Regeling van werkzaamheden (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D38206, datum: 2025-09-09, bijgewerkt: 2025-09-10 09:08, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-09-09 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. De minister van Volksgezondheid mag het pand
verlaten.
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel aan de Kamer voor de Eerste Kamer te laten weten dat mevrouw
Patijn het Voorstel van wet tot wijziging van de
Arbeidsomstandighedenwet in verband met het verplicht stellen van een
vertrouwenspersoon (35592) in die Kamer zal verdedigen.
Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik:
in de vaste commissie voor Financiën het lid Bikkers tot lid in de bestaande vacature;
in de vaste commissie voor de Rijksuitgaven het lid Bikkers tot lid in de bestaande vacature;
in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Van der Burg tot lid in de bestaande vacature;
in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat het lid Bevers tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;
in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid het lid Ellian tot lid in plaats van het lid Van Eijk en het lid Van Eijk tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Ellian.
Op verzoek van de NSC-fractie benoem ik:
in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het lid Hertzberger tot lid en het lid Heite tot plaatsvervangend lid;
in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Verouden tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Olger van Dijk.
Ik deel aan de Kamer mee dat het debat over het pakket voor groene
groei is komen te vervallen.
Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor
toekenning is verlengd:
het dertigledendebat over mishandeling van politiehonden in opleiding;
het dertigledendebat over het uitblijven van een rode lijn ten aanzien van het handelen van Israël in Gaza;
het dertigledendebat over de betrokkenheid van Nederlandse organisaties bij illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever;
het debat over de chemische industrie;
het dertigledendebat over racisme en opmerkingen over wapens in een whatsappgroep voor illegale grenscontroles;
het dertigledendebat over een huisbezoek van de politie aan een demonstrant;
het dertigledendebat over het Nationaal onderzoek moslimdiscriminatie.
Ik deel mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen:
36740-15; 36243-17; 36243-16; 28165-454.
Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:
het tweeminutendebat Begrotingsproces (CD d.d. 04/09), met als eerste spreker het lid Van der Lee van GroenLinks-PvdA;
het tweeminutendebat Postennet (CD d.d. 04/09), met als eerste spreker het lid Hirsch van GroenLinks-PvdA;
het tweeminutendebat Verzameldebat BES (CD d.d. 04/09), met als eerste spreker het lid Bruyning van Nieuw Sociaal Contract;
het tweeminutendebat Verkeersveiligheid (inclusief CBR) (CD d.d. 04/09), met als eerste spreker het lid Olger van Dijk van Nieuw Sociaal Contract.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan de heer Van Baarle van de fractie van DENK.
Dit alles in het kader van de regeling van werkzaamheden. Het woord is
aan hem.
De heer Van Baarle (DENK):
Dank, voorzitter. De Israëlische misdaden gaan maar door: de
uithongering in Gaza en de bombardementen en vernietiging in Gaza. We
hebben beelden gezien van een droneaanval op een schip dat voedsel naar
Gaza wil brengen en van de aanvallen in Qatar. De Israëlische misdaden
moeten gestopt worden. Wat mij betreft hebben we daar nog deze week een
plenair debat over met de minister van Buitenlandse Zaken en de
minister-president. Ik ben op de hoogte van het feit dat er deze week
een commissiedebat gepland staat, maar ik vind dit onderwerp dusdanig
belangwekkend dat we hier deze week nog plenair met de
minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken over dienen te
spreken.
De voorzitter:
Heel goed. Ik ga even kijken of daar een meerderheid voor is.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Voorzitter, er vindt nog steeds genocide plaats, dus graag een
debat.
De heer Paternotte (D66):
Steun.
Mevrouw Beckerman (SP):
Steun.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Steun.
De heer Oostenbrink (BBB):
Geen steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik zag de heer Van der Burg opstaan. Misschien helpt hij het aan een
meerderheid?
De heer Van der Burg (VVD):
We hebben morgen een debat, voorzitter. Geen steun.
De heer Van Baarle (DENK):
Helaas.
