 2025 heeft de IND ongeveer 3.020 aanvragen van asielzoekers met overlastgevend gedrag prioritair behandeld, waarvan op 1 augustus 2025 in ongeveer 2.850 zaken was beslist1. Met deze informatievoorziening wordt er tegemoetgekomen aan de eerdere toezegging van de voormalige minister in het plenaire debat van 13 februari jl. om uw Kamer over de resultaten van de pilot te informeren.2
Het interventieteam van de IND werkt momenteel op twee locaties en ontvangt veel signalen vanuit verschillende delen van het land en biedt met een meldpunt landelijke dekking. De IND is de formele landelijke uitrol van het interventieteam intern verder aan het uitwerken.
De Dienst Terugkeer en Vertrek (DTenV) is direct aangesloten op het interventieteam met een speciaal ingericht team overlastgevers. Zo is DTenV aanwezig bij de uitreiking van de negatieve beschikking aan de vreemdeling door het interventieteam, zodat het vertrektraject direct kan worden ingezet en het eerste vertrekgesprek direct na ontvangst van de beschikking kan worden gevoerd.
Hiermee wordt invulling gegeven aan de motie van het lid Ceder3 om de pilot procesoptimalisatie structureel in te voeren en waar mogelijk en noodzakelijk toe te passen op andere locaties waar problematiek met overlastgevers speelt en de toezegging om uw Kamer met een brief te informeren over de resultaten van de pilot procesoptimalisatie.4
Opvang
Om opvanglocaties veilig en leefbaar te houden voor zowel asielzoekers, medewerkers als omwonenden én overlastgevend gedrag effectief aan te pakken, blijft maatwerk bieden in de opvang aan asielzoekers met overlastgevend gedrag en het adequaat begeleiden van deze asielzoekers noodzakelijk.
In februari jl. is de procesbeschikbaarheidsaanpak in Ter Apel gestart. Bij brieven van 23 april en 30 mei 2025 is uw Kamer geïnformeerd over de ontwikkelingen met betrekking tot het versterken van deze escalatieladder en de start van de procesbeschikbaarheidslocatie (pbl). De procesbeschikbaarheidslocatie (pbl) is per 1 juni 2025 geopend.
Asielzoekers die ernstige overlast veroorzaken, kunnen op de handhaving- en toezichtlocatie (htl) in Hoogeveen worden geplaatst. Daarbij krijgt de asielzoeker een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 56 van de Vreemdelingenwet opgelegd.
Conform de toezegging van de voormalige minister aan uw lid Rajkowski op 12 maart j.l. is er bij het COA benadrukt dat het belangrijk is dat incidenten zorgvuldig worden geregistreerd. Het COA onderstreept het belang van een zorgvuldige en eenduidige incidentenregistratie. Dit is onmisbaar voor een goede dossieropbouw en om effectief maatregelen op te leggen. Het COA stimuleert dit binnen de eigen organisatie door het aanbieden van trainingen. Deze trainingen zijn verplicht voor alle medewerkers en de kwaliteit wordt doorlopend gemonitord. Verstoringen van de openbare orde of (mogelijke) strafbare feiten die buiten de opvanglocatie plaatsvinden, vallen onder verantwoordelijkheid van het lokaal gezag en worden door politie en/of gemeente geregistreerd.
Intensieve begeleiding op locatie
Op reguliere opvanglocaties van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) met een bestuursovereenkomst van een jaar of langer wordt de werkwijze Intensieve begeleiding op locatie (Ibl) geïmplementeerd. Hierbij worden asielzoekers die (mogelijk) overlastgevend gedrag vertonen intensief begeleid en geactiveerd. Ibl wordt momenteel op 86 locaties geïmplementeerd. Door Ibl zorgt het COA ervoor dat:
1. Bewoners beter in beeld zijn: Door gedrag beter te begrijpen, kan betere begeleiding op maat geboden worden en gewerkt worden aan positieve gedragsverandering.
2. Betere begrenzing mogelijk is: Door meer te investeren in de relatie is een bewoner beter aanspreekbaar. Het doet een bewoner meer als iemand die in hem geïnvesteerd heeft hem aanspreekt op onaanvaardbaar gedrag.
3. Er meer rust op locatie is: Het aantal en de impact van incidenten neemt af, door positieve gedragsverandering en doordat op tijd ingegrepen kan worden en escalatie voorkomen kan worden.
Dat laat onverlet dat van iedere COA-bewoner wordt verwacht dat die zich houdt aan de huisregels. Bij overtreding van de regels treedt het COA conform het maatregelenbeleid op.
