Inventarisatie van aanvullende vereisten voor de financiële sector
Toekomst financiële sector
Brief regering
Nummer: 2025D37731, datum: 2025-09-08, bijgewerkt: 2025-09-15 15:34, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32013-309).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiën (VVD)
- Beslisnota's bij Kamerbrief inzake Inventarisatie van aanvullende vereisten voor de financiële sector
- Overzicht van aanvullende vereisten financiële sector in nationale wet en regelgeving
Onderdeel van kamerstukdossier 32013 -309 Toekomst financiële sector.
Onderdeel van zaak 2025Z16331:
- Indiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2025-09-09 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-11 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2025-09-11 13:30: Financiële markten (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2025-09-17 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-10-01 10:45: Algemene Financiële Beschouwingen (inclusief begroting Financiën (36 800-IXB) en begrotingsstaat Nationale Schuld (36 800-IXA)) (1e termijn Kamer) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2025-10-02 14:30: Algemene Financiële Beschouwingen (inclusief begroting Financiën (36 800-IXB) en begrotingsstaat Nationale Schuld (36 800-IXA)) (antwoord 1e termijn + rest) (Plenair debat (wetgeving)), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2024-2025 |
32 013 Toekomst financiële sector
Nr. 309 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2025
Het kabinet heeft in haar regeerprogramma van 13 september 2024 aangegeven te zullen nagaan welke bestaande nationale koppen op Europees beleid kunnen worden geschrapt, met behoud van doelbereik en met oog voor de consequenties daarvan.1 Daarbij is het uitgangspunt het verminderen van lasten en regeldruk voor ondernemers, zodat ruimte ontstaat voor innovaties die kunnen bijdragen aan een duurzamere toekomst. De wet- en regelgeving voor de financiële markten organiseren we in belangrijke mate op Europees niveau. In dit licht heb ik uw Kamer tijdens het commissiedebat Financiële Markten op 19 december 2024 (Kamerstuk 32 545, nr. 221) een overzicht toegezegd van nationale koppen op Europese regelgeving voor de financiële sector.
Met deze brief stuur ik uw Kamer een overzicht van aanvullende vereisten die op grond van nationale wet- en regelgeving gelden voor de financiële sector. Het bijgevoegde overzicht is met behulp van gesprekken met, en input van, financiële instellingen, brancheorganisaties en toezichthouders tot stand gekomen.
Er is sprake van een «nationale kop» wanneer een lidstaat, bovenop hetgeen in een richtlijn of verordening als verplicht is afgesproken, aanvullende eisen vaststelt waaraan burgers of bedrijven moeten voldoen. In de praktijk wordt het begrip «nationale kop» echter ook gebruikt voor gevallen waarin gebruik wordt gemaakt van een lidstaatoptie2, voor gevallen waarin een normatief kader op Europees niveau van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op dienstverlening die op Europees niveau niet is gereguleerd, of voor regelgeving die geheel losstaat van Europese kaders, maar die afwijkt van regelgeving in andere lidstaten.
De verschillen in het gebruik van het begrip «nationale kop», in combinatie met de omvangrijke hoeveelheid wet- en regelgeving voor de financiële markten, maken de totstandkoming van een overzicht van «nationale koppen» zeer complex.
Voor de totstandkoming van dit overzicht heb ik daarom gekeken naar wet- en regelgeving waarin gebruik is gemaakt van ruimte die Europese regelgeving biedt, dan wel openlaat, om nationaal aanvullende vereisten te stellen aan de financiële sector. Daarbij heb ik me in het bijzonder gericht op aanvullende vereisten die substantiële gevolgen kunnen hebben. In sommige van de in het overzicht genoemde gevallen is strikt genomen geen sprake van een «nationale kop», maar gaat het om regels die door de sector wel als belastend worden ervaren. Die regels acht ik daarom relevant om bij deze inventarisatie te betrekken. In het overzicht heb ik ook aangegeven in welke gevallen wijzigingen op grond van Europese regelgeving aanstaande zijn, die zullen leiden tot verdere Europese harmonisatie van de betreffende regels.3
In mijn visie op de financiële sector van 20 januari 2025 heb ik aangegeven het belangrijk te vinden dat de wet- en regelgeving voor de financiële sector zoveel mogelijk overeenkomt met Europese wet- en regelgeving.4 Om die reden zal ik in de komende periode verder in gesprek gaan met financiële instellingen, brancheorganisaties, toezichthouders en andere belanghebbenden om te bezien waar zich mogelijkheden voordoen tot aanpassing van de regelgeving in de bijlage. Tegelijkertijd hecht ik ook waarde aan duidelijke en voorspelbare wet- en regelgeving en houd ik, zoals het regeerprogramma ook stelt, nadrukkelijk oog voor de doelstelling waarmee de regels in het bijgevoegde overzicht tot stand zijn gekomen. Eventuele mogelijkheden tot aanpassing kunnen vervolgens, desgewenst, door een volgend kabinet in gang worden gezet. Ik zal uw Kamer hierover, op de voor de afzonderlijke onderwerpen geëigende momenten, blijven informeren.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Kamerstukken II 2023/24, 36 471, nr. 96.↩︎
Een lidstaatoptie betreft discretionaire ruimte die Europese regelgeving expliciet aan lidstaten biedt, bijvoorbeeld om rekening te houden met bepaalde nationale omstandigheden. Vanwege die expliciete mogelijkheid wordt het gebruik daarvan niet aangemerkt als nationale kop.↩︎
Dit is bijvoorbeeld het geval voor de anti-witwasregelgeving.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 32 013, nr. 302.↩︎