De voorzitter:
De volgende spreker is mevrouw Westerveld van de fractie van
GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik wil graag een debat met de nieuwe demissionaire minister
van OCW over uitingen die hij heeft gedaan. Hij vergeleek
regenboogzebrapaden met hakenkruizen. Door die uiting voelen veel mensen
zich onveilig, mede omdat het ministerie van OCW natuurlijk ook
verantwoordelijk is voor de aanpak van lhbti-discriminatie. Het mag een
kort debat zijn, bijvoorbeeld met een spreektijd van twee minuten, maar
ik wil wel graag ook een verklaring daarover in de Kamer.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Als er een hakenkruis wordt gespoten over een regenboogsymbool, dan is
de enige juist reactie dat dit verwerpelijk is en dat dit keihard moet
worden aangepakt. Deze minister heeft iets heel anders gezegd en dat is
verwerpelijk, dus van harte steun voor dit debat.
De voorzitter:
De ... heer ... Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
Uw ondervoorzitter, voorzitter.
De voorzitter:
Mijn steun en toeverlaat.
De heer Van Campen (VVD):
Zo is dat. Het betrof hier bijzonder onsmakelijke uitlatingen, maar
inmiddels is de minister daar zelf al op teruggekomen. Volgens mij is
dat heel goed. Geen steun voor een apart debat. Ik begrijp dat er in de
loop van de week nog een commissiedebat is met de minister. Als mevrouw
Westerveld vragen aan hem zou willen stellen, dan is daar op dat moment
volgens mij de gelegenheid voor. Geen steun, dus.
De heer Oostenbrink (BBB):
De minister heeft hier een verklaring voor gegeven. Dat is voor ons
voldoende, dus geen steun voor dit debat.
Mevrouw Hertzberger (NSC):
Steun voor het voorstel. Wij waren nooit voor het afschaffen van de
hoorzittingen, dus het lijkt ons een goede gelegenheid voor de minister
om wat nader toelichting te geven en voor de Kamer om goed kennis te
maken met hem.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dat moest anders. Daar is hij op teruggekomen. Daarmee is de kous af.
Geen steun.
Mevrouw Beckerman (SP):
Van harte steun. Collega Van Campen zei: dat kan ook bij het debat. Dat
betekent dat het debat over academische vrijheid weer niet kan gaan over
academische vrijheid. Dat zou ik echt heel erg zonde vinden, dus daarom
van harte steun voor het verzoek van collega Westerveld.
De heer Paternotte (D66):
Het was een bizarre uitlating van de heer Moes, inmiddels minister. Hij
heeft daar vorige week inderdaad uitgebreid excuses voor gemaakt. Daarom
wilden wij dit debat in beginsel nu niet doen, alhoewel een hoorzitting,
zoals mevrouw Hertzberger zegt, ons een heel goed idee lijkt. Ik begrijp
alleen wel dat mevrouw Westerveld dit stevig neerzet en daarbij ook de
vertrouwensvraag noemt. Als dat het geval is, dan zouden wij het debat
wel steunen, want zo'n debat moet altijd gevoerd kunnen worden.
De voorzitter:
U zegt dat u het in principe niet steunt, dus vooralsnog tel ik dit dan
niet mee als steun voor deze debataanvraag.
Mevrouw Van der Velde (PVV):
Geen steun.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
De heer Ergin (DENK):
Steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, mevrouw Westerveld.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik hoor het. Ik kan ook tellen. Dan zullen wij via de
commissie OCW het verzoek gaan doen voor een gesprek. Wat ons betreft
kan dat misschien nog plaatsvinden vóór het debat over academische
vrijheid, zodat dat debat over academische vrijheid kan gaan. Ik zou dan
ook graag een brief willen van de nieuwe demissionaire minister, want
mij is onduidelijk waar hij precies sorry voor heeft gezegd. Is dat nou
sorry voor de ophef of sorry voor de uitspraken? Daar willen we graag
een uitleg over in een brief. Als tweede willen wij weten wat hij gaat
doen om ervoor te zorgen dat mensen uit de lhbti-gemeenschap zich ook
echt veilig gaan voelen; dus niet alleen woorden, maar ook daden.