Ambulant OndersteuningsTeam
Het Ambulant OndersteuningsTeam (AOT) is in 2025 als pilot doorgezet, om COA-locaties te versterken bij complexe of impactvolle situaties. Wanneer sprake is van herhaaldelijke overlast of een incident met grote impact, biedt het AOT snelle, deskundige ondersteuning op locatie. De kracht van het AOT zit in twee elementen: de directe inzetbaarheid bij urgente situaties en de structurele versterking van het team op locatie, door coaching, kennisdeling en praktijkbegeleiding. Deze combinatie zorgt ervoor dat medewerkers niet alleen worden ontlast, maar ook beter toegerust raken om met complexe situaties om te gaan. Dit geeft direct een impuls aan het vergroten van de kwaliteit van begeleiding en interventie bij overlastgevend gedrag op langer termijn. De pilot loopt tot eind 2025. De ambitie is om het AOT in 2026 door te ontwikkelen tot een structureel onderdeel van de COA-aanpak voor het omgaan met overlast en het versterken van veerkracht op locaties.
Bescherming kwetsbare groepen
Om uitvoering te geven aan de afspraak in het Regeerprogramma om speciale aandacht te geven aan de veiligheid van kinderen, vrouwen, lhbitq+ asielzoekers en asielzoekers met een christelijke achtergrond in aanmeld- en opvanglocaties, zijn ketenbrede afspraken gemaakt. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan de eerdere toezegging van de voormalige minister in het Commissiedebat van 19 december 2024, om uw Kamer te informeren over de uitkomsten van gesprekken met het COA over de bescherming van lhbtiq+ bewoners en andere groepen bewoners op opvanglocaties.5
Bewoners die slachtoffer worden van een strafbaar feit worden door COA-medewerkers met toegankelijke informatie gewezen op de mogelijkheid om aangifte te doen en daartoe gestimuleerd. In voorkomende gevallen kan COA zelf ook aangifte doen.
Indien COA-medewerkers slachtoffer zijn van een strafbaar feit, worden zij intern geïnstrueerd om aangifte te doen onder vermelding van Veilige Publiek Taak (VPT).6 De politie en het Openbaar Ministerie (OM) geven hoge prioriteit aan de opvolging van VPT-aangiften. De Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) tussen politie en OM vormen hiervoor het kader. Deze afspraken gaan over de opsporing en vervolging van agressie en geweld gericht tegen mensen met een publieke taak. Recent zijn de ELA geëvalueerd en deze evaluatie geeft een duidelijk kader om met alle betrokken partijen met de knelpunten binnen de VPT-aanpak aan de slag te gaan en daarbij ook de ELA te herzien. Binnen dit traject wordt ook gekeken naar verbeterpunten in het aangifteproces.
In de begeleiding van asielzoekers is specifiek aandacht voor de veiligheid van lhbtiq+ asielzoekers. Op locaties kan er een contactpersoon lhbtiq+ aangewezen worden die extra affiniteit heeft met het thema en bewoners en medewerkers kan ondersteunen in de begeleiding. Met COC Nederland is nauwe aansluiting om medewerkers toe te rusten door middel van verschillende trainingen. Deze trainingen bieden medewerkers de juiste handvaten om lhbtiq+ bewoners adequaat te begeleiden. Daarnaast wordt in samenhang met het actieplan LHBTI Veiligheid van het OCW bezien of het nodig is om aanvullende maatregelen te nemen
Openbare ruimte
Strafrechtelijke aanpak
Het openbaar ministerie zet in op een snelle afdoening van misdrijven door overlastgevende asielzoekers binnen de ZSM-aanpak (Zorgvuldig, Snel, Maatwerk). Dit gebeurt door in te zetten op lik-op-stuk, zodat snel duidelijk is welke sanctie wordt opgelegd. Denk daarbij aan de inzet van (super)snelrecht en directe tenuitvoerlegging van de sanctie. Het is aan de officier van justitie om te bepalen of in individuele gevallen vervolging wordt ingesteld en voor welke afdoening wordt gekozen.