De voorzitter:
Dat zal ik doorgeleiden.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Graag voor morgen 09.00 uur.
De voorzitter:
Ja, dat zal ik doorgeleiden.
U had nog een verzoek, dacht ik. U loopt weg. Het hoeft niet, maar
...
Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Ik had nog een tweede verzoek, over een debat van vanavond. We hebben
een debat over het VN-verdrag Handicap. Daardoor is het commissiedebat
over gehandicaptenbeleid verplaatst. Wij hebben daar ook een aantal
vragen over; volgens mij gaat het om meer collega's. Mijn verzoek is dus
om één minuut spreektijd toe te voegen. Het tweede argument is dat er
gewoon heel veel onder ligt, een heel dik pak. Ik hoop dus dat we van
vier minuten vijf minuten spreektijd kunnen maken.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat verzoek kunnen wij steunen, ook omdat het voor een aantal mensen
vaak al lastig is om het te volgen. Je kunt zo'n debat dus ook even wat
uitgebreider en met wat meer uitleg voeren voor de mensen die dat nodig
hebben. Het lijkt me dus een goed idee om de spreektijd van het debat
met een minuut te verlengen.
De heer Krul (CDA):
Politici praten sowieso te snel. Zeker bij dit debat is het gewoon heel
belangrijk dat iedereen het goed kan volgen. Mede namens de ChristenUnie
en de SGP steun voor dit verzoek.
Mevrouw Wingelaar (NSC):
Steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De heer Thiadens (PVV):
Steun. Veel belangrijke onderwerpen.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
Mevrouw Richardson (VVD):
Een belangrijk onderdeel. We zouden wel willen vasthouden aan vier
minuten spreektijd.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Steun.
De heer El Abassi (DENK):
Steun.
De voorzitter:
Er komt een minuutje bij.
Dan gaan we luisteren naar de heer Mohandis.
De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Tijdens het laatste mediadebat in april dit jaar hebben wij
expliciet gevraagd om een rapport over de effecten van de voorgenomen
extra bezuiniging op de publieke omroep, de 50 miljoen die er nog bij
kwam, dus boven op het regeerakkoord, en vooral over wat dat zou
betekenen als dat tot meer reclame zou leiden. Wij hebben vernomen dat
het rapport er al ligt. Het ligt er gewoon. Het ligt op het ministerie,
denk ik, of het ligt ergens anders, maar het ligt er.
De voorzitter:
En dus?
De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):
Wij willen het hebben. Wij willen het hebben, omdat het zou kunnen
betekenen dat dit een extra bezuiniging is op de publieke omroep en
omdat het moeilijk zou zijn om dat via de Ster terug te verdienen. Daar
willen we dan ook een debat over. Wij willen een brief van het kabinet
met een appreciatie van dit rapport, waar de Kamer om heeft gevraagd
tijdens het laatste debat, en wij willen een debat.
De heer Paternotte (D66):
We wachten hier bovendien al negen maanden op, dus dit moeten we
inderdaad hebben. Volle steun.
Mevrouw Beckerman (SP):
Steun.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
Mevrouw Van der Velde (PVV):
Geen steun.
De heer Van der Burg (VVD):
Geen steun.
De heer Oostenbrink (BBB):
Geen steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Mohandis.
De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):
Dan zou ik wel z.s.m. dat rapport naar de Kamer willen hebben met een
appreciatie van het kabinet, het liefst een dezer dagen, want het ligt
er gewoon.
De voorzitter:
Ja, ik zal het doorgeleiden.
De heer Paternotte, D66, met een vooraankondiging.
De heer Paternotte (D66):
Klopt, voorzitter. Het debat gaat over de uitkomsten van de RBZ, de Raad
Buitenlandse Zaken, die vooral ging over de situatie in het
Midden-Oosten. Het lijkt mij logisch dat we daar dan deze week een
tweeminutendebat over kunnen voeren en dat we ook kunnen stemmen. Anders
zou dat immers op zijn vroegst eind volgende week zijn, terwijl ik denk
— dat is in eerdere aankondigingen al benoemd — dat er nogal wat gaande
is, waaronder de escalatie in Gaza-stad.