Openbaar vervoer
De ministeries van AenM en IenW, het COA, de politie en vervoerders werken aan een integraal plan om overlastgevend gedrag van asielzoekers in het openbaar vervoer aan te pakken. De aanpak van overlastgevende asielzoekers in het openbaar vervoer, ziet op de thema’s betalingsproblematiek, het verbeteren van gegevensdeling en dossieropbouw. Zo hebben de ministeries van IenW en AenM in gezamenlijkheid met vervoerders en het COA aan enkele preventieve maatregelen gewerkt. Zo is de voorlichting aan asielzoekers over de werking van het OV verbeterd en kunnen alle asielzoekers sinds 2024 met een nieuw betaalmiddel reizen in het OV. Vervoerders geven aan dat de ervaringen hiermee positief zijn. Ook wordt met het COA verkend hoe de boetes voor reizen zonder geldig vervoersbewijs effectiever verhaald kunnen worden op de overtreder. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de eerdere toezegging van de voormalige minister van 13 februari jl. om te onderzoeken hoe de boetes voor zwartrijden te laten betalen door de veroorzaker, bijvoorbeeld door te korten op leefgeld.
In samenspraak met medeoverheden wordt eveneens ingezet op lokale en regionale initiatieven om overlast in het openbaar vervoer te verminderen. Zo worden met subsidie vanuit het ministerie van AenM en de verantwoordelijke concessieverlener extra medewerkers service en veiligheid ingezet op de lijn Zwolle-Emmen. Tevens zijn door vervoerders extra maatregelen genomen om incidenten en overlast te voorkomen bij de spoorverbindingen en stations in de buurt van de aanmeldlocaties in Ter Apel en Budel.
Naar aanleiding van de eerdere toezegging van de voormalige minister aan uw Kamer d.d. 5 februari 2025 heeft de voormalige minister de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) verzocht de Kamer te informeren over de situatie rondom station Maarheeze.7 Hierop heeft de staatssecretaris van IenW meegedeeld dat hij de Kamer op 23 januari 2025 een brief heeft gestuurd over de sociale veiligheid op het station Maarheeze. Daarmee heeft hij gereageerd op een toezegging aan het Kamerlid el Abassi (DENK) d.d. 15 januari 2025.8 Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de eerdere toezegging van de voormalige minister van 5 februari 2025 om de staatssecretaris van I&W te verzoeken de Kamer voor het voorjaarsreces te informeren over de veiligheid rond station Maarheeze.
Motie van Nispen
De Inspectie Justitie en Veiligheid concludeerde dat er sprake is van een zeer ernstige veiligheidssituatie in het asielzoekerscentrum in Ter Apel en dat asielzoekers en medewerkers binnen de hekken van dit terrein een onacceptabel risico lopen om slachtoffer te worden van geweldsincidenten. De motie verzoekt de regering om met spoed werk te maken van de aanbevelingen van de Inspectie en te zorgen voor meer zichtbare politie-inzet en capaciteit en inzet van personeel met boa-bevoegdheden om adequaat in te kunnen grijpen bij overlast.9
Met betrekking tot meer zichtbare politiecapaciteit wordt uw Kamer het volgende meegeven. De politie is niet verantwoordelijk voor en, bevoegd om, de veiligheid op het COA terrein te handhaven. De politie mag alleen optreden in het geval er een incident plaats vindt en zij doen dit ook. Als het gaat om de veiligheid buiten het COA terrein, dan is de politie verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde, onder bevoegdheid van het lokaal gezag. Politiecapaciteit is per definitie schaars en alle eenheden voelen die schaarste. De minister van Justitie en Veiligheid gaat over het verdelen van de sterkte over de politie-eenheden en de lokale gezagen gaan over de verdeling van politiecapaciteit binnen de eenheden. Binnen regionale politie-eenheden wordt doorlopend bezien waar de prioriteiten liggen voor inzet van de politie. Dit gebeurt om te beginnen op het niveau van het basisteam en kan opgeschaald worden naar districts- of eenheidsniveau, steeds in overleg met het lokale gezag. Om de overlast door asielzoekers zoveel mogelijk tegen te gaan, wordt op dit moment extra (politie) capaciteit ingezet, met name in Ter Apel maar ook elders in de eenheid.
Het COA-terrein betreft geen openbare ruimte. Dat heeft tot gevolg dat er geen toezichthouders met boa bevoegdheden kunnen worden ingezet op het COA-terrein. Indien de beveiligers van Trigion daar aanleiding toe zien op het COA-terrein zullen zij de politie inschakelen, zodat ingegrepen kan worden indien dat noodzakelijk is.
Terugkeer
De vierde pijler is het inzetten op terugkeer. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DTenV) gebruikt verschillende manieren om het terugkeerproces te verbeteren.
Thematisch team overlastgevende Vreemdelingen (TTOV)
Dit team wordt ingezet voor vreemdelingen die bekend staan als overlastgevend en een vertrekplicht hebben. Het thematisch team overlastgevende vreemdelingen richt zich in samenwerking met regievoerders op een persoonsgerichte aanpak van overlastgevers met als doel het realiseren van terugkeer en versterkt daarmee de bestaande landelijke Top-X aanpak.
Concreet worden instrumenten ontwikkeld om de mobiele groep overlastgevers die (onrechtmatig) door Nederland reist en makkelijk uit beeld raakt van een COA-locatie of het Lokaal Keten Overleg (LKO), te monitoren en hierop casusregie te blijven voeren. Verder fungeert het TTOV als landelijk aanspreekpunt voor betrokken ketenorganisaties en gemeenten om op casusniveau af te stemmen over de persoonsgerichte aanpak en tijdig te kunnen interveniëren. Het TTOV van de DTenV borgt effectieve aansluiting op het interventieteam van de IND en de landelijke doorontwikkeling hiervan. Zo is DTenV aanwezig bij de uitreiking van de negatieve beschikking aan de vreemdeling door het interventieteam, zodat het vertrektraject direct kan worden ingezet en het eerste vertrekgesprek direct na ontvangst van de beschikking kan worden gevoerd.
Conform de eerdere toezegging van de voormalige minister aan uw lid van Zanten op 12 maart jl. is er onderzocht of het mogelijk is een overzicht op te stellen van de delicten van criminele asielzoekers die ons land hebben verlaten. Dit is niet mogelijk omdat gegevens over delicten van criminele asielzoekers die ons land hebben verlaten niet aan de geautomatiseerde informatiesystemen van de vreemdelingenketen of strafrechtketen kunnen worden ontleend.
Financiering voor lokale maatregelen
Overlast en crimineel gedrag van asielzoekers is onaanvaardbaar. Het heeft grote impact op de betrokkenen, de omgeving en het draagvlak voor opvang. Via een nationale aanpak doen we er als Rijk alles aan om overlast door asielzoekers beheersbaar te houden. Omdat overlast altijd binnen gemeentegrenzen wordt ervaren, geloven we dat we alleen effectief in onze aanpak zijn als er aanvullend lokaal maatwerk is.
Om deze lokale aanpak binnen gemeentes te ondersteunen, is er in 2025 een budget van 3 miljoen euro beschikbaar gesteld voor (gedeeltelijke) financiering van lokale maatregelen. Deze regeling geeft gemeentes de mogelijkheid om zelf te bepalen welke maatregelen het beste bij de problematiek past. Dit zal worden toegekend middels een decentrale uitkering, welke nu wordt voorbereid. Er is reeds een uitvraag gedaan waardoor gemeenten hun interesse hiervoor kenbaar hebben kunnen maken.
Naast deze maatregelen verwachten we dat de lopende wetstrajecten zoals het wetsvoorstel terugkeer en vreemdelingenbewaring en de wetstrajecten die zien op het eerder vervallen verklaren van de verblijfstitel en het uitbreiden van de ongewenstverklaring bijdragen aan een afname van overlast.
De minister voor Asiel en Migratie,
M.C.G. Keijzer
De minister van Asiel en Migratie,
D.M. van Weel
Bron IND (Metis). Standmaand/peildatum: juli 2025.
De cijfers kunnen afwijken van eerdere cijfers over eenzelfde periode in vorige rapportages, omdat de cijfers zijn geactualiseerd. In een aantal zaken worden correcties uitgevoerd na het verstrijken van de rapportageperiode die pas zichtbaar worden in cijfers met een latere peildatum. Alle cijfers (zowel de totalen als de verschillende deelcijfers) zijn afgerond op tientallen. Cijfers tussen 0-9 worden vermeld als < 10. Door de afrondingen kan een ogenschijnlijk verschil ontstaan tussen de eindtotalen en de optelsommen van de verschillende deelcijfers.↩︎
TZ202502-111↩︎
Kamerstukken II, 2025-2026, 19 637, nr. 3194↩︎
TZ202502-111↩︎
TZ202501-028↩︎
In het COA-beleidskader Agressie en geweld (oktober 2024) is opgenomen: “Bij voorvallen van strafbare feiten adviseert het COA altijd om aangifte te doen. Dit betekent dat de politie wordt verzocht een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. In principe is iedereen die kennis draagt van een strafbaar feit bevoegd hiervan aangifte te doen (artikel 161 Sv).” En ook: “Een werkgever die aangifte doet van agressie en geweld tegen zijn werknemer geeft daarmee een krachtig signaal af dat dit gedrag tegen zijn werknemers én de publieke taak niet wordt geaccepteerd.”↩︎
TZ202502-069 ↩︎
TZ202502-119.↩︎
Kamerstukken II, 2023-2024, 36 560 VI, nr. 19↩︎