De voorzitter:
Ik zie echter niet in waarom het deze week moet zijn. Het zijn
uitkomsten, dus het gaat niet over de komende Raad. Het is niet zo dat
het voor die Raad noodzakelijk is dat we er hier over praten.
De heer Paternotte (D66):
Dat klopt dan weer niet, omdat ook bij het debat over de val van het
kabinet door meerdere partijleiders is gezegd dat de uitkomst van die
Raad bepaalt of we nationaal maatregelen gaan nemen. Daarom is dat
tweeminutendebat nu essentieel.
De voorzitter:
Prima. Ik kijk of de Kamer het met u eens is. Nee, niet. Sorry, ik zal
even kijken. Ik pest u. Neem me niet kwalijk.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik heb dat commissiedebat aangevraagd. Dat deden we niet zonder reden
vóór Prinsjesdag, omdat er haast achter zit, dus ik steun dit
verzoek.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
De heer Van Baarle (DENK):
Steun.
Mevrouw Beckerman (SP):
Steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Als partijen überhaupt niet de moeite nemen om op te staan om te zeggen
dat ze geen debat over Gaza willen deze week en dat we hier niet over
kunnen stemmen, wil ik graag een hoofdelijke stemming over dit
verzoek.
De heer Van der Burg (VVD):
Even voor de duidelijkheid: we hebben wel een debat, want dat hebben we
gewoon morgen. Dus wat de heer Paternotte net zei, klopt niet. Het ging
hier over de vraag of we hier deze week nog over gingen stemmen. Dan
moet de heer Paternotte in zijn beschuldigingen in ieder geval wel
duidelijk zijn. Er vindt gewoon een debat plaats.
De voorzitter:
Er vindt gewoon een debat plaats en het kan gewoon allemaal in de
commissie. Tot zover. Dank u wel.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter, ik zou nog graag een hoofdelijke stemming willen over het
voorstel dat we deze week moties kunnen indienen en kunnen stemmen over
de uitkomsten uit dit debat.
De voorzitter:
We hebben de stemmingen gehad, dus we stemmen gewoon volgende week. De
stemmingen doen we op dinsdag.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter, ik kan een ordevoorstel doen bij de regeling. Dat is nu aan
de orde.
De voorzitter:
Het is heel simpel. Ik ga kijken of er een meerderheid is voor uw
voorstel. Als dat het geval is, zit er nog altijd drie uur tussen. Dan
gaan we over drie uur …
De heer Van der Burg (VVD):
Voorzitter, we kunnen …
De voorzitter:
Hoho, meneer Van der Burg! Dan gaan we over drie uur hoofdelijk stemmen.
Het woord is aan de heer Van der Burg. Ga uw gang.
De heer Van der Burg (VVD):
We kunnen gewoon een tweeminutendebat hebben. Het ging alleen over de
stemmingen, want de rest was een vooraankondiging.
De voorzitter:
Nee, het ging ook over het agenderen.
De heer Van der Burg (VVD):
We hebben geen bezwaar tegen een tweeminutendebat. Het gaat om de
stemmingen. Die kunnen gewoon regulier plaatsvinden.
De heer Krul (CDA):
Als de heer Paternotte een hoofdelijke stemming aanvraagt en daar
behoefte aan heeft, ga ik daar niet voor liggen.
De voorzitter:
Dan is er dus nu een ordevoorstel. Dan moet ik even kijken of er een
meerderheid voor is. Meneer Paternotte, het woord is aan u.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Het voorstel is dat we deze week een tweeminutendebat kunnen
houden, vandaar de vooraankondiging. Het gaat erom dat we kunnen stemmen
over moties die daar zijn ingediend. Het is een zeer redelijk
verzoek.
De voorzitter:
Jaja.
De heer Paternotte (D66):
Ik begrijp dat de partijen niet gingen opstaan om zich daarvoor uit te
spreken. Als partijen dat een onzinnig verzoek vinden, moeten we daar
misschien over stemmen. Dan is dat het ordevoorstel. Maar misschien
kunnen we eerst nog kijken of er misschien toch draagvlak is.
De voorzitter:
Nou, er is net al duidelijk geworden dat er geen meerderheid voor
bestaat. Punt. Vervolgens doet u het ordevoorstel om daar een
hoofdelijke stemming over te houden. Ik ga kijken of er voor uw
voorstel, dus om over drie uur hierover te stemmen, een meerderheid
is.
De heer Van der Burg (VVD):
Laten we gewoon deze week het tweeminutendebat hebben en niet over drie
uur hiervoor bij elkaar komen. Zo zadelen we elkaar alleen maar op met
onnodig werk.
De voorzitter:
Maar dat betekent dat er nog steeds geen meerderheid is. Ik wil gewoon
nog steeds weten wat u vindt van het voorstel van de heer Paternotte om
over drie uur hierover hoofdelijk te stemmen.
Mevrouw Beckerman (SP):
Steun, voorzitter.
De voorzitter:
Steun voor dat voorstel.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, naar mijn beste weten hoeft er geen meerderheid te zijn voor
een verzoek om een hoofdelijke stemming. Ik snap niet waarom wij hier nu
moeten stemmen …
De voorzitter:
Wel om die vandaag nog te doen. Kijk, waar u mee in de war bent, denk
ik, is dat we er sowieso over stemmen als dit op de lijst staat. Dan
geldt: drie uur later. Dat zegt u ook. Maar er moet nu dus een nieuwe
stemming, een nieuwe stemronde, worden aangevraagd.
De heer Van der Burg (VVD):
Voorzitter, om u te helpen ...
De voorzitter:
Hoho! Wacht even, meneer Van der Burg. Wat bent u toch ...
De heer Van Baarle (DENK):
Dat ordevoorstel zou ik dan steunen.
De voorzitter:
Ja, u steunt dat voorstel. Helder.
De heer Van der Burg (VVD):
Om u te helpen: als de VVD akkoord gaat met én een tweeminutendebat én
hoofdelijk stemmen, is er dan een meerderheid?
De voorzitter:
Nee, dat heb ik net ook al gezegd. Ik heb net ook al gezegd dat er dan
nog steeds geen meerderheid is voor het eerste voorstel van de heer
Paternotte. We zijn dus nu bezig met het tweede voorstel van de heer
Paternotte, om te kijken of we überhaupt kunnen stemmen en, zo ja, of we
over drie uur kunnen stemmen. De heer Krul. O, u had ik al gehad; u was
voor, geloof ik. U bent geweest; u mag geen tweede keer.
De heer Kahraman (NSC):
Voorzitter, wat is het verzoek? Waar moet ik nu ja of nee op zeggen?
De voorzitter:
Het eerste verzoek is reeds verworpen, namelijk een tweeminutendebat
deze week plus stemmingen. Dat is dus verworpen. Nu mag u ja of nee
zeggen tegen het voorstel van de heer Paternotte, maar wat u wilt, is
heel facultatief, namelijk dat we over drie uur een hoofdelijke stemming
gaan houden over zijn voorstel.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter, mag ik misschien een punt van ...
De voorzitter:
Nee, nee, nee. Ik ben in gesprek met de heer Kahraman.
De heer Paternotte (D66):
Ik probeer echt te helpen.
De voorzitter:
Ik ben in gesprek met de heer Kahraman.
De heer Kahraman (NSC):
Voorzitter, als er om een hoofdelijke stemming gevraagd wordt, gaan wij
daar niet voor liggen; dan stemmen wij voor.
De voorzitter:
U bent voor het voorstel. De heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Ik merk dat er, ook met dit hier boven het hoofd, inmiddels draagvlak is
en dat een meerderheid zegt: oké, laten we dan het tweeminutendebat
inderdaad inplannen. Dus misschien kan ik dat dan opnieuw als voorstel
neerleggen. Dan hebben we ook geen hoofdelijke stemming meer nodig.
De voorzitter:
Ja, maar wie is er dan extra bij gekomen? We hebben het namelijk net al
gehoord. Nadat ik een conclusie had getrokken, is de heer Van der Burg
erbij gekomen. Dan is er nog steeds geen meerderheid; dat heb ik al twee
of drie keer geroepen.
De heer Paternotte (D66):
De heer Kahraman is erbij gekomen. Alleen, u stelde die vraag niet aan
hem.
De voorzitter:
Ik wilde hem gewoon even bijpraten over hoever we waren. Ik zie de heer
Kahraman zweten; hij wordt omcirkeld door andere Kamerleden.
De heer Krul (CDA):
Dat geldt ook voor het CDA, voorzitter. Wij stonden niet op, maar ja,
onder deze druk ... Nee, hoor. Een tweeminutendebat is prima, maar we
hebben liever geen stemmingen. Als er toch een voorstel komt om daar
hoofdelijk over te stemmen, gaan wij daar niet voor liggen.
De voorzitter:
Maar dat is deel twee.
De heer Krul (CDA):
Dan steun voor het eerste verzoek, en ook voor het tweede verzoek.
De heer Van Meijeren (FVD):
Steun voor het verzoek om een tweeminutendebat te houden en ook om daar
deze week over te stemmen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Naar mijn weten, voor zover ik kan tellen, is er aan deze kant echt al
heel lang een meerderheid, maar ook namens mijn fractie: steun voor een
tweeminutendebat deze week en fractiegewijze stemmingen deze week.
De voorzitter:
Er is nog geen meerderheid om deze week ook daadwerkelijk te
stemmen.
De heer Van der Burg (VVD):
De VVD steunt de lijn zoals net verwoord door mevrouw Piri.
De voorzitter:
Dat heeft u inmiddels al vier keer gedaan, en dat schrijven we elke keer
netjes op, hoor, meneer Van der Burg, maar dat verandert niks. De heer
Grinwis gaat ons erdoorheen slepen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Laat ik dan maar gewoon meegaan met het gevoel aan deze zijde. Vooruit,
laten we deze week een tweeminutendebat houden, inclusief stemmingen.
Dat zijn toch weer drie zeteltjes.
De voorzitter:
Maar ik denk dat we nu het moment suprême naderen. Ik vind het eigenlijk
zonde om hem nu al het woord te geven, want dan is de spanning er ook
meteen af. Maar, meneer Kahraman, u gaat een dramatische mededeling
doen.
De heer Kahraman (NSC):
Ja, voorzitter. Ik moet eerlijk zeggen: ik begrijp niet ... Normaal
gesproken stemmen we meteen dezelfde week omdat er een Europese Raad is.
Maar om hier niet nog meer verwarring te zaaien, stem ik voor een
tweeminutendebat en fractiegewijze stemmingen deze week.
De voorzitter:
Hè, jammer, dan zijn we eruit. Ik begon er net een beetje schik in te
krijgen. Of weet u nog een probleem te vinden, meneer Paternotte?
De heer Paternotte (D66):
Ik wil iedereen bedanken voor de constructieve opstelling. Ik hoop dat
we die ook in het tweeminutendebat gaan zien.
De voorzitter:
Het kost ook bijna geen tijd; het is heerlijk! Arme meneer
Kahraman.
Mevrouw Postma, ik wens u meer succes. U heeft ook een
vooraankondiging.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank, voorzitter. Ik heb ook een vooraankondiging. Ik zou graag een
tweeminutendebat willen over de wijziging van de EU-klimaatwet en de
doelstelling voor 2040. We hebben afgelopen maandag een schriftelijk
overleg gehad. Dit speelt volgende week in de Europese Unie, dus ik zou
graag deze week een tweeminutendebat willen, met aansluitend
stemmingen.
De voorzitter:
Ik hoop dat u net een beetje heeft opgelet hoe je aan een meerderheid
komt. Misschien kan de heer Paternotte u nog wat influisteren. Ik ga
kijken of er voor dat verzoek een meerderheid bestaat.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Steun. Het komt aan de orde in de Milieuraad. Daarom moeten we deze week
daarover stemmen.
De heer Van Meijeren (FVD):
Steun.
De heer Paternotte (D66):
Onacceptabel. Steun.
Mevrouw Beckerman (SP):
Steun.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De heer Vermeer (BBB):
Steun.
De heer Van Campen (VVD):
Steun.
De voorzitter:
Er is gewoon een meerderheid. U regelt dat een stuk beter dan de heer
Paternotte, stel ik vast.
Dan geef ik het woord aan de heer Kahraman voor zijn verzoek.
De heer Kahraman (NSC):
Voorzitter. Na het gebaar dat ik net heb gemaakt naar mijn collega's
verwacht ik natuurlijk ook steun voor mijn verzoek.
Voorzitter. De val van de Syrische dictator Assad werd in onze Kamer en
in de EU met vreugde ontvangen, en terecht, want Assad zaaide jarenlang
dood en verderf. De huidige leider en oud-Al Qaidakopstuk Al-Jolani
lijkt geen haar beter. Vorige week bracht het Syrian Observatory for
Human Rights een rapport uit waarin te lezen valt dat er sinds zijn
machtsovername ruim 10.000 mensen zijn gedood, waaronder meer dan 8.000
burgers. 3.000 van hen werden zelfs standrechtelijk geëxecuteerd, zoals
we deze zomer zagen bij de druzen. De EU heeft desondanks miljarden
vrijgemaakt voor Syrië en heeft vrijwel alle sancties opgeheven. Daarom
wil ik zo snel mogelijk een debat met de minister van Buitenlandse
Zaken.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik spreek mede namens D66. Wij hebben dit verzoek van de heer Kahraman
onlangs in de procedurevergadering gesteund, maar dat was voor een
speciaal commissiedebat. Ik zag dat hij wil dat het ook over Syrië gaat.
Dat zouden mijn fractie en die van D66 ook willen. Geen steun dus voor
dit verzoek, maar wel voor een commissiedebat.
De heer Van der Burg (VVD):
Eens met mevrouw Piri en daarmee ook met D66.
Mevrouw Beckerman (SP):
Voorzitter. In principe steunen we het verzoek om een debat, maar ik
vermoed dat het commissiedebat wel sneller ingepland kan worden. Op die
manier kan ook recht worden gedaan aan het onderwerp. Inhoudelijk steun,
maar de route via de commissie lijkt nu logischer.
De heer Oostenbrink (BBB):
Steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Via het commissiedebat kan het sneller, dus geen steun voor dit
specifieke verzoek, maar wel voor het debat.
De heer Van Meijeren (FVD):
Ik wil graag eerst iets rechtzetten. De heer Kahraman merkte op dat de
val van Assad in dit huis met vreugde werd ontvangen. Dat geldt niet
voor FVD. Wij waarschuwden ervoor dat dat tot veel meer dood en verderf
zou leiden. Dat gezegd hebbende: steun voor het debat.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Er staat binnenkort een commissiedebat gepland, dus geen
steun voor het verzoek van de heer Kahraman.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Mede namens het CDA en de SGP: steun voor dit debatverzoek.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Kahraman.
Dan de heer Van Kouwenhoven van Nieuw Sociaal Contract. O, het is alleen
maar "Kouwenhoven". Op mijn lijstje stond "Van Kouwenhoven".
De heer Kouwenhoven (NSC):
Op het mijne ook; dat viel me op.
De voorzitter:
Ik dacht al: bent u geüpgraded of zo?
De heer Kouwenhoven (NSC):
Ja, dat is de chique tak.
Voorzitter. Uitvoeringsorganisaties schreeuwen om hulp, deze week weer
in de Staat van de Uitvoering. Het kabinet had allang met een brief
moeten komen over een fundamentele hervorming van het toeslagen- en
belastingstelsel. NSC heeft er een motie voor ingediend dat deze brief
nog voor het zomerreces zou volgen. Deze motie is door de voltallige
Kamer aangenomen. De brief is er nog steeds niet. Daarmee laat het
kabinet een duidelijke opdracht van de Kamer liggen. Dat is
onacceptabel. Dit terwijl gezinnen in de knel raken en
uitvoeringsorganisaties aangeven dat het zo niet langer kan. Daarom
hebben wij twee verzoeken. Op zeer korte termijn willen wij een brief
die zowel een reactie bevat op de oproep van de uitvoeringsorganisaties
als op het eerder beloofde voorstel voor vereenvoudiging. Daarnaast
willen wij dat hier een debat over plaatsvindt met de beide
staatssecretarissen, Heijnen en Palmen, en wel vóór het
verkiezingsreces.
De voorzitter:
Ik waarschuw er wel voor dat de agenda helemaal bommetjevol zit.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Het is een Kamerbreed geaccepteerde motie. Het gaat om een brief die al
is toegezegd en die toezegging is ook nog eens herhaald.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Steun voor het debat, maar niet om dat voor het reces te
houden. Dat is een beetje het ingewikkelde, want dat is wel het verzoek
dat voorligt. Volgens mij hebben we nog maar twee weken zuivere
speeltijd. In het conceptschema zijn we volgens mij al ver overtekend
wat betreft wat we nog aankunnen. Dat wordt dus wel ingewikkeld. We
hadden hier graag een debat over gewild, maar niet voor het reces.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik wil een dikke streep zetten onder de noodzaak om ons
belasting- en toeslagenstelstel grondig te vereenvoudigen. Daarom steun
voor de brief. Ook steun voor een debat, maar voor het reces lijkt mij
heel ingewikkeld. Ik zou dus willen voorstellen om de brief vóór de
Financiële Beschouwingen naar de Kamer te sturen. Dan kunnen we die bij
de Financiële Beschouwingen betrekken. Ik geef de voorzitter in
overweging om dan iedere fractie één minuutje extra spreektijd te
geven.
De voorzitter:
Overweging afgewezen!
De heer Edgar Mulder (PVV):
Steun voor de brief. Geen steun voor het debat.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Ik sluit mij aan bij collega Grinwis, dus geen steun voor dit verzoek.
Maar dit lijkt me een heel goed voorstel.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Steun voor het verzoek. Eén aanvulling: we hebben gisteren de Staat van
de Uitvoering van 2025 gekregen, maar op die van een jaar geleden hebben
we nog steeds geen reactie gekregen van het kabinet; het is nu een jaar
later. Ik wil dus aan het kabinet vragen om een reactie op het vorige
rapport, van een jaar geleden. Anders nemen we ons werk hier niet
serieus.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Steun voor het verzoek om een brief. Geen steun voor het debat.
De heer Van Baarle (DENK):
Wij sluiten ons aan bij het voorstel van de heer Grinwis.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dat doet de SP ook.
De heer Vermeer (BBB):
Ik sluit me graag aan bij de heer Grinwis.
De heer Van Meijeren (FVD):
Steun voor beide verzoeken.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik sluit me aan bij de woorden van collega Stultiens, dus steun.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Steun.
De voorzitter:
Er is een meerderheid, maar niet om het debat voor het reces te
houden.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Nee. Dus dan kiezen we wel voor de optie om de brief vóór de Algemene
Financiële Beschouwingen te krijgen? Dat is wel een expliciet onderdeel
van het voorstel van meneer Grinwis.
De voorzitter:
Uw verzoek tot informatie geleid ik gewoon door, maar we gaan dat debat
dus niet meer voor het verkiezingsreces houden. Maar het staat wel op de
lijst, dus na de verkiezingen gaan we dat gewoon doen.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Ik zie uit naar dat debat en ik zie ernaar uit om dat te voeren.
De voorzitter:
Heel goed.
Mevrouw Bruyning van Nieuw Sociaal Contract is de laatste spreker in
deze regeling.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank, voorzitter. Ik wilde graag vragen om het tweeminutendebat
Jeugdbeleid en Jeugdbescherming nog in te plannen voor het
verkiezingsreces.
De voorzitter:
De agenda zit heel erg vol — dat weet u — maar we kijken of we uw
tweeminutendebat ertussendoor kunnen flansen.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Graag, alstublieft. Dank u wel, meneer de voorzitter.
De voorzitter:
Gewaardeerd. Dank u wel. Het wordt waarschijnlijk wel 's nachts, maar
dat geeft niet.
Tot zover de regeling van werkzaamheden. Ik schors een enkel
ogenblik.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.